Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de commerciƫle exploitatie van de regionale televisieomroepen
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, ik ga het overlaten aan mijn collega Tess, die hier naast mij zit en popelend zit te wachten om die vraag te stellen aan minister Dalle.
Minister, de beslissing van TV Limburg (TVL) om vanaf 2025 met een andere exploitant in zee te gaan dan Mediahuis, zet de samenwerking van Mediahuis met TVL, ATV, TV Oost en ROBtv op de helling. De commerciële exploitatie die op dit moment nog wordt uitgevoerd door Mediahuisdochter De Buren stopt naar alle waarschijnlijkheid in 2024. Volgens Mediahuis zouden de schaalvoordelen wegvallen wanneer de vaste kosten onder drie zenders in plaats van vier zenders moeten worden verdeeld. Anderzijds geeft Mediahuis ook aan hoe dan ook kritisch te kijken naar hun toekomst in regio-tv.
Naast TVL zullen dus ook ATV, TV Oost en ROBtv op zoek moeten gaan naar een nieuwe exploitant. Of dat weer dezelfde zal zijn, is dus maar de vraag. Eerder werd door de minister al de ambitie uitgesproken om schaalgrootte te creëren door bijvoorbeeld te pleiten voor fusies tussen bepaalde zenders binnen provincies.
Hierbij heb ik volgende vragen aan de minister. Hoe evalueert u deze nieuwe wending in het dossier rond de regionale omroepen? Hebt u contact met de verschillende actoren binnen dit dossier? Wat is het resultaat hiervan? Hoe zult u dit meenemen binnen de uitwerking van de nieuwe samenwerkingsakkoorden met de regionale zenders? Op welke wijze brengt het mogelijke afhaken van De Buren en het doorknippen van de band met Mediahuis de beoogde crossmedialiteit van onze regionale zenders in het gedrang, en hoe denkt u dit te verhelpen?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt collega, ik heb een soortgelijke vraag vanuit Vooruit. TVL heeft als een van de grootste regionale tv-zenders inderdaad aangekondigd om voor de commerciële exploitatie niet langer samen te werken met De Buren, een dochteronderneming van het mediabedrijf Mediahuis. TVL zegt zelf sterker te willen inzetten op redactionele onafhankelijkheid en eigenheid van het merk. Een nieuwe exploitant neemt het vanaf 2025 over, wanneer het huidige contract met De Buren stopt.
Naar aanleiding van de beslissing van TVL sprak Mediahuis de intentie uit om ook de samenwerkingen met drie andere regionale zenders, namelijk TV Oost, ATV en ROBtv, niet langer te verlengen na 2024. Gezien TVL, de grootste van de vier, wegvalt, klopt volgens Mediahuis het rekenwerk niet langer. Het businessmodel van Mediahuis ging immers uit van een schaal, waarbij het bedrijf de investeringen spreidde over de vier zenders. Nu een ervan wegvalt, acht Mediahuis de samenwerking met de andere drie regionale zenders niet langer rendabel. Dit alles vindt plaats in een context waarin de regionale televisiezenders – en dat geldt voor alle tien, ook voor die die niet met een exploitant werken, zoals RINGtv – en hun reclame-inkomsten onder druk staan. De drie zenders blijven door de beslissing van Mediahuis, als gevolg van de beslissing van TVL, met lege handen achter en moeten nu snel een oplossing vinden.
U gaf aanvankelijk aan dat u dat oké vond, wat ik een rare reactie vind, maar ik denk dat we daarover zo dadelijk in debat gaan. De volgende vragen zijn alvast concreet. Hoe staat u tegenover de situatie voor de regionale televisiezenders met betrekking tot hun commerciële exploitatie? Zult u hen helpen om tot een oplossing te komen voor hun commerciële exploitatie?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel voor de vragen, jonge en minder jonge collega's. Na de beslissing van TV Limburg om vanaf 2025 met een andere exploitatiemaatschappij in zee te gaan, werd De Buren voor een voldongen feit gesteld. Ik respecteer natuurlijk de autonomie van TV Limburg ter zake tot het nemen van zo’n beslissing, al vind ik die jammer. Het is de verantwoordelijkheid van TV Limburg en diegenen die daarin getrokken hebben. Daarbij zijn een aantal vooraanstaande figuren, welbekend in deze commissie. Mediahuis lijkt mij een goede partner voor de regionale omroepen vanwege de competentie en de crossmediale strategie van dit bedrijf.
