Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Het is traditie dat we naar aanleiding van een switch van het EU-voorzitterschap vragen stellen. Omdat ik iemand ben die van tradities houd, heb ik een vraag over het Spaanse EU-voorzitterschap.
Het begon op 1 juli 2023. Spanje stelde reeds een lijst op met Spaanse prioriteiten. Ook belangrijk om weten is dat tijdens dit voorzitterschap de Spaanse nationale verkiezingen misschien opnieuw zullen plaatsvinden. Misschien is dat volgend jaar, het is wat koffiedikkijken. Dat zal ook met België gebeuren tijdens het volgende voorzitterschap. Het is allesbehalve duidelijk wat de nasleep van de Spaanse verkiezingen zal zijn. Sowieso zal die nasleep invloed hebben op het Spaanse voorzitterschap.
De mate waarin Spanje erin slaagt zijn vooropgestelde doelen te realiseren, zal hoe dan ook mee bepalend zijn voor de uitdagingen waarmee het Belgische voorzitterschap zal worden geconfronteerd. Het is dus zaak om het Spaanse voorzitterschap met argusogen te volgen, wat ongetwijfeld zal gebeuren.
De focus van dat voorzitterschap ligt, zoals ik heb kunnen lezen, op het herindustrialiseren van de EU en op het bewerkstelligen van een open strategische autonomie voor de EU. De groene transitie vormt een tweede belangrijk aandachtspunt, waaronder ook het afhandelen van de nog resterende Fit for 55-dossiers. Ten derde is er de kwestie van de Europese eenheid, die met name tot uiting komt in de houding ten opzichte van Oekraïne, het migratiedebat en de verdieping van de interne markt. Daarnaast vormt sociale en economische rechtvaardigheid een vierde belangrijk aandachtspunt voor het nieuwe voorzitterschap. Daaronder ressorteren onder andere kwesties als ‘economic governance’ en het meerjarige financieel kader. Bij het debat over ‘economic governance’ gaat het onder andere over de regels rond begrotingstekort en overheidsschuld, die momenteel herzien worden. Het zal daarbij allicht geen verbazing wekken dat het hier niet over de gemakkelijkste gesprekken gaat. Ik heb hier uiteraard ook verwezen naar het intra-Belgische vlak, waar dit evenmin vanzelfsprekend is. De richting die men hier finaal zal uitgaan, heeft immers grote implicaties voor veel lidstaten en ook voor ons.
Minister-president, hoe kijkt u naar het voorbije voorzitterschap, zodat wij eruit kunnen leren? Wat zijn volgens u de conclusies die we eruit kunnen trekken?
Wat zijn de gunstige of minder gunstige gevolgen voor Vlaanderen van het vorige voorzitterschap en van het huidige Spaanse voorzitterschap?
Welke verwachtingen heeft deze regering van het Spaanse EU-voorzitterschap, dat al enkele maanden bezig is? Misschien kunt u al een eerste voorlopige reactie geven op het tot nu toe gevolgde parcours? Welke opportuniteiten en potentiële bedreigingen ziet u in de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap voor de Vlaamse welvaart en belangen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, ik zal uw vragen bundelen. Gezien de brede omvang zal ik er uitgebreid op ingaan.
Nu het zomerreces voorbij is en de intensiteit van de werkzaamheden onder het Spaanse voorzitterschap opnieuw toeneemt, is het een goed moment om kort terug te blikken op het Zweedse voorzitterschap en, vooral, om een vooruitblik te werpen op de ambities van het Spaanse voorzitterschap.
Het Zweedse voorzitterschap gaf blijk van een hands-on aanpak en een uitstekende voorbereiding, waardoor het mooie resultaten behaald heeft, ondanks het nodige constante beheer van de energiecrisis en de Oekraïnecrisis. Dankzij bewuste strategische keuzes om in te zetten op het afronden van dossiers met een goede kans van slagen, heeft het een heel aantal dossiers kunnen afsluiten. Dankzij een goede samenwerking met het Raadssecretariaat en met het inkomende Spaanse voorzitterschap, heeft het ook heel wat voorbereidend werk verricht waarmee het huidige Spaanse voorzitterschap concrete resultaten kan behalen en dossiers kan afronden.
