Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Goeiemorgen allemaal, en welkom aan de studenten van de YOUCA-dag.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Voorzitter, ik heb vandaag maar liefst vier YOUCA-studenten onder mijn vleugels. We weten allemaal wat de bedoeling is van YOUCA: dat die studenten een beetje werken voor de centen die naar het goede doel gaan. Zoals het in de politiek hoort, hebben wij deze morgen al een vergadering gehouden, en een compromis gemaakt hoe we het werk vandaag verdelen. De twee vragen die ik zal stellen, zullen netjes verdeeld worden tussen deze vier fantastische leerlingen.
Hierbij geef ik heel graag het woord aan Alexander, die de vraag zal voorlezen.
De Belfius Art Collection is met ruim 4500 werken een van de grootste kunstcollecties wat schilderijen betreft van het land. De collectie omvat vooral Belgische werken, met enkele van onze grootste meesters: Antoon Van Dyck, Jacob Jordaens, Pieter Paul Rubens, James Ensor, René Magritte, Rik Wouters, Roger Raveel en Berlinde De Bruyckere. Het feit dat we in deze namen enkele van onze commissiezalen horen, spreekt boekdelen.
Als gevolg van eerdere intenties tot de gedeeltelijke beursgang van Belfius bank, ontstond er bezorgdheid over de toekomst van deze unieke kunstcollectie. Ik stelde er daarom al enkele schriftelijke vragen over. Het is immers van belang dat – ongeacht de stappen die verder worden gezet in functie van een beursgang – de collectie wel in België blijft, en hier ook actief beheerd blijft worden. Enkel zo kunnen we de regelmatige openstelling van de kunstcollectie voor bezoekers verzekeren, alsook het uitlenen aan musea en het actueel houden van de collectie door regelmatige aankopen van Belgische kunstenaars.
In uw antwoorden op mijn eerdere vragen leek u daar mee akkoord te gaan. Met oog op verdere garanties voor de toekomst zou u dit agenderen op een Interministeriële Conferentie voor Cultuur (IMCC). Door de dringende covidcrisis was er echter begrijpelijk niet altijd ruimte om dit mee op de agenda te nemen. Inmiddels was ik onder de indruk van de expo Art Beats. Die liep van september 2022 tot juli 2023, en trok meer dan 18.000 kunstliefhebbers aan. Bovendien bestaat er nog steeds een virtuele versie van de tentoonstelling, en wordt er werk gemaakt van een nieuwe expo in het najaar.
Over de garanties om dit blijvend te kunnen doen in de toekomst heb ik de volgende vragen aan u, minister-president.
Hebt u, in de schoot van de IMC Cultuur, reeds contact gehad met de federale overheid rond dit dossier?
Werden hier desgevallend garanties en principes vastgelegd in verband met de continuïteit van de kunstcollectie? Welke garanties liggen er precies op tafel?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, Alexander. Proficiat met uw vraagstelling, het getuigt van zeer veel kennis en inzicht in de materie. Ik ga die vraag dus met heel veel plezier beantwoorden.
De kunstcollectie van Belfius heeft, u hebt dat zelf aangehaald, een belangrijke erfgoedwaarde. Behalve moderne en hedendaagse kunst, bevat ze inderdaad ook enkele topwerken van Vlaamse meesters. Verschillende werken uit de kunstcollectie van Belfius bevinden zich in Antwerpen. Drie van die werken vallen onder de bescherming van het Topstukkendecreet. Dat betekent dat ze enkel het land kunnen verlaten als de minister van Cultuur daar toelating voor geeft. Maar heel wat werken zitten in Brussel, en die vallen dus niet onder het Topstukkendecreet. Het Topstukkendecreet is daar niet van toepassing.
De collectie wordt actief beheerd via bruiklenen, waarbij er permanent een steeds wisselende selectie van meer dan honderd van die museale stukken aan musea of kunstgerichte projecten ontleend wordt. Daarnaast wordt een steeds wisselende selectie van werken publiek gemaakt via tentoonstellingen in de gebouwen van Belfius.
Tijdens de vorige regeerperiode – dat is vijf jaar geleden – gaf de toenmalige federale minister van Financiën Johan Van Overtveldt aan dat, als men zou beslissen tot een beursgang van Belfius, en de Belgische Staat zou minderheidsaandeelhouder worden, de rechten van de Belgische Staat op het vlak van de collectie alleszins niet verzwakt konden worden. Vanaf het begin van de discussies over de gedeeltelijke beursgang werd immers duidelijk afgesproken dat, zolang de staat een belang van 5 procent aanhoudt, hij de doorslaggevende stem heeft over het lot van de kunstcollectie. Zelfs als een minderheidsaandeelhouder met een belang tot 5 procent, zou de Belgische Staat toch zeggenschap of een doorslaggevende stem moeten hebben over de kunstcollectie.
De eerstvolgende IMC-vergadering Cultuur is op 28 november. Ik heb mijn collega die het voorzitterschap waarneemt, mevrouw Linard, gevraagd om dat punt in de agenda van de vergadering op te nemen. Ik zal aan de bevoegde federale collega vragen wat de huidige positie is over deze kwestie, en informeren naar eventuele nieuwe ontwikkelingen of garanties. Dus op 28 november is de volgende IMC Cultuur.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik neem even over. Dank u wel, minister-president.
