Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Naar aanleiding van verschillende getuigenissen over grensoverschrijdend gedrag in hogeronderwijsinstellingen, kondigde minister Weyts in maart 2022 aan dat hij een akkoord had bereikt met het hoger onderwijs voor de oprichting van een extern meldpunt grensoverschrijdend gedrag en dat dit operationeel zou zijn tegen de start van het volgende academiejaar. Vervolgens kregen we te horen dat er geen apart extern meldpunt voor het hoger onderwijs zou komen, maar wel één meldpunt over de beleidssectoren heen. In januari 2023 kondigde minister Somers aan dat dit meldpunt zou worden georganiseerd binnen het Vlaams Mensenrechteninstituut (VMRI). Meer nog, eind mei 2023 zei hij in het parlement dat, aangezien het VMRI werkzaam is sinds half maart, slachtoffers daar al terechtkunnen. Toen ik hem erop wees dat hierover niets was te vinden op de website, stelde hij dat er werk zou worden gemaakt van bekendmaking. Half juni volgde dan het nieuws van minister Somers en minister Demir dat er toch een afzonderlijk extern meldpunt komt, waarvoor het VMRI en het agentschap Justitie en Handhaving de krachten zouden bundelen. Dat meldpunt moest werkzaam zijn vanaf september 2023.
Minister, tijdens de commissievergadering van 18 juli 2023 antwoordde u dat een decreet als juridische basis voor de werking van dit meldpunt in opmaak was.
U zei ook dat er werd overlegd met de verschillende sectoren en met organisaties zoals Child Focus, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM), leden van de vroegere Genderkamer, Sensoa, het middenveld, zoals lotgenotengroepen seksueel geweld en de vertegenwoordigers van de studenten. U gaf ook wat toelichting over hoe het meldpunt te werk zou gaan. Het meldpunt zou bijvoorbeeld erkennings- of herstelgesprekken aanbieden, bemiddeling, therapeutische trajecten, juridisch advies, en ondersteuning en begeleiding bij sectorale procedures, omdat dit aanbod volgens u niet behoort tot het takenpakket van de reguliere hulpverlening. Het aanbod van het meldpunt zou dus naast dat van de hulpverlening binnen Zorg en Welzijn staan.
Anderzijds zijn er natuurlijk al heel wat organisaties met veel expertise in de zaken die u aanhaalde als opdrachten van het meldpunt.
Om het meldpunt operationeel te kunnen laten zijn, zouden vijftien voltijdsequivalenten (vte’s) worden aangeworven. Dat betekent echter dat werknemers in dienst van het agentschap Justitie en Handhaving ook de taak van bemiddeling zullen opnemen.
Mijn vraag is ingediend op 20 september 2023, minister, maar op 25 september hebben we de persmededeling gelezen dat het meldpunt op dat moment operationeel zou worden, bij de start van het academiejaar dus. Dat was inderdaad wat was vooropgesteld, maar ik heb hier nog heel wat vragen over.
Werden de vooropgestelde vijftien vte’s al aangesteld? Op welke manier wordt er thans al gewerkt, sinds de opstart vorige week, op 25 september?
Welke samenwerking is er in aanloop naar de oprichting van het meldpunt en bij de operationele werking met organisaties die omtrent de thematiek al veel expertise hebben opgebouwd, met name de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), meldpunt 1712, het Kinderrechtencommissariaat, en zo verder?
Binnen welk deontologisch kader zal het meldpunt werken?
Als het meldpunt wordt bemand door ambtenaren verbonden aan het agentschap Justitie en Handhaving, op welke manier wordt dan de noodzakelijke onafhankelijkheid, onpartijdigheid en vertrouwelijkheid gegarandeerd naar de mensen die contact opnemen met het meldpunt?
Hoe worden de samenwerkingen met de interne meldpunten concreet ingevuld?
Ten slotte: hoe worden burgers geïnformeerd over het bestaan en de werking van het meldpunt? Ik heb natuurlijk de persmededeling gelezen, maar de vraag is: worden er ook nog andere campagnes gepland?
Minister Demir heeft het woord.
Het Vlaams Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag opende, zoals beloofd bij het begin van het academiejaar, vorige week maandag – eindelijk, denk ik. Het meldpunt is op werkdagen zowel telefonisch als via chat bereikbaar van 9 tot 17 uur. Op maandagavond is er een telefoonpermanentie tot 20 uur. Het meldpunt is daarnaast ook bereikbaar via e-mail. Alle informatie is ook te vinden op de website grensoverschrijdendgedrag.vlaanderen.
Tijdens de zomermaanden is er dan ook hard gewerkt om de opstart effectief te realiseren. De telefooncentrale werd opgestart, de chatfunctie geïnstalleerd, de website, de werkplek, draaiboeken, verdere afspraken werden gemaakt met vele sectoren, het personeel werd geselecteerd en opgeleid. De 13,5 vacatures voor het meldpunt – wat het agentschap Justitie en Handhaving betreft – werden ook ingevuld, waardoor het meldpunt bijna met een volledige equipe is kunnen opstarten. Collega Somers heeft ook twee vte’s aangeleverd.
Daarnaast is de samenwerking met het werkveld uiteraard ook erg belangrijk voor het meldpunt, aangezien we echt willen inzetten op de complementariteit met bestaande interne meldpunten, hulpverlening enzovoort. Het feit dat sommige partners op het terrein menen dat zij bepaalde expertise in huis hebben om tegemoet te komen aan de verschillende vragen rond het oprichten van een meldpunt, vind ik een beetje bizar, aangezien dit aanbod er in de praktijk duidelijk niet was. Anders waren het meldpunt en de luide roep daartoe, ook vanuit dit parlement, niet nodig geweest. Bovendien zorgt het meldpunt ervoor dat een bepaald aanbod wordt gebundeld, zodat slachtoffers niet van het kastje naar de muur worden gestuurd.