Sta me toe om in te gaan op een aantal van deze resultaten van het Zweedse voorzitterschap, het ene al wat positiever voor Vlaanderen dan het ander. Het Zweedse voorzitterschap heeft de laatste dossiers van het Fit for 55-klimaatpakket afgesloten. Belangrijke volledig afgesloten dossiers behelsden onder meer de richtlijn voor de handel in broeikasgasemissierechten en de eraan gekoppelde marktstabiliteitsreserve, het Sociaal Klimaatfonds, het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en de bijdrage van de luchtvaart aan emissiereductiedoelstellingen.
Zoals jullie weten, had Vlaanderen sommige zaken liever anders gezien. Het gevolg van de focus op het klimaatpakket is dat heel wat andere milieudossiers verlaat op tafel zijn terechtgekomen, of nog moeten komen. Daarnaast publiceerde de Europese Commissie, onder druk van de geopolitieke verschuivingen, een aantal belangrijke nieuwe initiatieven omtrent de bescherming van de competitiviteit van de EU. Het Zweedse voorzitterschap heeft deze niet allemaal kunnen afwerken, maar heeft er wel heel wat werk in gestoken. Zo werd de European Chips Act afgesloten, een voor Vlaanderen uiterst belangrijk dossier, en werd er intens gewerkt aan dossiers zoals de Critical Raw Materials Act, het Single Market Emergency Instrument, de Corporate Sustainable Due Diligence Act en de Net Zero Industry Act.
De druk op het Spaanse voorzitterschap is bijzonder groot, aangezien de Europese instellingen zo veel mogelijk dossiers willen afronden voor het einde van de legislatuur. Dit betekent dat het Spaanse voorzitterschap zoveel mogelijk resultaten dient te boeken, zodat het Belgische voorzitterschap met politieke akkoorden over de nog openstaande dossiers kan landen. Het Spaanse voorzitterschap heeft die boodschap goed begrepen en houdt een hoog tempo aan, met de ambitie om dossiers zoals het Gaspakket, de Elektriciteitsmarktherziening, de Natuurherstelwet, de AI-Verordening, de Critical Raw Materials Act en de herziening van het Meerjarig Financieel Kader – dit is het Europese budget – ,met een nieuw pakket van eigen EU-middelen, af te ronden voor het jaareinde, of er toch minstens zo ver mogelijk mee te geraken. Inzake een aantal dossiers, zoals de Net Zero Industry Act, de European Health Data Space en de Gigabit Infrastructure Act, heeft het Spaanse voorzitterschap al aangegeven dat er nog werk op de plank zal liggen voor het Belgische voorzitterschap.
We verwelkomen de ambities en gedrevenheid van het Spaanse voorzitterschap om vooruitgang te maken, al pleiten we ervoor dat een dergelijk hoog tempo geen afbreuk mag doen aan de kwaliteit van de resultaten. Mijn diensten blijven zich dan ook onophoudelijk inspannen om de Vlaamse belangen te verdedigen. Het Spaanse voorzitterschap zal de komende maanden evenwel ook blijk moeten geven van flexibiliteit, gezien zowel de constant evoluerende Europese actualiteit als de politieke ontwikkelingen in Spanje zelf.
Aan de basis van de sterke inzet van het Spaanse voorzitterschap op deze dossiers liggen vier prioriteiten: de herindustrialisering van de EU en het garanderen van haar open strategische autonomie, vooruitgang op het gebied van de groene transitie, meer sociale en economische rechtvaardigheid, en de versterking van de Europese eenheid. Die prioriteiten vinden hun weerslag in de doelstellingen van de Vlaamse Regering, die een EU wil die voluit inzet op jobs, welvaart, innovatie en duurzaamheid, die de interne markt verdiept en versterkt en die een vrije en faire handel promoot, die de buitengrenzen beschermt en illegale migratie tegengaat, die sociale dumping weert en zich verzet tegen deloyale concurrentie, die onze Europese identiteit, democratische waarden, de rechtsstaat en de fundamentele rechten en vrijheden beschermt en uitdraagt, en die meer impact heeft op het internationale niveau.
De voorbereidingen voor het Belgische voorzitterschap vanaf januari 2024 lopen volop, en ook mijn diensten zetten zich voor de volle 100 procent in om van het voorzitterschap een succes voor Vlaanderen te maken. We blijven er ook voor zorgen dat de Vlaamse prioriteiten maximaal aanwezig blijven in het Belgische programma en in het trioprogramma van Spanje, België en Hongarije.
