Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
We blijven bij VRT en VRT NWS, naar aanleiding van de case rond Loubna Khalkhali, die we kennen van het eerdere programma Sheroes op VRT MAX, dat zij daar presenteerde. Zij presenteerde dat met hoofddoek. Onlangs zagen we haar in een Instagramvideo van de Vranckxredactie, plots zonder hoofddoek.
Nu ben ik ervan overtuigd dat de keuze om wel of geen hoofddoek te dragen een persoonlijke keuze is. Dat moet altijd een persoonlijke keuze zijn, en andere mensen dienen die keuzen alleen maar te respecteren. Als reactie op de vaststelling dat mevrouw Khalkhali haar hoofddoek niet meer droeg in de betreffende Instagramvideo, liet zij optekenen dat het dragen van een hoofddoek volgens het beleid van VRT NWS niet is toegestaan.
In de media konden we volgende verduidelijking door VRT-woordvoerder Barbara Callier lezen: “VRT NWS vraagt in lijn met haar deontologie en de bepalingen van de beheersovereenkomst en het Mediadecreet een neutrale houding van medewerkers als zij een publieke rol opnemen, zoals een presentatie van het journaal, ‘De afspraak’ of in een video online. Dat betekent onder meer dat zij geen religieuze symbolen zoals een kruisje of hoofddoek dragen tijdens zo’n presentatie.” Ik leid daaruit af dat in alle andere programma’s, die buiten die VRT NWS- en duidingscontext zijn, religieuze symbolen wel zouden kunnen.
Volgens VRT is de afspraak om haar hoofddoek niet te dragen gemaakt in onderling overleg met mevrouw Khalkhali. Als reactie op een commentaar op de betrokken Instagramvideo, schrijft mevrouw Khalkhali het volgende: “Believe me, het was niet makkelijk. Maar ik vind het te belangrijk om die verhalen en de onderdrukte stemmen te laten horen.”
Minister, als ik dat citaat lees, heb ik toch wel vragen bij de uitleg dat dit een vrije beslissing is die in onderling overleg is genomen. Uit de reactie van mevrouw Khalkhali blijkt heel duidelijk dat zij een afweging heeft moeten maken: de hoofddoek blijven dragen maar niet kunnen meewerken aan de productie, of de hoofddoek niet dragen en wel “de verhalen en onderdrukte stemmen laten horen”. Ik vind dat het ene het andere niet zou mogen uitsluiten, integendeel. Dit sterkt mij dus in het vermoeden dat er helemaal geen sprake is van een vrije beslissing in onderling overleg, maar dat zij eigenlijk voor een onmogelijke keuze werd gesteld.
Daarom heb ik volgende vragen voor u, minister.
Klopt de verklaring dat het dragen van een hoofddoek of andere religieuze symbolen, in strijd is met de deontologie van VRT NWS?
Ik heb dezelfde vraag met betrekking tot de bepalingen van de beheersovereenkomst en het Mediadecreet. Is dat heel strikt of voor interpretatie vatbaar? Indien dit inderdaad voor interpretatie vatbaar is, wat is dan de interpretatie die u als minister geeft met betrekking tot die bepaling in de beheersovereenkomst en het Mediadecreet?
Hoe valt dit verbod op het dragen van een hoofddoek te rijmen met het streven van VRT, ook volgens de beheersovereenkomst, om meer diversiteit in beeld te brengen en de streefcijfers die VRT moet behalen, niet alleen qua zichtbare schermgezichten, maar in het hele personeelsbestand?
Ik ben heel benieuwd naar uw antwoorden.
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt, collega Van de Wauwer, voor uw vraag. Ik heb uw vraag uiteraard bezorgd aan VRT. Zij hebben me de volgende elementen als antwoord gegeven.
