Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Een mooie vraag om de dag mee te starten, zou ik zeggen.
De Canon van Vlaanderen, die op 9 mei 2023 werd voorgesteld, krijgt een duurzame verankering. Minister, u maakte exact een maand later bekend dat u groen licht gaf voor de oprichting van de Stichting Canon van Vlaanderen. Deze stichting moet het werk van de canoncommissie voortzetten, met bijzonder oog voor laagdrempelige toegang, vertalingen, de website en aanvullend beeld- en didactisch materiaal.
Net zoals de canoncommissie moet deze stichting in alle onafhankelijkheid kunnen functioneren. Ze moet slechts eenmaal per jaar rapporteren aan de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement. De huidige commissieleden worden uitgenodigd om bestuurders te worden van deze stichting en de minister stelt ter ondersteuning twee medewerkers ter beschikking.
In de plenaire vergadering van 10 mei suggereerde u ten slotte dat de canon elke zeven jaar geactualiseerd zou worden, maar u gaf hierover nog geen uitsluitsel.
Daarom heb ik de volgende vragen.
Hoeveel middelen worden jaarlijks uitgetrokken voor de Stichting Canon van Vlaanderen? Mag de stichting zelf financiering zoeken of blijft de overheid de enige geldschieter?
Hoeveel bestuurders zullen er zetelen? Hoe wordt bepaald wie in de toekomst in de stichting kan zetelen?
In hoeverre zal de stichting zelf haar werking kunnen bepalen? Hoe wordt duurzame politieke onafhankelijkheid van de stichting gegarandeerd?
Wie zal bepalen hoe regelmatig de canon geactualiseerd wordt? Zal de stichting hier de exclusieve bevoegdheid over krijgen, of zult u toch een termijn opleggen?
De opdrachten die u in het persbericht aan de stichting toevertrouwt, komen voor een groot deel tegemoet aan de aanbevelingen van de commissie. Kunt u evenwel verduidelijken op welke manier de concrete aanbevelingen inzake het uitwerken van een professionaliseringsaanbod voor leraren lager onderwijs en de faciliteiten voor leerkrachten voor de verspreiding van didactisch materiaal zullen worden omgezet in de dagelijkse werking van de stichting? Hoe zult u hierop toezien in uw beleid?
Hebt u nog andere plannen die, los van de stichting, uitvoering geven aan de aanbevelingen van de commissie?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is vooral de bedoeling om de aanbevelingen van de commissie zo maximaal mogelijk mee te nemen en te gaan uitvoeren.
De oprichting van een onafhankelijke stichting is natuurlijk een van de meest essentiële pijlers van de aanbevelingen van de betrokken commissie. Men is nog wel volop bezig met het eindrapport. Daarnaast wordt ook gekeken hoe men ook andere aanbevelingen kan omzetten in concrete acties.
De stichting zal een private stichting worden, wat impliceert dat zij naast subsidies ook zelf financieringsbronnen kan aanboren, altijd in functie van de vooropgestelde doelstellingen.
Het is nog niet vastgelegd hoeveel bestuurders deel zullen uitmaken van de stichting. De statuten, waarin deze afspraken worden vastgelegd, worden momenteel opgemaakt. Ik kan u wel al zeggen dat het niet de bedoeling is dat de regering daarin mensen benoemt. Het is een onafhankelijke stichting. We willen vooral de geest en de ratio die we hanteerden bij de oprichting van de commissie verankeren. Dat is eigenlijk de doelstelling.
Aangezien het een private stichting is, mag zij dus zelf ook haar werking bepalen. Voor het verkrijgen van subsidies zal zij uiteraard wel aan de nodige subsidievereisten moeten voldoen. Ook hier is het mijn bedoeling om de werkwijze van de commissie voort te zetten. Dat wil zeggen dat we zullen garanderen dat de stichting in onafhankelijkheid kan werken. Er is een recurrent budget voorzien van 500.000 euro, maar men geeft al wel aan om spaarzamer met de middelen om te springen en dat dus zeker niet te gaan uitputten.
Wat de herijking betreft: het zal de stichting zelf zijn die zal bepalen hoe regelmatig de canon zal worden geactualiseerd. We kunnen in de beheersovereenkomst een termijn afspreken, maar dat valt te bekijken. Het was het advies van de commissie dat de canon pas zou worden geactualiseerd na zeven jaar. Dat lijkt me inderdaad een minimum. We zijn het al vergeten, maar in Nederland duurde het veel langer. Ik denk dat een periode van zeven jaar alleszins verenigbaar is met onze doelstellingen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden.
Het is inderdaad zo dat de stichting momenteel bestaat uit leden van de canoncommissie. Daarover heb ik een vraag, louter uit nieuwsgierigheid: zijn alle commissieleden daarnaar doorgeschoven of zijn er toch mensen die bedankt hebben voor de eer? Wat zijn dan eventueel hun drijfveren om er niet meer verder aan mee te doen?
U hebt ook aangegeven dat er, met betrekking tot hoeveel bestuursleden er in die private stichting zullen terechtkomen, statuten worden opgemaakt. U geeft ook duidelijk aan dat de regering daarin geen mensen gaat benoemen, vanwege de onafhankelijke werking en het feit dat het een private stichting wordt, maar u had wel aangegeven dat er twee medewerkers zouden worden aangesteld. Hoe ziet u dat dan? Zijn dat twee mensen vanuit de administratie? Op welke manier zullen zij voor de stichting werken en aan haar verantwoording afleggen? Of zullen zij dan ook nog aan u verantwoording afleggen? Hoe zult u dat bekijken?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de concrete vragen betreft: het is natuurlijk zo dat een private stichting, wanneer zij mensen tewerkstelt, ook al zijn die dan al dan niet gedetacheerd, wel de werkgever is. Dan is er dus geen hiërarchische relatie. Wanneer wij werken met gedetacheerde personeelsleden uit het onderwijs of het kabinet, heb je zelf wel een hiërarchische relatie ten opzichte van de betrokken werknemer.
Momenteel is men al bezig met het Agentschap Inburgering en Integratie (AgII), maar ook met het recente initiatief rond het Museum van Vlaanderen is men momenteel gesprekken aan het voeren om te bekijken in welke mate de canon en de vensters daar ook een plaats in zouden kunnen krijgen. Ik moet vaststellen dat men ook vanuit de kant van het Agentschap Inburgering en Integratie echt gebruik wil maken van de mogelijkheden die worden geboden wat betreft het inburgeringsaanbod.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijkomende antwoorden.
We blijven enthousiast over het gegeven. Het is ook een groot succes geworden. Het boek vliegt heel vlotjes over de toonbank, waar ik ook heel content mee ben. Het ligt klaar voor mij als vakantieliteratuur. Ik heb er al wel doorgebladerd, maar ik heb het nog niet gelezen. Dat komt er zeker aan.
We volgen het dus verder op, ook de werking van de stichting en de mate waarin zij erin zullen slagen om de aanbevelingen te vertalen in daadwerkelijke acties.
De vraag om uitleg is afgehandeld.