Jammer is ook dat door de beslissing van TV Limburg drie andere regionale omroepen worden meegezogen in dit scheidingsgebeuren. ATV, TV Oost en ROBtv hebben niet gekozen voor deze situatie. Het is voor hen nu in de eerste plaats zaak dat zij een goede doorstart kunnen maken en kunnen uitkijken naar een nieuwe exploitatiemaatschappij.
Ik heb snel na de beslissing ook een uitgebreid contact gehad met de topmensen van De Buren en Mediahuis, om te horen hoe zij de zaken zien. Ik moet zeggen dat ze me wel gerustgesteld hebben. Ten eerste willen ze de continuïteit en de sterke doorstart van die regionale omroepen garanderen. Zij zijn ook absoluut bereid om, in de periode die er nog rest, hun verplichtingen op een goede manier op te nemen, maar ook om te kijken wat er nadien kan gebeuren, met name om een nieuwe exploitant te vinden om een goede doorstart zo goed mogelijk te garanderen.
Ten tweede, en dat geeft me veel vertrouwen, geven ze aan dat zij niet meer willen functioneren als exploitant, maar dat zij hun bestaande partnerships verder willen zetten, en zelfs nog willen versterken waar dat mogelijk is. Ik geef het voorbeeld van de situatie in Antwerpen. Jullie weten dat er een sterke samenwerking is tussen ATV en Gazet van Antwerpen. Het is niet zo dat door deze beslissing rond de exploitatie de samenwerking zou worden stopgezet. Dat is niet wat Mediahuis mij heeft laten weten. Dat soort samenwerkingen vinden zij belangrijk en nuttig. Dat kadert in hun crossmediale strategie, en daar wordt door deze beslissing geen afbreuk aan gedaan.
Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik moedig hen ook aan om op die manier partnerships te bekijken. Ik denk dat het ook voor de nieuwe exploitant interessant is dat Mediahuis zo’n partner kan blijven, naast mogelijk andere crossmediale partners.
Ik hoop dat voor elk van de omroepen een goede oplossing uit de bus komt, en dat die bij elk van de omroepen zal resulteren in een nieuwe, toekomstgerichte aanpak.
Het is absoluut noodzakelijk dat de regionale omroepen de omslag maken naar digitalisering en een crossmediaal aanbod. Dat is ook de kern van de conceptnota die door de Vlaamse Regering is goedgekeurd. Als Vlaamse overheid hebben we daar ook al heel veel in geïnvesteerd, bijvoorbeeld via de relancemiddelen voor de regionale omroepen. Het plan is om ook in de toekomst blijvend en structureel extra middelen te voorzien voor digitalisering en crossmedialiteit via de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten. Deze nieuwe samenwerkingsovereenkomsten zijn helemaal voorbereid en zullen worden afgesloten nadat alle omroepen hun laatste opmerkingen en vragen hebben bezorgd. Voor het einde van het jaar zullen deze worden geagendeerd op de Vlaamse Regering. Onze conceptnota dateert al van juli 2021. Ondertussen is er heel veel overleg gepleegd om uiteindelijk tot ambitieuze, gedragen en toekomstgerichte samenwerkingsovereenkomsten te komen.
Recent was ik op bezoek in Roeselare bij Focus & WTV. Zij hebben een nieuwe app en website geïnstalleerd en bekendgemaakt waarmee ze volledig de crossmediale en digitale strategie omarmen. Ze hebben ook hun intentie tot een fusie tussen Focus en WTV nog eens herhaald. Ik denk dat dit de weg vooruit is voor heel wat omroepen. Men beseft dat het die kant op moet.
