Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Moors heeft het woord.
Meer dan dertig Limburgse organisaties, waaronder Greenpeace Limburg, Grootouders voor het Klimaat Limburg en de Limburgse milieukoepel, zijn een petitie gestart om politieke partijen op te roepen om de komende legislatuur het openbaar vervoer in de provincie te verbeteren.
De petitie richt zich op het aankaarten van de tekortkomingen van het openbaar vervoer in Limburg. De initiatiefnemers pleiten voor meer capaciteit op drukke routes, uitbreiding van diensten naar nachten en weekends, en toegankelijker openbaar vervoer voor verschillende doelgroepen. De huidige situatie, waarin Limburgers vaak afhankelijk zijn van auto's voor dagelijkse verplaatsingen, wordt als problematisch gezien.
De petitie werd afgetrapt met de actie 'Expeditie Limburg Express', waarbij vier actievoerders binnen de provincie Limburg probeerden om voor 14.00 uur vanuit hun huis op het industrieterrein Ravenshout in Tessenderlo te raken. Met het openbaar vervoer duurde de rit van 55 minuten tot tweeënhalf uur, terwijl dezelfde reis met de auto slechts zeven tot twintig minuten in beslag nam.
Hoe reageert u op de recent gelanceerde petitie die pleit voor verbeteringen in het Limburgse openbaar vervoer? Welke concrete maatregelen overweegt u om de aangekaarte problemen met het openbaar vervoer in Limburg aan te pakken, met name met betrekking tot de geopperde verbeteringen in reistijd, capaciteit en toegankelijkheid?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Moors, bedankt voor uw vragen. We zijn het er allemaal mee eens dat verbeteringen noodzakelijk waren binnen de organisatie van het openbaar vervoer, vandaar dat we volop bezig zijn met die verbeteringen en transitie. Zo stappen we over van basismobiliteit, het verhaal van begin deze eeuw, naar basisbereikbaarheid, om op die manier heel gericht en efficiënt bussen te kunnen inzetten. We zetten het vraaggestuurd model in daar waar de vraag groot is, versterken die assen en passen frequentieverhogingen toe.
Gisteren heb ik nog een heel positief verhaal gehoord over de X27. Kortom, we zien dat daar al een aantal kleine wijzigingen zijn doorgevoerd, die zeker worden gesmaakt door de reiziger. Ik denk alleszins dat we moeten inzetten op die frequentie- en amplitudeverhoging. Vanaf 6 januari 2024 zullen in Limburg de plannen van basisbereikbaarheid, die in de vervoerregioraden zijn goedgekeurd en door de lokale besturen mee zijn opgemaakt, uitgerold worden. Opnieuw is er een bottom-upbenadering. Lokale besturen weten wat er zit aan te komen en het overleg is nog continu bezig.
Die nieuwe OV-plannen (openbaar vervoer) gaan er in ieder geval komen. Ik kijk even specifiek naar het OV-plan in Limburg. Bij fase 1 is ongeveer 22 procent uitgerold en vaak gaat dat ook over andere lijnen en lijnnummering. Er komt ook een heel grote brok van wijzingen aan in fase 2, dus op 6 januari.
We investeren niet alleen in de exploitatie, maar ook in de infrastructuur. U weet dat er op dit ogenblik heel wat werven bezig zijn voor de Spartacuslijnen in Limburg, onder andere de Spartacuslijn 2. In onder andere Hasselt, Genk en Diepenbeek is men volop bezig met de werken. Tegelijkertijd loopt er ook het actieplan voor de aanpassing van de verkeerslichten en doorstroming, ten behoeve van het openbaar vervoer. Daar doen we per jaar 125 kruispunten. Ook dat is een goede zaak voor het openbaar vervoer.
Verder zijn we volop bezig met het uitrollen van de Hoppinpunten, waarvan er een paar al gekend zijn, zoals ziekenhuis Pelt, Hechtel-Eksel en Zutendaal. Alleszins komen er nog een aantal aan.
Op het vlak van toegankelijkheid hebben wij ons masterplan ‘Toegankelijke Haltes’. Het gros van de haltes ligt bij de lokale besturen, maar die kunnen een subsidie verkrijgen om ook effectief over te gaan tot het toegankelijker maken van die bushaltes voor mindervaliden.
