Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega’s, minister, ik heb een vraag over de vechthanen. Vooruit heeft drie jaar geleden al een voorstel van decreet ingediend om het kweken van die vechthanen te verbieden. De huidige bepalingen in de wet ter bescherming van het welzijn van dieren verbieden dierengevechten, maar niet het kweken van dieren specifiek voor gevechten. Daarom hebben wij toen voorgesteld om die kweek uitdrukkelijk te verbieden, maar u bent daar toen niet op ingegaan zeggende dat dat op zich al een verbod was. In die zin zijn we dan ook blij dat in artikel 24, §1 van de Codex Dierenwelzijn het gericht kweken van dieren voor dierengevechten expliciet verboden wordt, dus eigenlijk wat wij toen voorgesteld hebben. Een verbod op het kweken van dieren voor gevechten is echter niet zo eenvoudig. Men moet immers ook bepalen wat dit precies inhoudt en welke rassen hieronder vallen. Daarom heb ik de volgende vragen, minister.
Hoe zal dit verbod verder uitgewerkt worden in de regelgeving?
Wat valt precies onder het kweken met als doel dierengevechten?
Valt het kweken van vechthoenderrassen hieronder? Zijn er uitzonderingen op dit verbod?
Minister Weyts heeft het woord.
De discussie over de Codex Dierenwelzijn zullen we later hebben. Die is inderdaad ambitieus en breidt ook de bescherming van dieren op heel wat punten gevoelig uit.
Wat specifiek het verbod op het kweken van dieren voor dierengevechten betreft, was er enige discussie over de huidige dierenwelzijnswet en meer bepaald artikel 35, eerste lid, punt 2, dat zegt – ik citeer –: “Gestraft wordt hij die dierengevechten of schietoefeningen op dieren organiseert, er met zijn dieren of als toeschouwer aan deelneemt, eraan op enigerlei wijze medewerking verleent, of over de uitslag ervan weddenschappen inricht of aan deze weddenschappen deelneemt”. De discussie gaat een beetje over de passage “op enigerlei wijze medewerking verleent”. De discussie was of het kweken van dieren voor dierengevechten daaronder valt, omdat dat zo’n onrechtstreekse situatie is of een onrechtstreekse medewerking. Net daarom heb ik het wijselijk geacht om dat te verduidelijken in de Codex Dierenwelzijn, waarbij we zorgen voor meer rechtszekerheid en gewoon meer duidelijkheid en we die discussie uit de weg gaan met een nieuw artikel 24. Dat luidt: “Het is verboden” – en dan ten eerste, er volgen er nog, maar in dezen is enkel het eerste relevant – “dierengevechten of schietoefeningen op dieren te organiseren, er met de eigen dieren of als toeschouwer aan deel te nemen, er op welke wijze dan ook medewerking aan te verlenen, met inbegrip van de gerichte kweek (…)”. Dat is wel heel duidelijk geëxpliciteerd.
Ik denk niet dat je dat nog verder kunt concretiseren. Net zomin als voor honden is er bij kippen bij mijn weten immers sprake van een bepaald ras dat ingezet wordt voor gevechten. Het gaat in de gevallen die we in het verleden vastgesteld hebben om stevig gebouwde hanen die waarschijnlijk geselecteerd worden op hun postuur en vechtlust. Tijdens de opmaak van de Codex hebben we daar het nodige voorafgaand onderzoek naar gedaan. Volgens mijn informatie gaat het nooit om zuivere rassen en nog minder om exemplaren behorende tot de zogenaamde vechthoenders. Deze laatste worden met name gehouden door liefhebbers die ze hoogstens meenemen naar tentoonstellingen, maar die nooit ingezet worden voor hanengevechten.
We gaan niet alle kwekers verplichten tot een uitgebreide administratie. Dat wil natuurlijk niemand. Het gaat om het treffen van de malafide kwekers, en die zijn beperkt in aantal. Er zijn heel veel bonafide kwekers wat dat betreft. Maar nu hebben we tenminste wel een wapen in handen, als de Codex goedgekeurd wordt, natuurlijk, een nog duidelijker wapen in handen om op te treden als we gerichte kweek voor gevechten vaststellen. De regelgeving is dan niet langer impliciet, maar expliciet. Dat is opnieuw een stap vooruit, denk ik.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben het met u eens dat u niet alles kunt voorzien, maar ik zou er toch willen op aandringen – en dat zullen we dan inderdaad doen bij de bespreking van de Codex – dat we toch zo veel mogelijk van die mogelijkheden uitschakelen. U hebt die Codex lang aangekondigd, groots aangekondigd, en dat is inderdaad een goede zaak. Maar we moeten er dan toch echt voor zorgen dat al die zaken waar in de loop der jaren vragen bij gesteld zijn, of opmerkingen over gemaakt zijn, er op een of andere manier in voorzien zijn. Ik hoop dus dat dat volledig zal zijn en tegemoetkomt aan de vragen die wij vanuit Vooruit nog hebben. Maar goed, we zullen dat debat zeker voortzetten bij de discussie over de Vlaamse Codex.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen genoteerd. Ik denk dat het sowieso een verduidelijking en verbetering is op het vlak van de nieuwe Codex Dierenwelzijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.