Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de grensoverschrijdende treinverbinding Hamont-Weert
Verslag
Mevrouw Moors heeft het woord.
In Nederland wordt al sinds 2018 onderzocht hoeveel de reactivering van de spoorlijn Hamont-Weert zou kosten. Die studies gaven aan dat de kosten van de verbinding voor reizigersvervoer tussen de 50 en 150 miljoen euro zouden liggen. Omdat de lijn volgens de NMBS per dag amper 1050 reizigers extra zou opleveren, vond men dat te veel geld.
Maar de Nederland-Limburgse staatssecretaris Heijnen vond de laatste studies wat pessimistisch en bestelde een nieuwe. Daarbij werd gekeken naar wat echt nodig is om op een veilige wijze reizigersvervoer mogelijk te maken, aldus Heijnen. Volgens de nieuwe studie van Rebel is een volledig Belgisch spoorsysteem, tot en met het station van Weert, de meest kansrijke oplossing. Om de lijn Antwerpen-Weert te kunnen inpassen in de bestaande dienstregeling van Weert, zijn dan wel een nieuw perron en een nieuwe spoorbrug over de Zuid-Willemsvaart nodig. Hierdoor krijgt de trein vanuit Vlaanderen voldoende tijd om te keren zonder andere treinen te hinderen. Zo’n brug, geschat op 17,28 miljoen euro, en perron, dat geschat wordt op 5,8 miljoen, zijn duur, maar door alleen Belgisch materieel te gebruiken, kan er wel worden bespaard op het Nederlandse beveiligingssysteem. Er is ook geen nieuwe perrontunnel nodig bij deze variant en het volledige kostenplaatje wordt dan geraamd tussen de 47 en 88 miljoen euro. In de nieuwe studie is nog geen rekening gehouden met mogelijke ingrepen ter hoogte van het Europees beschermd natuurgebied. Daarvoor moet eerst een milieustudie nog uitmaken wat er daar dient te gebeuren.
Alhoewel de regering in Nederland ontslagnemend is, wil de Maastrichtse staatssecretaris dit grensoverschrijdende spoordossier verderzetten en starten met het overleg. De eigenlijke beslissing is voor de volgende Nederlandse regering. Dat brengt mij tot de volgende vragen.
Ten eerste, hoe reageert u op het standpunt van de Nederlandse staatssecretaris Heijnen dat een volledig Belgisch spoorsysteem de enige realistische oplossing is voor een directe treinverbinding tussen Antwerpen, Hamont en Weert?
Ten tweede, hebt u reeds met haar contact gehad om de volgende stappen te bespreken?
Tot slot, hoe ziet u de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse overheden met betrekking tot dit grensoverschrijdende spoordossier, gezien de aanstaande verkiezingen in Nederland in november en mogelijke veranderingen in het politieke landschap?
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, collega Moors heeft de situatie eigenlijk al geschetst. Er nog een stukje van iets meer dan 8 kilometer tussen Hamont en Weert waarvoor nog investeringen nodig zijn langs Nederlandse zijde.
Staatssecretaris Heijnen heeft dan inderdaad een nieuw onderzoek aangevraagd om een beter zicht te krijgen op de kostprijs van dat project. We vernamen op 5 oktober via de pers dat de meest kansrijke oplossing, zoals ze het noemen, volgens de studie een volledig Belgisch spoorsysteem zou zijn tot en met het station van Weert. De kosten komen dan uit op, zoals collega Moors al zei, 47 tot 88 miljoen euro, wat een pak lager is dan die eerste 50 tot 150 miljoen euro.
Die meest kansrijke oplossing houdt dus in dat er alleen Belgische treinen over het spoortraject zouden rijden, wat goedkoper zou zijn dan de Nederlandse treinen geschikt te maken voor het Belgische spoornetwerk, omdat zij werken met een ander beveiligingstype. Daarnaast zou die nieuwe spoorwegbrug over de Zuid-Willemsvaart bij Weert ook nog gebouwd moeten worden en moet er een nieuw perron komen. In die studie werd nog geen rekening gehouden met de ingrepen die nodig zijn ter hoogte van het Europees beschermd natuurgebied, en daarvoor is inderdaad eerst een milieustudie nodig om uit te maken wat er moet gebeuren. Daarover heb ik nog volgende vragen, minister.
Hebt u het volledige onderzoek mogen ontvangen en wat zijn voor u de belangrijkste resultaten?
Hoe staat u, minister, tegenover die meest kansrijke oplossing, dus met een volledig Belgisch spoorsysteem?
Mijn volgende vraag is of er inderdaad een overleg gepland werd met de overheden, en als dat niet zo is: hoe het komt dat het niet gepland is?
Mijn laatste vraag is wat de volgende stappen in dit dossier zullen zijn.
Minister Peeters heeft het woord.
Ook op mijn beurt, collega's, dank u wel voor de bijkomende vragen. Het is nu bijna een jaar geleden dat ik samen met staatssecretaris Heijnen een bezoek bracht aan het spoor in Hamont-Weert. Ik was alleszins heel blij met de uitspraken die staatssecretaris Heijnen toen gedaan heeft, hoewel het niet in de beleidsverklaring van de regering Rutte stond, en ook met datgene wat ze nu recentelijk heeft aangekondigd in haar brief aan de Tweede Kamer, een tweetal weken geleden.