Waar er een vervolgtraject of een ander complementair aanbod is, wordt er uiteraard warm daarnaar doorverwezen, bijvoorbeeld naar 1712 of een centrum algemeen welzijnswerk (CAW) wanneer er een melding is rond intrafamiliaal geweld, of naar Moderator wanneer het slachtoffer bemiddeling wenst en er al een gerechtelijke procedure loopt.
De afspraken staan nog niet in steen gebeiteld. Nu het meldpunt effectief is gestart, kunnen we de werking meer aan de praktijk toetsen. Het is de bedoeling om de lijnen met de verschillende sectoren, hulpverlening, en alle andere partners zo kort mogelijk te houden, regelmatig samen te zitten, en anoniem casussen te bespreken om de samenwerking telkens te blijven verfijnen. De laatste week en de volgende weken wordt er bijvoorbeeld opnieuw samengezeten met de partners. Om de samenwerking met al die partners en sectoren nog sneller en effectiever te laten verlopen, nemen de verschillende dossierbehandelaars van het meldpunt ook een rol op als contactpersoon voor een specifieke sector.
In deze opstartfase worden belangrijke deontologische waarborgen gevat in de werkingsprincipes van het meldpunt. Zo voeren het meldpunt en zijn personeelsleden de opdrachten onafhankelijk en zorgvuldig uit, en is elk gesprek vertrouwelijk zolang het slachtoffer dat wenst. De medewerkers van het meldpunt zijn gebonden door het beroepsgeheim. Het meldpunt vertrekt vanuit de noden van de melder. Het aanbod verloopt vraaggestuurd, en op maat en tempo van de melder.
De opstart van het meldpunt is bewust nog niet met luide trom gebeurd. Wel werden uiteraard verschillende sectoren op de hoogte gebracht. De reden daarvoor is dat de opstart vlot kan verlopen. In de eerste week kregen we al 22 meldingen binnen, waarvan er dertien van binnen de Vlaamse sectoren kwamen.
Op dit moment is er dus nog geen brede publiekscampagne voorzien, omdat ik het meldpunt even de kans wil geven om de interne werking verder uit te bouwen, en te specialiseren in de wisselwerking met andere hulpverleningsactoren. Uiteraard gaan we binnen enkele maanden zeer gericht, per sector, op grootschalige manier sensibiliseren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw toelichting en uw antwoord. Ik vernam ook in de pers dat het meldpunt sinds vorige week operationeel is. Wat voor mij het belangrijkste is, is dat als slachtoffers hun weg vinden naar dat meldpunt, ze er natuurlijk ook op een goede manier verder worden geholpen en begeleid. Anders help je slachtoffers niet, integendeel. Dan doen ze een melding, en gebeurt er nadien niks mee.
Ik heb natuurlijk nog enkele bijkomende vragen. Minister, u zegt dat jullie een warme doorverwijzing doen naar de hulpverlening en dergelijke meer. Maar eerder zei u zelf ook dat het meldpunt erkennings- en herstelgesprekken, bemiddeling, en therapeutische trajecten zou aanbieden. Hoe wordt dan dat onderscheid gemaakt tussen wat het meldpunt zelf doet in de backoffice, en wat de rest van de hulpverlening – dus andere hulpverleningsorganisaties die dat al veelvuldig doen – aanbiedt?
Hoever staan we intussen met de decretale basis? U hebt gezegd dat daaraan wordt gewerkt. Ondertussen is het meldpunt operationeel, maar natuurlijk is het ook van belang dat die basis er komt.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt minister.
Ik heb een korte vraag. Van die vijftien voltijdsequivalenten, worden er twee rechtstreeks voorzien bij het Vlaams Mensenrechteninstituut. De andere dertien worden voorzien bij het agentschap Justitie en Handhaving. In de eerste week hadden we 22 meldingen, dat waren er dertien binnen de Vlaamse sector. Die dertien meldingen, als een melder daarmee akkoord gaat, worden dan doorgegeven aan het agentschap Justitie en Handhaving. Mijn enige vraag is om die cijfers goed in de gaten te houden, zodat er geen bottleneck komt bij die twee voltijdsequivalenten bij het VMRI. Of denkt u dat dat volstaat om hun taak te volbrengen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil gewoon meegeven dat we die meldingen zullen doorverwijzen als we dat moeten doen. Als we zelf een aanbod hebben, gaan we dat uiteraard ook aanbieden. Denk maar bijvoorbeeld aan intrafamiliaal geweld, wat niet onder de bevoegdheid van het meldpunt valt, maar dan wordt doorverwezen.
De decretale basis is afgewerkt, en wordt nu ook besproken tussen de verschillende kabinetten.
Het gaat om vijftien mensen in totaal voor het meldpunt, waarbij de mensen van het VMRI ook in het meldpunt worden ingezet. Verder is er een verdere opvolging door het Mensenrechteninstituut met betrekking tot hun taken. Die was er ook sowieso al.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik wil u toch wel echt graag vragen om de volgende periode op een goede manier op te volgen hoe het meldpunt werkt, en hoe slachtoffers daar worden geholpen. Ik wil u vragen om op te volgen hoe de samenwerking verloopt met onder meer 1712, maar ook met andere hulplijnen, en met de organisaties die hulpverlening aanbieden. Ik wil ook vragen dat u opvolgt hoe het meldpunt zich verhoudt tot de interne meldpunten. Dat moet allemaal in functie van de doelstelling dat een slachtoffer zijn weg vindt, en op een goede manier wordt geholpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.