Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, minister, we hebben allen kunnen vernemen dat de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) en water-link zijn gefuseerd tot het bedrijf Adelta. Adelta wordt, zoals zelf aangekondigd door Pidpa en water-link, de grootste drinkwaterproducent in Vlaanderen, en zal meer dan 1.850.000 inwoners uit de 69 steden en gemeenten in de provincie Antwerpen van drinkwater voorzien in de toekomst.
Het is echter geen gemakkelijke weg geweest. Ik denk dat we dat niet moeten ontkennen of wegsteken. Het is een hobbelig parcours geweest, met ups en downs, waar hier al vaker over gediscussieerd is, maar het is uiteindelijk toch gelukt. Minister, uw reactie op deze fusie is duidelijk gesteld in een krantenbericht: “Ik hoop dat de rest het Antwerpse voorbeeld volgen, zo niet zal Vlaanderen optreden.” U neemt zelfs de term ‘opjagen’ in de mond om aan te tonen dat u fusies van drinkwaterbedrijven decretaal wilt opleggen.
Die ‘zo niet zal Vlaanderen optreden’ interpreteert u als een verplicht fusioneren van drinkwatermaatschappijen. Minister, u haalde drie argumenten aan waarom één groot waterbedrijf beter is dan verschillende spelers op de markt te hebben. U neemt aan dat dat, ten eerste, een verhoging van de efficiëntie zal teweegbrengen, ten tweede een verbetering van de dienstverlening en, ten derde, betaalbaar drinkwater. Hierover, en over uw uitspraken en uw stellingname, zou ik u graag enkele vragen stellen.
Waar haalt u eerdergenoemde argumenten vandaan met betrekking tot de voordelen van één groot drinkwaterbedrijf? Op basis van welk concreet onderzoek kunt u dit concluderen? Wat zijn de concreet vooropgestelde meetbare ‘normen’ die u voor ogen hebt op het vlak van efficiëntie, betere dienstverlening en betaalbaar water die de drinkwatermaatschappijen zouden moeten bereiken en dus vandaag – veronderstel ik dan, naar uw mening – niet bereiken?
Waarom denkt u dat deze bovenstaande doelen, met name verhoging van efficiëntie, verbetering van dienstverlening en betaalbaar drinkwater, die ik daarnet heb aangestipt, niet bereikt kunnen worden zonder fusies en door bijvoorbeeld goede samenwerkingen tussen de verschillende drinkwatermaatschappijen?
Waarom zou u het fusioneren van drinkwatermaatschappijen verplichten, en niet vrijwillig laten verlopen? Waarom stelt u welke timing voorop voor verplichte fusies?
Hoe garandeert u dat drinkwater betaalbaarder zal worden met één grote drinkwatermaatschappij, in plaats van te werken met meerdere spelers? Hoe garandeert u dat iedereen de laagste prijs zal kunnen betalen in de toekomst voor ons drinkwater en dat de fusies geen prijsopdrijvend effect zullen hebben voor de ene of de andere?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vraag. Ik denk dat mijn visie voor één waterbedrijf duidelijk is. Ik heb dat ook al een paar keer toegelicht. Als je van een blanco blad zou beginnen, denk ik dat niemand met gezond verstand ooit voor dergelijke versnippering zou kiezen.
Ik las her en der dat je daarmee een monopolie zou realiseren. Correctie: elk waterbedrijf heeft op dit moment een eigen werkingsgebied en dus de facto een sterke positie, aangezien er maar één aanbieder is. Daar verandert een evolutie naar één waterbedrijf niets aan.
Waterbedrijven zijn een van onze grootste partners om de maatregelen van de Blue Deal mee uit te voeren, om ons zo voor te bereiden op de gevolgen van de klimaatverandering en te zorgen voor betaalbaar drinkwater voor alle Vlamingen. Dat is nodig, want de drinkwatervoorziening in Vlaanderen staat onder druk. Dat bleek ook de voorbije jaren. Dankzij de inspanningen in het kader van de Blue Deal hebben we samen met drinkwatermaatschappijen onze drinkwatervoorziening iets robuuster gemaakt. Maar dat werk is nog helemaal niet af.
