Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u voor de toelichting in de besloten zitting. Ik heb ook nog vragen voor u in de open zitting. De aanleiding was natuurlijk de toelichting die we op 24 augustus in de commissie Economie kregen. We kregen toen uitleg over de bankwaarborg, over de link met de omgevingsvergunning en over de waarborgverlening. De dag daarna, op 25 augustus, verschenen op de nieuwssite Apache een aantal opgelichte zwarte balkjes. Daaruit bleek dat Gigarant als voorwaarde voor het verlenen van de borg had gesteld dat de vergunning definitief en uitvoerbaar zou zijn. Die gegevens waren op 24 augustus niet bekend bij de commissie. Er blijken dus heel wat problemen te zijn met de transparantie in dit dossier.
Minister, ik stel alleen de twee vragen die gebaseerd zijn op de gedachtewisseling van vandaag en op wat ik mag vertellen.
Welke stappen zult u ondernemen om er in de toekomst voor te zorgen dat we het debat niet meer achter gesloten deuren hoeven te voeren, maar dat we over alle informatie beschikken die nodig is om zulke dossiers te kunnen beoordelen? Hoe zult u ervoor zorgen dat het parlementair controlerecht wordt gegarandeerd?
Daarnet bleek uit de bespreking dat Gigarant stelt dat de borg nodig was omdat het een economische en ecologische hefboom betekent. Er zijn voorwaarden gesteld op economisch vlak, maar de ecologische voorwaarden – dat hoorde ik heel duidelijk en dat hebben we vorige week ook al aangehaald – kunnen niet via Gigarant of de borgstelling worden afgedwongen. Bovendien is er een borgstelling van tijdelijke duur. Die is nu wel langer dan gangbaar, maar als ze voorbij is, zijn de ecologische voorwaarden helemaal niet meer afdwingbaar. Het is toch wel belangrijk dat de industrie effectief verduurzaamt en circulair wordt. Op dit moment hebben we daar heel weinig garanties voor met dit project. Er worden voorwaardelijke voorstellen gedaan, maar moeilijk afdwingbaar. Welke stappen zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat de investeringen die nu worden gedaan, op termijn effectief zullen bijdragen aan de circulariteit, dat de beloften die worden gemaakt, worden uitgevoerd en dat het niet bij beloftes zal blijven?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u, collega Schauvliege. We hebben zojuist een constructieve gedachtewisseling gehad en duidelijke informatie gekregen van Gigarant. Een van de belangrijkste conclusies is dat het allemaal zeer correct verlopen is wat de toekenning van de waarborg betreft.
Voor de vraag naar meer transparantie in de toekomst heb ik verwezen naar minstens twee zaken. Eén is de vraag naar juridisch advies om het parlementair controlerecht, rekening houdend met het non-disclosure agreement (NDA) en dergelijke, meer toegankelijk te maken dan vandaag. Dat is iets wat op de tafel moet komen: een NDA moet wel beschikbaar worden gesteld onder vertrouwelijk toezicht. Het is belangrijk om ons daarover te buigen. Twee is de actualisatie van het decreet zelf om in het traject dat doorlopen wordt inzake het verkrijgen van een waarborg, meer inzicht te verschaffen. Dat mag nooit gebeuren op een manier dat we het instrument zelf gaan uithollen. Het is een zeer belangrijk instrument, om ecologische en economische redenen. Ik heb het de vorige keer ook gezegd, het is vandaag ook aangehaald en dat mag publiekelijk worden gezegd: het was een belangrijk instrument om de puzzel in elkaar te laten vallen, ook in de internationale competitie van vandaag om grote investeringen binnen te halen. Daar wordt niet aan getwijfeld. Dat we zoeken naar een nieuw evenwicht in het kader van de transparantie en het parlementaire controlerecht is niet meer dan logisch.
