Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, over Armenië, en ook over Nagorno-Karabach, zijn hier al veel debatten en ook resoluties geweest. De christelijke Armeense enclave Nagorno-Karabach in het islamitische Azerbeidzjan wordt na een conflict volgend op het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nu al dertig jaar bestuurd door een autonoom Armeens bestuur. Dat is voltooid verleden tijd, zou ik zeggen, want na een militair Azerbeidjaans initiatief zijn de Armeense autoriteiten in de regio ondertussen tot overgave gedwongen, waarbij ook hun veiligheidsdiensten werden ontbonden. Aan de autonomie van de enclave komt daarbij helaas een einde. De Armeense regering vroeg de Verenigde Naties om waarnemers en een vredesmacht te sturen naar de enclave, vooralsnog blijkbaar zonder resultaat.
Azerbeidzjan heeft gezegd dat de Armeniërs in het veroverde gebied beschermd zullen worden, maar een groot deel van de bevolking heeft daar weinig vertrouwen in. Dat er een massale exodus plaatsvindt, bewijst deze angst trouwens. Armenië zou al meer dan vijftigduizend vluchtelingen uit Nagorno-Karabach hebben geregistreerd. Dat zo’n groot aantal Armeniërs de regio ontvlucht, geeft toch wel de indruk van een etnische zuivering waarbij de Armeense aanwezigheid en cultuur in de regio worden uitgewist of zullen worden uitgewist. Op satellietbeelden stelt men vast dat een grote karavaan aan auto’s van vluchtelingen zelfs vanuit de ruimte te zien is.
Tot op heden heeft de internationale gemeenschap maar weinig actie ondernomen om deze tragedie te voorkomen. Ik heb zonet al gesteld dat ik hieromtrent al veel vragen in de commissie heb gesteld. Bij een vraag die ik op 19 september stelde – voorafgaand aan de overgave – antwoordde u, minister-president, dat “de EU intensief betrokken is” en “zich blijft inzetten voor het normalisatieproces tussen Armenië en Azerbeidzjan”. U verwees ook naar de EU Mission in Armenia (EUMA) die actief is: een ongewapende, civiele missie met als doel de veiligheidssituatie te observeren en daarover verslag uit te brengen aan de EU. U voegde er nog aan toe, en ik citeer: “Zolang de EU actief tracht om daar dingen op te lossen, denk ik niet dat wij daar als Vlaanderen doorheen moeten spartelen om daar ook iets te doen.” Ondertussen blijkt dat de inspanningen van de EU in het kader van een normalisatieproces gefaald hebben.
Vandaar dat ik een reeks vragen hieromtrent had. Hoe evalueert u, minister-president, die massale exodus van Armeniërs uit het gebied? Kunt u mij meedelen welke initiatieven er door Vlaanderen, België en de EU inmiddels genomen werden om de veiligheid van de Armeense bevolking uit Nagorno-Karabach te garanderen? Welke initiatieven worden er genomen teneinde de dreigende uitwissing van de Armeense cultuur in die regio te voorkomen? Welke gesprekken heeft Vlaanderen in dat verband desgevallend reeds gevoerd, en welke initiatieven heeft het eventueel al genomen? Welke buitenlandse aanwezigheid is er desgevallend al in Nagorno-Karabach, in overleg met de autoriteiten van Azerbeidzjan, om toe te zien op de situatie? Zijn er al initiatieven genomen om het mandaat van de EU-missie ter zake uit te breiden? Wat is de stand van zaken betreffende de agendering van de kwestie op de agenda van de Verenigde Naties? Bevestigt u de Armeense visie dat er momenteel een etnische zuivering aan de gang is?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, er is inderdaad sprake van een exodus van Armeniërs uit Nagorno-Karabach. Momenteel gaat de Armeense premier Nikol Pasjinjan ervan uit dat alle 120.000 inwoners van Nagorno-Karabach naar Armenië zullen trekken. De Armeense regering verklaarde ook dat ze passende huisvesting zal bieden aan iedereen zonder vaste verblijfplaats. Sinds 24 september zijn ongeveer negentigduizend ontheemde Armeniërs gevlucht uit het gebied. Een groot deel daarvan is ondertussen in Armenië aangekomen.
