Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, deze vraag om uitleg gaat eigenlijk ook over de controle vanuit de Europese Unie. In die zin sluit ze aan bij de vorige vraag om uitleg.
Met onder meer camerabewaking op schepen en een nieuw monitoringsysteem wil de Europese Unie de controle op de overbevissing versterken en de traceerbaarheid verbeteren. Het gaat vooral over het vrijwaren van de biodiversiteit, waarover de laatste tijd zoveel te doen is, maar dan onder water. Het gaat over een akkoord dat werd gesloten tussen de lidstaten en het Europees Parlement.
Het akkoord verplicht de lidstaten om een systeem op te zetten dat hen toelaat om de positie van alle vissersboten te volgen. Voor kleinere boten is er wel een uitzondering tot 2029 mogelijk. De vissers moeten hun vangsten via elektronische weg aanmelden. Grotere boten moeten uitgerust zijn met een elektronisch monitoringsysteem zoals camerabewaking. De maatregelen moeten verzekeren dat ongewenste bijvangst aan wal komt. De zogenaamde aanlandingsplicht bestaat nu al, maar de controle erop is eerder aan de gebrekkige kant. Dat is alleszins wat de Europese Unie vindt. Over die aanlandingsplicht heb ik u trouwens eerder al vragen gesteld.
De onderhandelingen zouden lange tijd zijn vastgelopen op de maximaal gedoogde foutenmarge tussen de geraamde vangst en de hoeveelheid vis die effectief aan wal wordt gewogen. Uiteindelijk is de marge van 10 procent per soort uit de bus gekomen, maar die zal toenemen tot 20 procent voor soorten waarvan de totale vangst minder dan 100 kilogram is. Daarnaast worden ook de sancties voor overtredingen geharmoniseerd.
Voor het eerst zijn er ook regels voor hobbyvissers opgenomen. De recreatieve visserij die vangsten van meer dan 10 kilogram of meer dan 50 euro verkoopt, zal als een ernstige overtreding worden beschouwd.
Zowel de lidstaten als het parlement moeten het compromis nog bekrachtigen, vooral omdat er ook vanuit een aantal lidstaten commentaar was op deze regelgeving. Uiteraard heeft niemand iets tegen de verbetering van de biodiversiteit onder water, maar dit maakt het voor de visserij wel wat ingewikkelder. Er wordt meer van hen verwacht.
Minister, hoe staat u tegenover de nieuwe maatregelen om overbevissing tegen te gaan? Acht u deze maatregelen haalbaar? Welk standpunt nam Vlaanderen hierover in?
Wat zullen de gevolgen van de nieuwe maatregelen zijn voor de Vlaamse visvangst?
Wat zullen de gevolgen zijn voor de Vlaamse recreatieve visserij?
De nieuwe maatregelen staan of vallen natuurlijk ook met controle, daar knelt uiteraard vaak het schoentje. Hoe zal Vlaanderen ten opzichte van de Europese Unie de controle garanderen? Welke bijkomende maatregelen voorziet u daar?
Minister Crevits heeft het woord.
Allereerst wil ik benadrukken dat, zoals u aangeeft, de teksten nog finaal moeten worden goedgekeurd. De nieuwe maatregelen voorzien globaal genomen in een verhoogd controleniveau. De installatie van camera’s aan boord, de analyse van de beelden en de implementatie van een nieuw monitoringsysteem voor recreatieve vissersvaartuigen vormen een heel grote uitdaging. Een monitoring van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), gepubliceerd in 2019, inventariseerde voor ons land ruim achthonderd recreatieve vissersvaartuigen, goed voor zo’n 11.900 vistrips.
Vlaanderen heeft in naam van ons land bij elke bespreking van de voorstellen op Europees niveau gehamerd op het feit dat de nieuwe controleverordening rekening moet houden met de praktische haalbaarheid. De definitieve goedkeuring is er echter nog niet.
De professionele sector beschikt al verplicht over een ‘vessel monitoring systeem’, waarbij de medewerkers van de controledienst in real time alle vaarbewegingen van de vissersvaartuigen volgen in het kader van toezicht op de naleving van de quotaregels en de vangstbeperkingen. Daarnaast is er het elektronisch logboek, waarbij de vangsten dagelijks worden gerapporteerd. Als er verplicht camera’s aan boord moeten komen voor vaartuigen groter dan 18 meter, zoals de compromistekst aangeeft, dan zal zo goed als heel onze vloot hiermee uitgerust moeten worden. Dat wordt een enorme opgave, zowel voor de vissers als voor onze controlediensten.