Het is gezegd, maar ik herhaal het graag: het Vlaamse Gewest is vandaag 100 procent aandeelhouder van Gigarant. Gigarant is een naamloze vennootschap die als doelstelling heeft om actief mee te draaien op de private financiële markten door het verlenen van waarborgen voor bancaire kredieten aan ondernemingen met het oog op de financiering van tal van activiteiten in Vlaanderen. Een en ander betekent dat Gigarant voor de analyse, onderhandeling en contractering van waarborgdossiers beschikt over die bedrijfsgevoelige informatie, zoals gezegd, waarvan de bekendmaking problemen zou kunnen veroorzaken voor de betrokken bedrijven.
Ik denk dat we mogen concluderen dat voorwaarden als de werkgelegenheid belangrijke punten zijn en dat we moeten nagaan in hoeverre bedrijfsgevoelige informatie gedeeld kan worden. Wat mij betreft is dat het voorwerp van het juridisch advies dat gevraagd wordt, evenals de analyse die we maken van het decreet.
U vraagt welke verdere stappen we zullen zetten inzake de ecologische waarborging. Ik heb daar vorige week op geantwoord, u hebt er zelf ook naar verwezen. U trekt het open naar andere dossiers, maar ook dat is dan volgens mij het voorwerp van verder overleg in dit parlement. In dit specifieke dossier heeft de raad van bestuur van Gigarant de voorwaarden gesteld aan INEOS om voldoende comfort te geven voor de integratie van het project in de circulaire waardeketen. Ik denk dat al meegegeven werd dat dit ook concreet geoperationaliseerd werd in de financieringsdocumentatie: de kredietnemer neemt het engagement op om, zodra dat technisch en commercieel mogelijk is, op voldoende grote schaal de mogelijkheid te voorzien voor het gebruik van die gerecycleerde grondstoffen.
Tevens werden de vergunningsvoorwaarden opgenomen, onder andere het stappenplan inzake die klimaatneutraliteit en het gebruik van hernieuwbare-energiebronnen.
Ten slotte werd ook benadrukt dat Project ONE zodanig ontworpen werd dat maximaal gebruikgemaakt wordt van de meest geavanceerde technologieën, met de intentie om binnen de tien jaar klimaatneutraal te zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u geeft exact hetzelfde antwoord als vorige week, terwijl we hier daarnet wel heel duidelijk hebben gehoord dat Gigarant voor zijn ecologische voorwaarden helemaal steunt op de vergunningverlening en eigenlijk ook aangeeft dat er een begeleiding zou moeten zijn om ervoor te zorgen dat die bedrijven wel degelijk die stap zetten. Want na vijftien jaar heeft de Vlaamse Regering als aandeelhouder niets meer in de pap te brokken op het vlak van Gigarant. Met andere woorden: mocht INEOS toch zo stoutmoedig zijn om te beslissen om fossiele en dus geen circulaire brandstoffen te blijven gebruiken als grondstof, dan kan dat. Bovendien staat er heel duidelijk “op voorwaarde dat er voldoende voorraad is” en dergelijke. Die voorwaarden zijn dus heel voorwaardelijk en moeilijk afdwingbaar. Ik ben er helemaal niet gerust in dat dit project, dat nu de volle steun geniet van deze Vlaamse Regering, wel degelijk zal leiden tot circulariteit. Ik hoor in uw antwoord eigenlijk heel weinig hefbomen die dat garanderen. Ik herhaal dus mijn vraag, minister: welke inspanning zult u leveren om ervoor te zorgen dat er binnen de tien jaar – in het dossier staat “op middellange termijn” – wel degelijk met circulaire grondstoffen wordt gewerkt? Welke garanties geeft u daarvoor en hoe zult u dit verder opvolgen?
