Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Warnez heeft het woord.
Collega's, iedereen is voetganger, jong of oud. Je te voet verplaatsen lijkt een evidentie, maar is dat toch niet altijd. Zeker mensen die niet goed te been zijn, voelen zich vaker onveilig als voetganger. Daar zijn tal van voorbeelden van te vinden: ze worden voorbijgeraasd door auto’s en fietsers, missen veilige oversteekplaatsen, de opstap voor de stoep is hier en daar toch nog verraderlijk hoog, de tegels van het voetpad liggen niet overal even effen, er zijn slecht geparkeerde fietsen die het voetpad kunnen versperren, palen die in het midden van de baan staan. Ik zou zo nog even kunnen doorgaan, maar mijn tijd is beperkt. Het is vooral een illustratie van het feit dat we aan een aantal zaken toch iets moeten doen.
Als het gaat over de kwaliteit van de voetpaden, moet de lat hoog liggen. Het voetpad is uiteraard een manier om mensen veilig op hun bestemming te brengen, maar nodigt mensen ook uit om in plaats van met de wagen ergens gewoon te voet naartoe te gaan. Het gaat dan over die effen voetpaden, maar ook bijvoorbeeld over de aanwezigheid van rustbanken. We denken er niet altijd over na, maar ook die rustbanken kunnen belangrijk zijn. Als we voetpaden slim inrichten kunnen we ze ook vergroenen en ontharden. U bent een van de trekkers van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP), minister. Dus ook daar kunnen voetpaden meer dan een functie hebben. In het verleden hebt u heel wat ondersteuning geboden aan lokale besturen via inspiratiegidsen, handreikingen enzovoort. Er zijn veel mooie namen voor gevonden. Ik denk aan de handreiking over de koloniale verwijzingen in de publieke ruimte, aan de inspiratielijst met energiebesparende maatregelen. Als minister van Gelijke Kansen en Binnenlands Bestuur, is het misschien ook zinvol om in het kader van voetpaden een dergelijk initiatief te nemen.
Vandaag wordt via Inter al gewerkt op toegankelijkheid van de openbare ruimte. Op hun website heb ik daarover heel praktische en interessante informatie gelezen. Het gaat over het toegankelijk maken van speeltuinen, groenruimten, begraafplaatsen, maar uiteraard ook over het publiek domein, over die voetpaden zelf. Toen ik wat verder klikte en er wat meer over ging lezen, zag ik dat er inderdaad een vademecum was met ontwerpcriteria en ideeën als leidraad voor veilige, effen, toegankelijke voetpaden. Dat was er eentje uit 2010, van uw welbekende collega-minister Hilde Crevits. Dat is ondertussen toch al dertien jaar geleden, minister, en er is al heel wat veranderd in die periode. Denk aan de aandacht voor ontharding en openbaar groen. Ook voetgangerszones of voetgangerscirkels zijn wat meer in opmars. Het vademecum geeft geen tips over bijvoorbeeld het plaatsen van rustbanken.
Daarom stel ik daarover graag een vraag, want het versterken van het beleid voor voetgangers is erg belangrijk. We zien ook dat ze oververtegenwoordigd zijn in de statistieken van de verkeersdoden. In het regeerakkoord hebben we gesteld dat voetgangers voor ons een prioritaire doelgroep moeten zijn. Een voetpadenplan in elke gemeente kan daarbij een stap in de goede richting zijn.
Welke initiatieven hebt u genomen om samen met de lokale overheden wandelroutes en wandelmogelijkheden in steden en dorpen te bevorderen?
Hebt u hierover al gesproken met ouderenorganisaties?
Bent u bereid om initiatieven te nemen om hedendaagse inspiratietips te geven? Ziet u noodzaak in het updaten van het vademecum uit 2010?
Ziet u een oplossing in een voetpadenplan voor iedere gemeente, om die op die manier veilig, toegankelijk en obstakelvrij te maken? Wilt u dit stimuleren?
Bent u tot slot van plan om in overleg met andere ministers en instanties een integrale aanpak van het voetgangersbeleid te waarborgen?