In de toekomst zullen ook recreatieve vissers via een elektronisch systeem bepaalde vangsten moeten registreren en rapporteren aan de controlediensten. Dit elektronisch systeem moet nog worden ontwikkeld. De recreatieve vissers zullen zich ook moeten registreren. Ze mogen hun vangsten nu al niet verkopen, maar in de toekomst zal de verkoop van een bepaalde hoeveelheid als een ernstige inbreuk worden beschouwd.
De verordening voorziet in een overgangsperiode voor de nieuwe controlemaatregelen. Dat zal nodig zijn voor de voorbereiding en de organisatie. Op korte termijn zijn er nog geen onmiddellijke gevolgen voor de recreatieve visserij.
De organisatie van de controles door de diensten van het Departement Landbouw en Visserij zal worden afgestemd op de nieuwe controleverordening. Dat is ook verplicht. De controlediensten hebben de afgelopen jaren niet stilgezeten. Er is sterk ingezet op automatisering en informatisering, en deze evolutie zal ook in de toekomst worden voortgezet. Dit komt de efficiëntie van de controlediensten ten goede en zorgt ervoor dat we onze inspanningen en middelen beter kunnen spreiden. Dat neemt echter niet weg dat de uitdagingen groot blijven.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het zal inderdaad een hele uitdaging worden.
Ik heb nog een aantal bijkomende vragen. Het moet inderdaad nog finaal worden goedgekeurd. Wordt er vanuit Vlaanderen aangedrongen op een kader voor de recreatieve sector? Dat is immers niet alleen een zaak voor de visvangst, maar uiteraard ook voor het toerisme. Heel wat mensen uit het binnenland en uit Wallonië bezoeken regelmatig de zee om te gaan vissen. U sprak over achthonderd à negenhonderd voertuigen, dat is heel wat.
Het is een enorme opgave voor die recreatieve sector. Zijn er financiële tussenkomsten voorzien om de nodige aanpassingen te doen? Ik heb het dan uiteraard ook over de professionele sector, maar zoals u antwoordde zijn die al voor een groot stuk georganiseerd op die aangelegenheden.
Mijn laatste vraag ging over de controle. U spreekt over een betere spreiding. Betekent dat ook dat er meer zal moeten worden geïnvesteerd in die controle, zowel financieel als qua personeel?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, collega Vandenhove focust terecht op het belang van controles om de naleving van het teruggooiverbod en de aanlandingsplicht te handhaven en op die manier overbevissing te vermijden.
De eerste vraag die ik mij hierbij stel, is in hoeverre er indicaties zijn dat onze Vlaamse vissers dit met de voeten zouden treden. Ik had altijd de indruk dat dit zeker niet het geval is en dat onze mensen eerder tot de betere leerlingen van de Europese klas behoren. Minister, kunt u dat bevestigen? Zo ja, dan lijken deze nieuwe Europese regels toch niet zo’n grote impact te hebben op onze professionele visserij?
Overigens zijn wij in de Noordzee bij de betere leerlingen op het vlak van duurzame visbestanden. Duurzame visserij is een merk dat wij in Vlaanderen hanteren. De vraag is dan waar in Europa de problemen zich het sterkst voordoen. Welke impact hebben die kleine vissers dan? Bij ons hebben we niet meteen zo verschrikkelijk veel kleine vissers, maar in landen met heel veel kust, zoals Italië, Griekenland, Malta en Spanje, ligt dat natuurlijk helemaal anders. Werd de impact van deze kleine vissers in die landen op overbevissing al nagegaan? Uiteindelijk maken vele kleintjes één grote.
