Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister-president, mijn vraag is ingegeven door een recent interview met de burgemeester van Middelkerke, de heer Jean-Marie Dedecker, in Het Laatste Nieuws. Ik was toch wel wat verrast om daar bepaalde uitspraken te lezen over de werking van de Vlaamse overheid en over zijn rol als burgemeester ten aanzien van bepaalde ministers.
Hij stelt namelijk in dat interview dat de Vlaamse administratie alleen maar en altijd maar blokkeert en dat er een kabinet en politieke druk nodig is om dat op te lossen. Dat is meteen ook zijn motivatie, zo geeft hij aan, om goede banden met uw partij te onderhouden. Hij verwees specifiek naar bijvoorbeeld het casinodossier. Ik zal voor alle duidelijkheid letterlijk citeren wat de burgemeester van Middelkerke daarover in het interview zegt: “Maar die Vlaamse administratie! Ik noem dat de Sovjet-Unie. Die blokkeren altijd maar. Dan heb je een kabinet en politieke druk nodig om dat op te lossen. Die hulp heb ik gekregen, van Zuhal,” – hij bedoelt hiermee minister Demir – “maar ook van Matthias”, in casu Diependaele. “Na tien jaar miserie met de bouw van het casino bleek er een bunker onder de grond te zitten.” De journalist noteert: “Kijkt veelbetekenend”. “Een bunker! Dan zijt ge vertrokken voor jaren vertraging. Ik heb Matthias ’s morgens gebeld om het te regelen. Ik zeg: ‘Matthias, kom eens naar hier jong, dat gaat fortuinen kosten anders’. En ’s middags stond hij hier al met zijn botten in de bunker, samen met de administratie. En die bunker is niet geklasseerd als erfgoed. Ik ben dankbaar (…)” Einde citaat. En dan verwijst hij ook nog naar het feit dat hij naar de Raad van State is gestapt tegen de windmolens, terwijl die van Zuhal komen.
Minister-president, ik wou u, gezien de uitspraken over de hele Vlaamse administratie, die uitspraken toch eens eventjes voorleggen en de volgende vragen tot u richten.
In hoeverre klopt de bewering van de burgemeester van Middelkerke, de heer Dedecker, in het interview, waarin hij stelt dat er politieke druk nodig is om bepaalde dossiers vooruit te helpen?
Werd er in het specifieke casinodossier effectief tussengekomen door een lid van de Vlaamse Regering om de bouwwerken sneller te doen vooruitgaan en procedures te versnellen?
Bent u van oordeel dat de beschrijving die de burgemeester geeft omtrent de werking van de administratie en de rol van de regering strookt met de realiteit?
Zijn er volgens u op basis van de uitspraken van de burgemeester deontologische regels overtreden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Verbeurgt, ik ga uw eerste en uw vierde vraag samen beantwoorden.
Uiteraard is het uitgangspunt dat administratieve processen binnen normale termijnen afgehandeld worden. Zoals u weet, is het een deontologische regel voor volksvertegenwoordigers, en in principe dus ook voor ministers, dat de onafhankelijkheid van de ambtenaren en de objectiviteit van de procedures moeten worden gerespecteerd.
Alleen als in een concreet geval de termijn die als normaal beschouwd wordt voor de afhandeling van soortgelijke dossiers overschreden wordt, en er een vermoeden is dat de afhandeling manifest te traag verloopt, is het mogelijk dat de minister de administratie ter verantwoording roept. – Nu blijk ik op de vraag van de heer Danen al mijn administratie ter verantwoording te hebben geroepen, voor de traagheid van het Rampenfonds. – Maar ook in dat geval aangewezen dat iemand die klachten heeft over de werking van de administratie, de specifiek daartoe opgerichte instanties inschakelt. Ik denk daarbij aan de Vlaamse Ombudsdienst of de informatie- en klachtenkanalen van de betrokken administratieve dienst.
