Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de nieuwe promocampagne voor volwassenenonderwijs en het opleidingskompas
Verslag
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Minister, met de slogan ‘Er is altijd een reden om bij te leren’ lanceerde u onlangs een communicatiecampagne om het volwassenenonderwijs in de kijker te zetten. Op hetzelfde moment werd de website www.opleidingskompas.be gelanceerd, die kandidaat-cursisten een overzicht geeft van arbeidsmarktgerichte opties die er door de centra worden aangeboden. De campagne is broodnodig omdat we in Vlaanderen helaas niet de traditie hebben van levenslang leren. Gemiddeld volgt slechts één op de tien Vlamingen tussen 25 en 64 jaar een opleiding.
Ik wil graag even nader ingaan op de inschrijvingen in het volwassenenonderwijs. Tijdens het schooljaar 2020-2021 vinden we het hoogste aantal inschrijvingen terug in het studiegebied Nederlands als tweede taal (NT2) richtgraad 1 en 2. Die cijfers kunnen wij als partij enkel toejuichen. Maar ik wil het ook graag hebben over de onderkant van deze tabel, de opleidingen met minder of weinig cursisten. Volgens onze gegevens zijn er dat jaar van de 8243 opleidingen 73 opleidingen georganiseerd met slechts één cursist. Maar liefst 366 opleidingen hadden vijf cursisten of minder. We zijn uiteraard voorstander om het levenslang leren te promoten en mensen hiervoor warm te maken, maar we moeten toch ook kijken naar de efficiëntie van het onderwijslandschap. Tijdens de commissievergadering van 27 april gaf u aan dat er een kwalitatieve evaluatie zal worden uitgevoerd van het financieringssysteem, in nauwe dialoog met de centra, en dat daarvoor ook een gunningsprocedure zal starten.
Minister, kunt u meer duiding geven over de duurtijd en aanpak van de communicatiecampagne?
Wat is uw reactie op het aantal opleidingen met weinig cursisten?
Is die evaluatie al gegund of wanneer mogen we die verwachten?
Plant u nog andere beleidsinitiatieven om levenslang leren te promoten in het volwassenenonderwijs?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Heel recent werd de aftrap gegeven van een brede communicatiecampagne voor het volwassenenonderwijs. Tegelijkertijd werd ook het nieuwe opleidingskompas voorgesteld.
De campagne ‘Er is altijd een reden om bij te leren’, moet Vlamingen stimuleren om zich bij te scholen en wil aantonen dat het volwassenenonderwijs flexibeler dan ooit is, met een sterk aanbod aan opleidingen, online opleidingen, opleidingen op verschillende dagdelen en op verschillende locaties doorheen Vlaanderen.
Het opleidingskompas is een online toepassing die kandidaat-cursisten een helder overzicht van alle arbeidsmarktgerichte opties biedt.
Om de gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden en versterkt te kunnen inzetten op levenslang leren, werd in 2021 de Edusprong gelanceerd. Uit dit actieplan komen nu de middelen om een Vlaanderenbrede communicatiecampagne op te zetten en een digitale tool om potentiële cursisten de weg te wijzen naar een geschikt aanbod.
In de vergadering van de commissie Onderwijs van 11 februari 2022 kwam de uitrol van Edusprong ook al aan bod, minister. U gaf daar onder andere aan dat het niet de bedoeling is om een oneshotcampagne te maken, maar om tot iets duurzaams te komen dat kan worden meegenomen doorheen de komende jaren. Daarbij vermeldde u ook de lokale informatieverstrekking in samenwerking met lokale partners die mensen met een leervraag bereiken, zoals VDAB, OCMW’s en Leerwinkels.
Minister, in hoeverre werden de centra zelf betrokken bij de ontwikkeling en de praktische uitwerking van de communicatiecampagne? Beschikken zij ook over middelen om lokale of regionale accenten te leggen en op zoek te gaan naar lokale samenwerkingen?
Voorziet u extra middelen voor de promotiecampagne in regio’s waar het volwassenenonderwijs onder druk staat, zoals bijvoorbeeld de zeer landelijke gebieden?
Is er bij de uitrol van de verdere communicatiecampagne ook een gedifferentieerde aanpak voorzien volgens de lokale of regionale noden zoals die in de regioscans gedetecteerd werden?