Ik ben alleszins blij met dat standpunt. Ze zegt wel degelijk dat het op zich een belangrijk aspect is. Zij heeft dan ook aan de Tweede Kamer laten weten dat er een gespecialiseerde technische spoorstudie werd besteld door de Nederlandse Regering. Zij heeft dat toen aangekondigd. Daaruit moet worden geconcludeerd dat het rationeler is om de investeringen in deze lijn conform het Belgische systeem te maken. Het is altijd aangenaam om te horen dat een Belgisch systeem beter werkt dan een Nederlands systeem. Wat dat betreft denk ik dat het goed is om zo snel mogelijk aan tafel te gaan zitten en daar verder overleg te plegen.
Ik ben dus alleszins blij met die communicatie door staatssecretaris Heijnen. U weet dat wij al ons werk hebben gedaan aan Belgische of Vlaamse zijde. Wij hebben vanuit Vlaanderen in deze lijn 19 miljoen euro mee op tafel gelegd. We vinden het nog altijd heel belangrijk, zowel voor het personen- als het goederenvervoer. Ik wil zo snel mogelijk met de staatssecretaris Heijnen aan tafel gaan zitten, maar u weet ook dat daar de verkiezingen voor de deur staan. Bij ieder overleg met Nederland leggen wij ook deze belangrijke spoorverbinding op tafel. Ik ben alleszins blij als er dan positieve signalen komen. Wij zullen zeker in overleg treden en het dossier warm houden, om die essentiële verbinding zo snel mogelijk te kunnen realiseren.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw duidelijk engagement. De grensovergangen zijn van groot belang in Limburg. Limburg is het centrum van de Euregio en het is belangrijk dat er goed grensoverschrijdend openbaar vervoer gerealiseerd wordt, zeker wat betreft het spoor. Ik heb geen bijkomende vragen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Er moet nog een overleg plaatsvinden, dat is nog niet kunnen gebeuren omdat de Nederlandse Regering ontslagnemend is. Hoe lang schat u in dat dit nog zal aanslepen vooraleer die werken van start zouden kunnen gaan? Net zoals collega Moors, wil ik nogmaals – maar u heeft dat ook altijd bevestigd in deze commissie – het belang benadrukken voor iedereen: voor Nederlands Limburg, voor Belgisch Limburg, maar natuurlijk ook voor heel Vlaanderen en de Euregio.
De heer Keulen heeft het woord.
Over het belang moeten we het niet hebben. Er is inderdaad het tactisch voordeel. Ik kijk nu naar de minister als streekgenoot. Staatssecretaris Heijnen is ook één van bij ons, want die komt van Maastricht. Dat is een van diegenen waar je in het dialect mee kunt spreken. Op dergelijke momenten kun je niet bepalen wie de Belg of de Nederlander is. Ze heeft wel een band met de regio. Voor de rest was het vaak huilen met de pet op. Als het vanuit Den Haag moest worden beredderd, had men daar eigenlijk nauwelijks oren naar.
De eerste weken zal er niets gebeuren wegens de verkiezingen. Ik denk dat ze daar ook naar een onmogelijke formatie gaan. Ik kan maar hopen, vanuit het Nederlandse landsbelang, dat het misschien wel losloopt, maar ik denk dat Mark Rutte daar nog heel lang in lopende zaken zal zitten. Voor Nederland, op het niveau van Infrastructuur en Waterstaat, zijn dat kleine projecten. Dat gaat eigenlijk over een beperkte budgettaire impact, zeker als je dat bekijkt door de bril van Nederland en de Nederlandse Spoorwegen waarvoor zij de portefeuillehouder zijn, en niet de minister. Dus ik denk dat een soort van interlimburgse solidariteit belangrijk is en dat de staatssecretaris toch best wordt aangepord om dit te regelen voordat ze het stokje doorgeeft. Dat zou in het voordeel zijn van beide betrokken partijen.
Minister Peeters heeft het woord.
Wij moeten vooral engagement tonen zodra we straks weten wie de nieuwe beleidsploeg in Nederland uitmaakt. Alleszins heeft u van mij het engagement om dan met die persoon aan tafel te gaan zitten en het dossier warm te houden.
Het is zoals mijnheer Keulen het zegt: staatssecretaris Heijnen was dit dossier zeker genegen. Wat mij betreft mag zij als staatssecretaris terugkomen en deze bevoegdheid ter harte nemen. Dan weten we dat het misschien wel goed komt. Ik hoorde van haar altijd het engagement, ondanks het feit dat het niet in de beleidsverklaring stond. Wel, ik hoop dat het straks wel in de beleidsverklaring zal staan en dat we daar effectief werk van kunnen maken.
Er is nog een kleine stap te gaan. Gezien er nu een positieve studie is, hoop ik dat er zo snel mogelijk een doorbraak kan komen. Ik zal mij alleszins engageren om zo snel mogelijk met de bevoegde minister of staatssecretaris aan tafel te gaan zitten.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.