In het algemeen wil Vlaanderen tijdens het voorzitterschap sterk inzetten op innovatie, verbinding en weerbaarheid. Die krachtlijnen herken ik ook in het Spaanse programma. Daarnaast willen we ook inzetten op een aantal specifieke prioriteiten. Zo zal bijvoorbeeld het concurrentievermogen van de Europese industrie een belangrijk aandachtspunt blijven voor Vlaanderen, gegeven ons voorzitterschap van de Raad voor Industrie. Ons assessorschap in de Raad voor Transport willen we dan weer aangrijpen om in te zetten op de transitie naar slimme en duurzame mobiliteit. Het voorzitterschap van de Raad voor Cultuur wil ik aangrijpen om het Europese motto ‘eenheid in verscheidenheid’ opnieuw in de kijker te zetten, waarbij aandacht gaat naar de rol die identiteit speelt in onze eigenheid.
Hoewel ieder voorzitterschap van de Raad eigen initiatieven kan nemen en klemtonen kan leggen, is het grotendeels gebonden aan de lopende Europese agenda, zoals weergegeven in het jaarlijkse werkprogramma van de Europese Commissie. Het werkprogramma voor 2024 verwachten we in oktober, en dat zal meteen ook het laatste werkprogramma van de huidige Europese Commissie zijn. Tegelijk zullen de grote uitdagingen die de EU vandaag kent, ook de nodige aandacht krijgen in het programma van het Belgische voorzitterschap. Daarom zullen wij ons ook wendbaar blijven opstellen.
Tot slot vroeg u ook nog naar enkele lessen die we uit het Zweedse voorzitterschap konden trekken voor onze eigen plannen. Een meer praktisch, maar voor mij niet onbelangrijk punt is de locatie van de verschillende evenementen. De Zweden kozen voor een erg centrale aanpak, waarbij veel van hun activiteiten plaatsvonden in hun hoofdstad en vaak zelfs vlakbij de luchthaven. Voor mij is het Europese voorzitterschap echter juist een gelegenheid om Europa ook kennis te laten maken met Vlaanderen in al zijn verscheidenheid. De meeste van de gasten die we in de eerste helft van volgend jaar zullen ontvangen, zijn nog nooit buiten Brussel geweest. Met onze geografische spreiding van activiteiten zullen we daar verandering in brengen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw omstandige antwoord. Ik neem er een paar elementen uit.
In uw verwijzing naar het Zweedse voorzitterschap bespeur ik een zekere onvrede als het gaat om de milieudossiers. Zo heb ik het toch begrepen. Blijkbaar werden daar voor Vlaanderen niet altijd de juiste prioriteiten gelegd. Ik vraag mij af waar u juist op doelde. Kunt u daar misschien wat concreter over zijn?
U zei ook dat het Spaanse voorzitterschap flexibiliteit zal moeten tonen gezien de complexiteit van de dossiers die op ons afkomen. Dat is bij elk voorzitterschap wel zo. Sta me toe hier toch wel wat vraagtekens bij te plaatsen. Enerzijds lijkt Spanje niet altijd intern flexibel te zijn of te zijn geweest. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het dossier rond de onafhankelijkheid van Catalonië. Dat is zeker geen voorbeeld van flexibiliteit in het aanpakken van dossiers. Ik gebruik nu een understatement. Anderzijds heeft Spanje nog altijd een regering van lopende zaken en een onstabiel partijlandschap, wat het nu ook niet gemakkelijker zal maken om de nodige flexibiliteit te tonen. Ik heb daar ook in mijn initiële vraagstelling naar verwezen.