Het is, zoals gezegd, in de eerste plaats aan de omroepen zelf om te beslissen welke richting ze uit willen. Het is niet aan de minister van Media om dat voor hen te bepalen, maar ik ben natuurlijk wel graag bereid om daarin te ondersteunen en te helpen waar mogelijk.
Wij hebben veelvuldig contacten gehad met de actoren. Ikzelf heb er een aantal gehad, mijn kabinet en administratie nog veel meer, met heel regelmatig contact met alle regionale omroepen. Uit die gesprekken blijkt dat ze allemaal toekomstgericht denken en de opportuniteiten zien van de digitale omslag die moet worden gemaakt, evenals de meerwaarde van crossmedialiteit. De exploitatie en het zoeken naar extra eigen middelen blijven wel grote uitdagingen. We hebben gezien dat de omzet van die omroepen de laatste tien jaar fors is gedaald.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomsten, die binnenkort worden afgesloten, zetten natuurlijk sterk in op crossmedialiteit en digitalisering, maar ook op dat duurzaam financieel kader en nieuwe economische bedrijfsmodellen.
Persoonlijk denk ik dat de regionale omroepen het best gebaat zijn bij een samenwerking met een sterke exploitatiemaatschappij en bij schaalvergroting om op zoek te gaan naar nieuwe inkomensmodellen. Maar zoals gezegd, het is aan de omroepen zelf om die afweging te maken en daar snel knopen over door te hakken.
De heer Meremans heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik vind het ook goed dat u het gesprek hebt gevoerd met De Buren. Ik denk dat het belangrijk is dat ze zeker en vast hun engagement tot op het laatste nakomen. U had ook gezegd dat zij willen verdergaan met een partnerschap met die regionale omroep. Dat zal dus ook verband houden met de geschreven media dan.
Het was wel een beetje schrikken, eventjes, toen die boodschap toekwam. Wat betreft mijn eigen gouw, als ik dat zo mag zeggen, zijnde Oost-Vlaanderen, hoop ik dat elke nieuwe situatie – of vorm van … crisis is een groot woord – ook opportuniteiten biedt. Ik denk dat het belangrijk is dat we gaan kijken naar samenwerkingen tussen die omroepen binnen dezelfde provincie en dat je dan gaat kijken hoe je elkaar kunt versterken. Want er waren wat doemberichten, in Oost-Vlaanderen onder andere bij AVS. We zien dat daar nu ook een nieuwe investeerder is langsgekomen. Dat betekent dus wel degelijk dat regionale omroepen een toekomst hebben, dat mensen ook vanuit de privésector daarin willen investeren. Dan moeten we gaan kijken of het moment er niet is om daar te gaan naar spelers over een volledig grondgebied, zoals in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, en dat je dan gaat kijken hoe je dat redactioneel aanpast naargelang de regio.
Ik hoop dat het kan. Die samenwerkingsovereenkomsten komen eraan. Maar inderdaad, die financiële toekomst, waarom? Omdat de adverteerruimte natuurlijk beperkter en beperkter wordt. Meer en meer bedrijven gaan online en niet meer via de gewone kanalen – radio, televisie en dergelijke. Maar ik hoop dat, met die grote spelers, zij inderdaad naar een exploitatiemaatschappij kunnen evolueren die groter is en die ook in staat stelt om dat crossmediaal te gaan realiseren.
Dus ik hoop – en ik ben er zeker van dat u daartoe een bondgenoot blijft – dat we die gesprekken blijven houden met die regionale omroepen, want ze blijven toch echt wel belangrijk.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel collega’s en minister voor uw antwoord.
Collega Meremans, ik wil mij graag aansluiten bij de woorden die u sprak, namelijk dat regionale zenders uiteraard toekomst hebben, en uiteraard zijn regionale zenders relevant voor Vlaanderen, voor de kijker. Minister, dat is tijdens de ‘Dag van de Regionale Kijker’, die hier georganiseerd werd, ook ten overvloede aangetoond, het belang van die regionale berichtgeving. Dus we hebben er allemaal belang bij, vanuit elke fractie, vanuit beleid, om die regionale omroepen sterk te maken en sterk te houden.