Zij verwijzen naar een drietal teksten om hun standpunt te onderschrijven. Ten eerste is er het redactiestatuut, met inbegrip van de deontologische code voor journalisten. Zij halen daaruit drie artikelen aan. In artikel 48 staat: “De deontologie van de journalist is gebaseerd op volgende principes: de programma’s, programma-items of berichten waarvoor hij bijdragen levert of verantwoordelijk is moeten onpartijdig en waarheidsgetrouw zijn.” In artikel 66 staat: “In de programma’s, programma-items en berichten die door de directie onder de deontologische verantwoordelijkheid van de hoofdredactie zijn geplaatst, kiezen journalisten geen partij.” Artikel 70 stelt dan weer: “De journalist vermijdt de indruk dat hij of zij een band of een voorkeur zou hebben voor een bepaalde partij, ideologie, een belang, een belangengroep of een organisatie.”
Daarnaast is er artikel 39 van het Mediadecreet, dat onder meer stelt dat de informatieprogramma’s, de mededelingen en de programma’s met een algemeen informatieve inslag en alle informatieve programmaonderdelen in een geest van politieke en ideologische onpartijdigheid worden verzorgd.
Tot slot verwijst VRT naar de beheersovereenkomst die wij met hen hebben gesloten. Onder operationele doelstellingen 3.1 bepaalt die overeenkomst onder meer dat VRT staat voor correcte en betrouwbare informatie die gratis toegankelijk is. Daarbij staat het volgende: “Elke mening telt. VRT laat een breed palet aan opinies van externen aan bod komen met ruimte voor een pluralistisch debat, tegenspraak, en nuance. VRT stelt zich hierbij neutraal op. Dat wil zeggen onpartijdig, onafhankelijk, en handelend vanuit haar redactionele autonomie.”
VRT heeft laten weten dat volgens hen het dragen van een hoofddoek door de presentator in strijd zou zijn met de neutraliteitseis die zij lezen in het redactiestatuut. VRT heeft daarop besloten om de presentator geen hoofddoek te laten dragen voor deze presentatieopdracht. VRT laat weten dat dit in overleg zou zijn met de betrokkenen. Ik kan moeilijk een uitspraak doen over de interpretatie van die bepalingen. VRT geeft die interpretatie mee en ik heb ze u meegedeeld. Ik kan ook niet zeggen dat wat zij doen, strijdig is met de beheersovereenkomst. Er is wel een fundamentele vraag die men kan stellen, en die luidt volgens mij als volgt: kan iemand met een hoofddoek aan onpartijdige verslaggeving doen? Dat is, denk ik, de fundamentele vraag. Ik denk dat dat heel sterk afhangt van de persoon, en de manier waarop zij de journalistieke deontologie respecteert. Ik denk dat dat perfect kan.
Naast de realiteit heb je natuurlijk ook de schijn van onpartijdigheid. Er is een uitspraak die zegt: ‘justice must not always be done, but must also be seen to be done’. De schijn van onpartijdigheid is voor VRT ook belangrijk. Daarbij kun je je de vraag stellen of dit daar een impact op zou hebben. U mag mijn persoonlijk standpunt ter zake weten. De manier waarop ik het formuleer, maakt dat al duidelijk. Ik denk dat er personen zijn die onpartijdige berichtgeving kunnen doen met een hoofddoek aan, maar het is niet aan mij om te bepalen hoe VRT dit moet toepassen. Wat zij doen, is hun interpretatie van hun redactiestatuut. Het is vooral aan hen om op dat vlak de toon te zetten.
Waar zij natuurlijk wel een belangrijke verplichting hebben om rond te werken in uitvoering van onze beheersovereenkomst, is om de diversiteit die Vlaanderen rijk is, op het scherm te brengen in al haar facetten. U weet dat ik daar ook heel wat rond doe in mijn beleid. Het klopt dat VRT een voorbeeldfunctie heeft wat diversiteit betreft. Dat geldt zowel op het scherm als achter de schermen. In de beheersovereenkomst zijn, wat dat betreft, ook ambitieuze streefcijfers meegenomen. Tegen 2025 moet minstens 9,5 procent van de mensen op het scherm van buitenlandse herkomst zijn. Het jaarverslag geeft aan dat in 2022 12,2 procent van de mensen die in beeld kwamen, effectief ook mensen van buitenlandse herkomst waren.