Minister Somers heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat een coherent lokaal toegankelijkheidsbeleid heel belangrijk is. De inrichting van voetpaden staat daarbij mee centraal. Inter zorgt er samen met mij voor om de lokale besturen bij te staan. Die ondersteuning kan verschillende vormen aannemen.
Men heeft een convenant met 118 gemeenten. Binnen zo’n convenant vragen lokale besturen doorlichting en advies over de inrichting van hun publiek domein, wandelroutes, toegankelijkheid van voetpaden. 33 lokale besturen hebben een charter ondertekend: ‘Naar een toegankelijke gemeente’. Ze maken samen met Inter een actieplan op. Ook binnen het Plan Samenleven – u hebt er al naar verwezen, of nog niet, u verwees naar het andere plan – is er een LEKP. Binnen het Plan Samenleven is er aandacht voor toegankelijkheid. Nog eens 26 besturen hebben een actieplan integrale toegankelijkheid opgemaakt. U weet dat elke stad een mentor heeft, de stad Antwerpen is mentorstad voor deze actie. Zij organiseert een lerend netwerk waar eerder dit jaar specifiek aandacht werd besteed aan het draaiboek openbaar domein van de stad. De focus van het vorig lerend netwerk lag op kwaliteitsvolle inrichting van voetpaden.
De Vlaamse Ouderenraad is een structurele gesprekspartner van Inter. Inter is als dusdanig ook lid van de commissie Wonen, Mobiliteit en Omgeving van de Vlaamse Ouderenraad. Daar is dus een heel goede samenwerking, interactie.
De inrichting van het publiek domein en voetpaden in het bijzonder behoort tot de bevoegdheid van de collega van Mobiliteit en Openbare Werken, collega Peeters. Inter ontwikkelde het vademecum toegankelijk publiek domein in 2010 in opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Het vormt sindsdien een leidraad voor lokale besturen, maar ik sta volledig achter het idee om dat vademecum te actualiseren.
We zijn inderdaad dertien jaar verder en er zijn heel wat nieuwe evoluties die impact hebben op het openbaar domein. Denk maar aan de invloed van elektrische laadpalen, waterdoorlatende ondergronden, toegankelijkheid tot de omgeving. Mijn kabinet heeft dit ook zo doorgegeven aan minister Peeters, met de vraag om het vademecum vast te pakken en te actualiseren, zodat lokale besturen terug een geactualiseerd werkdocument hebben.
Mijn kabinet heeft dit ook zo doorgegeven aan minister Peeters, met de vraag om dat vademecum vast te pakken en te actualiseren, zodat lokale besturen eigenlijk opnieuw een geactualiseerd werkdocument hebben. Dus ook bedankt voor de vraag.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik kan een heel korte tussenkomst houden, denk ik. Ik heb een vraag gesteld en de minister heeft daar positief op geantwoord, met een vademecum dat wordt geüpdatet.
Ik ben ervan overtuigd, minister – u kent de minister van Mobiliteit heel goed – dat als u dat vraagt vanuit uw bevoegdheid voor Gelijke Kansen, u dat plan zeker en vast zult updaten. We zien dat in elk geval tegemoet.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik denk dat collega Warnez een terechte vraag heeft gesteld. Minister, u bent de laatste jaren, deze legislatuur, enorm fietspadenminded, maar er zit een zekere discrepantie tussen fietspaden en voetpaden. Vandaar denk ik dat collega Warnez toch wel terecht de vinger op een wellicht kleine wonde legt, maar we zijn allebei zo blij dat u daar een voluntaristisch een positief antwoord op hebt geformuleerd. We kijken met spanning uit naar het resultaat in het najaar.
Minister Somers heeft het woord.
Ik ben blij dat de christendemocraten in deze commissie positief zijn over wat ik doe. (Gelach)
Mijn collega wou vooral tonen dat er niet alleen een blauwe as is voor voetpaden, maar ook een oranje as. We gaan daar blauw-oranje voetpaden van maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.