Welke extra stimulansen en specifieke aanpak voorziet u ten aanzien van laaggeletterden of andere kwetsbare kansengroepen voor wie het werken met een digitale tool als het opleidingskompas wellicht een grote drempel is?
Minister Weyts heeft het woord.
We moeten erkennen dat wij niet bepaald een sterke cultuur van levenslang leren hebben. In Vlaanderen volgt gemiddeld iets minder dan een op de tien Vlamingen tussen 25 en 64 jaar een opleiding. Daarnaast wordt het volwassenenonderwijs soms ook nog eens onterecht geassocieerd met een soort vrijetijdsaanbod. Veel opleidingen en mogelijkheden zijn relatief onbekend en dus onbemind. Tot slot heeft ook de coronacrisis natuurlijk een serieuze impact gehad op het volwassenenonderwijs. Ik herinner mij nog heel levendig de discussies toen het ging over het afsluiten van het aanbod. Dan was het volwassenenonderwijs altijd het eerste slachtoffer, want per definitie gericht op volwassenen of soms kwetsbare ouderen, dikwijls in het kader van intens contact. Het veroorzaakte ook heel veel bewegingen en mobiliteit richting de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s).
Het heeft absoluut geleden onder maatregelen in het kader van corona, maar omdat we er, net zoals in andere domeinen, voor willen zorgen dat corona niet alleen negatieve gevolgen heeft, maar ook positieve, hebben we die crisis en het tijdperk daarna willen aangrijpen om te zorgen voor een doorstart en ook om onszelf en de sector eens een spiegel voor te houden en na te gaan in welke mate het opleidingsaanbod dat bestaat, effectief afgestemd is op de lokale wensen en noden.
We willen er daarnaast voor zorgen dat we het aanbod ook wat innovatiever maken en wat gaan dynamiseren. We hebben een Edusprongplan uitgewerkt, waarbij we 60 miljoen euro hebben vrijgemaakt voor het volwassenenonderwijs, met als doelstelling werk te maken van meer flexibiliteit – dus sneller kunnen inspelen op lokale wensen en noden – met opleidingen die bijvoorbeeld meer met afstandsleren werken en met modules die elke cursist kan afwerken op zelfgekozen momenten. Dat is beter afgestemd op de realiteit zoals ze vandaag geldt voor velen onder ons en dus ideaal voor mensen met een job en een gezin. De centra stemmen hun aanbod beter af op de lokale arbeidsmarkt, wat ideaal is voor wie toe is aan een nieuwe uitdaging.
In een eerste fase, als deel van de Edusprong, wilden we ons aanbod verbeteren. Nu komt het erop aan dat verbeterde aanbod ook gewoon in de markt te zetten. Vandaar dat er een nieuwe communicatiecampagne en ook een nieuw opleidingskompas is. Het nieuwe opleidingskompas moet u eigenlijk laten navigeren doorheen het aanbod. Dat aanbod is ongelooflijk divers: er zijn heel veel verschillende instellingen. Met dat opleidingskompas willen we ook net de grote kracht duiden van het volwassenenonderwijsaanbod, namelijk dat dat ongelooflijk flexibel is. We hebben van de nood een deugd gemaakt. Je kunt via het opleidingskompas heel eenvoudig meegeven – je moet er eens naar surfen – wat je beschikbaarheden zijn. Je kunt zeggen dat je nood hebt aan een opleidingsaanbod in die branche, maar dat je beschikbaarheid beperkt is tot maandagavond. Dan krijg je alle CVO’s die betrokken opleidingen aanbieden op maandagavond. Dat is dus heel sterk op maat.
In de communicatiecampagne onder de slogan ‘Er is altijd een reden om bij te leren’ zitten heel concrete verhalen van mensen – werkelijke verhalen, geen gefingeerde, geen ‘poster boys’, geen stockbeelden – die de mogelijkheden van het volwassenenonderwijs hebben benut en daar nu heel dankbaar gebruik van maken. Net zoals het volwassenenonderwijs zelf is ook de campagne flexibel en dynamisch. Er kan ook lokaal gewerkt worden met panelen die verwijzen naar locatie en tijdstip. De advertenties via sociale media gaan ook heel gericht inspelen op persoonlijke interesses. Je kunt dat onder andere via Facebook: daar kun je een doelgroep gaan targeten.
Het is trouwens de eerste keer dat zo’n campagne wordt georganiseerd. Ik heb er dan ook alles aan gedaan om te verhinderen dat het een soort oneshotcampagne zou zijn.
