Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Gelukkig is klimaat bij mij geen ideologische discussie, maar een wetenschappelijke discussie. Daarom stel ik hier graag deze vraag over de EPC-energiedeskundigen (energieprestatiecertificaat). We weten allemaal dat het energieprestatiecertificaat belangrijk is, voor zowel kopers als verkopers, omdat je daarmee kunt aantonen hoe energiezuinig je woning is.
Vlaanderen zet dus ook in op de verbetering van de EPC-waardes via strengere normen, die worden gesteund door renovatiepremies en renteloze leningen. Het is inderdaad zo dat dat geld kost. De burger moet daarvoor betalen, en die vindt het niet altijd leuk als hij achteraf tot de vaststelling komt dat zijn certificaat niet terdege is opgemaakt.
Daarom ook mag een EPC enkel worden opgemaakt door een energiedeskundige die na een plaatsbezoek alle parameters in een softwareprogramma steekt. Dat softwareprogramma is al heel vaak ter discussie geweest: kan het niet worden verbeterd, transparanter gemaakt enzovoort?
Daarnaast volgt de energiedeskundige ook verplicht een inspectiemethode. De software is opgelegd door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). De procedure begint altijd met een verplicht bezoek aan de woning, waarbij alle gegevens worden verzameld die nodig zijn om het energielabel te bepalen. De deskundige baseert zich hiervoor op visuele vaststellingen of op bewijsstukken. De opmaak van een EPC is in de praktijk vooral gebaseerd op offertes, foto’s en bouwtechnische informatie, maar die zijn ook niet altijd voorhanden.
Dat kan inderdaad de deur openzetten voor interpretatie, of zou eventueel ook de deur kunnen openzetten voor misbruik. Om dat tegen te gaan, voert het VEKA dan ook jaarlijks controles uit. Aangezien het belang van het EPC toeneemt, versterkt het VEKA ook zijn kwaliteitscontroles. Zo is de minimumsanctie sinds begin dit jaar verhoogd van 250 naar 500 euro. Afhankelijk van de ernst en de frequentie van de fouten, riskeert een energiedeskundige een boete van maximaal 5000 euro, of zelfs een schorsing.
Vorig jaar ontving het VEKA 63 gegronde klachten over foute EPC’s. Dit jaar is dat aantal na amper acht maanden al verdubbeld tot 131. Twee op de drie klachten over EPC’s waren terecht. Ook het aantal boetes voor energiedeskundigen die daadwerkelijk werden opgelegd voor het maken van fouten, steeg van 45 in 2022 naar 80 in 2023, als ik kijk naar de cijfers tot augustus.
Om de kwaliteit van het EPC te verbeteren, verdubbelde de Vlaamse Regering eerder al de minimumboete en kondigde ze extra controles aan door extra controleurs aan te werven. Minister, u beloofde ook nog meer controles en strengere erkenningsvoorwaarden voor EPC-energiedeskundigen, met een aantal strenge bijkomende maatregelen die de kwaliteit van EPC’s verder moeten waarborgen.
Minister, ik heb hierover dus de volgende vragen voor u. Hoeveel energiedeskundigen type A hebben op dit moment een erkenning en hoeveel erkenningen van deskundigen worden er jaarlijks geschrapt? Wat is voor die schrapping de meest voorkomende reden? Hoe kan men een klacht indienen als men twijfelt over de correctheid van het EPC? Zijn er daarvoor voorwaarden of aandachtspunten? Kunt u meer details geven over de bijkomende erkenningsvoorwaarden voor energiedeskundigen die worden overwogen en hoe het huidige overleg met de sector verder verloopt? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het proces om deze maatregelen verder in regelgeving om te zetten?
Minister Demir heeft het woord.
Momenteel zijn er 2228 unieke personen erkend als energiedeskundige. Jaarlijks worden toch tussen tweehonderd en 250 energiedeskundigen tijdelijk geschorst. Meestal heeft dat te maken met het niet volgen van een verplichte permanente vorming, of met het feit dat ze misschien herhaaldelijk fouten hebben gemaakt, bewust foute gegevens hebben ingevoerd, of hebben gefraudeerd.
Naar aanleiding van klachten die wij krijgen over energiedeskundigen, en ook gezien het feit dat het EPC alleen maar belangrijker wordt, vond ik het wel nodig om daar heel wat voorwaarden aan te koppelen. Ik wil eerst zeggen dat mensen sowieso online een klacht kunnen indienen via het digitale formulier. Ze kunnen dat ook per mail of via de post doen, maar het beste is online. Het is ook het beste dat ze dat doen als ze menen dat hun EPC niet klopt, bijvoorbeeld als hun EPC-label F was, en dat het na renovatie bij manier van spreken nog slechter is. Zulke verhalen heb ik in mijn inbox gehad. Daarom is er de vraag aan mensen die twijfelen, die menen dat het niet klopt, om gewoon een klacht in te dienen. Door de ontvangen klachten kan er bij het VEKA korter op de bal worden gespeeld. Ze zullen ook sneller ingrijpen als blijkt dat een deskundige niet volgens het boekje zou werken.
