Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ik heb inderdaad een vraag rond waterschaarste en wateroverlast, niet zozeer over de Blue Deal, waarover trouwens dit weekend nog een hele interessante reportage in De Standaard stond. De samenvatting ervan was dat het een goed initiatief is dat misschien nog een beetje te versnipperd is, maar er moet nog veel meer gebeuren om het in een regel samen te vatten.
Mijn vraag gaat eigenlijk over het rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Zij hebben in het tweejaarlijks Natuurrapport 2023 ook vooral aandacht besteed aan die problematiek. We kennen het probleem uiteraard allemaal: de hoge watervraag en de menselijke ingrepen die de waterhuishouding verstoren. Ik denk niet dat ik daar nog veel dieper op moet ingaan. Het gaat over valleigronden waar landbouwactiviteiten op worden uitgeoefend, rechtgetrokken rivieren, gedraineerde gronden, bebouwing en aanleg van infrastructuur, de klimaatverandering enzovoort.
Deze situatie – dat wordt nog eens benadrukt in het rapport, maar is iets wat we al jaren weten – zorgt ervoor dat het water te snel wordt afgevoerd. Het zorgt bij hevige neerslag voor grote piekdebieten in de benedenstroomse delen van waterlopen, waardoor de kans op overstromingen vanuit rivieren en een overbelast rioleringsstelsel toeneemt. We kennen allemaal die voorbeelden uit bepaalde regio’s of streken in Vlaanderen, op de ene plaats al erger dan op de andere.
Het INBO-rapport stelt dat de meeste experts het erover eens zijn dat een systeemherstel essentieel is om ons te beschermen tegen die waterschaarste en -overlast. Uiteraard zijn individuele maatregelen belangrijk en dragen ze daartoe bij maar eigenlijk is het een zaak van systematiek en van een heel systeem. Ze benadrukken dan ook dat de oplossing moet liggen bij natuurlijke maatregelen die ervoor zorgen dat water langer vastgehouden wordt waardoor het kan infiltreren. De voorbeelden die zij opsommen, zijn onder andere houtkanten, bufferstroken, bodemontharding of minder draineren. Ze pleiten er vooral voor dat deze maatregelen op grote schaal en overal worden ingevoerd, aldus het rapport. Dat is ook wat De Standaard dit weekend nog eens heeft aangehaald.
Vandaar mijn vragen. Een, hoe evalueert u de maatregelen en vooral de huidige stand van zaken van de Blue Deal in het licht van dat rapport van INBO? Twee, zult u bijkomende maatregelen nemen op basis van dat rapport om de impact van wateroverlast en -schaarste tegen te gaan? Zo ja, welke en op welke termijn? Drie, wat denkt u van de oplossingen die het INBO zelf voorstelt? Overweegt u effectief de door hen voorgestelde projecten zoals houtkanten, bufferstroken en bodemontharding? Vier, de impact van wateroverlast en -schaarste zal alleen maar toenemen de komende jaren. Plant u nog andere maatregelen om dit probleem te bestrijden?
Minister Demir heeft het woord.
Het INBO-rapport bevestigt de principes van de Blue Deal: brongerichte maatregelen om water vast te houden, infiltratie, meer ruimte voor water, herstel van de natuurlijke dynamiek van rivieren om ons effectief beter te wapenen tegen droogte en wateroverlast.
We maken er werk van via investeringen door de Vlaamse overheid maar ook via heel wat oproepen waarmee we initiatieven van lokale besturen en verenigingen ondersteunen. Maar het gaat natuurlijk om meer dan projecten. Ook structureel grijp ik in: de Hemelwaterverordening, de watertoets kreeg een update, tal van watergevoelige openruimtegebieden (WORG’s) en peilbeheer. Verder zorgde ik ook voor verankering van de Blue Deal via een Blue Dealdecreet.
Als we kijken naar de stand van zaken vandaag, zien we dat er 6300 hectare aan natte natuur gecreëerd is, 88 kilometer waterlopen en 113 hectare verharde oppervlakte onthard of meer infiltrerend ingericht.
U vraagt me ook naar bijkomende maatregelen. De strijd tegen de droogte kan uiteraard niet op een legislatuur opgelost zijn. Dat zal een constante zijn. We zetten de inspanningen verder. Daarom heb ik ook vorig jaar het Klimaatadaptatieplan naar de regering gebracht, wat zich ook vertaald heeft in 155 miljoen extra budgetten om Vlaanderen weerbaar te maken. Ik denk dat ik ook tijdens deze begrotingsronde mijn engagement voor ons watersysteem nog eens heb bevestigd: nog eens 55 miljoen euro extra investeringen, waarvan ook 5 miljoen recurrent. Ik denk dat die recurrente middelen goed zijn, maar het spreekt voor zich dat de volgende regering verder moet gaan op dit elan.
