Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, deze zomer was het nogal wat. Op 20 juli werd de omgevingsvergunning voor het omstreden Project ONE van INEOS in de Antwerpse haven vernietigd. Onmiddellijk daarna werden een aantal heel bijzondere stappen gezet in de vakantieperiode. Op 27 juli beslisten de N-VA en Open Vld om, zonder steun van coalitiepartner cd&v, een voorstel van decreet in te dienen in het parlement. U kondigde een week voordien nog aan dat uw ministeriële instructie de enige manier was om een vergunningsstop te voorkomen. Die instructie werd, tien dagen nadat ze gelanceerd was, in stilte weer ingetrokken. We zijn nu allemaal aan het afwachten wat het advies van de Raad van State zal brengen, die zal oordelen of het stikstofdecreet wettig is of niet.
Ondertussen raakte bekend dat er voorafgaand aan die opmerkelijke demarche een opmerkelijke ontmoeting plaatsvond – een eerste in een reeks van twee waarvan wij weten – tussen een reeks politieke zwaargewichten en de bedrijfsleiding van INEOS. INEOS-baas Jim Ratcliffe verklaarde op 28 juli in De Tijd dat hij tijdens dat overleg het politieke engagement kreeg dat het probleem van de vergunning zou worden opgelost.
Eerst probeerde de meerderheid in de pers te duiden dat het hun “onorthodoxe maar noodzakelijke parlementaire manoeuvre” was dat de INEOS-topman kon overtuigen. Nadien werd dat genuanceerd en raakte bekend dat er tijdens dat overleg extra beloftes zijn gedaan aan INEOS. Uit informatie die verscheen in de pers, blijkt dat INEOS de regering onder druk zou hebben gezet en een timing voorop zou hebben gesteld om de problemen op te lossen. Nadien verspreidde het bedrijf dat dat misschien niet helemaal correct was.
Intussen is er nog een overleg geweest met topman Ratcliffe om de stand van zaken te kennen. En intussen hebben we ook vernomen dat de waarborg die de Vlaamse Regering gevraagd werd te verlenen om een overbruggingskrediet los te weken bij de banken, verleend werd. Over de vergunning werd nadien echter niet heel veel communicatie meer verspreid, vandaar ook mijn vragen aan u, minister. De vragen over de waarborg hebben we al in een andere commissie aan minister Brouns gesteld.
Werd met het bedrijf gesproken over een concrete timing om de problemen met de vergunning op te lossen? In de pers circuleerde een periode van vier maanden waarbinnen dat zou worden opgelost. Is dat een realistische timing? Werd die timing effectief afgesproken? Zo niet, welke timing werd er dan wel afgesproken?
Welke oplossingsrichtingen met betrekking tot de vergunningverlening werden met INEOS besproken?
Er wordt altijd gesproken over een vergunning enerzijds en de passende beoordeling en het stikstofdecreet anderzijds. Is de goedkeuring van het stikstofdecreet belangrijk voor de vergunning van INEOS?
INEOS maakte een passende beoordeling op die niet voldeed. Ze toonden niet aan dat de stikstofuitstoot geen wezenlijke impact had op het natuurgebied Brabantse Wal. Is het niet het meest logische dat INEOS een nieuwe vergunning aanvraagt, een nieuwe passende beoordeling opmaakt en daarvoor een nieuw openbaar onderzoek doorloopt?
Is de termijn van vier maanden die in de pers circuleert, een eis die INEOS al dan niet heeft uitgesproken of een belofte die hen gedaan werd, realistisch?
In het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVB) geeft de raad aan dat de vergunning routinematig en achteloos werd verleend. Hoe zult u ervoor zorgen dat vergunningen niet meer routinematig en achteloos worden verleend?
