Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Elke keer als ik dacht dat het aan mij zou zijn, begint er een andere groene een vraag te stellen. De laatste vraag zit in dezelfde sfeer als die van collega Schauvliege.
Er is een Europees actieplan waarmee Europa de luchtkwaliteit wil verbeteren en het aantal vroegtijdige sterftes door luchtvervuiling met 55 procent wil laten afnemen. We weten dat voor verbrandingsmotoren momenteel de Euro 6-norm geldt in Europa. Dat is nog altijd dezelfde norm als voor het dieselschandaal.
Maar er wordt al een tijdje gewerkt aan een nieuwe Euro 7-norm. Een norm die Europa tegen 1 juli 2025 in werking wil laten treden, en die de uitstoot van stikstofoxide en koolstofdioxide moet verminderen en het fijnstof moet beperken dat vrijkomt door bandenwrijving en remmen.
In de vergadering van de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van 15 juni heeft minister Peeters aangegeven dat de Vlaamse Regering nog een standpunt moet innemen in verband met de Euro 7-norm. Collega Mertens stelde een vraag over het ontwerp van de commissie. Minister Peeters echode in haar argumenten een beetje de argumenten van de auto-industrie, vanuit haar bezorgdheden over de meerkost voor de fabrikanten, en dus ook voor de consumenten.
Ze vroeg zich ook af – aangezien we tegen 2029 de verbrandingsmotoren willen uitfaseren voor nieuwe wagens – of we de producenten nog dergelijke zware normen moeten opleggen. Nochtans heeft de Europese Commissie berekend dat voor elke euro die wordt geïnvesteerd in Euro 7, er 5 euro wordt bespaard dankzij gezondheids- en milieuvoordelen, voornamelijk omdat de uitstoot van stikstofoxide door auto’s en bestelwagens tegen 2035 met 35 procent zou verminderen. Bovendien volgen de ambities voor personenwagens veelal het lage ambitiescenario.
Voor benzine ligt de norm voor stikstofoxide op het niveau van de Euro 6-norm die al vijftien jaar oud is, terwijl de gezondheidsschade nochtans enorm is. Collega Schauvliege, heeft daarnet al aangegeven wat een grote impact dat eigenlijk allemaal heeft op de gezondheid van de Vlamingen. Ik stel u dus graag de volgende vragen.
Wat is uw standpunt aangaande de nieuwe Euro 7-norm? Zal die norm volgens u een grote impact hebben op het Vlaamse leefmilieu en de luchtkwaliteit?
Volgens het voorstel van de Europese Commissie zou de geschatte meerprijs per auto tussen de 90 en 150 euro bedragen, juist vanwege het lage ambitiescenario dat wordt gevolgd. De Europese automobielfederatie, de European Automobile Manufacturers' Association (ACEA), schat dat het eerder 2000 euro zal zijn.
Blijkbaar gaan verschillende leden van de meerderheidspartijen eerder mee in de inschatting van de automobielsector dan die van de Europese Commissie. Welke positie volgt u daar en wat is volgens u de mogelijke impact van een te zwakke Euro 7-norm op het behalen van onze luchtkwaliteitsambities?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de opdracht gegeven om een impactstudie van de nieuwe Euro 7-norm op te maken, waarbij we de voor- en nadelen van de Euro 7-norm in kaart moeten brengen. Bij die impactstudie zal ook het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad), de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) worden ingewonnen.