Inzetten op crossmedialiteit, zoals u doet, minister, is de goede en de enige weg vooruit. Natuurlijk, daarmee samenhangend opnieuw, dat crossmediaal meetsysteem gaat daarin heel belangrijk worden. Dat is misschien voer voor een aparte vraag, maar hoever staan we? Wanneer denken we dat we daarmee kunnen landen?
Minister, u zei dat De Buren voor voldongen feiten gesteld is door TV Limburg. Wat de beweegredenen waren van TV Limburg, daar heb ik geen weet van, maar ik kan mij voorstellen dat ze bij TV Limburg niet over één nacht ijs zijn gegaan. Ik denk ook dat ze niet ingeschat zullen hebben dat hun beslissing zou betekenen dat De Buren/Mediahuis ook boudweg de samenwerking met de drie andere zenders zou opzeggen. Ik denk dat TV Limburg dat alleszins niet heeft ingeschat, want dat is natuurlijk de keuze van De Buren zelf, als ze daar zeggen dat het niet meer rendabel is om met de drie andere zenders te doen.
U zegt: “Geen paniek, de samenwerking van Mediahuis met regionale zenders zal niet stoppen.” Kunt u dat even concreter maken?
Dan wil ik nog even terugkomen op de crossmedialiteit. De tien regionale zenders hebben daarvoor van u, als ik het goed begrijp, 2,5 miljoen euro gekregen. Dat is eigenlijk heel erg weinig als dat gespreid wordt over tien zenders. Om de zaken in perspectief te zetten, maak ik even de vergelijking met BRUZZ, dat 9 miljoen euro krijgt vanuit Vlaanderen. Het is niet zo dat ik dat niet gun aan BRUZZ. Dat bedoel ik totaal niet. Maar die regionale zenders zullen wel alles uit de kast moeten halen om die crossmedialiteit te realiseren.
Nu liggen die nieuwe samenwerkingsovereenkomsten dus ook voor. Kunt u ons garanderen dat de regionale zenders genoeg ruimte – lees: middelen – zullen krijgen om hun ambities waar te maken?
Ik wil zelf nog kort aansluiten, minister.
De regionale televisieomroepen brengen nieuws uit de buurt, ‘van bij ons’, in de huiskamer van mensen. Die nabijheid en herkenbaarheid zorgt ervoor dat het vertrouwen in die zenders vaak zeer hoog is. Die samenwerking is dus ook in de toekomst heel erg belangrijk. Terwijl een bedrijf als Mediahuis natuurlijk plannen op zeer lange termijn maakt en uitgaat van kosten-batenanalyses met een verre projectie, is het voor een regionale omroep niet zo evident om met dezelfde amplitude dergelijke plannen te maken. Wat dus voor Mediahuis een logische bedrijfskundige keuze is, en voor TV Limburg wellicht ook – hoewel ik de argumentatie hierachter niet ken en ook niet heb kunnen opmaken uit de vragen van de vraagstellers –, heeft dus wel een impact op de drie andere zenders, die misschien geen plan B hebben.
Voor mij is de vraag dus niet alleen: wat kunnen we vanuit deze commissie doen en wat kunt u als minister van Media doen om te zorgen dat er geen gaten vallen of dat er geen calamiteiten gebeuren? De vraag is ook: welke visieontwikkeling kunnen we helpen ondersteunen bij die regionale zenders tout court om rekening te houden met de realiteit dat, als men in zee gaat met grote huizen die werken met clusters, die bij het wegvallen van een element in zo’n cluster waardoor het gewicht verandert, drastischer keuzes neemt dan verwacht. Dat is, denk ik, wel een realiteit waarvan de regionale omroepen en regionale nieuwsmedia tout court zich soms wat te weinig bewust zijn. Het zou evengoed kunnen dat men zich daar zeer erg bewust van was, maar hier geen andere keuze had dan het te aanvaarden. Maar hoe werken we daaraan, aan die professionalisering inzake het mee nadenken in die grotere gehelen waarmee we in de mediawereld toch te maken hebben?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat, als je de uitdaging voor de regionale televisieomroepen wilt schetsen, dat samen te vatten is in één zin: we hervormen de regionale televisieomroepen tot regionale mediabedrijven. Dat is eigenlijk de samenvatting. Dat houdt inderdaad crossmedialiteit in, digitalisering, schaalvergroting, professionalisering en nieuwe inkomstenmodellen. Mediahuis speelde daar een heel belangrijke rol in via De Buren en via die exploitatiemaatschappijen. Ze zullen in de toekomst een andere rol spelen, maar ook nog altijd een belangrijke rol – daar ben ik van overtuigd.
