Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Pollentier, YOUCA-medewerker van mevrouw De Vreese, heeft het woord.
Beste minister, de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt is enorm. Werkgevers hebben het bijzonder moeilijk om werkkrachten te vinden. Daardoor staat onze welvaart onder druk. De Vlaamse Regering werkt via het systeem van de concentrische cirkels voor arbeidsmigratie. Om de vacatures in te vullen, kijkt men in de eerste plaats naar de eigen arbeidsreserve. Als er geen kandidaten zijn, zoeken we buiten Vlaanderen. In de eerste plaats kijken we naar de andere gewesten, daarna naar de buurlanden, naar de EU en in laatste instantie buiten de EU.
Op 1 september 2023 werd de vernieuwde lijst met middengeschoolde knelpuntberoepen gepubliceerd voor de komende twee jaar. Deze lijst bevat 29 functies, dat zijn er zeven meer dan de vorige lijst. Voor de functies op de lijst kunnen werkgevers vlotter werknemers van buiten de EU aanwerven. In vergelijking met Wallonië is de Vlaamse lijst veel beperkter. Daar staan er 75 knelpuntberoepen op de lijst.
De werkgevers reageerden ontgoocheld. Ze waren vragende partij om de lijst substantieel uit te breiden met meer dan vijftig knelpuntberoepen. De Adviescommissie Economische Migratie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) stelde eerder voor om de lijst met middengeschoolde functies accurater te maken en meer te laten aansluiten bij de noden op de arbeidsmarkt. Men suggereerde om een zo breed mogelijke dataset van vacatures te bekijken, bijvoorbeeld de toekomstige aanwervingsbehoeften, de vergrijzing, de in- en uitstroom in het onderwijs en de uitdagingen inzake duurzaamheid.
Minister, op welke manier bent u in overleg gegaan met de werkgevers over de lijst met middengeschoolde knelpuntberoepen? Wat waren de resultaten van dit overleg? Is er nog verder overleg gepland?
In de communicatie van het kabinet wijst men op de verantwoordelijkheid van de werkgevers. Hoe kunnen werkgevers volgens u meer inzetten op opleiding en begeleiding op de werkvloer om geschikte profielen te vinden?
Een belangrijke rol is ook weggelegd voor het onderwijs. Hoe kan men ervoor zorgen dat meer leerlingen en studenten kiezen voor een diploma dat meer aansluit bij de noden op de arbeidsmarkt? Welke rol kunnen VDAB en de werkgevers daarbij spelen?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel. U hebt dat goed gedaan. Proficiat!
Zoals gewoonlijk werd voor de opstelling van het ministerieel besluit formeel advies gevraagd bij alle sociale partners. Dat is gebruikelijk We hebben met de sociale partners ook samengezeten met VDAB. De lijst is gebaseerd op objectieve criteria. Door een hogere herzieningsfrequentie van de lijst toe te laten – deze mogelijkheid is expliciet voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering – kunnen we in de toekomst beter inspelen op veranderingen op de arbeidsmarkt. Als zich kritische tekorten blijken voor te doen, kunnen we op die manier sneller schakelen dan voorheen.
De verantwoordelijkheid van de werkgevers blijft weliswaar een heel relevante factor. Het blijft dan ook aangewezen dat werkgevers worden gesensibiliseerd om hun vacatures te melden bij VDAB om kwantitatieve tekorten zo goed mogelijk in kaart te brengen. Enkel op die manier kunnen de objectieve criteria waarop de lijst gebaseerd is, goed functioneren. Ik neem de methodologische bedenkingen van de SERV mee richting een toekomstige evaluatie van de lijst voor een eventuele herziening van de objectieve criteria.