De campagne verloopt in verschillende golven, die gericht zijn op de piekmomenten van inschrijvingen in het volwassenenonderwijs. Zo zetten we in op een afwisseling van diverse media gericht op de inschrijvingen van september 2023 en januari 2024. Dat zijn de belangrijkste momenten waarop er keuzes worden gemaakt voor de inschrijvingen. Er komen nationale tv-spots, affiches in het straatbeeld maar ook op trams en bussen, en advertenties via print en sociale media. Er werd ook specifiek nagedacht over de Vlaanderenbrede spreiding van de campagne. Zo wordt er in landelijke regio’s met weinig reclamepanelen extra ingezet op affiches in bussen en trams.
Bij de totstandkoming van die campagne werden de CVO’s actief betrokken. Er werd een focusgroep opgericht met daarin vertegenwoordigers van de onderwijsverstrekkers en communicatieverantwoordelijken van de CVO’s en centra voor basiseducatie (CBE’s). Centra hebben ook actief gezocht naar cursisten, een call gedaan, om die campagne een gezicht te geven. Daarbij werd gezocht naar een divers aanbod van profielen, van mensen die kunnen fungeren als een soort ambassadeur van de campagne. Vrij snel waren er een veertigtal kandidaturen, waaruit er negen werden gedestilleerd.
Het participatief proces met de centra was belangrijk omdat de Vlaanderenbrede campagne een startschot is. We hebben ook een toolkit ontwikkeld waarmee de centra zelf aan de slag kunnen om die campagne te integreren in hun lokale campagnes. De campagne heeft dus wel een gemeenschappelijke hoed, maar lokaal kan men daar een heel eigen invulling aan geven. Om het gebruik van die toolkit te stimuleren, is een financiële ondersteuning voorzien van 2 miljoen euro voor de CVO’s en CBE’s. Het is dus een algemene campagne die de centra evenwel een soepel concept biedt waarmee ze op de lokale en regionale noden kunnen inspelen.
Zoals gezegd, gaat dit gepaard met het opleidingskompas. Dat zorgt ervoor dat men door de bomen het bos nog kan zien maar maakt eveneens tastbaar dat dat aanbod ongelooflijk flexibel is.
De campagne voorziet ook in een tweede toolkit, die gericht is op toeleiders en op het bereiken van kwetsbare doelgroepen. Die toolkit wordt deze zomer opgeleverd.
Wat het aantal opleidingen betreft, deel ik uw bekommernis dat sommige CVO’s misschien hun eigen problemen wat organiseren. Voor alle duidelijkheid: hoe meer opleidingen je organiseert, hoe meer je dus ook versnippert en hoe meer personeelsleden je nodig hebt, hoe mee je financieel in je eigen vel snijdt. Want je wordt natuurlijk niet gefinancierd op grond van het aantal opleidingen maar op grond van het aantal cursisten. Wel hebben we decretaal vastgelegd dat een CVO de onderwijsbevoegdheid voor een studiegebied verliest als dat gedurende drie opeenvolgende schooljaren niet georganiseerd is.
Dat centra soms modules met een heel beperkt aantal cursisten organiseren, kan verschillende redenen hebben. Het kan zijn dat de opleiding in afbouw is maar dat men de cursisten in de betrokken module toch de kans wil geven om af te studeren. Er zijn ook enkele opleidingen waarvoor de groepsgrootte in het financieringssysteem met kleine groepen cursisten rekening houdt, zoals bijvoorbeeld het studiegebied groot transport. Dat is een erg gespecialiseerde nicheopleiding, maar er is wel een grote nood aan op onze arbeidsmarkt.
In het kader van de Edusprong hadden we de CVO’s ook net de opdracht meegegeven om, bij wijze van ‘zelfscan’, zichzelf een spiegel voor te houden. In welke mate is ons aanbod afgestemd op de lokale wensen en noden, zowel aan de zijde van de particulieren – dus de interessegebieden – als aan de zijde van bedrijven op de lokale arbeidsmarkt: waar hebben zij nood aan op het vlak van bijscholing?