In ieder geval laat de Deontologische Code niet toe dat ministers de administratie onder druk zetten om een bepaald dossier te bespoedigen en daarbij af te wijken van bestaande reglementaire procedures of rechtmatige belangen van anderen. Personeelsleden van de Vlaamse overheid hebben overigens ook een deontologische verplichting om objectief te blijven onder eventuele politieke druk.
Naast de voormelde Deontologische Code bestaat er ook een charter over de politiek-ambtelijke samenwerking. Daarin zijn afspraken gemaakt over de rollen en verantwoordelijkheden van, respectievelijk, het politieke niveau en de administratie. Er is onder andere aandacht voor de autonomie en de responsabilisering van de administratie wat de efficiëntie en effectiviteit van de beleidsuitvoering betreft, en de sturing op hoofdlijnen door de ministers.
Uw tweede vraag was of er in het casinodossier effectief wordt tussengekomen door een lid van de Vlaamse Regering om de bouwwerken te doen vooruitgaan. Het antwoord is heel duidelijk: neen. De stad Middelkerke organiseerde op 6 januari 2021 een persmoment op de site. Minister Diependaele werd, als minister van Onroerend Erfgoed, uitgenodigd om samen met burgemeester Dedecker de deur te openen van de bunker. De deur van deze bunker was vrijgelegd bij een proefputtenonderzoek op het terrein. Het gaat dus niet om een archeologische opgraving, maar om een vooronderzoek in het kader van een archeologienota, wat deel uitmaakt van een regulier archeologietraject. Dat gebeurde voor het aanvragen van de bouwvergunning. Het voordeel hiervan is net dat de vergaarde kennis nog kan worden gebruikt om de bouwplannen te optimaliseren én dat er in het geval van Middelkerke zekerheid was dat er geen verder archeologisch onderzoek meer nodig was. De gevonden bunker bleek immers meteen niet zo uitzonderlijk en is met 3D-technologie volledig gedocumenteerd voor de werken startten.
In het concrete vergunningsdossier casino Middelkerke werd op 6 december 2021 een vergunning verleend door minister Demir na het doorlopen van de volledige procedure. Tijdens het openbaar onderzoek waren er amper twee bezwaren. Die bezwaren waren niet principieel, maar slechts kleinere details. Dit werd ondervangen door kleine aanpassingen vooraleer de minister besliste, iets wat mogelijk is in elk dossier, confer het decreet Omgevingsvergunning, of werd weerlegd in de beslissing. Alle adviezen waren gunstig, zo ook die van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC).
Er is in het vergunningsdossier dus geen politieke beïnvloeding geweest, geen lange arm, geen deontologische fouten, zoals u placht te suggereren.
U vraagt of ik van oordeel ben dat de beschrijving van burgemeester Dedecker strookt met de realiteit. Ik verwacht van alle administraties dat zij, bijvoorbeeld in het kader van een vergunningsprocedure, een correct advies geven vanuit hun expertise. Het lijkt mij logisch dat elke administratie haar advies geeft en daar bedenkingen of opmerkingen bij kan formuleren. Ik verwacht wel van diezelfde administraties dat zij zich constructief en oplossingsgericht opstellen en zelfs bij negatieve adviezen mee nadenken over oplossingen.
Er zijn natuurlijk altijd wel verbeterpunten bij de werking van de administratieve processen, en ook de regeldruk kan en mag wat mij betreft aangepast, lees verlaagd worden. Maar de beschrijving die de heer Dedecker geeft, is een overdrijving. Hij gebruikt hier duidelijk beeldspraak om zijn boodschap kracht bij te zetten.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister-president, dank u voor het heldere antwoord. U zegt dat ik insinueer dat er politieke druk is geweest. Het is de heer Dedecker zelf die laat schrijven: “Dan heb je een kabinet en politieke druk nodig om dat op te lossen.” Het zijn niet mijn woorden. Ik was er namelijk van overtuigd dat we in Vlaanderen die stap van politieke druk voorbij waren. Het is de heer Dedecker die in zijn aankondiging als lijsttrekker voor de N-VA zegt dat er politieke druk nodig is om dossiers op te lossen.