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Voorzitter, ik maak graag gebruik van het openbare gedeelte van deze vergadering om een aantal elementen aan te halen. Ten eerste is duidelijk gebleken uit de voorgaande gesloten sessie dat de overheid wel degelijk hefbomen in handen heeft om een economische en ecologische impact te hebben. Als we in deze legislatuur in dit parlement iets hebben geleerd, bijvoorbeeld uit de verschillende onderzoekscommissies, is het wel dat, als de markt vrijgelaten wordt, de burger al te vaak de dupe is: ecologisch, qua gezondheid, maar ook economisch. Dus komt het erop aan – en ik denk dat dat de essentie is – dat we de hefbomen die de overheid heeft maximaal inzetten. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat Gigarant en het waarborgsysteem zo’n hefboom is die de overheid heeft om een economische meerwaarde te creëren, om bedrijven tot een ecologische omslag te brengen en op die manier de gezondheid van de Vlaming maximaal te waarborgen. Het komt er dan ook op aan om die hefboom maximaal in te schakelen. Ik ben blij met uw reactie in de besloten zitting van zonet, dat we de effecten op de werkgelegenheid op langere termijn beter in kaart kunnen brengen en dat we moeten bekijken hoe die hefboom gebruikt kan worden, dat we moeten bekijken wat de economische impact is, direct en waar mogelijk ook indirect, om werkgelegenheid en economische ontwikkeling te creëren. Er moet bekeken worden of de prijs die de overheid inzet, wel rendeert op dat vlak. Dat vind ik een zeer goede zaak, dat is een engagement waar ik zeer blij mee ben.
Ten tweede denk ik dat we ook echt moeten kijken of we op die manier bedrijven nog meer kunnen meekrijgen in die duurzame omslag. Men kan daar voor of tegen zijn, maar de chemische industrie in Vlaanderen is ten eerste een realiteit en ten tweede een unieke kans voor Vlaanderen om die omslag te maken. Het kan van Vlaanderen de absolute leider maken in de wereld. We hebben dat ook naar aanleiding van de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS gezien: als we daar de regelgeving maximaliseren, bedrijven meekrijgen in dat verhaal, dan hebben we de kans om op lange termijn als Vlaanderen een wereldspeler te zijn en te blijven, in het belang van de combinatie volksgezondheid en economische ontwikkeling. En dus moeten we daar opnieuw die hefbomen gebruiken.
Ik kijk naar u, minister, om samen met uw collega van Omgeving daar toch wel echt het heft in handen te nemen en te zorgen dat we daar deze legislatuur de omslag maken en om ook binnen Gigarant en Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) naar een groene organisatie te gaan. De kleurschakering, daar was daarnet in de besloten zitting wat discussie over … (Opmerkingen van Mieke Schauvliege)
Soms is gewoon groen ook voldoende. Maar daarvoor kijk ik naar u, minister.
En dan een laatste punt: de transparantie. Ik wil dat hier toch ook nog even publiekelijk zeggen. Ik ben blij dat er een bereidheid is binnen Gigarant om dat debat aan te gaan, om te kijken wat er mogelijk is, waarbij wij als parlement zicht hebben op wat de risico’s zijn. Ik heb vorige week die vergelijking gemaakt: wanneer in een begroting zou worden ingeschreven dat er mogelijk 500 miljoen euro door de belastingbetaler zou moeten worden betaald, dan zouden wij het als parlement maar evident vinden dat ons wordt uitgelegd waarom de regering dat noodzakelijk acht. Hetzelfde geldt eigenlijk voor een waarborg. We gaan er hier van uit dat de risico’s dermate gemitigeerd zijn in de samenwerking en dat de belastingbetaler niet zal moeten betalen, maar een waarborg houdt altijd een risico in en dus moeten we er als controleur van deze regering toch wel zicht op hebben. Ik ben blij, minister, dat u ingaat op onder andere de voorstellen van mijn fractie om daar toch te kijken hoe we het parlementaire controlerecht kunnen laten gelden.
Ik heb een concrete vraag voor u, minister. Het is natuurlijk net na de zitting, maar als u nu kijkt qua timing, wanneer zouden we daar eventueel stappen kunnen zetten? Ik neem aan dat we het erover eens zijn dat dat nog deze legislatuur moet gebeuren, maar de tijd gaat snel, dus gebruik hem wel. Wanneer denkt u daar met iets naar dit parlement te kunnen komen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik val een beetje in herhaling, maar wil nogmaals benadrukken – ook als vervolg op de vorige commissievergadering – dat dit een zeer belangrijk project is, niet alleen qua tewerkstelling – en het is goed dat daar garanties over zijn en dat die gemonitord worden, maar ook als het gaat over schakeringen van groei. Ik vind het belangrijk dat we in Vlaanderen nog groene groei kunnen hebben. Hoe kunnen bedrijven die levensnoodzakelijk zijn in Vlaanderen – er zijn er al een aantal opgesomd de voorbije weken – produceren, met behoud van jobs, op een manier die ecologisch veel beter is dan voorheen? Daar gaat het hier over. En als we dan zo’n project kunnen uitvoeren, denk ik dat dat voor iedereen een goede zaak is. Dat die garanties op tewerkstelling op ecologisch vlak worden gemonitord, is uiteraard de logica zelve. Maar kunnen we nog blij zijn dat we in Vlaanderen nog industrie kunnen behouden? We kunnen ook zeggen dat we dat allemaal niet moeten hebben en dat het allemaal naar het buitenland mag, maar ik denk dat we dan toch een toekomst tegemoet gaan waarbij er veel jobs zullen verloren gaan.