Als we dan over handhaving spreken, is de vraag hoeveel kleine vissers hierdoor kunnen worden gevat. Het is goed om strengere regels op te leggen. Ik weet dat we ook in de gemeenten en zelfs in Vlaanderen op het vlak van handhaving regels moeten invoeren, maar dan is het wel de bedoeling dat elke lidstaat die regels en controles met dezelfde mate van strengheid handhaaft. Hoe zal men daarop toekijken? Als wij regels invoeren en streng handhaven en Italië, Griekenland en Spanje voeren ook regels in, maar handhaven niet, dan zijn we nog veel verder van huis.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik wil er toch op wijzen dat die verordening wel degelijk een impact zal hebben op de hele vloot, als die aangenomen wordt, vooral voor onze recreatieve visserij. We hebben hier in het verleden al gevraagd om ook in Vlaanderen een regelgevend kader te vragen voor die recreatieve visserij. Toen was het antwoord echter dat dat toch niet zo opportuun was. Misschien is er met het regelgevend kader dat er zit aan te komen, wel degelijk een belang vast te stellen om ook die recreatieve visserij toch in een bepaald kader te plaatsen.
De opmerkingen die we bij de vorige vraag hebben gegeven, gelden hier ook. Ten eerste: het is belangrijk om dat op Europees niveau te blijven aankaarten. We hebben het geluk om vanaf januari het Belgische voorzitterschap te hebben. We moeten dat thema daar zeker op de agenda zetten.
Ten tweede is er de samenwerking met andere landen. Vooral Nederland lijkt in dit thema ook aan bod te komen, maar zijn er ook nog andere landen waarmee we samen sterk kunnen staan? Ik denk aan Duitsland, Frankrijk, maar ook aan Denemarken. Hebben we dat in kaart? Gelden daar dezelfde belangen? Kunnen we daar voor een samenwerking zorgen?
Tot slot wil ik benadrukken dat de technologische en digitale revolutie die we gestart zijn, versneld zal moeten worden uitgerold. Daar kijken we opnieuw naar de mogelijkheden die in het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) en in het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquacultuursector (FIVA) daarvoor werden gecreëerd.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank jullie voor de aanvullende vragen. Er zijn hier niet zoveel parlementsleden aanwezig, maar ze zijn wel allemaal heel actief. Dat is verfrissend.
De vangsten van de hobbyvissers worden nu al geregistreerd via een project van ILVO en het VLIZ. Dat gebeurt nu vrijwillig, via een wijziging in de verordening zal dat dan in de toekomst natuurlijk verplicht zijn.
Als we zicht hebben op wat er precies wordt verplicht, kunnen we samenzitten met wetenschappers, de recreatieve sector en de controlediensten om precies te bekijken wat er nodig is en hoe we eraan kunnen tegemoetkomen. Maar ik kan er in het algemeen niet omheen dat er zal moeten worden geïnvesteerd wanneer die verordening wordt aangenomen, niet alleen door de sector, maar ook door de controlediensten. Dat is niet te onderschatten. We moeten bekijken hoe we dat zo efficiënt mogelijk kunnen aanpakken.
Collega Tommelein, onze vissers zetten inderdaad al jaren in op verduurzaming, zowel voor de aanpassing van de vistechnieken als de vismethodes. Ze doen dat samen met wetenschappers. Camera’s zullen de selectiviteit in elk geval niet verhogen, en de implementatie ervan is bijzonder moeilijk in de visserij. We mogen niet uit het oog verliezen dat het niet enkel over de controle van de activiteiten van onze eigen vloot gaat, maar bijvoorbeeld ook over visproducten die in ons land worden ingevoerd. Los van de vraag hoe onze eigen vloot het doet, spelen dus nog heel wat andere aspecten een rol.
Een gelijk speelveld tussen de lidstaten is dan ook van belang, maar minstens even belangrijk is het gelijk speelveld met derde landen van waaruit visserijproducten worden ingevoerd.
Op Europees niveau, en zeker volgend jaar, onder ons voorzitterschap, zal ik blijven aandringen op een gelijk speelveld en toekomstmogelijkheden voor alle visserijen, ook voor onze typische Vlaamse visserij, die gericht is op gemengde vangst.
Collega Vandenhove, we staan zeker in nauw contact met andere lidstaten die dezelfde problemen ervaren, onder meer Frankrijk en Ierland, onder andere in verband met die problemen over de aanmeldingsplicht.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, het zal inderdaad een hele uitdaging zijn. Ik neem aan dat, indien de finale goedkeuring er komt, er eventueel ook steun vanuit Europa wordt voorzien of dat Europa eventueel toelaat dat er steun vanuit de individuele landen wordt voorzien. Het zal immers een hele kost zijn om die zaken te herorganiseren, uiteraard voor de sector, maar ook voor de controle en de handhaving, zoals u zelf aangeeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.