Ik ben zeer blij dat u het dossier in kwestie hebt geschetst, zegt dat er een aanvraag is geweest voor het casinodossier alsook een openbaar onderzoek, en dat alle adviezen gunstig waren. We krijgen als overheid vaak het verwijt dat procedures lang duren, dat er blokkeringen zijn. De burgemeester insinueert dat hier ook. Hij zegt: “Dat dossier zat vast. Ik heb gebeld naar Matthias. Hij stond hier de namiddag nadien.” U hebt duidelijk aangegeven dat dat niet klopt. Er is een persvoorstelling geweest. Ik vind het belangrijk dat lokale bestuurders en burgemeesters het beeld van een trage overheid niet voeden. Ik stoor mij vooral aan de beeldvorming die de burgemeester van Middelkerke hier schetst.
Ik wil komen tot een laatste element. U hebt er niet naar verwezen, maar hij noemt de Vlaamse administratie, waar u als regeringsleider toch ook verantwoordelijkheid voor draagt, de Sovjet-Unie. Herkent u zich in die beeldspraak van de burgemeester van Middelkerke? Zo ja, wat zijn uw plannen om de Sovjet-Unie te ontmantelen?
De heer Muyters heeft het woord.
Ik ben heel blij met het antwoord van de minister-president. Het is heel belangrijk dat we heel goed weten wat we van een administratie mogen verwachten, wat we van een regering, van volksvertegenwoordigers, van burgemeesters en leden van het schepencollege of zelfs van een gemeenteraad mogen verwachten. Ik begrijp het heel duidelijk en goed, zelfs geargumenteerd met data, want als het dossier vast had gezeten, dan was er geen vergunning geweest op 6 december 2021 en had er geen persconferentie op 6 januari 2022 kunnen zijn. Het is heel duidelijk dat hier de regels zijn gevolgd. Dat doet mij plezier. Het is ook goed dat iedereen thuis zijn verantwoordelijkheid op de juiste manier neemt.
Minister-president, ik kan voor u al antwoorden dat we ons niet thuis voelen in de Sovjet-Unie, maar ik laat dat graag aan uzelf over.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Meneer Verbeurgt, als we nu van alle beeldspraak die politici gebruiken, soms goed gevonden en soms minder goed gevonden – hier zit iemand die af en toe de bal pleegt mis te slaan op dat vlak – vragen om mij daar commentaar op te laten geven? Als ik, na vierenhalf jaar op deze stoel, eerder deze legislatuur gemerkt zou hebben dat onze administratie als de Sovjet-Unie zou werken, dan zou ik al lang hebben ingegrepen. En dat heb ik niet gedaan.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor de bijkomende antwoorden. Los van de beeldspraak vind ik het wel belangrijk dat, zoals collega Muyters zegt, u de realiteit weergeeft. Waarom? We mogen niet ontkennen dat bij de burgers het gevoel leeft dat sommige mensen meer mogen dan anderen. Dat is een gevoel dat leeft in deze samenleving. Als dan een burgemeester zegt dat hij maar een telefoontje moet doen om een dossier te deblokkeren, dan is er bij burgers vaak heel veel frustratie. Ze zitten ook met een dossier, dat sleept aan en ze kunnen niet bellen naar Matthias of Zuhal. Men moet daar dus zeer transparant over zijn.
Ik kom tot het laatste punt, over de Sovjet-Unie. Dat is inderdaad beeldspraak, maar het komt natuurlijk wel binnen bij de mensen van de administratie, die keihard hun best doen, die hard werken om dossiers vlot te laten verlopen en die vervolgens vergeleken worden met de Sovjet-Unie, een regime met toch een zeer bedenkelijke reputatie. Ik denk dat het goed is dat u daar publiekelijk afstand van hebt genomen. Ik stel dan ook voor om uw lijsttrekker voor de Kamer eens uit te nodigen naar dit huis, om eens te zien dat in dit huis goed gewerkt wordt en dat het dus niet de Sovjet-Unie is, zoals hij zelf beweert.
De vraag om uitleg is afgehandeld.