Wat het personeelsbestand betreft, moet tegen 2025 minstens 7 procent van het personeelsbestand bestaan uit personen met een buitenlandse herkomst. In 2022 bedroeg dat aandeel 5,2 procent. Er is daar dus zeker nog ruimte voor verbetering. Ik kan daaruit besluiten dat VRT sterk focust op diversiteit en inclusie. Ik ben er ook van overtuigd dat die discussie over de hoofddoek een belangrijk punt in is om in overweging te nemen.
Ik heb het standpunt van VRT naar voren gebracht, en ook mijn persoonlijke insteek daarin.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide en genuanceerde antwoord. Ik vond het een belangrijke vraag om te stellen zonder daar te hard de polemiek rond op te poken, want daar is niemand bij gebaat. Ik ben dus heel blij dat u genuanceerd antwoordt.
Ik moet wel zeggen dat ik het niet eens ben met de uitleg die VRT geeft. U verwijst naar een aantal documenten en statuten, onder andere naar het redactiestatuut, met een aantal artikels daaruit, en uit de deontologische code. Ik sta er helemaal achter dat die deontologische code gebaseerd is op een aantal principes van onpartijdigheid, een waarheidsgetrouwe berichtgeving, en geen politieke vooringenomenheid. Ik sta daar helemaal achter. Die berichtgeving moet altijd politiek en ideologisch onpartijdig zijn. Alleen heb ik religie niet in die opsomming gehoord. Voor mij is dat een fundamenteel verschil. De persoonlijke geloofsovertuiging van iemand, dat is religie, dat is iets helemaal anders dan een ideologie. Oftewel moet dat heel duidelijk worden opgenomen, oftewel moet VRT daar consequent in zijn. Ik hoor religie daar toch nergens in terugkomen.
Je neutraal opstellen in een pluralistisch debat, ik denk dat de enige juiste houding in dezen kan zijn om je actief pluralistisch op te stellen, en niet bekrompen zoals nu te vaak gebeurt door elke vorm van religie te proberen opzij te schuiven, te annuleren. Je kunt ook kiezen om daar op een actief pluralistische manier mee om te gaan, open, en om zo ook iets van duiding te kunnen brengen. Dat mis ik momenteel volledig.
De fundamentele vraag die u stelt, is inderdaad waar het om gaat. Kan iemand met een hoofddoek onpartijdig nieuws brengen? Ik ben er ook van overtuigd dat dat kan, maar we moeten er net vanuit die actief pluralistische houding van uitgaan dat iemand dat kan. Wanneer iemand dat niet kan, moet daarop worden ingegrepen, maar men moet er nu toch niet de algemene regel van maken, door ervanuit te gaan dat iemand dat mogelijk niet zou kunnen en die kans ook niet meer geven. Want zolang dat niet kan, gaat dit op een gespannen voet blijven staan met het streven naar meer diversiteit.
Het is ook enorm belangrijk om vertrouwen te hebben in VRT, dat al onze Vlamingen – iedereen die hier woont – zich ook vertegenwoordigd, weerspiegeld en zichtbaar voelen bij VRT. Dat gaat niet alleen maar over streefcijfers van diversiteit, over mensen met een buitenlandse achtergrond. Religie hangt voor mij niet samen met een buitenlandse achtergrond of etnische achtergrond. Er zal in grote mate een overlap zijn, maar het is niet per definitie zo.
Ik vrees dat door daar zo krampachtig mee om te gaan, de drempel alleen nog maar groter wordt voor mensen met een diverse achtergrond – dat kan op alle vlakken een diverse achtergrond zijn – om de stap te zetten naar VRT, en dat zou ik een heel, heel jammere zaak vinden.
Het is opnieuw een voorbeeld van hoe VRT nu in casu te bekrompen kijkt naar de uiting van diversiteit, wat eigenlijk alleen een negatief effect kan hebben, namelijk dat die diversiteit nog minder in beeld gaat komen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, collega Van de Wauwer, om de vraag te stellen. Toen ik het nieuws daarover las en men ook mijn reactie vroeg, zei ik heel spontaan dat we in onze samenleving toch wel veel grotere problemen hebben dan of iemand al dan niet een hoofddoek draagt. Ik begrijp niet dat men daarmee bezig moet zijn.