Ik ben ook blij – en dat is het tweede van de drie dingen die ik ga zeggen – over de transparantie. Het kan altijd beter, uiteraard. Mijnheer Verbeurgt, straks zijn wij nog aansprakelijk als we het helemaal doortrekken, maar bij mij valt niet veel te halen. Maar toch even opmerken: ik vind het wel al heel positief – we spreken hier over een eventueel nieuwe waarborg – dat wij hier al bezig zijn met het debat te voeren, nog voor er sprake is van een akkoord tussen banken en INEOS. Dat is een heel goede evolutie, een hele verbetering ten opzichte van vroeger. En dat is een logische evolutie en niet de schuld van iemand in het verleden. Ik vind het echt wel goed dat we hier, vooraleer er een beslissing is genomen, vooraleer er discussies zijn, onze mening als parlement kunnen geven. We konden ook informatie inkijken, die trouwens niet allemaal met zwarte balkjes overdekt was. Je moet een beetje meer moeite doen, dat is waar, maar het is niet dat het geheim was. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Mijnheer D’Haese, kom, ik heb u nog niet eens bij naam genoemd, een beetje serieus blijven.
Ik vind dat een goede zaak. Het feit dat die transparantie al geboden wordt voordat die beslissing genomen is, dat kan ik alleen maar aanmoedigen. Ik denk dat we daar voorbeelden voor de toekomst mee hebben voor PMV zelf, die hier niet rechtstreeks bij betrokken is.
En ten slotte – maar we hebben het daar al uitvoerig over gehad – geef ik een suggestie mee aan de minister. We moeten daar niet flauw over doen: het vergunningsrisico in Vlaanderen wordt altijd maar precairder. Het wordt steeds moeilijker om enerzijds vergunningen te kunnen leveren, en ze in tweede instantie te kunnen laten standhouden. Dat risico zal in de toekomst altijd maar pertinenter zijn, dus we moeten wel nagaan hoe we dat in toekomstige steunmaatregelen, zoals de Waarborgregeling, kunnen meenemen.
En ten slotte heb ik gewoon een vraag voor u, collega Schauvliege. Ik ben een beetje verward, want u had een week geleden, denk ik, gezegd dat de minister gelogen had. Leugens? Leugens in het parlement? Misschien heb ik het verkeerd begrepen of heeft de pers het verkeerd geciteerd, maar dan zou ik toch wel graag willen dat u die woorden terugtrekt, want ik hoor dat hier nu helemaal niet meer. Als je spreekt over liegen in het parlement, is dat een zeer serieuze beschuldiging. Liegen in het parlement staat voor een minister gelijk aan ontslag. Als u zegt dat u denkt dat hij gelogen heeft, of dat u het vermoedt, of meer uitleg wilde, is dat natuurlijk iets anders dan beweren dat een minister gelogen heeft. Ik heb ook meer uitleg gevraagd over een aantal zaken. U hoeft dat niet te doen, u hebt geen verantwoording aan mij af te leggen, maar ik zou u misschien aanraden om toch duidelijkheid te geven of u nog altijd vindt dat de minister gelogen heeft of niet. Want dan moet u om zijn ontslag vragen, denk ik.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik dacht dat collega Schauvliege van het publieke moment gebruik zou maken om haar excuses aan te bieden aan de minister. Ik hoop ook dat dat zal gebeuren. Een minister of een collega een leugenaar noemen, vind ik een zeer ernstig verwijt.