De gunning van de evaluatie van het financieringssysteem voor het volwassenenonderwijs is lopende en wordt nu afgewerkt. Volgend schooljaar verwachten we de resultaten van die evaluatie.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting. Zoals ik daarnet al aanhaalde in mijn vraag, is de top 3 NT2, richtgraad 1 en 2, en algemene vorming. Dat maakt ons blij, dat is waarvoor het volwassenenonderwijs ook echt bedoeld is. Op 4 zie ik dan wel realisaties dameskleding staan. En hoewel er hier en daar ongetwijfeld iemand tussen zit die daar beroepsmatig iets mee wil doen, hoort dat toch vooral thuis in de hobbysfeer. Ik betwijfel of we daarvoor onderwijsgeld moeten inzetten.
Wanneer ik met mensen uit het volwassenenonderwijs spreek, merk ik dat zij zelf ook aan het hervormen zijn en steeds meer inzetten op de samenwerking met VDAB en met werknemersorganisaties. Dat is niet altijd eenvoudig en vergt heel wat flexibiliteit van het volwassenenonderwijs. Daarom ook ben ik blij dat we gisteren een decreet over het lerarenambt hebben goedgekeurd, waarin we een en ander gemakkelijker maken voor het zomeraanbod van het volwassenenonderwijs, zodat die lesgevers dienstanciënniteit kunnen opbouwen en volwaardig worden verloond. Ik dank dan ook diegenen die het decreet gisteren hebben gesteund.
Ik ben ook tevreden dat het geen oneshotcampagne is, zoals u net zei, maar dat het in verschillende golven verloopt. Ik heb cijfers opgevraagd over de promotiecampagnes, zowel tijdens de vorige als tijdens deze legislatuur. We moeten er immers niet flauw over doen: dat kost heel wat geld. Ik heb echter wel vastgesteld dat dergelijke campagnes, zowel tijdens de vorige als tijdens deze legislatuur, werken en dat je echt pieken ziet in de cijfers wanneer er daarop wordt ingezet.
Ik heb verder geen vragen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb een aantal extra vragen, vooral vanuit mijn regio, waarin er aan de alarmbel werd getrokken naar aanleiding van de campagne.
Zoals u weet, draag ik het volwassenenonderwijs, de CVO’s en de Ligo-centra een zeer warm hart toe en is er op Westhoekniveau een samenwerking met de middelen van Edusprong, waarbij twee CVO’s en een CBE Westhoekambassadeurs zijn rond het levenslang leren. Dat was ook nodig, want het aandeel mensen dat ervoor koos om voort te studeren en zich bij te scholen, was bij ons in de verre Westhoek toch wel zeer laag. De participatiegraad ligt er zeer laag. Dat kwam ook naar voren uit de regioscan. Wellicht speelt de nabijheid daarin een rol. De vraag werd gesteld hoe het kwam dat de campagne bij ons zo weinig breed werd gerealiseerd. Blijkbaar werd enkel De Panne meegenomen als plaats waar er werd gefilmd en actie werd ondernomen. Daarnaast werd er ook gekeken naar de locaties waar er affiches zouden komen, en ook dat aantal blijkt heel beperkt te zijn.
Verder is er wat mailverkeer geweest waaruit blijkt dat men rekening houdt met de plaatsen waar er panelen zijn. In een dunbevolkte regio is er natuurlijk minder plaats en ook minder economische return on investment van zulke firma’s. Dat is blijkbaar niet alleen het geval in de Westhoek, maar ook in regio’s als Limburg en de Kempen. Enig soelaas was nog dat er ook affiches en reclame op bussen zouden komen, maar wie in de Westhoek woont, weet dat de bus daar niet zo vaak passeert. Dat is dus toch een wat raar antwoord. Er is heel weinig zichtbare reclame.
Minister, u zegt verder dat het een campagne is waarbij echte mensen worden gehoord. Op zich is dat zeer waardevol en ik wil echt zeer positief blijven, maar het is zeer jammer dat de cursisten blijkbaar niet bruikbaar waren voor de filmpjes. De mensen uit de centra voor basiseducatie waren daar erg door geraakt. Men heeft acteurs gebruikt voor de filmpjes in plaats van de cursisten, en dat was een onaangename verrassing. Onlangs ben ik in een maatwerkbedrijf geweest waar men ook campagnes voert. Daar krijgen diezelfde mensen wél een gezicht, daar worden ze wél gehoord. Ik hoor dat er nog stappen worden gezet. Ik hoop dat ze in het vervolg wél effectief het woord zullen krijgen en kunnen aangeven hoe goed het is om te kunnen bijscholen en daarin stappen te zetten.