Ik heb de afgelopen dagen toch wel 230 mondelinge examens afgenomen, ook van nogal wat studenten met een hoofddoek aan. Ik beoordeel hun op basis van wat ze in hun hoofd hebben, niet op basis van wat ze op hun hoofd hebben. Het is eigenlijk te betreuren dat we daar nog mee bezig zijn. Dat wil zeggen dat we op dat vlak nog veel grote stappen moeten zetten.
Ten tweede vragen wij heel expliciet aan VRT om de samenleving in Vlaanderen te tonen in al haar diversiteit. VRT zet daar stappen toe, ook door mensen met een functiebeperking te betrekken en zo verder. Ook dat is deel van diversiteit. Als Loubna Khalkhali een hoofddoek draagt in programma’s die ze presenteert, zei ik daar geen probleem in.
De vraag is natuurlijk: wat als ze echt werkt voor de nieuwsdienst? Voor de nieuwsdienst is er een deontologische adviesraad binnen VRT, er is een redactiestatuut en er is een deontologische code. Dan vraag ik me af of we daarop moeten ingrijpen.
Zoals u ook aangeeft, minister, is dat aan de journalisten zelf. Als journalisten vandaag zeggen dat ze niet willen dat journalisten enig uiterlijk vertoon dragen van religie, ideologie of wat dan ook, om hun job te kunnen uitoefenen, dan is dat aan die mensen. Op dat vlak ben ik terughoudend om te zeggen dat je dat moet toelaten. Dan hoop ik dat onze journalistieke sector ook gaat evolueren naar een periode waarin dat geen issue meer is, maar dat zal aan hen zijn. Het is niet aan ons vanuit de politiek om daar uitspraken over te doen. Dan moeten we kijken naar de samenstelling en kunnen we alleen maar hopen – zoals we ze proberen af te leveren aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) – dat we veel meer vrouwelijke journalisten zullen krijgen in alle kleuren en alle overtuigingen, om los van hun kleur en overtuiging hun werk te doen als journalist, namelijk het brengen van onafhankelijke berichtgeving.
Ik heb geen bijkomende vragen in die zin, maar ik vond dat wel een heel belangrijk issue. Omdat dit voor mij geen issue zou mogen zijn. VRT moet de diversiteit tonen van de samenleving.
Ik zie in Engeland dat je daar bij de politie ook politiemannen hebt met een tulband en politievrouwen met een hoofddoek. Ik bedoel dat men daar al verder staat. Dus ik hoop dat men daar in de journalistiek zelf over nadenkt en men mee evolueert, maar die deontologische codes zijn niet aan ons om te bepalen.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik sluit mij eigenlijk wel aan bij de ideologische standaarden die VRT hier vooropstelt in het kader van het redactiestatuut. Ja, soms is er ook steun. (Gelach)
Soms is er ook steun, zeker wat de schijn van onpartijdigheid betreft. We hebben het hier nog altijd over een religie die vrouwen als minderwaardig beschouwt. We hebben het hier over een religie die vindt dat ongelovigen gestenigd mogen worden. Dus ja, dat lijkt mij niet meteen compatibel te zijn met iemand die een volledige schijn van onpartijdigheid moet etaleren in een nieuwscontext.
Bijkomend vind ik het bijzonder cynisch en opmerkelijk dat een christendemocraat hier pleit voor de promotie van het ultieme symbool van de religie van de haat, zijnde de islam. Een christendemocraat pleit hier vandaag voor een religie die vandaag 360 miljoen christenen aan het vervolgen is. Het gaat dus niet over boeddhistische landen, het gaat altijd over islamitische landen. In Somalië en Nigeria riskeer je zelfs de doodstraf als je je als moslim bekeert tot het christendom. Dus dat een christendemocraat hier vandaag pleit voor de promotie van het ultieme symbool van de islam, vind ik bijzonder cynisch.