INEOS heeft als bedrijf het risico genomen om al met de bouw van de installatie te beginnen, hoewel het nog niet zeker was dat die vergunning behouden kon blijven, aangezien er nog lopende procedures waren. Zij hebben dat risico met andere woorden zelf genomen. Gaat de Vlaamse Regering ermee akkoord dat alle schade ten gevolge van het stilleggen van de werken bijgevolg ten laste is van INEOS en niet op de Vlaamse overheid kan worden verhaald, omdat zij heel goed op de hoogte waren van het risico dat ze namen toen ze met de werken startten?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vraag. Ik wil duidelijk stellen dat ik tot op heden op geen enkel overleg aanwezig was met de heer Ratcliffe van INEOS. Aangezien ik zelf nooit met hem heb samengezeten, kan ik er dan ook niet veel over vertellen.
U verwijst terecht naar het vernietigingsarrest. Er is op 20 juli een vernietigingsarrest uitgesproken door de achttiende kamer van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In het arrest wordt een termijn van zes maanden vooropgesteld. Ik denk dat de raad die termijn ook vooropgesteld heeft wetende dat er nu pas een passende beoordeling gemaakt wordt.
Ik ga me ook niet uitspreken binnen welke termijn de beslissing genomen gaat worden: het kan die zes maanden zijn, het kan vier maanden, drie maanden of wat dan ook zijn. Ik denk dat het ten eerste heel belangrijk is dat er een passende beoordeling is, en ten tweede dat we ook kunnen vergunnen op basis van een juridisch kader.
Vooreerst wil ik benadrukken dat het hier een lopende procedure betreft waar een nieuwe beslissing in moet worden genomen. Ik heb zeker niet de intentie om verder in te gaan op de inhoud van het dossier noch op eventuele oplossingsrichtingen, noch op de termijn waarbinnen een beslissing wordt genomen. Niettegenstaande is er inderdaad de vraag van het bedrijf om zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing te hebben.
Wat betreft uw vraag of de goedkeuring van het stikstofdecreet belangrijk is voor de vergunning van INEOS, kan ik antwoorden dat we het met z’n allen eens zijn dat een goedgekeurd stikstofdecreet belangrijk is voor alle vergunningen in Vlaanderen, dus ook voor INEOS, wat de aard ook is: bouw, transport, landbouw, industrie, kmo’s, noem maar op. We hebben daar gewoon een goedgekeurd stikstofdecreet voor nodig. Zoals al zoveel gesteld door mij, maar ook door experten en rechtspraak: het stikstofbad is vol en we moeten dringend werk maken van dwingende reductiemaatregelen die verankerd zijn in de wetgeving.
Ik verwijs hierbij ook nog eens naar de passage van het arrest die dit benadrukt: “Immers moet worden opgemerkt dat het definitief PAS-akkoord kadert in een programmatische aanpak met generieke sectoroverschrijdende emissiereducties tegen 2030.” Dat is dus het G8-scenario. “Noch de verwerende partij, noch de raad kunnen bij hun beoordeling vooruitlopen op het toekomstig regelgevend kader van een definitieve programmatische aanpak stikstof en het daarin verankerde maatregelenpakket.” Dat is wat het arrest zegt. Uiteraard, aangezien het niet is goedgekeurd, kunnen ze hier ook niet op vooruitlopen. Ik mag dan ook hopen dat elkeen in dit parlement dit beseft.
Wat betreft uw vierde vraag: zoals ik heb aangegeven, is er inhoudelijk nog geen passende boordeling. Men is die volle bak aan het voorbereiden, daar ga ik toch van uit. Het is aan Ineos om de keuze te maken of zij een geheel nieuwe vergunning aanvragen of het bestaande dossier aanvullen. Wanneer het dossier wordt aangevuld, en als die passende beoordeling er is, zal ik als vergunningverlenende overheid hierover kunnen oordelen.
