Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, de vraag is heel simpel. Ik weet niet of het antwoord dat ook zal zijn, want het is geen gemakkelijke problematiek. De Sinksenfoor is bezig. Op 27 mei werd een meisje heel zwaar gebeten door een rottweiler die vrij op die kermis rondliep. Dan komt bij mij een vraag op, gezien de problematiek, gezien de debatten die we zelfs tot in de plenaire vergadering hebben gehad over bijtincidenten en hoe ze het best aan te pakken. Het is niet alleen verontrustend dat dit soort incidenten blijven plaatsvinden, maar er is ook gewoon de vraag hoe het komt dat zo’n hond losliep op zo’n drukke kermis.
Minister, hebt u meer duidelijkheid over de omstandigheden waarin dat incident is gebeurd? Welke beleidsinitiatieven komen er eventueel nog verder inzake het sensibiliseren rond die problematiek en een plan van aanpak?
Minister Weyts heeft het woord.
Als minister van Dierenwelzijn ben ik niet op de hoogte gebracht van dit incident. Dit valt natuurlijk onder de openbare orde en de publieke veiligheid. Mijn bevoegdheid betreft het welzijn van dieren. Ik kan dan ook enkel in die materie maatregelen nemen. Het is niet zo dat omdat een hond bijt, die hond automatisch en altijd ook verwaarloosd of mishandeld zou zijn. Het beleid inzake het aanlijnen of loslopen van honden ligt in de handen van de steden en gemeenten. Ik ben toch niet verantwoordelijk voor elke loslopende hond. Momenteel is het zo dat heel wat gemeenten verplichten dat honden aan de leiband worden gehouden binnen het openbaar domein. Dat is in dat geval ook opgenomen in het politiereglement van de betrokken gemeente of stad. Meestal is dat zo. Ik denk dat het in nagenoeg elke gemeente of stad het geval is. Zij nemen die maatregelen in het kader van hun bevoegdheid inzake openbare orde en de veiligheid en rust op hun grondgebied.
Vlaanderen adviseert de lokale besturen om specifieke zones af te bakenen waar dieren wél kunnen loslopen. Dat moedig ik ook aan, omdat dat goed is voor het welzijn van honden. Daarom hebben we ook een brochure opgesteld voor de lokale besturen voor het inrichten van zulke losloopweides: aan welke criteria beantwoorden die het best, hoe pak je dat het best aan? Die brochure is trouwens ook terug te vinden op de website van Dierenwelzijn Vlaanderen.
U benadrukt ook het ras in uw vraagstelling, maar ik wil volledigheidshalve toch benadrukken dat het karakter van een hond niet wordt gedetermineerd door het ras. Binnen elk ras zullen er verschillen tussen individuen zijn qua sociaal gedrag. Het sociaal gedrag van honden wordt voornamelijk bepaald door de genetica, dus door de erfelijke factoren, en door de epigenetica, de omstandigheden in de eerste vier levensweken in het nest. Met andere woorden, cruciaal zijn het erfelijk materiaal én de fokomgeving.
Sinds ik bevoegd ben voor het dierenwelzijn, heb ik wel wat initiatieven genomen om mensen ervan bewust te maken dat een dier in huis halen heel wat verantwoordelijkheden en kosten met zich meebrengt. Zo hebben we bijvoorbeeld twee jaar aan een stuk tijdens de eindejaarsperiode een campagne gelanceerd om mensen erop te wijzen dat dieren cadeau geven geen goed idee is. Hoe bewuster mensen zijn van de noden van de dieren die ze in huis houden, hoe beter ze daaraan tegemoet kunnen komen. We hebben ook de website www.huisdierinfo.be, waarop per diersoort wordt opgesomd wat de verantwoordelijkheden zijn, wat de kosten zijn, om ervoor te zorgen dat mensen weloverwogen en bewust een dier in huis halen.