Bijkomend zou ik toch voorstellen dat u eens gaat tafelen met de heer Bogaert, uw collega hier aan de overzijde, want die houdt een heel ander pleidooi. Die pleit voor de minimale aanwezigheid, eigenlijk het verbannen van die hoofddoek uit de maatschappij en het publieke domein. Dus ik zou zeggen: wil de echte cd&v nu eens opstaan?
Ik zou toch willen pleiten voor vragen aan de minister, maar goed.
De heer Meremans heeft het woord.
Neem me niet kwalijk, maar er is een verschil tussen de algemene programmatie van VRT en VRT NWS. Als ik het goed begrijp, gaan we nu vragen stellen over de kledij van journalisten. Stel u voor dat morgen Pieterjan De Smedt in de Wetstraat rondloopt met een T-shirt met het opschrift ‘Jesus saves’, en hij ondervraagt de premier. Ik denk dat er dan toch ook wel mensen bepaalde vragen zouden stellen, ook al ben ik een christen en heb ik daar geen probleem mee. Mag dat dan? Wat zou de reactie hier dan zijn?
We moeten ons daar ook niet mee bemoeien. Dat is de redactionele bevoegdheid van VRT. Ze hebben die code afgesproken, voilà. Ik vind dat we ons daar niet mee moeten bemoeien. Als er nu iets neutraliteit moet uitstralen, is het toch een nieuwsredactie? Dat lijkt me toch wel logisch. Wat personen in hun vrije tijd dragen of daarbuiten, dat zijn mijn zaken niet, maar op dat ogenblik moet je toch wel enige neutraliteit aan de dag leggen. Dat heeft te maken met religieuze symbolen, van welke religie ze ook zijn.
Ik heb even de dame in kwestie opgezocht. Er zijn erg veel foto’s van, evenveel foto’s met hoofddoek als zonder hoofddoek of met iets anders. Dat mag. Dat is de vrijheid van die dame. Ik heb daar geen enkel probleem mee.
Maar ik vraag me af wat het standpunt van cd&v hierin is. Zegt cd&v hier nu dat VRT-nieuwsjournalisten vanaf nu qua kledij neutraliteit mogen opgeven? Dat vind ik wel belangrijk. Ik kijk dus uit naar dat standpunt. Wat is dat nu eigenlijk? Zeggen we nu dat we de code van de VRT NWS-redactie behouden? Of zegt een partij nu dat die moet worden afgeschaft en dat alles anders moet? In het licht van de vorige vragen die ik gehoord heb, stel ik me daar wel vragen bij. Ik blijf hier zeggen dat die code behouden moet blijven en dat we ons daar niet mee moeten bemoeien.
Ik wil ook nog zeggen dat de diversiteitscijfers voor de hele VRT gelden. Dat heeft ook te maken met schermaanwezigheid van studiogasten. Van die studiogasten wordt niet gezegd dat die neutraliteit moeten uitstralen of wat dan ook.
Ik denk eerlijk gezegd dat we ons hier toch een beetje op gevaarlijk ijs begeven.
Ik denk dat ik de enige hier in de zaal ben die ooit een hoofddoek heeft gedragen. Ik ga niet in persoonlijke titel praten, maar ik vind de verkramping over dit dossier de afgelopen decennia onvoorstelbaar. Ik ben naar een katholieke meisjesschool gegaan waar nog nonnen in habijt rondliepen. Daar is geen enkel probleem met die traditie en die geschiedenis. Ik was samen met de zuster-directrice de enige die een hoofddoek droeg. Het is dan wel interessant om te zien hoe een en ander evolueert, en we vandaag bij een vraag zitten over neutraliteit bij de openbare omroep, VRT.
Het is eigenlijk heel eenvoudig. Als ik de minister goed heb gehoord in zijn citaat over de voorschriften op de redactie, dan staat religie daar niet in. Het is heel eenvoudig, op dit moment op de BBC, Scottish TV, in Canada, in de Verenigde Staten, en in heel wat andere landen heeft men gewoon reporters met een hoofddoek, en daar is geen enkele discussie over de neutraliteit. Men huldigt daar het principe dat ik zelf ook nogal belangrijk vind als feministe: het is de vrouw die beslist. Baas over eigen buik, baas over eigen hoofd. Geen enkele dwang, niet om het aan te doen, noch om het uit te doen.