Op mijn vraag maakten drinkwaterbedrijven in 2021 daarom voor het eerst een ‘Strategische Planning voor Waterbevoorrading’ (SPW). Dat bestond nog niet. Er kwam meer afstemming en samenwerking. Dat was positief, want daardoor werd onze drinkwaterbevoorrading verder verzekerd. Ik denk dat we nu verder moeten gaan op dat elan, want om de experts de citeren: we moeten ons voorbereiden op wat vandaag al gebeurt. Vlaanderen heeft nood aan opschaling en versnelling.
Uit een impactanalyse voor onze drinkwaterinfrastructuur blijkt namelijk dat we nog niet voldoende gewapend zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Er zijn grote investeringen noodzakelijk om onze drinkwatervoorziening ook in de toekomst te blijven garanderen. De extra kosten worden in een eerste oefening geraamd op meer dan 250 miljoen euro. Daarom denk ik dat er nood is aan efficiënter beheer. Hervormingen in het landschap van de drinkwaterbedrijven zijn dus onvermijdelijk, net zoals bij de waterloopbeheerders. Ook daar zijn we naar waterschappen aan het gaan. Ik denk dat die oefening ook bij de drinkwatermaatschappijen moet gebeuren. Terwijl Vlaanderen met minder dan 7 miljoen inwoners maar liefst zeven drinkwatermaatschappijen telt, kan een wereldstad als New York met 8,5 miljoen inwoners dat met maar één drinkwatermaatschappij. Ik denk dat die oefening sowieso op ons afkomt.
Ik som enkele evidente voordelen op van één Vlaamse watermaatschappij: de leveringszekerheid blijven garanderen via één groot drinkwatersysteem in plaats van verschillende blokken, uniforme dienstverlening naar de klant, meer transparantie in de tarieven en de factuur, de waterfactuur onder controle houden, en natuurlijk ook meer efficiëntie als het gaat over IT-systemen, uniforme datasystemen enzovoort.
Ik ben dus zeer – want ik heb ook achter de schermen mee getrokken aan die fusie bij water-link en Pidpa – blij dat ze die klik hebben gemaakt om te fuseren tot een eengemaakt waterbedrijf Adelta. Daarmee is het voorbeeld gezet voor andere drinkwatermaatschappijen in Vlaanderen. We zien bijvoorbeeld dat Farys en De Watergroep ook meer en meer het nut van samenwerking actief nastreven.
Maar er is inderdaad op dit moment nog geen verplichting. Ik denk dat dat iets is waar de politiek over moet nadenken. Iedereen heeft daar natuurlijk een mening over. Dat mag. Dat is allemaal niet slecht. Dan zullen de ministers die zich zullen bezighouden met het volgende regeerakkoord, daar wellicht iets over opnemen.
Zoals gezegd worden er stappen gezet richting een eenmaking. Het Antwerps verhaal is een goed verhaal. De Watergroep en Farys zijn ook goed bezig. Dat heeft onze volle steun. Nu kijken we ook naar andere waterbedrijven, zoals Aquaduin en het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling (AGSO) Knokke-Heist, om mee te stappen in dat verhaal.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik meen te begrijpen uit uw antwoord dat u een groot ‘believer’ bent van het feit dat één groot geheel altijd efficiënter zou moeten werken. Dat is eerder de basis van de uitspraak, dan wel effectief studiemateriaal, tenzij u me dadelijk nog meegeeft op welke studies deze uitspraken gebaseerd zijn. Ik zie u nee knikken, dus ik heb het gevoel dat u overtuigd bent dat één geheel altijd efficiënter is dan verschillende samenwerkingen.