Met betrekking tot uw vijfde vraag over de termijn van vier maanden die in de pers circuleert, kan ik antwoorden dat ik wat er in de pers circuleert, voor de pers laat. Zoals gezegd verwijs ik naar de termijn van orde zoals die in het arrest vermeld staat. Ik denk dat het de vraag van eenieder is die een vergunning aanvraagt om zo snel mogelijk een nieuwe beslissing te kennen. Dat snap ik wel. Ik kan en zal echter pas oordelen op het moment dat het dossier opnieuw voorligt bij mij, hopelijk met een sterkere juridische basis dan een ministeriële instructie of wat dan ook. Ik hoop echt dat we dat aan de hand van een juridisch kader kunnen doen. Zoals u weet hebben we al twee jaar geen juridisch kader en hebben we het zo lang mogelijk proberen te rekken met de instructie, maar de instructie zal ook niet meer helpen.
Vanuit het standpunt van een ondernemer en investeerder snap ik dat ze zo snel mogelijk een beslissing willen. Het arrest zegt zes maanden, maar ik denk dat er vooral een goede passende beoordeling moet voorliggen en hopelijk ook een kader aan de hand waarvan we kunnen vergunnen.
Dat is ook meteen het antwoord op uw zesde vraag. De raad heeft in dit geval geoordeeld dat de passende beoordeling – waarvan ik moet meegeven dat die dateert van de indiening van vergunningsaanvraag in eerste aanleg, het dossier was bij mij in beroep en die passende beoordeling was gebeurd in eerste aanleg – op onvoldoende wijze heeft aangetoond dat het project geen betekenisvolle effecten heeft op het Nederlandse Natura 2000-gebied Brabantse Wal. De raad heeft geoordeeld dat er nood is aan dwingende en geborgde reducties van de stikstofdeposities op de Europees beschermde natuur. Dit bevestigt, nogmaals, mijn stelling dat een decreet waarin drempels worden verankerd met een stevige onderbouwing en garanties op een dalende stikstofdepositietrend, zeer urgent is om rechtszekerheid te kunnen geven aan vergunningen. In het decreet is, zoals u weet, een heel pakket aan reductiemaatregelen aanwezig en ook een onderbouwing voor grensoverschrijdende gebieden.
Elke omgevingsvergunning die wordt afgeleverd, is in principe direct uitvoerbaar. Uiteraard zijn er steeds beroepstermijnen waar men rekening mee kan houden. Het staat elke uitvoerder van een vergunning natuurlijk vrij om daar wel of geen rekening mee te houden. Dat is de initiatiefnemer. Het instellen van een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen schorst de vergunning niet. De vergunning blijft in principe uitvoerbaar. Enkel indien de raad de vergunning schorst of ze vernietigt, mag de vergunning niet langer uitgevoerd worden. Zolang de raad dus geen uitspraak gedaan heeft over een hangende procedure, mag de vergunninghouder in principe de vergunning verder uitvoeren, maar dat is uiteraard een beslissing die een bedrijf zelf neemt. Ik denk dat INEOS professioneel genoeg is en de risico’s kent om daar zelf over te beslissen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik krijg hier een heel ongemakkelijk gevoel. U antwoordt op de vraag alsof u niets met dat dossier te maken hebt, alsof u niet geraadpleegd bent naar aanleiding van het overleg met Ratcliffe en alsof u eigenlijk totaal geen fouten hebt gemaakt in dit dossier. Dan is mijn eerste vraag: bent u nog verantwoordelijk voor dit dossier? Minister-president Jan Jambon had al verklaard dat hij het dossier naar zich toe trok. Bent u eigenlijk nog betrokken bij dit dossier? Zult u hier nog beslissingen in nemen of niet?