Een eerste belangrijke tool die werkgevers kunnen inzetten, is werkplekleren: leren op de werkvloer. Via een individuele beroepsopleiding (IBO) kunnen werkgevers een werkzoekende opleiden om hem de knepen van het vak te leren. De werkgever betaalt hiervoor geen loon of RSZ-bijdrage (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), enkel een vast maandelijks bedrag. Na de IBO werft de werkgever de kandidaat aan met een arbeidscontract voor minstens de duurtijd van de IBO. Via de andere vormen van werkplekleren, de opleidings- en beroepsinlevingsstage, geven werkgevers kandidaten de kans om praktijkervaring op te doen in hun bedrijf. Om zowel de instroom van werkzoekenden in opleidingen te vergroten als de uitstroom naar werk te versnellen, zet VDAB sterk in op vacaturegericht opleiden. VDAB brengt in een zeer vroeg stadium de werkzoekende met de werkgever in contact, waarbij de vereisten van de openstaande vacature worden bekeken. Via een gerichte basisopleiding bij VDAB of op de werkvloer van de werkgever door een instructeur van VDAB, wordt ervoor gezorgd dat de werkzoekende de basisvaardigheden opdoet om in die sector te starten. De verdere opleiding gebeurt dan op maat bij de betrokken werkgever via werkplekleren, waarbij specifieke elementen van de job worden bijgebracht.
Ondernemingen in moeilijkheden of die getroffen zijn door collectief ontslag of herstructurering kunnen ook in aanmerking komen voor gratis opleidingen. Honderden online opleidingen en workshops van VDAB zijn gratis voor iedereen.
Ik geef de werkgevers verder in ieder geval ook een duwtje in de rug via een aantal maatregelen en met Wegwijs.
De website Levenslang Leren geeft een aantal mogelijkheden om als onderneming in te zetten op levenslang leren en om stappen te zetten richting een lerende organisatie.
Door de invoering van het gemeenschappelijk initiatiefrecht binnen het Vlaams opleidingsverlof (VOV) kunnen werkgevers bepaalde opleidingen voorstellen aan hun werknemers. Op die manier kunnen werknemers het opleidingsverlof niet alleen gebruiken voor opleidingen die ze zelf hebben gekozen, maar ook voor opleidingen die door hun werkgever zijn voorgesteld. Daarmee kunnen ze hun toekomstkansen in de sector of op de Vlaamse arbeidsmarkt versterken.
Via de sectorconvenants ondersteun ik sectoren en ondernemingen bij de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt en geef ik sectoren ook de mogelijkheid om stappen naar het onderwijs te zetten en de noden van de sector kenbaar te maken.
Via duaal leren stimuleer ik een leerweg waarvan leren op de werkplek de essentie uitmaakt. Lerenden doen werkervaring op en leren ‘social skills’ waardoor ze goed voorbereid zijn op de noden van de arbeidsmarkt.
VDAB bezorgt arbeidsmarktinformatie aan scholen in het kader van de programmatie van opleidingen. Het onderwijs kan hiervan gebruikmaken om leerlingen te oriënteren richting een knelpuntberoep. Een jaarlijkse regionale arbeidsmarktanalyse voor de scholen zorgt voor een sensibilisering bij de scholen. Bij het indienen van programmatieaanvragen voor nieuwe arbeidsmarktgerichte opleidingen kan er een advies van VDAB over de arbeidsmarktkansen voor de betrokken opleidingen gegeven worden.
Verder geeft VDAB jaarlijks een schoolverlatersrapport uit, in hoofdzaak bedoeld als instrument voor jongeren bij het maken van een studiekeuze. Dat rapport wordt onder andere voorgesteld aan de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), schooldirecties, het regionaal overlegplatform en de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).
VDAB tracht zoveel mogelijk partners bekend te maken met het rapport zodat ze niet enkel leerlingen kunnen ondersteunen bij hun studiekeuze maar ook aandacht hebben voor de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt betreffende hun studieprogrammatie en -adviezen.
Bent u tevreden met dat antwoord?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik wil u eerst en vooral bedanken voor uw flexibiliteit om hier nog even te blijven. Ik zal u dus geen bijkomende vragen stellen. Ik denk dat Simon Pollentier ook heel blij is dat hij vandaag een bijdrage heeft kunnen leveren.
Wat die knelpuntberoepen en dergelijke betreft, heb ik al vaak gewezen op het voorbeeld van de zorg, waar mensen de taal en dergelijke al leren in het land van herkomst, daar dus al een opleiding volgen. Ik denk dat dat iets is waarop u nog extra kunt inzetten, minister, wat deze vacatures betreft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.