Wij hebben hier net, achter gesloten deuren, van Gigarant alle informatie gekregen over hoe Gigarant en de Vlaamse Regering hebben gehandeld om het INEOS-dossier aan te trekken. De conclusie lijkt me glashelder, namelijk dat ze fantastisch werk hebben geleverd. Ze zijn erin geslaagd om, zonder een eurocent subsidie en met een waarborg met het minste risico die totaal niet afhangt van het feit of INEOS de vergunning wel of niet krijgt, een monsterinvestering van 5 miljard euro naar Vlaanderen te halen. Geen enkele regio in de wereld doet ons dat na, met zo weinig middelen en zo weinig risico.
De minister vorige week publiekelijk een leugenaar noemen, vind ik persoonlijk heel pijnlijk en triestig. Ik hoop echt dat daar excuses zullen komen. Ik vind ook dat de sfeerschepping vanuit Groen en de PVDA over het volledige INEOS-dossier, waarbij gezegd wordt dat de Vlaamse Regering op de knieën gaat voor een rijke Brit, eindelijk mag stoppen. U hebt nu, achter gesloten deuren, gezien dat alles op de meest correcte en transparante manier en met de beste bedoelingen is gebeurd, namelijk om meer jobs in Vlaanderen te creëren, zodat meer mensen bijdragen en er meer middelen zijn om te herverdelen en in te zetten voor zaken die we maatschappelijk belangrijk vinden.
Bovendien is deze Vlaamse Regering er niet alleen in geslaagd om samen met Gigarant die investering met weinig risico aan te trekken, maar om ook nog een aantal criteria rond tewerkstelling en ecologie op te leggen aan die investeerder, die verder gaan dan de normen in andere plekken in Europa en de wereld waar de investeerder ook voor zou kunnen kiezen.
Ik hoop echt dat het volledige discours en sfeerschepping nu stoppen, die bladzijde omgedraaid kan worden en er op een positieve manier gesproken kan worden over die investering, die zeer goed is voor onze Vlaams welvaart. Collega Schauvliege, in uw plaats zou ik diep beschaamd zijn.
De heer D’Haese heeft het woord.
Als er excuses nodig zijn, dan is dat voor het achterhouden van informatie voor het parlement. De documenten met de zwarte balken die wij hebben ontvangen, waren niet in te kijken. Het waren andere documenten die in te kijken waren. Ik zet de puntjes op de i, zodat we elkaar en zeker de talloze toehoorders geen blaasjes wijsmaken. Er is één regeringsbeslissing die dubbel zat en voor de rest hebben wij vier documenten met zwarte balken gekregen die we niet konden inkijken.
Ik wil graag nog kort iets zeggen in naam van onze fractie. De belangrijkste conclusies van daarnet, die onder meer door collega Schauvliege werden gemaakt, werden eigenlijk niet vermeld, namelijk dat er geen extra risico is ontstaan voor Gigarant of de Vlaams overheid door de manier waarop de uitvoerbaarheid van de vergunning is gehanteerd als startmoment voor de investering en de financiering daarvan. Ik denk dat dat de essentie van de kritiek en van de reden waarom collage Schauvliege vorige week naar de pers is gestapt met de ernstige beschuldigingen, was dat er een groot extra risico zou zijn ontstaan en dat er achter de schermen iets zou zijn gebeurd dat dat risico zou hebben gecreëerd. We hebben geleerd dat dat het niet het geval is.
Het tweede element dat we geleerd hebben, is dat de INEOS-investering wel degelijk nood had aan de waarborg van Gigarant en dat de financiering van die investering van 5 miljard euro niet zou zijn gebeurd mochten Gigarant en de waarborg er niet zijn geweest. Die was dus wel degelijk noodzakelijk om de tewerkstelling en de economisch en ecologisch toegevoegde waarde, die zo hoog mogelijk moet zijn en waarover we ongetwijfeld nog kunnen discussiëren, te kunnen verzekeren. Dat zijn volgens mij de twee belangrijkste conclusies van deze ochtend, want dat waren de twee belangrijkste vragen die vorige week zijn gesteld en waar we vandaag duidelijke antwoorden op hebben gekregen.