Ten tweede, wat betreft de passende beoordeling: u gaf daarnet aan dat u dit dossier in beroep hebt beoordeeld – dat klopt uiteraard – en dat u dus eigenlijk ook niet verantwoordelijk bent voor de beoordeling van de passende beoordeling, omdat die uitspraak routinematig en achteloos op de beoordeling van de deputatie slaat. Dat begrijp ik helemaal niet. Of misschien heb ik u verkeerd begrepen. Die passende beoordeling is ingediend door INEOS. Die is dezelfde in eerste aanleg en in tweede aanleg of in beroep. Dat is net dezelfde passende beoordeling. Ik begrijp dus niet dat daar plotsklaps zo’n rare uitspraak over komt.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft gezegd dat er binnen de zes maanden een dossier moet worden voorgelegd. Welke oplossingsrichting schuift deze Vlaamse Regering naar voren in een gesprek met Ratcliffe? Zeggen zij: “Pas uw passende beoordeling aan en we beoordelen het dossier opnieuw.”? Er moet een openbaar onderzoek worden georganiseerd als er een nieuwe passende beoordeling wordt voorgelegd. Kan dat in een termijn van zes maanden of niet? Dat is een algemene vraag, in de veronderstelling dat u daar op uw bevoegdheden uitspraken over weet. En mijn eerste vraag was of u nog bevoegd bent voor dit dossier of niet.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik sluit me aan bij zowel de politieke als de procedurele vragen van collega Schauvliege, maar ik wou ook nog een bedenking maken. Er ligt op dit moment inderdaad een voorstel van decreet rond stikstof in het parlement, waarover mijn fractie al gezegd heeft dat we het in principe – we zullen bekijken wat de Raad van State nog zegt – willen steunen, omdat het past in een kader van vermindering van stikstofuitstoot, het mooie beeld van ‘we gaan het bad laten leeglopen’. Maar het moet mij toch van het hart, als ik de discussies en de gesprekken met INEOS nu zie, dat ik de indruk heb dat men toch opnieuw aan het riskeren is om tegen de muur te lopen, om deze simpele reden: of men nu voor of tegen INEOS is, dit is geen nieuw project. Het loopt al jaren. Er zijn veel discussies over. En wat de Raad voor Vergunningsbetwistingen in zijn arrest eigenlijk gezegd heeft, is dat als de Vlaamse Regering dit soort dingen wil, ze er een kader voor moet creëren waarin ze het correct kan afwegen, maar dat ze dat niet gedaan heeft.
De minister-president gaat dat kader niet creëren door te gaan negotiëren met de heer Ratcliffe en weer te beloven dat we het op een paar maanden geregeld gaan krijgen. U kunt dat alleen maar regelen als dat kader er ligt. Dus met alleen maar dat stikstofdecreet, hoezeer we het ook willen steunen, ligt dat kader er volgens mij ook niet. Het is tegelijkertijd een vraag en een oproep, minister. Ik ben nogal agnostisch over INEOS. Ik heb mijn bedenkingen bij het project, maar ik kan wel zien hoe het zou kunnen passen in een industrieel beleid in Vlaanderen, maar dan moet de Vlaamse Regering dat industriële beleid ook uitbouwen, uittekenen, verdedigen en wettelijk kunnen verankeren. Als dat niet gebeurt, is men opnieuw bezig met vergunningen te beloven waar geen wettelijke basis voor is en waarmee men opnieuw het probleem naar de rechtbanken zal sturen, die dan opnieuw zullen beslissen dat de regering eigenlijk dingen doet die niet kunnen. Laat ons dat alstublieft niet nog eens doen. Dat is niet goed. Dat is niet goed voor de politieke geloofwaardigheid. Dat is niet goed voor het Belgische profiel als het gaat over investeringen. Dat is niet goed voor nuchtere beslissingen over bijvoorbeeld de transitie van de industrie in de haven van Antwerpen.