Ik denk, minister, dat het toch belangrijk is dat we oog hebben voor het feit dat er een groot verschil is tussen een wit blad en een organisch groeien van structuren, vooral omdat we verschillende bronnen hebben, en ieder dus ook zijn expertise heeft. Ik vind het heel belangrijk dat we het maximale uit samenwerkingen proberen te halen.
Minister, ik begrijp dat dit geen standpunt van de Vlaamse Regering is. Ik hoop dat – als u aangeeft dat daar naar de volgende legislatuur eens over nagedacht moet worden – alle belangrijke elementen naast elkaar gezet kunnen worden, ook de kracht van samenwerking. Ik hoop dat u daar ook oog voor hebt, en daar misschien al het nodige inventarisatiewerk voor doet.
Ik heb een laatste bijkomende vraag in dezen, minister. Als u effectief overtuigd bent dat één geheel eigenlijk altijd sterker is dan samenwerkingen tussen verschillende expertises of kleinere departementen, gaat dat dan ook op voor de rioolbeheerders? Wat is uw standpunt in dezen dan?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, het Vlaams Belang is ook wel te vinden voor een eengemaakt waterbedrijf. Alleen moeten we er ook voor opletten dat dit historisch gegroeide zaken zijn, qua infrastructuur, qua beheer, qua grondgebied en noem maar op. Als verschillende bedrijven samengaan, als dat echt opgelegd wordt – en we weten dat ook uit de privé –, dan kan het jaren duren, met de nodige conflicten, eer dat gerealiseerd kan worden.
Ik denk dat ook de waterbedrijven daar allemaal een beetje voor te vinden zijn. Alleen ligt het tamelijk ver uit elkaar. Ik bedoel dat de bedrijven zelf tamelijk ver uit elkaar liggen, niet noodzakelijk fysisch, maar qua inzichten en zo meer.
In welke mate kunt u aangeven wat u verstaat onder ‘verplichten’, en op welke termijn?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u kondigde eigenlijk al een aantal jaren geleden een hervorming van de drinkwaterfactuur aan. We weten allemaal dat die drinkwaterfactuur voor alleenstaanden en voor eenoudergezinnen een heel hoge kost met zich meebrengt. Ik wou u vragen, minister: hoe ver staat u met de hervorming van die factuur?
Ten tweede, u hebt me in juni geantwoord dat er een studie aan de gang is over de kosten van drinkwater. U had die studie besteld. Kunt u me vertellen wat de stand van zaken van die studie precies is?
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, ook mijn fractie is uiteraard voorstander van de eenmaking van de drinkwaterbedrijven. Ik denk dat daar veel efficiëntiewinsten te boeken zijn. Maar uiteraard moeten we er steeds over waken dat de voordelen aantoonbaar en duidelijk blijven.
Het klopt dat Farys en De Watergroep al nauw samenwerken. In mijn gemeente zijn beide drinkwaterbedrijven nog altijd actief. Dat is historisch zo gegroeid. Dat is ook raar, twee drinkwaterbedrijven in één gemeente. Maar ze werken nu nauw samen. Dat was vroeger niet het geval.
Hebt u ook weet van concrete fusieplannen tussen die beide bedrijven?
Ik kom graag namens onze fractie kort tussen. Ook wij zijn natuurlijk voor efficiëntiewinsten en samenwerking. Wij juichen ten zeerste toe dat daarnaartoe gewerkt wordt bij de drinkwaterbedrijven. Dat is zeker en vast ten voordele van die cliënten.
Ook moet er natuurlijk gewaakt worden over de tariefstructuur waar we het hier in het verleden ook al over gehad hebben. U weet dat ik al heel lang vragende partij ben om effectief stappen te zetten richting alleenstaanden, om daar in de tariefstructuur toekomstgericht aan te denken. Ik weet dat u daar vorige keer al positief op geantwoord hebt. Ik zal dat blijven herhalen. Het is belangrijk om ook in Vlaanderen – conform wat in Brussel en in andere regio’s gebeurt – meer aandacht voor alleenstaanden te hebben.
Minister Demir heeft het woord.