Ik zie ook dat het handhaven op basis van klachten zeer efficiënt is. Twee klachten op de drie leidt namelijk tot een boete voor de energiedeskundige. U weet dat we die boetes ook nog niet zo lang geleden hebben verhoogd. Ik heb aan de administratie gevraagd dat ze dat ook naleven, dat ze ook daadwerkelijk boetes geven aan energiedeskundigen die EPC’s maken waarbij je vraagtekens kunt plaatsen.
Wij hebben een aantal actiepunten ingevoerd.
Een eerste actiepunt is dat er altijd een erkende energiedeskundige ter plaatse moet komen, en geen administratieve medewerker of ik weet niet wat allemaal. Wij zagen dat bepaalde energiedeskundigen heel veel EPC’s hadden gedaan per jaar. Maar als je dat uittelde, kon dat bijna niet. Toen bleek dat zij een beroep deden op administratieve medewerkers. Dat mag dus niet meer.
Een tweede aanpassing is het vermijden van belangenvermenging. Een energiedeskundige kan niet tegelijkertijd een makelaar of een aannemer zijn. Ik denk dat dit een gezonde aanpassing is.
Een derde aanpassing is dat er een verplichte praktijkstage komt voor startende energiedeskundigen, zodat ze voldoende praktijkervaring hebben vooraleer ze hun eerste officiële EPC opmaken.
Als vierde maatregel zijn er de examens voor energiedeskundigen, die binnenkort opnieuw rechtstreeks en centraal door de Vlaamse overheid worden georganiseerd, in plaats van door de erkende exameninstellingen. De Vlaamse overheid zal dat dus zelf doen.
Het laatste actiepunt is dat de erkende energiedeskundigen na verloop van tijd opnieuw hun kennis moeten opfrissen en opnieuw een centraal examen moeten afleggen.
De concrete implementatie van deze actiepunten werd besproken op een overleg met de sector op 26 september 2023. Ik heb de feedback gekregen van het VEKA dat dat goed verlopen is. Er was enkel wat weerstand tegen het examen voor lesgevers en tegen de verplichting om om de vijf jaar opnieuw een examen te moeten doen. Dat waren de twee gevoeligheden.
Wat is de stand van zaken?
Momenteel wordt het ontwerp van besluit voorbereid. Volgens de huidige planning kan het ontwerpbesluit volgende week door de Vlaamse Regering principieel worden goedgekeurd.
Voor het opleggen van vereisten inzake de opleidingen voor energiedeskundigen heb ik al van de Vlaamse Regering een delegatie gekregen. Voor het versterken van de basisopleiding met een praktijkstage en voor het opleggen van de voorwaarden aan de lesgevers zal ik in het najaar een ministerieel besluit kunnen nemen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u voor het omstandige antwoord. Er was inderdaad begin september nogal wat te doen om deze topic. Eerst zei men dat u inderdaad de sjoemelende energiedeskundigen aanpakt. Daarna was het plots maar nepnieuws omdat er een misverstand was in het aantal EPC-verslagen of EPC-deskundigen. Dat stond ook de fout in het krantenartikel. Men sprak van 63 klachten op bijna vijftigduizend nieuwe EPC-labels. Het ging natuurlijk over 63 klachten tegen EPC-deskundigen. Dat moet je dan in verhouding zien met de meer dan tweeduizend EPC-deskundigen. Het ging niet over EPC-labels, maar over 63 EPC-deskundigen die een klacht aan hun broek hadden.
Minister, ik heb nog twee bezorgdheden.
Ik ben een heel sterk voorstander van het centraal examen. Nu kan de opleiding een ietwat verschillende tonaliteit hebben. Dat zie je in de slidespresentaties van de verschillende opleidingscentra. Die zijn zeer verschillend. Daardoor zou je bij mensen die bijvoorbeeld een huis hebben dat gelijkaardig is aan dat van hun buur, vragen kunnen creëren als ze van een andere EPC-deskundige een ander EPC-label hebben gekregen. Zij vragen zich dan af hoe dat kan. Met een centraal examen heeft iedereen dezelfde opleiding gekregen en moet iedereen hetzelfde examen afleggen. Dat moet er minstens voor zorgen dat het niveau van de verschillende energiedeskundigen hetzelfde is. Minister, vanaf wanneer zou dat centraal examen in voege kunnen treden?