Dit is dus mijn oproep. Maak opnieuw – en het is uw taak als minister van Leefmilieu om daar toezicht op te houden – dat men niet weer vergunningen aflevert omdat wij vinden dat we ze zouden moeten kunnen geven. Maak dat als men vergunningen wil geven, men dat ook wettelijk kan doen, en dat men de shit niet weer doorschuift naar een rechtbank en dan achteraf zeurt over de rechters, die gewoon de evidentie beslissen die we op voorhand allemaal kennen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s en minister, de vergunningsprocedure en alle uitspraken die daarop gevolgd zijn, hebben al voor heel wat voer voor debat gezorgd. Ik ben ook bezorgd over de rechtszekerheid van de ondernemers in Vlaanderen. Of ze nu van het buitenland komen en hier miljarden investeren of dat het Vlamingen zijn die een paar honderdduizenden of miljoenen euro’s investeren in Vlaanderen, elke ondernemer is belangrijk en heeft het recht op een juridisch rechtszeker kader.
Minister, we lezen het arrest. U geeft heel duidelijk aan dat het decreet an sich nodig is om de reducties te verankeren. (Opmerkingen)
Blijkbaar is dat grappig.
Het is juridisch belangrijk dat we een rechtszeker en een juridisch robuust kader uitbouwen. Dat hebben we altijd in deze commissie, in dit parlement, aangegeven. Ondertussen geven heel wat juristen aan dat wat specifiek de procedure van INEOS betreft, het niet het decreet is dat voor oplossingen zal zorgen. Het is de passende beoordeling die op een correcte manier moet gebeuren. Minister, ik heb u een jaar geleden gevraagd op welke manier we die passende beoordeling opmaken. Kunnen we daarover een duidelijk kader hebben? We moeten vaststellen dat als studiebureaus vandaag een passende beoordeling opmaken, het Agentschap Natuur en Bos (ANB) veelal en vandaag zelfs stelselmatig de handen in de lucht steekt. Zij weten zelf ook niet meer hoe die passende beoordeling moet worden opgemaakt. Minister, bent u van plan om rond die passende beoordeling een kader uit te werken, zodat elke ondernemer weet hoe en wat moet worden beoordeeld en ook de nodige rechtszekerheid krijgt bij de indiening van een aanvraag?
Wat in het ingediende decreet nog niet is opgenomen, is een element los van het stikstofdecreet, namelijk een administratieve lus: de mogelijkheid dat een aanvrager, hier INEOS, een aangepaste passende beoordeling kan indienen tijdens de loop van de procedure. Mag ik begrijpen dat dat het element is dat u noodzakelijk acht om die aangepaste passende beoordeling in te dienen door INEOS of niet? Of is dat geen noodzakelijk element?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, u vraagt of de minister bevoegd is. Volgens mij is het bevoegdheidsbesluit van de Vlaamse Regering nog steeds hetzelfde, voor vier jaar. Dus ja, ik ben nog steeds bevoegd voor alle vergunningen, ook voor dit dossier. U weet dat ik twee jaar geleden met het stikstofarrest vanaf dag 1 heb gezegd dat het moeilijk zal zijn om te vergunnen, dat de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie heel duidelijk is. Dat betekent dat je tegelijk het stikstofbad moet ledigen als je wilt vergunnen. We hebben dan onmiddellijk met een ministeriële instructie gewerkt en ook met strenge drempels. Met die instructie heb ik ook onmiddellijk gezegd dat het zwaard van Damocles boven Vlaanderen blijft hangen.
Op 20 juli is de Raad voor Vergunningsbetwistingen voor de eerste keer heel helder en duidelijk geweest. Op dat vlak ben ik het eens met collega Tobback: niet alleen voor INEOS maar voor alle vergunningen in Vlaanderen heb je inderdaad een kader nodig. Het is een beetje raar dat er in Vlaanderen eigenlijk geen juridisch kader is om te vergunnen.