De Vlaamse waterbedrijven wisselen onderling 85 miljoen kubieke meter per jaar uit. Zonder water uit de andere kant van Vlaanderen, bijvoorbeeld uit de Maas, is er in Oost-Vlaanderen een groot probleem. Ik denk dat dat beter moet. Dat moet beter. Dat kan ook beter, denk ik.
Hoe ik dat wil opleggen? Ik denk dat we maximaal kostenefficiënt moeten werken. Dat is wat Pidpa en water-link nu ook in hun fusie hebben ingezet. Dat probeer ik nu te stimuleren. De droom kan zijn om ooit naar één geheel te gaan, maar we moeten nu een aantal fusies erdoor krijgen. De eerste is erdoor. De volgende is De Watergroep. Als die ook kunnen fusioneren, dan denk ik dat dat al een hele grote stap voorwaarts is.
Wat de rioolbeheerders betreft: dat komt binnenkort op de agenda van de regering. In het voorstel is er sprake van duidelijke verantwoordelijkheid, samenwerking en responsabilisering.
Wat de tariefstructuur betreft: ik ben het er volledig mee eens dat de alleenstaanden nu veel meer moeten betalen, verhoudingsgewijs, dan de gezinnen. Die neveneffecten worden in kaart gebracht. Dat is geen simpele oefening. Je zou denken dat dat simpel is, maar dat is het niet. Ik ben eerder geneigd om te zeggen dat men heel die energiefactuur en al die andere bijkomende kosten in een groter geheel zal moeten gooien. Want iemand zal dat betalen. Als je zegt dat de alleenstaanden minder moeten betalen, moeten die centen ergens worden gehaald. Ik denk dat je die oefening in een groter geheel zult moeten doen. Je zult ook moeten kijken wat de extra voordelen zijn bij sommige categorieën, want dat is ook een wirwar van regelingen.
Samenwerking werpt resultaten af. Dat wil ik wel meegeven. De fusie tussen Pidpa en water-link toont dat aan. Farys en De Watergroep zijn daar nu ook mee bezig. Ik denk dat dat goed is. Ik denk dat we daarmee al heel grote stappen vooruit hebben gezet: die fusies, het efficiënter benutten van waterbronnen, en ook de kostenefficiëntie. Je mag natuurlijk altijd dromen over waar je ooit naartoe wilt gaan, maar ik denk dat het goed is dat we al een eerste fusie achter de rug hebben. Nu nog de volgende.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Mij is het niet helemaal duidelijk wat u bedoelde met de rioolbeheerders, dat er iets naar de regering ging. Gaat dat louter over meer samenwerking, of suggereert u daar ook fusies?
U haalt altijd – en dat vind ik heel belangrijk – aan dat samenwerking een grote vooruitgang met zich kan meebrengen. Ik denk dat het belangrijk is dat Vlaanderen daar voldoende op blijft inzetten, in de plaats van tot gedwongen fusies over te gaan. Een gedwongen huwelijk is zelden een goed huwelijk.
U stelt dat een waterbedrijf een monopolie heeft in zijn gebied. We moeten vandaag vaststellen dat we de verschillende waterprijzen, maar ook de kwaliteit en de lekverliezen en zo meer, al die verschillende parameters, van de verschillende bedrijven transparant meekrijgen, en dat men zich dus ook meet aan elkaar. Dat is ook vaak een stimulans om het beter te doen, om te leren van elkaar, en dus vooruitgang te boeken.
Vandaar, opnieuw: ik denk dat samenwerking ons heel ver kan brengen. Ik heb liever samenwerking dan gedwongen huwelijken. We moeten vooral voor ogen houden – en daar heb ik niet direct een antwoord op gekregen, minister, en ik weet niet of u dat weet – op welke manier de garantie van de laagste prijs voor de beste waterkwaliteit gegeven en gegarandeerd kan worden. Dat is bij een fusieverhaal zeker niet gemakkelijker.
De vraag om uitleg is afgehandeld.