U zei ook dat Zweden de zaken vrij centraal organiseerde. Ik weet niet hoe Spanje dat nu organiseert. Ik onthoud vooral dat u vooruitblikt naar de Vlaamse rol in het Belgische EU-voorzitterschap volgend jaar. U streeft daarin naar meer decentralisatie. Dat is inderdaad een belangrijke zaak. We moeten tonen dat Vlaanderen bestaat. We mogen ons er ook niet toe beperken Vlaanderen te presenteren als een regio in Europa. We moeten veel verder gaan dan dat. We moeten Vlaanderen presenteren als een staat in wording. We hebben genoeg mogelijkheden om dat te doen. Denk aan onder meer onze verdragsbevoegdheid. Als wij met deze commissie naar het buitenland gaan, valt het mij altijd op dat we heel goed moeten benadrukken dat onze staatsstructuur heel veel verschilt van andere staatsstructuren in Europa waar men ook regio’s heeft. Er wordt vaak verwezen naar het Europa van de regio’s. Het Vlaams Belang wil niet dat Vlaanderen wordt gepresenteerd als een van de vele regio’s in Europa. We zijn veel meer dan dat. Daarom waardeer ik zeker uw laatste opmerking, uw voorzet als ik het zo mag noemen, over het streven naar meer decentralisatie. Maar het moet meer zijn dan Vlaanderen presenteren als een regio in Europa.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik sluit mij aan bij de vragen en dank u ook voor uw uitgebreide antwoord.
We moeten inderdaad de nadruk leggen op de diversiteit in de eenheid binnen Europa, en op de prioriteiten die u vanuit Vlaanderen hebt vooropgesteld in verband met onder andere innovatie, weerbaarheid en duurzaamheid. U hebt ook verwezen naar de vier prioriteiten onder het Spaanse voorzitterschap. Ik vergelijk deze graag met de prioriteiten onder het Belgische voorzitterschap, voor zover ik daarover al gelezen heb. De vierde Spaanse prioriteit is: de Europese eenheid versterken. Een van de werven van het Belgische voorzitterschap die mevrouw Hadja Lahbib een paar maal heeft voorgesteld, is de uitbreiding van de EU. De voorbije weken horen we minder over Oekraïne. Maar er wordt wel gesproken over bijvoorbeeld Moldavië en Bosnië. Wat is het standpunt van Vlaanderen met betrekking tot de uitbreiding?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, wat betreft het positioneren van Vlaanderen kan ik u zeggen dat dat in elk internationaal contact het begin van alles is. In foro interno en in foro externo wordt dat heel goed gepositioneerd. Dat is inderdaad een werk van lange adem en van herhalen, herhalen, herhalen. Men vergelijkt dan met de Deutsche Länder. Ja, dat is deels wel, maar ook grotendeels niet mogelijk. We hebben het voordeel dat het in de wereld zo uniek is. En we hebben het nadeel dat het in de wereld zo uniek is. Maar ik houd het toch bij het voordeel. (Lacht)
Het nadeel is wel dat je het iedere keer opnieuw en opnieuw … Neem van mij aan dat we dat ook in het voorzitterschap zullen doen. Trouwens, een van de initiatieven die ik zelf neem tijdens het voorzitterschap, is om sterke regio’s uit Europa samen te brengen om aan de EU te zeggen: “Als u het meent met klimaataanpassingen en herindustrialisering en alle uitdagingen waar we nu voor staan, werk dan niet alleen met de lidstaten. De meeste van die dingen moeten worden gedaan door de deelstaten, de Länder.” Als je die systematisch bypast, wat ze volgens het Verdrag niet mogen, maar wat ze wel in de praktijk doen, zal er niets van in huis komen. We zijn een coalitie aan het vormen van sterke Länder, regio’s, kantons en weet ik veel wat om die stem in Europa te laten klinken.
Wat mijn kritiek op Zweden betreft, denk ik dat een aantal van de werven die men heeft gedaan rond klimaatverandering, wel goed verlopen zijn. Het is niet omdat het voorzitterschap die dossiers afrondt dat de standpunten die worden ingenomen ook het standpunt van het voorzitterschap zijn. Soms is het tegendeel waar. De voorzitter moet de consensus trachten te bereiken. Dat is misschien niet altijd 100 procent wat de voorzitter wil.
Mijnheer Vanlouwe, ik heb met de federale eerste minister gesproken over de positionering van mevrouw Lahbib. De uitbreiding van de EU is niet de prioriteit van het Belgische voorzitterschap. De grote prioriteit zal het industriebeleid zijn. We moeten ervoor zorgen dat we onze industrie niet verliezen. De Inflation Reduction Act en al die bedreigingen vormen de grote uitdaging en de grote inzet van het Belgische voorzitterschap. De uitbreiding van de EU is dat veel minder. Voor ons is de uitbreiding van de EU absoluut geen prioriteit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.