Ik zal uw tweede, derde en vierde vraag samen behandelen. De EU volgt de ontwikkelingen op de voet en werkt op het hoogste niveau om de gevolgen van de vijandelijkheden voor de burgerbevolking te helpen verlichten. Zo heeft de EU 5 miljoen euro aan bijkomende humanitaire hulp vrijgemaakt voor de vluchtelingen die vanuit Nagorno-Karabach naar Armenië gevlucht zijn. Verder is het geld bedoeld om kwetsbare mensen in Nagorno-Karabach bij te staan.
Op 26 september werd onder auspiciën van EU-voorzitter Michel een bijeenkomst belegd tussen de Armeense secretaris van de Veiligheidsraad en de adviseur Buitenlands Beleid van de Azerbeidzjaanse president. Hieraan namen ook de diplomatieke adviseurs van de Franse president Macron en de Duitse bondskanselier Scholz deel, alsook de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië. De vertegenwoordigers van Armenië en Azerbeidzjan bespraken er concrete stappen om het vredesproces tussen beide landen vooruit te helpen. Concreet spraken de partijen over grensafbakening, veiligheid, connectiviteit, humanitaire kwesties en het bredere vredesverdrag.
De Vlaamse Regering steunt de EU ten volle in haar inspanningen om de veiligheid van de Armeense bevolking in Nagorno-Karabach te garanderen en de vluchtelingen die van Nagorno-Karabach naar Armenië zijn verdreven, bij te staan. De positie van de Federale Regering ligt op dezelfde lijn.
De situatie in Nagorno-Karabach baart niet alleen de Vlaamse Regering en de EU ernstige zorgen, maar ook de internationale gemeenschap. Niet enkel de EU maakt geld vrij voor de getroffenen. Ik heb vernomen dat ook de Verenigde Staten 11,5 miljoen euro aan steun hebben vrijgemaakt. Ondertussen heeft mijn Duitse collega, minister van Buitenlandse Zaken Baerbock, Azerbeidzjan opgeroepen om internationale waarnemers in het gebied toe te laten. Ik ben niet op de hoogte of er al daadwerkelijk een buitenlandse aanwezigheid is op het terrein.
De civiele EU-missie in Armenië ging begin dit jaar van start, heeft een mandaat van twee jaar en maximum honderd personeelsleden. De missie werd ingesteld naar aanleiding van een officieel verzoek van de Armeense autoriteiten. Het volgt op de European Union Monitoring Capacity to Armenia (EUMCAP), de EU-missie in Armenië tussen oktober en december 2022. Het EUMA-mandaat, dat bestaat uit observatie en rapportage over de veiligheidssituatie, bestrijkt een geografisch groter gebied vergeleken met EUMCAP. Momenteel zijn er geen plannen om het EUMA-mandaat te wijzigen.
Het conflict in Nagorno-Karabach staat al lange tijd op de radar van de Verenigde Naties. Reeds in de jaren 90 werden er vier VN-resoluties over het conflict aangenomen. Naar aanleiding van de heropflakkering van het conflict stond de kwestie weer op de agenda. Op 21 september hield de VN-Veiligheidsraad op vraag van Frankrijk een spoedzitting over de situatie. De Veiligheidsraad zal dus met de zaak gevat blijven.
Ik kan moeilijk vanuit Vlaanderen beoordelen of er daadwerkelijk een etnische zuivering aan de gang is. De Vlaamse Regering onderstreept de ernst van deze crisis en volgt de ontwikkelingen nauwgezet op. Ik heb daar ook al een persmededeling over gedaan, om de partijen op te roepen om die gewelddadige acties te stoppen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Men gaat ervan uit dat alle Armeense inwoners van Nagorno-Karabach dat gebied zullen ontvluchten. Wat mij betreft is dat een duidelijke indicatie van een etnische zuivering van het gebied, alhoewel u zich daar niet onmiddellijk volmondig bij wenst aan te sluiten.