Die bedragen komen trouwens boven op het half miljard dat we in het kader van de Blue Deal reeds investeren in water en boven op de 100 miljoen euro in het kader van de stroomgebiedbeheerplannen.
Zoals gezegd verankeren we die inspanningen ook dankzij het decreet zodat de volgende regering ook een eigen Blue Dealprogramma moet opmaken, met maatregelen én bijhorende financiering.
Houtkanten, bufferstroken en bodemontharding zijn brongerichte ingrepen die in het maatregelenpakket van de Blue Deal vervat zitten. Via de nieuwe Hemelwaterverordening stimuleer ik op een duurzame en structurele manier het wegwerken van verharding en het infiltreren en hergebruiken van hemelwater.
Verder maken we werk van de uitrol van het Houtkantenplan. Via een eerste oproep hebben we 22 projecten geselecteerd in negentien verschillende gemeenten, goed voor een totaal van 35 kilometer houtkanten en 2380 ton koolstofopslag. Er komt natuurlijk een tweede projectoproep.
Landbouwers kunnen ook een beroep doen op de beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) voor bufferstroken alsook de ecoregelingen van het departement Landbouw. Ook vanuit landinrichting zet de VLM geregeld in op ontharding, watercaptatie en -veiligheid. Dat zullen we in de toekomst ook blijven doen. Daarnaast zal ik de erkenning van de LEADER-gebieden (Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale) op de Vlaamse Regering brengen in de loop van het najaar. Via het instrument voor plattelandsontwikkeling kan worden ingezet op het versterken van de groen-blauwe netwerken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Het ligt inderdaad in de lijn van de verwachtingen, want dat is inderdaad wat u aangekondigd hebt bij de Blue Deal, maar ik denk alleszins dat de maatregel die het INBO voorstelt en de boodschap die gegeven wordt, belangrijk zijn in die zin dat alle inspanningen inderdaad moeten worden gekoppeld en globaal moeten worden aangepakt. Het kan natuurlijk niet over individuele maatregelen gaan. Ook de steden en gemeenten en andere partners moeten bijspringen en ook daar structurele ingrepen doen.
Ten tweede – en ik denk dat dat belangrijk is – somt u op wat er deze legislatuur geïnvesteerd is, en daarvan wordt ook gezegd dat dat heel waardevol is, maar ik denk dat het ook belangrijk is dat die inspanningen de komende jaren onverdroten worden verdergezet en dat dit eigenlijk een dossier zou moeten zijn – maar ik weet dat dat niet de gewoonte is in de politiek in Vlaanderen en België, de aanpak is daar dezelfde – dat termijnoverschrijdend en zelfs legislatuuroverschrijdend zou moeten gebeuren, willen we er effectief toe komen dat het probleem van de waterschaarste en de wateroverlast, die eigenlijk verschillende keerzijden van dezelfde medaille zijn, structureel zou worden aangepakt.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u hebt hier al uw verwezenlijkingen en realisaties rond de Blue Deal opgesomd: 500 miljoen euro met tal van verschillende investeringen. U weet dat ik al die investeringen eens tegen het licht gehouden heb en dat ik vastgesteld heb dat daar heel veel losse initiatieven, projectjes, subsidies zijn en dat daar eigenlijk weinig structuur in zit die de legislatuur zal overleven.
Wat wel goed is, is dat u extra inspanningen gedaan hebt om natte natuur te realiseren: 100 miljoen euro. Wat daar nu op moet volgen, is een venenplan, een plan dat echt zegt wat de investeringen voor de komende jaren moeten zijn om ervoor te zorgen dat die 6300 hectare waarvan u beweert dat u ze al vernat hebt – in de feiten zijn dat nog geen realisaties op het terrein maar laten we hopen dat die er wel komen – evolueren naar de 147.000 hectare die nog te herstellen is.
De opdracht die Vlaanderen heeft, is immens, en dat zal maar gebeuren als er wel degelijk een venenplan op tafel ligt. Minister, mijn vraag is wanneer er een venenplan komt dat ervoor zal zorgen dat de inspanningen die nu stilletjesaan worden aangevat, ook verder zullen worden gezet, want met die 6300 hectare die hopelijk gerealiseerd zullen zijn, zijn we eigenlijk nog niet ver vooruit.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, we zijn in grote mate wel voorstander van de Blue Deal. We hebben in het begin ook al aangegeven dat, als het over een klimaatgebeuren gaat, we voornamelijk en zo niet volledig moeten inzetten op actieve maatregelen, en dat is de Blue Deal ook.