Ik moet echter erkennen dat ik geen beleidsinitiatief plan aangaande loslopende honden in Vlaanderen. Dat is de bevoegdheid van de lokale besturen, en persoonlijk vind ik dat ook een goede zaak. De ene gemeente is immers de andere niet. Een plattelandsdorp kan daarover een ander beleid verkiezen dan een drukkere stad. Een gemeente die al heeft geïnvesteerd in de door ons warm aanbevolen losloopzones, kan andere keuzes maken dan gemeenten waar die zones nog moeten worden ingericht. Aan de kust zijn er bijvoorbeeld gemeentes die het mogelijk maken dat honden kunnen loslopen op het strand in periodes waarin het minder druk is, dus buiten het toeristische seizoen. Dat is allemaal aanbevelingswaardig. Er zijn vele honderdduizenden honden in Vlaanderen. Het klopt dat er bijtincidenten opduiken in de media. We zullen altijd blijven inzetten op sensibilisering van de bevolking en ondersteuning van de lokale besturen, maar dat natuurlijk zonder dat we in de plaats van die lokale besturen treden.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, dank u wel. Uiteraard is het lokaal bestuur verantwoordelijk voor het bepalen waar honden al dan niet mogen rondlopen, maar goed, dit is de grootste foor van Vlaanderen, de drukste plek op dat moment in Antwerpen, en daar liep zo’n hond los rond, met een ernstig bijtincident als gevolg. Ik ben blij te horen dat u zegt dat u een brochure hebt voor de lokale besturen. Een en ander gaat natuurlijk over de aandacht van de politie, dus over de aanwezigheid van politie-inspecteurs of politieagenten die gespecialiseerd zijn in dierenwelzijn. Dat is een aanbeveling die ik bijzonder sterk wil benadrukken. Dit is gebeurd met een rottweiler. Tijdens een hoorzitting hebben we cijfers gekregen uit Nederland die tonen dat staffordshireachtigen, rottweilers en pitbulls daar het meest betrokken zijn bij bijtincidenten. Dat was die studie. U hebt uiteraard gelijk als u zegt dat de factor erfelijkheid, de factor sociaal gedrag et cetera allemaal samenhangen, maar een hond vastmaken aan een ketting of een leiband, of muilkorven op drukke plaatsen, dat zijn natuurlijk relatief gemakkelijke maatregelen om heel wat problemen te voorkomen.
U zegt geen plan van aanpak te hebben wat de sensibilisering betreft. Ik denk dat twee dingen belangrijk zijn. Ten eerste is er het op de een of andere manier monitoren van het aantal bijtincidenten. We hebben hier al gedebatteerd over wat de beste manier is. Collega’s hadden een voorstel gedaan, maar uit de hoorzitting bleek dat je dat beter anders doet, samen met dierenartsen et cetera. Ten tweede ben ik het helemaal met u eens over dieren als cadeau et cetera, maar met deze zaak heeft dat eigenlijk weinig te maken. Het gaat niet om het platteland. Het gaat om een bijzonder drukke plek. Ik denk dat daarrond wat extra richtlijnen misschien zinvol zijn. Ik wil dus vragen of u daarrond verfijningen plant.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik denk dat het duidelijk mag zijn dat zulke bijtincidenten absoluut niet door de beugel kunnen en dat een dier laten loslopen op een drukke plaats totaal onverantwoord is. Ik hoop natuurlijk dat de dame in kwestie er snel bovenop is.
We hebben eind vorig jaar nog een hoorzitting gehad over die databank van bijtincidenten. Toen werd er een genuanceerd beeld geschetst vanuit de academische wereld, waarbij naast de epigenetica ook de context van het dier werd aangekaart. Heel wat bijtincidenten tonen de link tussen de beide aan. Er werden toen ook aan aantal kanttekeningen gemaakt bij een databank voor bijtincidenten, zoals de moeilijke verenigbaarheid met de beroepsethiek. Collega’s, ik denk dat het onderwerp ook aantoont hoe moeilijk het is om op deze manier te werken. Vlaanderen is bevoegd voor de registratie van honden via DogID en voor het preventieve beleid. De federale overheid is dan weer bevoegd voor de pv’s. Ik denk echter wel dat de huidige regelgeving voldoende alternatieven biedt om in te grijpen. Minister, u hebt het zonet ook aangekaart. Er is het politiereglement. Dit kan via bestuurlijke maatregelen, lokale protocollen, de inschakeling van inspectiediensten enzovoort.