Wat betreft de economische meerwaarde is er al gediscussieerd. Er is ook nog een financiële meerwaarde. Als alles volgens plan verloopt, zullen er tientallen miljoenen euro’s rechtstreeks van INEOS naar Gigarant en uiteindelijk ook naar de Vlaamse overheid vloeien als vergoeding voor die waarborg. Waarborgen zijn niet gratis, dus ik denk dat als dit dossier afgerond wordt, er op de balans van Gigarant tientallen miljoenen euro’s extra zullen staan die we ook opnieuw inzetten om de economie te versterken en investeringen aan te trekken. Het debat is uiteraard niet voorbij.
Wat het ecologische aspect betreft, denk ik dat de eerste vergadering van deze commissie, straks in september, net zal gaan over de klimaatsprong en het beleid van deze Vlaamse Regering om de industrie versneld te gaan vergroenen en op dat vlak grote stappen te zetten. De regering is er dus mee bezig en dit parlement houdt daar de vinger aan de pols, met dus op onze eerstvolgende commissievergadering de klimaatsprong op de agenda.
Wat de transparantie betreft, kijk ik uit naar de voorstellen van de regering. Voor ons is dat bijzonder belangrijk. We hebben al gewerkt rond PMV, met de resolutie die we hier hebben goedgekeurd over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. Hopelijk kunnen we ook rond Gigarant stappen zetten. Ik zal er mij als voorzitter alleszins toe engageren om dat hier ook zo snel mogelijk te agenderen.
Minister Brouns heeft het woord.
Vorige week heb ik maximale duiding en maximale transparantie gegeven. We hebben inderdaad gediscussieerd over het beeld dat ontstond. Als er gemarkeerde documenten gedeeld worden, zou dat op zijn zachtst gezegd argwaan kunnen wekken. Ik voelde dat ook. Ik heb dat ook meteen gezegd. Daarom heb ik ook de regeringsdocumenten die de essentie van de informatie rond alle beslissingen bevatten, maximaal gedeeld. Ik vind het belangrijk om dat te herhalen. Dat neemt niet weg dat we daar verdere stappen in zetten en dat we daaruit leren voor de toekomst. Daarom respecteer ik het parlement ook in dit soort constructieve debatten van vorige week en vandaag opnieuw.
Ik verheel dan ook niet dat het vorige week vrijdag wel eventjes hard binnenkwam bij mezelf, nadat we daar toch wel in alle openheid over hadden gesproken. Maar, collega Schauvliege, een rechtgeaarde christendemocraat is vergevingsgezind, dus maak u daar voor de rest geen zorgen over.
Wat Gigarant betreft, denk ik dat over alle voorwaarden die daaromtrent zijn opgelegd in deze waarborg, maar ook alle andere, vandaag opnieuw duiding is gegeven. Die zullen dus heel nauwgezet opgevolgd worden. Voor alles wat de economie aangaat en alles wat ecologische voorwaarden betreft, is het de taak en verantwoordelijkheid om dat zeer goed op te volgen en te borgen. De Vlaamse overheid doet dat wat betreft de vergunningen en alle voorwaarden die in vergunningen worden opgenomen. En die zijn in de toekomst natuurlijk maximaal gericht op de vergroening van ons industrieel weefsel. Dat is toch zo? Alles wat wij vandaag in Vlaanderen ondernemen, gaat richting circulariteit, richting klimaatneutraliteit en die ambitie richting 2050.
Ik heb dat al zo vaak gezegd, ook als ik met landbouwers ga spreken. Vandaag weten we: het zal in de toekomst klimaatneutraal en groener moeten zijn, of het zal niet zijn. Dat is de realiteit. We weten dat we daartoe heel wat inspanningen moeten doen. Dat zal nooit met een vingerknip gaan. Dat weten wij ook. De ambities die hier worden ingeschreven in een redelijk tijdspad, om inderdaad tot een state of the art economie te komen, die zijn hier vandaag ook aanwezig. Er is verwezen naar de ambitie die we met het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) hebben om naar die klimaatsprong te gaan. Op 21 september zetten we daar in deze commissie ook al de eerste stappen toe, om daar verder rond te werken. Ik wil ook verwijzen naar het project Moonshot, dat het algemeen beleid ondersteunt om de vergroening van ons economisch weefsel in de toekomst mogelijk te maken.