Mijn tweede bezorgdheid is dat we zien dat het EPC-label steeds meer nodig is, bijvoorbeeld voor een renovatie, en ook in het traject naar 2050. Ik vind dat goed. Doordat de mensen een EPC-label hebben, zullen ze misschien bewuster omgaan met een aantal investeringen die ze moeten doen. Je moet de woningen op een gelijk niveau kunnen schakelen. Anderzijds vrees ik dat we op een bepaald ogenblik een enorme krapte zullen hebben in het aantal energiedeskundigen. Dan komen we misschien in het spel van vraag en aanbod te zitten, waardoor de prijzen zouden kunnen stijgen. Hoe zult u, bij manier van spreken, mensen verder aantrekken tot dit beroep?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik heb er al eerder voor gewaarschuwd, en aangegeven dat het een probleem zal geven met energiedeskundigen. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een EPC-norm wettelijk toepassen ook een probleem met zich meebrengt. Als u daarop test, zal dat altijd wel voor problemen zorgen. De deskundige kan goed opgeleid zijn. Er kan een centraal examen zijn. De maatregelen die u noemt, zijn in het kader van uw decreetgeving nodig. Maar de woningen of panden waarover het gaat, zijn allemaal verschillend. De interpretaties en interpretatiemogelijkheden zijn dus veel te groot.
De twee testen die er effectief toe doen, zijn de druktest en het infraroodbeeld van de woning. Nu is er veel te veel geld mee gemoeid. De druk is ook veel te groot, waardoor de problemen nog zullen toenemen.
Collega, u geeft aan dat er inderdaad een tekort aan energiedeskundigen zal zijn. Maar als we de boete optrekken van 250 naar 500 euro, dan sluist men eigenlijk gewoon een of twee vaststellingen die men heeft gedaan, door naar de overheid als boete. Daar blijft het dan ook bij.
Nogmaals: EPC als norm vaststellen, is geen goede zaak. Dat is meer een afweging of een toetsing van wie een verbouwing of renovatie wil uitvoeren, of een koop wil uitvoeren. Het is eerder een toetsing, maar geen norm.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik wil graag inpikken op de laatste vraag van collega Gryffoy. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit beroep nog aantrekkelijk blijft? Ik denk dan alleszins al door hen niet allemaal af te schilderen als fraudeurs. We moeten daar voldoende nuance in het debat brengen.
Er waren vorig jaar 45 boetes op 150.000 EPC’s. Of anders gezegd: 45 boetes ten opzichte van 2280 energiedeskundigen; Ook dat is nog een heel klein aandeel. We moeten zeer goed opletten: de fraude moet eruit, maar laten we niet de fout maken om dan maar iedereen als fraudeur te bestempelen, want dan wordt de beroepscategorie van energiedeskundige zeker niet aantrekkelijker. Ik hoop dat we daar voldoende nuance in het debat houden.
Er werden in 2022 45 boetes uitgedeeld. Maar, minister, daarnet zei u dat er tweehonderd tot 250 energiedeskundigen werden geschorst, om twee redenen: opleiding en fraude. Wat is dan de onderverdeling? Ik kan mij immers niet voorstellen dat het aandeel fraude dan zo groot is in die tweehonderd deskundigen, als er maar 45 boetes werden vastgesteld. Ik ga er ook van uit dat dat niet na één boete gebeurt. Ook daarin moeten we dus wat nuance brengen: wat is het aandeel opleiding, en wat is het aandeel fraude, wanneer de mensen hun certificaat van energiedeskundige kwijtspelen?
Ten slotte, het EPC wordt alsmaar belangrijker. Nu worden de controle daarop en de opleiding daarvoor verstrengd. EnergyVille heeft echter al veel langer gezegd dat puur het halen van het label niet per se het gepaste instrument is om renovaties op af te stemmen. Dat hebben we ook in de klimaatcommissie verschillende keren gehoord. Het EPC-label als doel is niet de heilige graal. Moeten we, in plaats van ons te focussen op hoe we die opleiding tot EPC-deskundige zo streng en zo goed mogelijk kunnen maken om fraude te vermijden, niet eerder inzetten op de bezorgdheid die verschillende keren werd aangegeven in de klimaatcommissie, namelijk om van het EPC niet de heilige graal van de renovatie te maken? Voorziet u ook nog pistes op dat vlak? Het is een kritiek die in de klimaatcommissie – terecht, denk ik – verschillende keren naar boven is gekomen.
Minister Demir heeft het woord.