Dat is al twee jaar de situatie waarin we zitten. Ik heb geprobeerd te vermijden om naar een vergunningenstop te gaan via een instructie. Maar we wisten allemaal dat we een handelingskader nodig hebben. Er is hard aan gewerkt. Er is ook heel veel over onderhandeld. Ik zal de geschiedenis niet herhalen. Dat is ook niet nodig. Ik ga ook niet vooruitlopen op alles wat er nog zal komen van de Raad van State enzovoort. Laat ons eerst het advies afwachten. We moeten in Vlaanderen zo snel mogelijk een juridisch kader hebben, met vergunningsdrempels en reductiemaatregelen.
Voor de toekomst van het industrieel beleid, maar ook in andere sectoren, is een stikstofdecreet een belangrijke randvoorwaarde. Dat zegt ook de rechter.
Elke beslissing, of het nu een weigering of een goedkeuring is, zal juridisch aanvechtbaar zijn. Dat is altijd zo met vergunningen. Je kunt niemand tegenhouden om naar de rechter te gaan. We leven in een rechtstaat. Dat betekent dat de overheid ten gronde … Ik ga mij nu ook niet uitspreken over het individuele dossier van INEOS. We hebben in Vlaanderen een stikstofkader nodig om goed en correct te kunnen vergunnen.
In dezen moet INEOS zelf de passende beoordeling maken. Er werd hier even verwezen naar de Duitse normen waarop het bedrijf zich beroept. De rechter verwijst naar de studies van het Instituut Natuur- en Bosonderzoek (INBO). We hebben altijd gezegd dat we die Duitse normen niet zomaar naar Vlaanderen zouden kopiëren. In die zin is het aan INEOS om een passende beoordeling te maken, en daar zijn ze mee bezig. Ik heb even geleden ook aan het ANB gevraagd om voor passende beoordelingen een soort van roadmap of richtlijnen of wat dan ook te maken. Dat was, dacht ik, de vraag van mevrouw Rombouts.
We moeten nu dus afwachten wat de komende maanden de passende beoordeling zal zijn. Het is ook wachten op het kader waarin een overheid kan vergunnen. Dat is een essentiële voorwaarde. Er zal ook worden uitgekeken naar het advies van de Raad van State.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, Vlaanderen zit wat betreft de vergunningenverlening in een juridisch moeras, al twee jaar. U zet het broddelwerk van uw voorganger, waarbij de richtlijn werd vernietigd, gewoon voort. U lanceert een ministeriële instructie, en dan een tweede, die strenger is, en die u dan in stilte intrekt. Intussen wordt een vergunning voor INEOS vernietigd. Er worden dan twee oplossingssporen naar voren geschoven. Eén, u moet uw huiswerk maken. Er moet een stikstofdecreet komen, dat nu nog altijd in de touwen hangt. En twee, er moet door INEOS een nieuwe passende beoordeling worden gemaakt. Dat lezen wij ook in de uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Maar op de vraag of daar een openbaar onderzoek aan gekoppeld is, antwoordt u gewoon niet. Dat is natuurlijk essentieel. Als er een openbaar onderzoek nodig is voor een nieuwe passende beoordeling, betekent dat dat de termijn van zes maanden onmogelijk haalbaar is en dat die van achttien maanden – achttien maanden, wat gelinkt is aan de waarborg – misschien ook niet haalbaar is. Daarop antwoordt u niet. Het is, zoals u daarnet nog eens hebt herhaald, nochtans uw bevoegdheid om daar uitspraken over te doen. Dat doet mij dus vermoeden dat er inderdaad in het voorliggende decreet een achterpoortje zit om te proberen om dat openbaar onderzoek te voorkomen.
Nogmaals, dit is juridisch broddelwerk. Ik hoop dat deze Vlaamse Regering goed beseft waarmee ze bezig is en dat zij verantwoordelijk is voor het juridische moeras waarin alle bedrijven, alle ondernemingen, op dit moment al twee jaar zitten. Wat ik hier hoor, stelt mij totaal niet gerust. Het lijkt erop dat jullie dit gewoon zullen voortzetten. Dat is een schande.
De vraag om uitleg is afgehandeld.