Er is ook concreet gevraagd naar de timing. We hebben niet stilgezeten. We hebben vorige week donderdag de commissievergadering gehad. We zitten vandaag opnieuw samen, een week later. In de tussentijd is de afspraak gemaakt om juridisch advies te vragen – daar is vanochtend ook naar verwezen – om na te gaan hoe we de transparantie in dit soort dossiers kunnen vergroten, altijd in evenwicht met de bedrijfsgevoelige informatie, maar het parlementaire controlerecht hierop moet meer mogelijk gemaakt worden. Ik denk dat we daar binnenkort over kunnen samenzitten. Vanaf het ogenblik dat het juridisch advies er is, wordt dat met deze commissie gedeeld en kunnen we plannen welke initiatieven daaruit moeten voortkomen. Ook de actualisatie en evaluatie van het decreet staat nog op de agenda voor deze legislatuur. Ik denk dus dat we daar ook de antwoorden kunnen geven die het parlement daaromtrent vraagt.
Tot slot kan ik alleen maar bevestigen dat dit een belangrijke investering is voor Vlaanderen. Ik herhaal dat mijn kompas altijd is geweest en zal zijn, als minister van Economie, dat al wie onderneemt in Vlaanderen, daartoe de kans moet krijgen. Ik weet dat dat op dit ogenblik, als je dit soort uitspraken doet, een gevoelig thema is in Vlaanderen, maar ik denk dat dat is wat iedereen vraagt: rechtszekerheid wanneer hij of zij onderneemt in Vlaanderen. We hebben heel wat instrumenten om grote investeringen en ook minder grote investeringen te ondersteunen. Dat is belangrijk. En dit soort instrumenten die hier vandaag aan bod zijn gekomen, zijn daar mooie voorbeelden van.
Ik denk dat we vandaag ook tevreden mogen zijn met de manier waarop het gelopen is. De waarborg is verstrekt. Als we kijken naar de kracht van zo'n groep, is wat mij betreft de kans dat daar nog iets fout loopt, bijzonder klein. Ik hoop dat we hiermee dit hoofdstuk opnieuw kunnen afsluiten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord.
Wat we vandaag ook geleerd hebben, is dat Gigarant vooral economische voorwaarden schept, en een belangrijke hefboom is. Gigarant heeft hier verklaard hoe belangrijk die waarborg was om INEOS naar hier te krijgen. Maar dat is eigenlijk 100 procent op de vergunning steunen om de ecologische hefboom te realiseren.
Die vergunning is vernietigd. Er wordt hier heel vaak gezegd dat het in Vlaanderen moeilijk is om vergunningen te krijgen, maar het is vooral de wetgeving die niet goed in elkaar zit.
Minister, als wij onze economie willen vergroenen, en daar ook waarborgen tegenover willen zetten om dat te stimuleren, is het uitermate belangrijk dat Gigarant ook mee ecologische voorwaarden stelt, zodanig dat ze ook mee een ecologische hefboom kunnen zijn.
Wat ons betreft is er nog heel wat werk aan de winkel om de inspanning die deze Vlaamse Regering probeert te organiseren om onze economie te vergroenen, ook daadwerkelijk, met alle instrumenten die er zijn, gerealiseerd te krijgen.
Wij kijken uiteraard uit naar het debat van de eerstkomende commissievergaderingen over het vergroenen van onze economie. Maar het is ook belangrijk om in het waarborgsysteem ecologische principes binnen te sluizen, zodanig dat alle instrumenten ingezet worden om die economie te vergroenen, en we geen risico’s lopen om na vijf jaar te moeten vaststellen dat die waarborg niet heeft geleid tot circulariteit. Daarvan zijn we op dit moment nog altijd niet zeker.
De interpellatie is afgehandeld.