Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, bij uw aantreden in 2019 beloofde u in uw beleidsnota expliciet bijkomende initiatieven voor de strengere aanpak van minderjarige delictplegers in uitvoering van het decreet Jeugddelinquentierecht, met onder meer de invoering van de enkelband, dit in samenspraak met de Vlaamse minister van Welzijn.
Na vier jaar waarbij zinloze geweldplegingen van criminele jongerengroepen en de bijna straffeloosheid van minderjarigen om die op steeds jongere leeftijd in te schakelen voor hun criminele activiteiten, leek er eindelijk licht aan het einde van deze donkere jeugdcriminaliteittunnel. Eindelijk leken u en de Vlaamse minister van Welzijn oor te hebben voor het Vlaams Belangpleidooi voor een strengere aanpak van zware jeudgcriminelen, en bereid te zijn om via een aanpassing van het Vlaamse Jeugddelinquentiedecreet ook daadwerkelijk tot dergelijke beloofde strengere aanpak te komen.
Dit was schijnbaar echter buiten zowel de Vlaamse Raad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) als de Vlaamse Jeugdraad gerekend. Beide raden formuleerden hierover immers een negatief advies.
Terwijl u in de pers reeds duidelijk stelde niet te zwaar te tillen aan deze adviezen en achter haar geplande verstrenging te blijven staan, klinkt er bij de Vlaamse minister van Welzijn een heel ander geluid. Mevrouw Crevits wil de geplande verstrenging van het Vlaamse jeugddelinquentierecht immers on hold zetten om eerst deze adviezen samen met u “tegen het licht houden”.
Minister, vond er intussen reeds overleg plaats tussen u en de Vlaamse minister van Welzijn over deze adviezen? Wat waren de door de Vlaamse minister van Welzijn geformuleerde bezwaren om de geplande verstrenging van het Vlaamse jeugddelinquentierecht alsnog plots in vraag te stellen? Wat is uw standpunt over deze door uw collega-minister geuite opmerkingen?
Is er intussen reeds opnieuw eensgezindheid tussen u beiden en zult u de geplande verstrenging van ons Vlaams jeugddelinquentierecht alsnog deze legislatuur realiseren? Op welke punten zal de actie van de Vlaamse minister van Welzijn inhoudelijk tot een afzwakking van de geplande bijsturing leiden?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb inderdaad een aantal verstrengingen doorgevoerd, zoals het mogelijk maken om reeds vanaf 12 jaar jongeren langdurig op te sluiten voor zware misdrijven, met uitbreiding naar alle vormen van verkrachting, met uitbreiding van de uithandengeving, het gesloten maken van alle instellingen, met daarvoor ook extra veiligheidsmaatregelen, de uitbreiding van de capaciteit in de instellingen, de opstart van verschillende ketenaanpakken, enzovoort. Ook daar was het advies van de Vlaamse Raad WVG niet zo positief. Nu, bij de nieuwe reeks verstrengingen, zet hun advies zich op hetzelfde elan voort.
Dat de Raad WVG zich hiertegen kant, verwondert mij dus niet. Zij zien jeugddelinquenten blijkbaar nog altijd als kapoenen die iets mispeuterd hebben en vinden de welzijnsbenadering de enige die telt en werkt. Ik weet niet op welke planeet ze leven, maar ik denk dat de realiteit anders is. We zien jeugdbendes die met elkaar afrekenen, drugsgeweld, drillrappers, messengeweld, politiebedreigingen en helaas ook af en toe een moord. We spreken hier niet over doetjes of kapoenen, maar over doorwinterde criminelen – jong of niet – die door justitie moeten worden aangepakt.
Is er dan geen preventie nodig? Jawel, maar dat komt eerst. Als preventie niet meer helpt en de minderjarige gaat toch criminele feiten plegen en een criminele carrière opzetten, dan kan het niet anders dan dat justitie tussenkomt.
U kunt vaststellen dat ik me stoor aan de adviezen van WVG. Wat me ook stoort in al die adviezen, is dat er nooit met een woord gerept wordt over slachtoffers. Hoe zien die dat? Waar zijn hun rechten? Is hun welzijn niet belangrijk dan? Daar wordt niet naar gekeken. Er wordt enkel gekeken naar de kleine kapoen die iets heeft mispeuterd. Neen, het zijn criminelen en het wordt hoog tijd dat we doorgaan met die versterkingen. Ik ben dat sowieso van plan. Ik ga geen rekening houden met dat advies. Hun argumenten houden weinig steek, anders zou ik dat wel doen.
We hebben ze tegen het licht gehouden. Ik ben dat nu, samen met mijn collega van Welzijn, volop aan het voorbereiden. Er is dus geen verschil in mening tussen mijn collega en mij en we gaan door met wat we gestart zijn. Een van de volgende weken wordt het decreet dus voor tweede lezing geagendeerd.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Wij steunen u volop bij die voorgestelde verstrengingen. Bij sommigen is preventie helaas niet voldoende, en dan is het belangrijk dat justitie streng optreedt.
Ik mag er dus van uitgaan dat alles tegen het licht werd gehouden met uw collega Crevits en dat de plannen ook werkelijk zullen worden uitgevoerd. Dat er al langer iets schort aan de communicatie in de Vlaamse Regering, is helaas al meermaals pijnlijk duidelijk geworden, ook binnen deze thematiek.
Minister, ik kan enkel maar afsluiten met te zeggen dat wij u volop steunen bij die voorgestelde verstrengingen. U vindt in ons een bondgenoot.
De vraag om uitleg is afgehandeld.