Collega Grosemans, we verschillen van mening. Wat mij betreft, moet het volwassenenonderwijs inderdaad arbeidsmarktgericht zijn, maar uit onderzoek blijkt dat het echt nodig is om, naast een leergoesting die enkel op de arbeidsmarkt gericht is, ook in te zetten op levenslang bijleren op het vlak van verruiming in de ruime zin van het woord.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel voor de vragen. Het is natuurlijk goed dat er een opleidingskompas komt waarop mensen zich voor een stuk kunnen oriënteren om te kijken wat ze zouden willen gaan volgen, maar voor sommige mensen blijft die leervraag toch nog wat vaag. Het is dus belangrijk dat die leervraag op de ene of de andere manier kan worden verhelderd. De leerwinkels spelen daar een rol in. Mijn vraag is of er een koppeling gemaakt wordt met de leerwinkels die in Vlaanderen actief zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de specifieke vraag naar de uitrol van de campagne betreft, moet ik u eerlijk bekennen dat ik niet weet waar en door wie panelen worden geplaatst, maar het is natuurlijk zo dat we wel zo maximaal mogelijk rekening houden met een goede spreiding. Wanneer het gaat over landelijke regio’s, worden ook bussen en trams ingezet.
Er is natuurlijk ook zoiets als de sociale media, en ook daarvan wordt effectief gebruik gemaakt en daar wordt op ingezet. Daarenboven hebben we er ook voor gezorgd dat de centra ook zelf middelen krijgen, 2 miljoen euro, wat toch ook niet weinig is, om eigen accenten te leggen en een eigen vertaalslag te maken van de campagne, op grond van de eigen mogelijkheden, die lokaal misschien wel wat verschillen.
Voor alle duidelijkheid: de klemtoon van de campagne zal komen te liggen van september 2023 tot januari 2024. De highlight ligt op de periode van inschrijven, en dan zult u, hopelijk, in al uw regio’s kunnen vaststellen wat de impact van deze campagne is.
Ik kan me ook niet uitspreken over het acteertalent van sommige cursisten. Ik denk dat men zo maximaal mogelijk werkt met de werkelijke mensen, en in sommige gevallen was dat blijkbaar niet optimaal. Ook daar kan ik me niet echt over uitspreken. Ik denk wel dat de look-and-feel van de hele campagne goed zit en positief is. We plaatsen dat volwassenonderwijs voor het eerst over heel Vlaanderen voor het voetlicht. Ik merk daar toch wel heel wat enthousiasme. (Opmerkingen van Johan Danen)
We hebben een toolkit voor toeleiders gemaakt en daarin worden leerwinkels ook betrokken.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dank u wel, minister. Wij wachten de evaluatie van het financieringssysteem dan af. Ik denk persoonlijk dat wij de denkoefening moeten maken over welke opleidingen we nog willen financieren met ons onderwijsgeld. Ik zie persoonlijk liever opleidingen die arbeidsmarktgericht zijn en die meer kansen geven op de arbeidsmarkt. Maar kijk, ik ga heel positief eindigen. Mevrouw Vandromme, u hebt het hier altijd over de nood aan ambassadeurs. Wel, ik heb net opgevangen dat we voor het volwassenonderwijs maar liefst negen ambassadeurs hebben, wat toch wel geweldig goed nieuws is om straks het zomerreces in te gaan. Dank u wel.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. Ik ga die 2 miljoen opvolgen en kijken hoe de lokale CVO’s en de Ligo’s daarmee aan de slag gaan. Want het is inderdaad belangrijk dat men op basis van de data uit de regioscan die men gedaan heeft, ook effectief aan de slag kan gaan.
Ik ga niet herhalen dat mijn mening over levenslang leren anders is dan de uwe, collega Grosemans. Ik hoop in elk geval dat er in het vervolg wel werk van gemaakt wordt om te werken met die mensen die effectief aan het leren zijn in de basiseducatie. Het kan, dus ik hoop dat ermee wordt gewerkt. Misschien is dat campagnebureau daar niet zo bedreven in, maar dan hoop ik dat dat in de toekomst wel kan. Ik ben altijd bereid om samen te werken met de ambassadeurs. Ik hoop dat ze overal geraken, ook in de verre Westhoek, waar niet altijd een bus passeert.
– Karolien Grosemans treedt als voorzitter op.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.