Dit moet de Vlaamse Regering in staat stellen om een weldoordacht en strategisch standpunt te kunnen formuleren. Ik wijs er ook op dat de Federale Regering ook nog niet eensgezind is over de invoering van de Euro 7-norm. In tegenstelling tot de Federale Regering heeft de Vlaamse Regering wel de traditie om te overleggen over standpunten die in de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) worden ingenomen,
Zoals ik ook op uw vorige vraag heb geantwoord, wordt die impactstudie van de Euro 7-norm nu opgemaakt. Die impactstudie zal ook rekening houden met het mogelijk verlies van investeringen in emmissieloze voertuigen door de invoering van een Euro 7-norm.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat we dat goed weten, en de voor- en nadelen in kaart brengen. Nadat die studie is uitgevoerd, zal ik de bevindingen natuurlijk ook aan het Vlaams Parlement meedelen, maar ik denk dat het cruciaal is dat we een impactstudie laten doen voordat we hierover een standpunt innemen. Want je kunt daar van alles over lezen, maar het is wel belangrijk dat we goed weten wat de voor- en nadelen zijn.
De nieuwe luchtkwaliteitsrichtlijn wordt momenteel op Europees niveau onderhandeld. Het is nog niet volledig duidelijk welke richting dit uitgaat. Wel is duidelijk dat de Euro 7-norm minstens op korte termijn een milieuwinst kan geven. Doordat investeringen in elektrische voertuigen of in emissievrije voertuigen kunnen worden gestaakt, is het de vraag of die milieuwinst op lange termijn zal standhouden.
De regeling rond de lage-emissiezones kan momenteel nog geen rekening houden met Euro 7, aangezien deze Euro 7-normering nog niet volledig rond is.
De heer Bex heeft het woord.
Ik noteer dat er een studie zal gevoerd worden door de VMM. Het is me misschien ontgaan, maar kunt u zeggen wanneer de studie er zal zijn en wanneer de Vlaamse Regering een standpunt wil innemen?
Uiteraard, minister, moet het doordacht en strategisch zijn, maar het lijkt me toch belangrijk om hier niet te gemakkelijk mee te gaan met de autolobby, die uiteraard zal zeggen dat ze aan het investeren is in emissieloze voertuigen en zal vragen om haar gerust te laten met die euro 7-norm. Maar we weten allemaal dat voertuigen die de komende jaren in het verkeer zullen komen, nog zeer lang zullen rijden. Het is belangrijk voor onze luchtkwaliteit om daar naar verbetering te streven.
We weten dat de datum waarop alleen nog maar nieuwe zero-emissievoertuigen in het verkeer zullen komen wellicht 2035 zal zijn. De ambitie van de Vlaamse Regering is nog steeds om de klimaatambities te halen – dit is zeer belangrijk – en om dit specifiek voor Vlaanderen vanaf 2029 in te voeren. Hoever staat het met dat voornemen? Als ik daar minister Peeters over ondervraag zegt zij dat er overlegd wordt en dat het wordt aangebracht. Op een bepaald moment moeten we toch kunnen inschatten of we dat gaan kunnen realiseren of niet. Hoe schat u dat in?
Minister Demir heeft het woord.
Met betrekking tot uw laatste vraag is het natuurlijk aan de bevoegde minister Peeters om het erdoor te krijgen, zij trekt dat. Ik ga niet voor haar beurt spreken.
Wat betreft de impactstudie vind ik het belangrijk om, los van alle gelobby, een impactstudie te hebben van mijn eigen diensten. De VMM is daarvoor goedgeplaatst. Ik verwacht die studie begin of half september. Op dat moment is het belangrijk dat ook met jullie te delen.
De heer Bex heeft het woord.
Ik kijk uit naar die studie.
Wat de uitdoving van de verbrandingsmotoren tegen 2029 betreft, begrijp ik dat u hier in het parlement niet in de plaats van minister Peeters wilt spreken, maar ik zou u toch willen aanbevelen, minister, om dat eens stevig met minister Peeters te bekijken en te evalueren hoe realistisch die doelstelling momenteel is. Ze is superbelangrijk om de klimaatdoestellingen te halen. Het is een van de bepalende maatregelen van het klimaatplan. Ik heb een ernstige vrees dat dit niet zal lukken. Als dit niet lukt , dan moet u andere maatregelen uit uw hoed toveren. Het is dan ook in uw belang om te checken of minister Peeters die doelstelling zal halen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.