Die partnerships, collega Segers, hebben me gezegd dat ze het belangrijk vinden om dat in de toekomst te blijven doen. Ze hebben natuurlijk nog geen detail gegeven. Dat zal organisatie per organisatie, bedrijf per bedrijf verschillend zijn. In Antwerpen zal de samenwerking anders zijn dan in Limburg of in het zendgebied van RTV. Ik kan natuurlijk niet in hun plaats spreken, maar ze hebben ten aanzien van mij het engagement uitgesproken dat ze dat belangrijk blijven vinden. Ik denk dat dat betrouwbaar is. Ze hebben het niet alleen duidelijk gezegd, maar het is ook in hun welbegrepen eigenbelang om dat soort partnerships te blijven hebben.
Collega Meremans, elke situatie is anders, maar in Oost-Vlaanderen had ik in het verleden altijd gehoopt dat TV Oost, dat deel uitmaakt van de groep van De Buren, zou zorgen voor een professionalisering en een integratie op Oost-Vlaams niveau. De mensen van TV Oost waren daar ook echt in mee, en ook bij AVS en bij de verschillende betrokken mensen in het zendgebied van AVS was dat zo. Natuurlijk, doordat De Buren eruit stapt, is de situatie daar nu totaal anders. Ik was in die zin toch wel geschrokken van dit nieuws, eigenlijk vooral voor Oost-Vlaanderen.
Nu, ik heb sindsdien ook een persoonlijk gesprek gehad met Sam Baro, de nieuwe investeerder. Ik was zeer aangenaam verrast. Hij is iemand die niet alleen als ondernemer geslaagd is en bereid risico te nemen en te investeren in Oost-Vlaamse televisie en een Oost-Vlaams mediabedrijf, maar hij is ook iemand met een interessante visie en inzicht in de mediasector in het algemeen en in regionale omroepen in het bijzonder. Hij gelooft ook erg in crossmedialiteit en digitalisering. Ik heb begrepen dat hij wil gaan voor schaalvergroting in Oost-Vlaanderen. Hij heeft al goede contacten gehad met de mensen van Mediahuis en De Buren. Ik hoop dat er uiteindelijk hetzelfde resultaat zal zijn, bottom-up, maar de beweging zal misschien anders zijn. Daar waar we hadden gedacht dat TV Oost initiatiefnemer zou zijn, zal het nu misschien AVS zijn. Maar ik ben bijzonder hoopvol. Ik denk dat er goede wil is, zowel van de kant van TV Oost als van AVS. Bij AVS was het natuurlijk bittere noodzaak omdat hun budgettaire situatie tot op het niveau van het faillissement bedreigd was.
Het crossmediaal meetsysteem, collega Segers, hebben we uitvoerig behandeld in de commissie Media vorige week. Ik zou willen verwijzen naar mijn antwoorden daar.
Wat TV Limburg betreft, hun beweegredenen zijn voor mij niet zo duidelijk. Ik zie collega Coenegrachts kijken. Hij is een Limburger, hij weet er misschien meer over. Puur objectief denk ik dat de reden waarom De Buren een drastische beslissing neemt voor alle samenwerkingen, is omdat de samenwerking in Limburg wel bijzonder belangrijk was. Ze was bijzonder succesvol en toekomstgericht, namelijk op provinciaal niveau met twee merken die een sterke identiteit hebben en waar crossmediale samenwerking goed werkt.