Ik neem alleszins akte van de initiatieven die de EU reeds nam, en van het feit dat Vlaanderen deze acties ondersteunt. U stelt dat Duitsland heeft opgeroepen om buitenlandse waarnemers toe te laten in het gebied. Ik vroeg me af of Vlaanderen van plan is om zich hierbij aan te sluiten, of om een gemeenschappelijk initiatief van de EU te vragen.
Ik wil hier van de gelegenheid gebruikmaken om toch te wijzen op het feit dat mijn collega in de kamer, mevrouw Ellen Samyn, de federale minister van Buitenlandse Zaken hierover ook heeft ondervraagd. Want ook de Belgische reactie was eigenlijk nogal ondermaats. Ik neem wel akte van het feit dat u zelf een persmededeling daaromtrent hebt verstuurd. In de federale Kamer was de kritiek ten aanzien van de federale overheid toch wel groter.
Ook vanuit Vlaanderen kwam toch niet te veel reactie, buiten de persmededeling waarover u sprak. Maar als de nood het hoogst is, moeten er echt forse reacties komen, en mag het niet enkel blijven bij mooie beloftes, mooie woorden. Dan moeten er echt wel initiatieven genomen worden die iets forser zijn.
De vraag is ook in hoeverre – en daar hebben we het daarnet nog niet over gehad – de Europese gasdeal met Azerbeidzjan de Europese Unie nog speelruimte geeft in dit dossier. Wij hebben het gas van de agressor ter zake nodig in Europa.
Ik las nog niet zo lang geleden, eind september, in Knack commentaar van Robbert de Witt. Die liet optekenen, en ik citeer: “Opnieuw heeft Europa de energie van de agressor nodig. Jaarlijks gaat er 8 miljard kubieke meter gas van Azerbeidzjan naar Europa.” En dat wordt nog veel meer. De winst gebruikt Bakoe voor een modern leger om die arme Armeniërs onder de voet te lopen. Dat zegt Robbert de Witt in het weekblad Knack. Ik wou dit hier toch naar voren te brengen, om te duiden op de ernst van de situatie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, het conflict in Nagorno-Karabach kent een lange voorgeschiedenis, met periodes van rust, maar met nu toch een geweldige escalatie. De situatie is hier al geregeld aan bod gekomen. In plenaire vergaderingen hebben we daarover een resolutie goedgekeurd, met een aantal vragen aan de Europese Commissie. Wij blijven bij Vooruit voor een vreedzame oplossing pleiten. Wij roepen de betrokken partijen op om dringend de dialoog te hervatten. Het is dan ook van groot belang dat de rechten en de veiligheid van het deel van de Armeense bevolking dat achtergebleven is in Nagorno-Karabach, gewaarborgd blijven. Ik hoorde over de middag nog op het nieuws dat dat vooral de kwetsbaren zijn, die echt niet wegkunnen. Al de rest is vertrokken. De humanitaire noden zijn daar zeer groot. Het Internationale Rode Kruis is er aanwezig. Wij vragen ons ook af of u bereid bent om vanuit Vlaanderen extra steun te bieden.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik wil ook even namens de N-VA-fractie tussenkomen, gezien de ernst van de situatie in Nagorno-Karabach. De situatie verandert dagelijks, zo niet uur per uur. Ik denk dat iedereen de schrijnende beelden de voorbije dagen heeft gezien. Die zijn hartverscheurend: volgepakte wagens, koffers op het dak van de wagens, verlaten ziekenhuizen, verlaten kantoren, verlaten mortuaria … 120.000 mensen zouden intussen vertrokken zijn, kreeg ik vanmiddag nog door.