Het is onvoorstelbaar bevoogdend om hier te zeggen – namens een reporter die duidelijk zelf beslist wanneer zij wel of geen hoofddoek draagt – dat zij onder druk zou staan. Hoe paternalistisch en bevoogdend is dat? Doet ze haar job goed of niet? Bericht zij volgens de redactionele standaarden of niet? Beste collega’s, al de rest, ten allerpersoonlijkste titel, is gewoon totaal naast de kwestie. U gaat aan mij vertellen dat ik hier zit als onderdrukte vrouw als ik een hoofddoek aan heb, en dat ik hier zit als bevrijde vrouw als ik ze niet aan heb. (Opmerkingen van Klaas Slootmans)
Mijnheer Slootmans, het is bijzonder interessant dat u de KKK-versie (Ku Klux Klan) van de islamitische religie, het wahabisme, de meest extremistische versie naar voren schuift als zijnde het beeld van de islam. ‘I’ll break the news to you’: de KKK-versie van het christendom is er een waar 99,9 procent van de christenen zich niet in zullen herkennen. De grootste slachtoffers van die interpretatie van de islam zijn de moslims. Al die onthoofdingen, al die terreur, de grootste slachtoffers daarvan zijn de moslimgemeenschappen in die landen zelf. Of ze een hoofddoek aanhebben of niet, dat doet er eigenlijk heel weinig toe. Dat toont dat het gaat om macht en politiek, en heel weinig om de fundamenten van religie.
Ik zou eigenlijk heel graag hebben dat we meer sikhs of mensen met een keppel zien op VRT, die daar zelf voor kiezen. Ik durf ook te zeggen dat een aantal mensen hier niet dezelfde tussenkomst zouden houden, als het over die groep mensen zou gaan, omdat het natuurlijk politiek niet in hun kraam past om te zeggen dat het religie X, Y, of Z zou zijn.
Minister, ik zou graag hebben dat u nog eens kunt bevestigen of religie al dan niet in die statuten staat. Als dat niet zo is, dan denk ik dat VRT intern de discussie moet voeren of ze dat gaan expliciteren of niet. Ik zou het ongelooflijk jammer vinden als ze het zouden expliciteren, want die kramp waar we in zitten, is natuurlijk ingegeven door een extreemrechtse druk van buitenaf, terwijl dat beeld in onze samenleving een onderdeel is van de diversiteit waarin vrouwen zelf beslissen of ze de hoofddoek wel of niet dragen. Voor mij telt alleen of de personen die op televisie komen – of die nu een kruisje dragen, een keppel op hun hoofd, of een dame zijn met een hoofddoek – op een correcte manier correct nieuws tot bij de mensen brengen, en correct hun job uitvoeren.
Je zou je verbazen voor hoeveel mensen in onze samenleving het van belang is om enige herkenbaarheid te hebben op het scherm. Ik wil jullie allemaal nog eens wijzen op het moment dat Disney een tekenfilm uitbracht met een hoofdrolspeelster met een zwarte huidskleur en krullend haar. Er waren kleine meisjes die moesten wenen omdat ze eindelijk ook eens een prinses waren. Herkenbaarheid, jezelf kunnen zien op een scherm, dat is ook een vorm van erkenning. Het is duidelijk dat bepaalde extreemrechtse ideologieën erkenning en herkenning vooral niet willen voor specifieke groepen. Het is wel ironisch dat u dan zit te roepen dat ze worden onderdrukt, terwijl u ze liever nog langer zou onderdrukken. Want stel je voor dat mensen een vrouw met een hoofddoek zien die ongelooflijk geëmancipeerd is, en daar staat als reporter. Dat is natuurlijk de grootste antireclame voor de ideologie die u uitvoert.