Ja, ik denk dat we het hier al verschillende keren hebben gehad over het belang van die collectie. We mogen dat absoluut niet onderschatten. Goed dat u het meeneemt naar het IMC en ik ga ervan uit dat dit dan zeker zal worden vervolgd na 28 november, zoals u zei, wanneer het IMC plaatsvindt. Dus na 28 november komen wij hier bij u terug.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ook ik heb vandaag een twintigtal stand-ins mee, dus als u mij toestaat, geef ik het woord door aan een van hen.
Ik moet collega D’Hose 100 procent gelijk geven met haar vraag. De Belfiuscollectie is niet alleen vanuit cultuurhistorisch oogpunt belangrijk, maar maakt ook onlosmakelijk deel uit van ons kunstpatrimonium. De toekomst van deze collectie is dan ook belangrijk. Ik had in dit verband een vraagje dat me al geruime tijd bezighoudt en dat is naar het eigenaarschap van de collectie. Daarom heb ik de volgende vragen.
Zijn er, toen het vroegere Gemeentekrediet tijdens de bankencrisis door het Belfiusvehikel moest worden gered, afspraken gemaakt over wie eigenaar is, en van welke werken? En ten tweede: kan Vlaanderen, als voogdijoverheid over de Vlaamse gemeenten, de oorspronkelijke aandeelhouders van de bank eigendomstitels laten gelden of aanspraak maken op een deel van de Belfiuscollectie? Zo ja, op welke werken?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vraag, maar ik wil collega D’Hose ook ondersteunen in haar vraagstelling.
Minister, ik geef u mee dat ik u ook, vanuit onze fractie, zal ondersteunen wanneer u dit ter sprake brengt in het IMC.
Collega’s, ik ben heel blij met de vraag. Ik heb in juni 2018 nog een opiniestuk geschreven over de partijgrenzen heen waarin ik absoluut de oproep deed om de Belgische kunst in Belgische handen te houden. Ik heb dat daarnet ook in de oren van de minister-president gefluisterd: bij de federale regeringsonderhandelingen is dat ook een aspect dat ik zelf nog op tafel heb gelegd. Ik vraag aan de bevoegde minister van Financiën eigenlijk om die garanties hard te maken, die toen zijn afgesproken bij de overdracht van de bank, origineel nog onder Van Overtveldt – nu is minister Van Peteghem de bevoegde minister van Financiën. Omdat dat van onschatbare waarde is, niet alleen vanuit kunstoogmerk gezien, maar ook vanuit historisch oogmerk gezien, onze regio en België en Vlaanderen. Dit is een ongelooflijk belangrijke collectie, die in centen eigenlijk ook al niet meer uit te drukken is.
Misschien ter verduidelijking voor de mensen hier aanwezig: Art Beats is van Belfius en Belfius stelt bij gelegenheid ook die collectie open, maar dat is zeer beperkt. Mensen hebben daar niet altijd heel gemakkelijk toegang toe. Zij kennen die collectie eigenlijk ook niet zo goed. Iets wat recent 18.000 kunstliefhebbers aantrok die de kans van hun leven krijgen om dit te zien, moet meer en meer gebeuren, dus dat is ongelooflijk belangrijk. Dat is toch alvast mijn pleidooi en ik ga ervan uit dat de minister-president dat ook onderschrijft. Gezien het federale regeerakkoord en gezien de eerdere partijoverschrijdende initiatieven, gezien de grote animo ook hier in de commissie, ga ik ervan uit dat zowel het federale als Vlaanderen hier heel sterk kunnen samenwerken om die kunstcollectie hier te houden, waar het hoort.
Minister-president, als u een signaal in die richting zou geven, voor een pleidooi waar ik al tien jaar aan heb gewerkt, ben ik een gelukkige vrouw.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat het een belangrijke collectie is en dat die het best hier blijft.
Welke afspraken er werden gemaakt bij de overname? Daar was de Vlaamse Regering als dusdanig niet bij betrokken. Die vraag moet federaal gesteld worden. Wij hebben als Vlaanderen geen voogdij over Belfius, maar ik heb daarstraks gezegd dat we ervoor kunnen zorgen dat de topstukken die in de Belfiuscollectie in Vlaanderen zitten, tenzij met toestemming van de minister van Cultuur, het land niet kunnen verlaten. Dat is het enige dat we hebben. Ik denk dat we in dezen garanties moeten vragen van de federale overheid, als dat in het federaal regeerakkoord staat.
Voorzitter, bedankt voor die opmerking, want dat zal mij helpen bij het IMC Cultuur van 28 november. Ik kan mij voorstellen dat er algemene consensus is om er zoveel mogelijk voor te zorgen dat die collectie hier blijft, wat er verder ook met Belfius gebeurt.
Aan wie geeft mevrouw D’Hose de repliek door?
De heer Braut heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. We kijken ernaar uit om in de toekomst deze stukken te kunnen bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.