Misschien moet ik kort meegeven dat we de resultaten van het centraal examen, en de veel gemaakte fouten, bespreken met de opleidingsinstellingen. Zo kunnen ze hetgeen vaak fout wordt gedaan aan bod laten komen tijdens die opleidingen, zodat men daaruit kan leren. Het centraal examen zal vanaf 1 januari 2025 ingesteld worden. Zoals ik zei, stromen er jaarlijks zo’n 250 nieuwe energiedeskundigen in. Dus het beroep blijft wel aantrekkelijk.
Het aandeel van deskundigen die geschorst worden vanwege een ernstige fout, is inderdaad heel klein, collega Aerts. Dit jaar – en het jaar is nog niet om – ging het om een drietal energiedeskundigen die daarom zijn geschorst. Meestal proberen we ook eerst het gesprek aan te gaan, om te kijken of daar misschien verkeerde gegevens zijn ingevoerd, of typo’s die in de computer ingegeven werden. Dus we gaan altijd wel het gesprek aan.
Het is niet zo dat we een heksenjacht voeren, maar ik vind het wel belangrijk dat een energiedeskundige met een vol bewustzijn zo’n EPC opstelt, dat die dat zelf opstelt, dat die voldoende kennis heeft, dat die voldoende knowhow heeft, en dat dat inderdaad niet gebeurt door administratieve medewerkers.
De meesten worden dus tijdelijk geschorst vanwege het niet volgen van de opleiding. Dat is de grootste bulk, om het zo te zeggen. Meestal gaat het over diegenen die geen opleiding hebben gevolgd. Schorsing vanwege ernstige fouten is een zeer zware sanctie, waarbij men ingrijpt in het inkomen van een persoon. Deze sanctie is tot op heden dus weinig toegepast. De energiedeskundigen moeten al herhaaldelijk fouten hebben gemaakt. Dus als er één fout is, wordt er meestal in gesprek gegaan, en wordt dat ook rechtgezet. Dit jaar komen we aan een honderdtal boetes, dus dat is meer dan een verdubbeling van wat het was.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Aerts, ik heb niet gesproken over fraudeurs. Ik las de krantenartikelen voor, en de krantenartikelen waren inderdaad een beetje tegenstrijdig. Eerst ging het over sjoemelende energiedeskundigen, en dan over nepnieuws enzovoort.
Ik denk dat je het moet bekijken vanuit de kant van de gebruiker. Als de gebruiker het gevoel heeft dat energiedeskundigen soms met, laat ons zeggen, een andere blik kijken naar uw woning, waardoor je een ander label zou kunnen krijgen, dan zal die eigenaar zich waarschijnlijk niet goed voelen. Die gaan zeggen dat ze daar zoveel voor betalen om dan twee verschillende adviezen en labels te krijgen, en dat dat niet klopt enzovoort. Die zal dan inderdaad een klacht neerleggen.
Maar klachten kun je voorkomen door verplichte bijscholing, net zoals in andere beroepen. Kijk maar naar vastgoedmakelaars, naar mensen die in een apotheek staan, advocaten enzovoort. Er zijn zoveel andere beroepen die zoveel uren per jaar bijscholing moeten volgen. Dat is daar een verplichting, dus ik heb er ook geen enkel probleem mee dat het ook bij de energiedeskundigen zo is. Als men die verplichting tot bijkomende scholing niet op zich neemt, vind ik het ook maar normaal dat je geschorst kunt worden, dat je een boete kunt krijgen. Ik vind dat maar normaal.
De klant moet de indruk hebben dat alle energiedeskundigen op dezelfde manier gecontroleerd, gesanctioneerd, en vooral geëvalueerd en opgeleid worden. In die context is het ook logisch dat je werkt met een centraal examen, omdat je daardoor meer een eenheid krijgt in de kennis van de energiedeskundigen, en dus minder het gevoel geeft aan de eindklant dat die, afhankelijk van bij wie die gaat, een beter label zou kunnen krijgen. Dat gevoel moeten we wegnemen door het centraal aan te sturen.
Maar ik blijf desondanks bezorgd. Minister, u zegt dat er elk jaar twee- of driehonderd deskundigen bijkomen. Er vallen elk jaar ook twee- of driehonderd af. Dus dat wil eigenlijk zeggen dat er een status quo is. Maar we zullen er altijd maar meer en meer nodig hebben.
De vraag is natuurlijk hoe we dat aantrekkelijk zullen maken. Ik denk dat je het ook aantrekkelijk kunt maken als je de energiedeskundige op een bepaald moment het gevoel geeft dat hij niet het vuil van de straat is – als ik het zo mag uitdrukken – omdat hij uitgespeeld wordt tegenover andere energiedeskundigen die soms een beter rapport kunnen opmaken. Ik denk dat dat vooral de bedoeling moet zijn. Dan denk ik dat het een bijkomende zorg voor de toekomst is, om ervoor te zorgen dat deze kost onder controle blijft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.