Minister, mijn vraag is heel helder: is het vandaag in die statuten opgenomen of niet? Indien niet, dan denk ik dat er zich een debat opdringt binnen die redacties. Ik hoop dat dat gaat richting erkenning en herkenning.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende bedenkingen en vragen. Als het gaat over journalistiek is het voor mij belangrijk dat de journalistieke deontologie wordt nageleefd. Wat VRT betreft, hebben we neutraliteit in de beheersovereenkomst heel duidelijk omschreven als onafhankelijkheid, onpartijdigheid en autonomie van de redacties. Zo hebben we neutraliteit gedefinieerd. Dan is het de vraag hoe men dat het best vorm kan geven. Daar hou ik vast aan het feit dat het aan de redacties zelf is om te bepalen hoe ze dat het best invullen. Het zou ongezond zijn indien een lid van de commissie of de minister daarin bepalend zou zijn. Het is aan de hoofdredacties om dat te bepalen.
VRT heeft ons laten weten hoe zij dat zien, hoe zij daarnaar kijken. Ik kan bevestigen, collega Almaci, dat in de teksten die we hebben gekregen van het redactiestatuut van VRT, religie niet voorkomt. Maar het is aan hen om te interpreteren of een hoofddoek of andere religieuze symbolen een neutraliteitseis zijn. Ik vermoed dat dat niet kan voor VRT NWS. Hier kan natuurlijk een breder en zinvol maatschappelijk debat gevoerd worden.
Ik sluit me in het algemeen wel aan bij de opmerking, collega Almaci, dat mannen en vrouwen vooral zelf moeten kunnen bepalen wat ze dragen, los van enige invloed, dwang of regels. Dat vind ik een belangrijk principe.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de genuanceerde manier waarop u hiermee omgaat. Ik geloof ook in die redactionele onafhankelijkheid, dat was ook mijn punt.
Ik had u in de verantwoording die u gaf, horen praten over de politieke en ideologische onpartijdigheid. Ik ben het daar helemaal mee eens, alleen mis ik daar het element religie. Het is niet aan ons om dat op te dringen aan de redactie, maar ik hoop dat ze daar wel een debat over gaan voeren, zonder enige vooringenomenheid en zonder bekrompenheid.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen – collega Almaci verwees er ook al naar – dat er een selectieve verontwaardiging is in dezen. Als het niet zou gaan om een vrouw met een hoofddoek, maar om een sikh met een tulband of een jood met keppeltje ... We hebben in het verleden ook al gezien, collega's, ook vanwege partijen die hier vandaag zijn, dat als er een vrouwelijke politica is die een hoofddoek draagt, het een groot probleem is, maar een joodse man met keppeltje is dan geen probleem. Voor mij is het in geen enkel geval een probleem.
Mijnheer Slootmans, als u aan mij vraagt hoe het mogelijk is dat ik als christendemocraat religie wil promoten, dan antwoord ik u dat ik religie helemaal niet wil promoten. Ik ben ook geen pilarenbijter. Als christendemocraat vind ik respect voor elke persoon en diens persoonlijke identiteit en overtuiging wel belangrijk. Het gaat dan niet om een politieke overtuiging, maar wel dat we een religie niet zomaar mogen verbannen naar de privésfeer. Daar geloof ik wel heel hard in als christendemocraat. Ik zal ook altijd heel hard de vrije keuze van eenieder verdedigen. Zoals mevrouw Almaci zei, moet elke vrouw kunnen beslissen of ze een hoofddoek wil dragen of niet.
Als we de uitspraak van mevrouw Khalkhali horen over een vrije beslissing in onderling overleg, dan zegt ze eigenlijk dat ze een keuze heeft moeten maken tussen een hoofddoek dragen en niet meewerken aan de productie, of geen hoofddoek dragen en daardoor wel een onderdrukte stem kunnen laten horen. Dat vind ik een gemiste kans. Net een vrouw met een hoofddoek, een geëmancipeerde vrouw, is het best geplaatst om die stem te laten horen. Dat is wat ik als christendemocraat geloof.
Daarmee is zowel de vraag om uitleg aan de minister als het debat tussen de partijen afgehandeld.