Kortom, de klachten zijn er, en vandaar dat we ook moeten veranderen, zowel als het gaat over het organisatieverhaal, het aanbod, infrastructuur als onze haltes. Samen met de lokale besturen zijn we daar volop mee bezig. Elke verandering heeft zijn kinderziektes en roept weleens vragen en wrevel op, maar we veranderen met het oog op verbetering. Tot op de dag van vandaag, tot op de dag van het kader van basismobiliteit, blijven we veel vraag krijgen naar verbetering van het openbaar vervoer.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Het is inderdaad zo dat de vervoerregioraad van Limburg hard heeft gewerkt om de basisbereikbaarheid zo goed mogelijk te laten landen. Vanaf 6 januari kijken we uit naar de verdere uitrol.
Dat gaat over het busvervoer. Ik denk evenwel dat er nog verbetering mogelijk is wat betreft treinvervoer in Limburg. Ik weet dat het niet uw bevoegdheid is, maar ik ben toch zo vrij om eens te verwijzen naar de commissie in juni 2021. Ik heb toen het probleem aangehaald van de lijn van Neerpelt naar Brussel, waarbij reizigers een uur en 59 minuten, en vijftien haltes over het traject moeten doen.
Ik denk dat je voor dergelijke lange trajecten – zoals naar Brussel en Antwerpen vanuit Limburg – geen bussen nodig hebt, maar treinen. Ik denk dat Limburgers dan ook een pak meer gediend zouden zijn als daar verbetering in zou komen. Ik denk aan snellere verbindingen, enzovoort. Mijn vraag is of u ook op dat punt goed nieuws kunt brengen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, u zegt het net: op 6 januari gaat er in Limburg voor bijna 80 procent basisbereikbaarheid worden ingevoerd. Dus voor Limburg kunnen we toch wel spreken van een ‘big bang’, denk ik.
Er werd altijd gezegd dat er in het openbaredienstencontract van De Lijn ook staat dat het aanvullend net pas uitgerold kan worden, als het vervoer op maat op punt staat. Vandaar stel ik mijn vraag, minister. Hoe staat het met het vervoer op maat, in het bijzonder in Limburg? Gaat dat allemaal vlot verlopen? Staat dat op punt?
We blijven wel van mening dat het ook aan De Lijn is om erover te waken dat er geen mensen in de kou blijven staan. Het staat ook duidelijk in het beheerscontract dat De Lijn verantwoordelijk is voor het permanent analyseren en evalueren van de verplaatsingen en de mobiliteitsbehoeften in een ruimer geheel.
Stel dat het blijkt dat er na 5 januari een aantal kinderziekten of mankementen zijn, of dat er echt gaten zijn in het openbaarvervoernetwerk, zult u dan bijsturen?
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk dat het laatste deel van de tussenkomst van de goede collega Sofie heel belangrijk is: de evaluatie. Uiteraard, als nu moest blijken dat er toch ergens gaten vallen – als ze dan zeggen dat ze dat niet gerijmd krijgen –, dan moet men bereid zijn om te evalueren en bij te sturen.
Ik denk dat dat ook belangrijke rustgevende communicatie is, omdat iedereen toch wel met schrik zit over wat die aanpassing gaat geven. We hebben die keuze gemaakt. Het oude systeem had ook heel veel manco’s, anders waren we daar ook niet aan begonnen.
Dus ik kan daar ook uren over praten. Ik ga dat niet doen, ik sluit hier ook maar aan. Maar ik denk dat het wel belangrijk is, minister, dat u meegeeft in de communicatie om te evalueren, en dat u De Lijn daar ook voor responsabiliseert, zodat men bereid is om bij te sturen, als daar echt gaten zouden vallen.
We hebben er anders ook niets aan. We doen niet aan een politiek van gelijk hebben om gelijk te hebben. Als het zo is dat mensen een rechtvaardig punt kunnen maken, moet je daar niet alleen oren naar hebben, maar inderdaad ook de dienstverlening daarnaar aanpassen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord
Voorzitter, ik wil heel kort aansluiten bij de bezorgdheden van de collega’s. Ik denk dat het inderdaad afwachten is hoe alles vanaf 6 januari zal lopen, hoe het ene op het andere afgestemd zal zijn.
Ik denk dat ik onlangs nog aan u heb gevraagd, minister, of het klopte dat een stukje van vervoer op maat – namelijk het vervoer op afroep – opnieuw in de markt was gezet, of dat dus nog niet was toegewezen. Het is sowieso ook belangrijk dat het helemaal is toegewezen. Dat ging vooral over de taxi’s die ingezet moeten worden.