Minister, tijdens die hoorzitting vorig jaar werd ook geopperd om eventueel een actieplan te maken met een soort standaardprocedure voor risicoanalyses, met een lijst van gekwalificeerde dierenartsen en professionals die eventueel te raadplegen zouden zijn in zulke situaties. Wat vindt u van het voorstel van zo’n actieplan bij dergelijke recidive? Wat is uw visie daarop?
Minister Weyts heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, ik ben als minister van Dierenwelzijn niet verantwoordelijk voor elke loslopende hond. De problematiek van loslopende honden is een verantwoordelijkheid van de lokale besturen. Ik ga ook mijn inspecteurs van Dierenwelzijn niet op pad sturen om loslopende honden te controleren. Dat is een verantwoordelijkheid op het vlak van handhaving van de lokale politie.
Wat de link betreft die wordt gelegd tussen bijtincidenten en rassen, dat rassen het meest betrokken zijn bij incidenten, komt natuurlijk ook door het feit dat bepaalde eigenaars net specifiek een voorkeur hebben voor die bepaalde rassen en ook verantwoordelijk zijn voor die fokomgeving. Trouwens, de meest landen die ooit een verbod of beperking op bepaalde rassen hebben ingevoerd, zijn daarvan aan het terugkomen, net vanuit de vaststelling dat het niet zozeer aan de hond, maar aan de eigenaar ligt. De ‘blaming’ van die rassen of honden is in dezen dus niet gepast.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik weet niet wie er in deze commissie aan blaming heeft gedaan van rassen of bepaalde honden. Dat is niet het geval. We hebben inderdaad een heel genuanceerde hoorzitting gehad. Minister, ik betreur dus een beetje dat u in uw antwoord die richting uitgaat, want dat is niet zo. Er zijn in de hoorzitting heel genuanceerde voorstellen gedaan door dierenartsen, door de collega’s uit Nederland. Zij hebben gezegd dat je op een andere manier, door samen te werken met dierenartsen, door incidenten op een andere manier te monitoren, wel wat inzicht kunt krijgen, en dat inzicht is wel belangrijk, denk ik. Zowat alle lokale politiezones in ons land hebben een verbod op loslopende honden. Misschien is het interessant voor u als minister van Dierenwelzijn om te bekijken welke dat niet hebben en om gericht met hen in gesprek te gaan om dat te doen. Ik denk dat het fantastisch zou zijn voor u en voor het algemeen beleid in Vlaanderen, mocht elke burger weten dat hij in Vlaanderen nergens zomaar zijn hond mag laten loslopen, tenzij in een speciaal daarvoor voorziene zone. Dat zou toch een heel mooi verhaal zijn dat u kunt vertellen. Aangezien het zowat overal al een element is, denk ik dat u heel gericht kunt bekijken waar dat nog niet het geval is, om dan samen met de burgemeesters te communiceren naar Vlaamse burgers met honden om hun duidelijk te maken wat de regel is, want het is duidelijk dat niet iedereen die kent. Ik denk dat dat qua sensibilisering een zinvolle actie zou zijn.
De eigenaar van deze hond is erg onder de indruk. Het slachtoffer uiteraard ook, dat staat buiten kijf. De vraag is nu hoe het verder gaat. Er zijn nog te veel mensen die dat basisprincipe gewoon niet kennen. Als dit volledig gebiedsdekkend zou zijn, dan lijkt me dat voor u niet alleen een ideale kans om een brochure te maken richting lokale besturen, maar ook gewoon om heel duidelijk daarrond te communiceren. Ik denk dat dat veel misverstanden uit de wereld zou helpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.