De mensen die achterbleven zijn, schat men op een vijftig- tot duizendtal personen, en dat zijn inderdaad heel kwetsbare mensen. De hulpverleners zijn ook vertrokken, dus dat maakt de situatie van die mensen er natuurlijk niet beter op. De enclave is momenteel zo goed als verlaten, en niemand hier kan, denk ik, zeggen of het vertrek van deze mensen onterecht is, en dat ze niets te vrezen hebben. Op zijn minst is het lot van de resterende bevolking, die daar nu nog aanwezig is, echt heel erg onzeker.
Ik wou een aantal van mijn bezorgdheden daaromtrent meegeven: de bezorgdheid rond de bewaking van het internationaal recht, de bezorgdheid die uitgaat naar de achtergebleven Armeniërs daar, de bezorgdheid voor de 120.000 mensen die gevlucht zijn – want er zijn ondertussen heel wat mensen toegekomen in Armenië, en er is voldoende steun nodig om die mensen te herhuisvesten –, en de bezorgdheid voor het culturele patrimonium.
Ik ben tevreden, minister-president, dat u bevestigt dat de Vlaamse Regering deze situatie op de voet volgt, dat u de ernst daarvan onderstreept, en dat u ook pleit voor die humanitaire hulp, en om die Europese middelen vrij te maken. Ik had daarom geen bijkomende vragen, maar wel de oproep naar de collega’s om samen nog eens te bekijken of wij vanuit deze commissie nog een initiatief kunnen nemen.
De heer Aerts heeft het woord.
De situatie in Nagorno-Karabach is ondertussen uitvoerig geschetst door de andere collega’s. Het is natuurlijk hallucinant dat een stad, een hoofdstad, dreigt te verworden tot een spookstad. Dat een enclave na dertig jaar ophoudt te bestaan, daar zijn weinig woorden voor. De beelden spreken – inderdaad, collega – voor zich.
Vanuit Groen sluiten we ons uiteraard aan bij de veroordeling van die situatie, en bij de nood aan zorg voor de meest kwetsbaren, die vaak diegenen zijn die uiteindelijk achterblijven.
Mijnheer Deckmyn, ik hoor u nu ook een pleidooi houden. U legt de link naar gas en de gasdeal. Ik denk dat het nu overduidelijk is dat we af moeten van dat gas, dat we meer moeten inzetten op hernieuwbare energie. Ik spoor u en uw collega’s dan ook aan om ook in de commissie Energie en Klimaat dat pleidooi te voeren, zodat we inderdaad onafhankelijker zijn van die regimes. Want het is een groot probleem dat we daar afhankelijk van zijn. Dat geldt voor nucleaire energie, en dat geldt voor gas. De bronnen die we zelf in de hand hebben, zitten bij hernieuwbare energie. Ik hoop dat, als we dan toch onafhankelijker willen worden, dat pleidooi ook in die andere commissies wordt overgenomen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik merk grote eensgezindheid in deze commissie. Om op de vraag van mevrouw Lambrecht te antwoorden: wij zullen in contact treden met het Rode Kruis-Vlaanderen om te kijken welke noden er zijn, en of we daar eventueel nog op kunnen inspelen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Om terug te komen op die problematiek van de Europese gasdeal, die inderdaad weegt op de besluitvorming binnen dit conflict: ik heb dat inderdaad gebruikt, maar ik wil ook stellen dat we de redenering misschien ook kunnen omdraaien. Om dan nog maar eens Robbert de Witt te citeren uit Knack van eind september – en ik eindig gewoon met dit citaat: “Apathisch toekijken hoeft niet. De miljardendeal met bijbehorende miljardeninvesteringen zijn een sterk drukmiddel om Aliyev tot terughoudendheid te dwingen. Dat helpt meer dan zwijgen over het lot van Armenië. Dringend gewenst: lef en spierballenpolitiek.”
De vraag om uitleg is afgehandeld.