Een tweede element waarover ik ook denk dat we kort op de bal moeten evalueren, is de werking van de mobiliteitscentrale. Die speelt daar een cruciale rol in. Het is daar dat de mensen gaan terechtkomen.
We hebben onlangs een presentatie gekregen in de vervoerregio. Ik denk dat dat voor iedereen die digitaal mee is, en iedereen die mee is met de app, redelijk goed gaat werken. Maar het is moeilijker voor degenen die effectief telefonisch geholpen moeten worden, want er zijn toch een aantal criteria op basis waarvan ze bepalen of iemand recht heeft op vervoer op maat of niet. Ik ken ze niet meer helemaal vanbuiten. Als dat telefonisch is, en de andere persoon aan de lijn weet niet waar je zit, of spreekt de taal niet goed, dan is dat natuurlijk moeilijk. Dat zijn toch bezorgdheden die ik hier ook nog wel wil meegeven.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. De bekommernissen die hier geuit zijn, zijn de bekommernissen die we allemaal delen, denk ik. Als er ergens gaten vallen, als er potentieel een risico is om mensen in vervoersarmoede te duwen, dan moeten we onmiddellijk schakelen. Wat dat betreft is het voor mij zeker ook een dynamisch gegeven. We moeten continu bijsturen zodat niemand in de kou blijft staan. Laat mij dat allereerst heel duidelijk stellen.
Ook al bij de vorige fases – ik verwijs bijvoorbeeld naar de vervoerregio Brugge – is men naar een groter percentage gegaan in de uitrol in fase 1. Dan krijg je regelmatig klachten, klachten uit onwetendheid of klachten omdat er ook daadwerkelijk iets schort. Dan moet er ook onmiddellijk geschakeld worden. Dat is en blijft de boodschap. Die bekommernissen kent De Lijn ook, die kent het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW) ook. We moeten dus continu blijven opvolgen. We vragen dan ook zoveel mogelijk om, als er klachten of bekommernissen zijn, ze ook te uiten en binnen te brengen via het meldpunt van De Lijn, zodat daar ook op gereageerd kan worden. Die bezorgdheden zijn er dus voor iedereen.
Wat het vervoer op maat betreft, heb ik recent nog een toelichting gekregen. De bedoeling is dat de marktraadpleging overal gebeurd is voor het vervoer op maat. Dat gaat straks ook overal vastgelegd worden. Dat moet er natuurlijk zijn vooraleer men effectief iets anders kan afbouwen. Dat blijft dus continu de boodschap. Men heeft mij gegarandeerd: in principe zou men nu bezig zijn met het toewijzen van al die contracten en daar moet men effectief begin januari volop mee kunnen starten, zowel met het vervoer op maat – flexvervoer – als met de vaste systemen. Daar moet dan volop op gefocust kunnen worden.
De laatste vraag ging nog over de Hoppincentrale. Als de app niet zou werken, moet die telefooncentrale ook werken. Ook mensen die niet mee zijn op de digitale snelweg, moeten geholpen kunnen worden. Bij de laatste stand van zaken – dat is van een tweetal weken geleden – bleek dat in de periode van november 2022 tot 2023 in de pilootprojecten 61 procent van de boekingen gebeurde via de app. Het gros gebeurt dus al via de app. Dat is ook allemaal perfect verlopen. In die zin denk ik dat we daar wel wat vertrouwen in mogen hebben. Natuurlijk komen er straks veel meer gebruikers. Ik hoop dat we ook dan een feilloos systeem hebben. We hebben het allemaal wel regelmatig eens voor dat de computer crasht of wat dan ook, dus laat ons hout vasthouden dat dat niet gebeurt. Dat moet alleszins continu gemonitord worden. Ik hoop in elk geval dat we vanaf januari verbeteringen kunnen merken op het terrein, dat we met heel wat klachten die we tot op de dag van vandaag nog altijd horen, komaf kunnen maken. Maar ik ben er mij ook van bewust dat er kinderziektes zullen zijn en dat we continu zullen moeten bijsturen en continu oplossingen zullen moeten aanreiken. Dat is sowieso de boodschap, zeker ten behoeve van de reizigers.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Verbeteringen vragen tijd en middelen. We zullen kijken hoe de uitrol zal gebeuren vanaf 6 januari. Ik denk dat het openbaar vervoer in Limburg heel belangrijk is en we moeten dat verbeteren, niet alleen voor het dagelijks leven, maar ook voor een duurzamere en welvarendere toekomst voor onze provincie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.