Bij zo’n samenwerking is de autonomie van de redacties een groot aandachtspunt. Ik begrijp dat personen een belangrijke rol spelen. Uit de contacten die ik had, kreeg ik de indruk dat de relaties tussen onderscheiden personen bij TV Limburg en wat men ‘Het Mediahuis’ noemt in Limburg, niet altijd vlot verliepen. Ik betreur dat. Misschien is het zinvol om u te bevragen bij partijgenoten die daar desgevallend in de raad van bestuur zetelen, collega Segers, om daar meer detail over te krijgen.
Wat betreft de extra financiering voor de regionale omroepen, collega Segers, noemt u de financiering via het relancetraject voor de regionale omroepen beperkt. Ik durf dat resoluut tegen te spreken. De 2 miljoen euro die is voorzien, met een cofinanciering tot 2,5 miljoen euro voor de regionale omroepen samen, is meer dan het jaarbudget voor de regionale omroepen. Wat we eenmalig investeren, is dus meer dan het jaarbudget.
Ik wil er ook op wijzen dat we in de coronaperiode een bedrag van ongeveer 3 miljoen euro in regionale omroepen hebben geïnvesteerd. Dat is, denk ik, vrij uitzonderlijk. Ik ken niet veel landen in Europa die dat hebben gedaan. Als je dat samentelt, kom je op 5 miljoen euro. Dat is het jaarbudget voor 2,5 jaar. Ik denk dat dat vrij substantieel is. Ik denk niet dat er in de geschiedenis van de regionale omroepen ooit zo’n investering is gebeurd. Het kan altijd meer. Ik ben voorstander van extra financiering voor regionale omroepen, maar dit in het licht van de mediabudgetten voor regionale omroepen ‘weinig’ noemen, vind ik een merkwaardige stelling.
Hoe gaan we daar recurrent structureel mee om? We gaan nu die samenwerkingsovereenkomsten afsluiten. De omroepen die bereid zijn om zich in te schakelen in de doelstellingen van onze conceptnota, namelijk crossmedialiteit, digitalisering, samenwerking, schaalvergroting en geëigende businessmodellen, zullen structureel extra subsidiëring kunnen krijgen. De bedragen daarvan zullen natuurlijk pas definitief bekend zijn wanneer de overeenkomsten afgesloten zijn.
De heer Meremans heeft het woord.
‘Wait and see.’ We gaan afwachten. Het klinkt alleszins veelbelovend. Minister, ik ben blij dat u goede contacten hebt met de investeerder in Oost-Vlaanderen en dat er goede contacten zijn geweest met De Buren. Dat is belangrijk omdat die regionale omroepen gezond moeten blijven. Ze moeten een gezonde financiële toekomst hebben. Dat kan volgens mij alleen door digitalisering. Daar stond TV Oost al ver in. Het kan ook door een voldoende commerciële markt met voldoende adverteerruimte.
Alleszins bedankt voor uw antwoord. Wij kijken hoopvol uit naar de toekomst.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ook vanuit Vooruit zijn wij in afwachting en rekenen wij erop dat er een duurzame oplossing naar voren kan worden gebracht voor de drie regionale zenders die uit de boot vallen. Wij hopen dat er toch nog kan worden gepraat met Mediahuis. Anders zullen ze zich radicaal moeten herdenken. Er zijn andere modellen mogelijk, waarbij je bijvoorbeeld de exploitatie zelf doet, zoals bijvoorbeeld RINGtv doet.
Wat betreft het inzetten op de crossmedialiteit voel ik absoluut dat dat ‘the way to go’ is. Minister, u hebt daar inderdaad 2,5 miljoen euro extra voor uitgetrokken. Dat is natuurlijk gedeeld door tien. Dat betekent dat zij een radicale omslag moeten maken. Dat gaat over alles. Dat wil zeggen dat je het logo moet veranderen, dat je de naam moet veranderen, dat je de auto’s opnieuw moet beschilderen … Dat gaat echt over heel wat zaken, een radicale omslag die veel geld kost.
Wij kijken uit naar de stevige nieuwe samenwerkingsovereenkomsten die u met hen aan het afsluiten bent en waarin zij ruimte en middelen genoeg krijgen om die radicale omslag te maken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.