We zijn ook voor de waterkwaliteit, en zoals we al meerdere keren hebben aangegeven, moeten we dus ook kijken naar de overstorten. Natuurherstel kan maar als de waterlopen ook zuiver zijn, naarmate de problemen van de overstorten worden opgelost en dat de bodem van eventueel onder water te zetten gronden bij overlast, als het water weggelopen is, ook fatsoenlijk blijft. Ook daar moeten we er rekening mee houden dat die grond in orde blijft en dat die geen overmatige gifstoffen zal opnemen zoals het slib in de beken en de riviertjes. Naarmate er overstorten open gaan, komt de hele rotzooi in de waterlopen, en dat zinkt tot in het slib en blijft een aantal jaren hangen. Daarom deze vraag: zijn er de laatste jaren dossiers van overstorten die al aangelegd zijn, opgelost? Ik heb weet van verschillende dossiers waarbij stukken grond onder water kunnen worden gezet. U hebt al aangegeven dat u eerst overstorten zou wegwerken vooraleer die projecten volledig door te voeren. In welke mate vordert dat?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik wil me kort aansluiten bij de vraagstelling omdat we, wat de financiering betreft, minister, vaak vanuit het terrein ook wel te horen krijgen dat er heel wat projectfinancieringen zijn geweest. Het is natuurlijk belangrijk om innovatie te stimuleren en dat kun je zeker wel een keer met projectfinanciering doen. Belangrijk is dan om dat te evalueren en tot een structurele financiering te kunnen komen. Ik denk dat het, wat de budgetten betreft, ook belangrijk is – en ook als je een duurzaam beleid wilt kunnen uitwerken – dat waterloopbeheerders in dezen een push of input van uw budgetten krijgen. Op welke manier denkt u dat naar de toekomst toe te verankeren en waarom de keuze voor zo’n groot luik van projectfinanciering versus de ondersteuning van de structurele financiering van waterloopbeheerders?
Minister, ik ga zelf namens onze fractie een korte tussenkomst doen. We hebben uiteraard het rapport niet nodig om te weten dat we met dit beleid effectief moeten inzetten op het capteren, bijhouden en infiltreren van water. Ik denk dat het wel eens heel nuttig zou zijn om wat betreft de Blue Deal, waarvan u hier een aantal maatregelen hebt opgesomd, effectief een gedetailleerde status te kunnen krijgen van waar we nu staan. Ik denk dat het echt wel eens heel interessant zou kunnen zijn om dat meer in detail te kunnen krijgen.
Ten tweede, zonder een voorafname te doen aan de extra budgetten in de begroting, is het misschien nuttig om in het kader van deze bespreking kort iets te zeggen over naar waar uw focus zal gaan en over waar die budgetten effectief zullen worden ingezet.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandenhove, ik ben akkoord met wat u zegt over een globale aanpak. Dat staat ook in het decreet. Vandaar dat we het decreet hebben gemaakt, want een Blue Dealdecreet was eerst niet voorzien. Dan kregen we terecht heel veel experten die me zeiden dat daarvoor een decreet moest komen en dat er elke legislatuur een soort van programma met concrete doelstellingen en ook een financieringsluik moest komen om het risico van droogte en wateroverlast terug te dringen. Dat is die structurele verankering. Dit is inderdaad een dossier dat deze legislatuur ook overschrijdt.
We werken aan het venenplan en er is een venenkaart, mevrouw Schauvliege. We zijn dat nu aan het vertalen naar beleid. De bedoeling is om dat niet als een losstaand plan te maken, maar dat deel te laten uitmaken van de Blue Deal. Wat de realisaties op het terrein betreft, gaat het wel degelijk over herstel van 6300 hectare natte natuur, 88 kilometer waterlopen die natuurlijk ingericht worden en 9,4 miljard minder lekverliezen, 23,8 miljard liter hergebruik van gezuiverd afvalwater, 112 hectare infiltratie en 4 tot 8 miljard liter extra regenwater. Ik heb mijn administratie ook opdracht gegeven om voor dat venenplan een ontwerp van de Blue Deal op te maken. Dat komt er dus aan.
Mijnheer Pieters, overstorten wegwerken zit in het BVR Saneringsplicht. Dus dat is ook in volle uitwerking.
Mevrouw Rombouts, structurele financiering is inderdaad nodig en zit ook vervat in het Blue Dealdecreet.
Wat de stand van zaken van de Blue Deal betreft, mevrouw De Vroe, ben ik het volledig met u eens. Ik denk dat het handig is om dat mee te delen met u en met de commissie. Naar de focus qua aanwending van de nieuwe middelen kan zeker ook verder worden gekeken.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel voor de antwoorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.