Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Minister, in de pers, en meer bepaald via Apache, vernemen we dat ongeveer een kwart van de eind vorig jaar toegekende kleine 10 miljoen euro subsidies voor elektrische laadpalen, aan één specifiek bedrijf werd toegekend. Een artikel in Apache verwijst onder andere naar twee partijgenoten van de minister als verantwoordelijken achter het betrokken bedrijf. Ik wil hier duidelijk zeggen dat als iemand een lidkaart heeft van een partij, dit voor mij niet uitsluit dat die personen kunnen deelnemen aan een aanbestedingsprocedure van de overheid. Ik denk niet dat dat de kern van de discussie is of moet zijn.
Wie ook achter dat bedrijf zit, is Gorik Vandersanden. Hij is recent doorverwezen naar de correctionele rechtbank wegens fraude. Hij is bekend van het Optimadossier. Dat is op zich al wat relevanter, denk ik.
Kort na de oprichting van de achterliggende vennootschap Sparki deed de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) ook een opvallende investering van 4 miljoen euro en verschafte ze een converteerbare lening ter waarde van 11 miljoen euro. Als je kijkt naar de cijfers die Apache bekendmaakte en de bedrijven die hebben ingeschreven en subsidies hebben gekregen, minister, valt me op dat er 161 bedrijven subsidies bekomen en dat het om relatief kleine bedragen gaat. Het gemiddelde subsidiebedrag is 46.000 euro. Dit bedrijf springt er met 26 procent van het subsidiebedrag, goed voor 2,6 miljoen euro voor 53 projecten, toch wel uit.
Ik stel deze vraag vandaag omdat ik vind dat als zo’n artikel verschijnt, het belangrijk is dat u daar in alle transparantie duidelijkheid over kunt verschaffen. Die kans wil ik u vandaag geven.
Kunt u verduidelijken hoe de procedure tot stand is gekomen?
Op welke manier zijn de subsidies toegekend?
U hebt in het artikel, in een reactie, gezegd dat u de adviezen van de administratie hebt gevolgd. Ik zou toch denken dat als er één bedrijf uitspringt en zoveel van de subsidies kan ‘veroveren’, om het met een fout woord te zeggen, er een stevigere check wordt gedaan – zeker in vergelijking met de gemiddelde subsidie van 46.000 euro – om te zien wie er achter dat bedrijf zit en wat die mensen doen. Het interesseert me om te weten of er binnen de administratie geen lichtje is gaan branden waardoor men wat grondiger naar dit dossier heeft gekeken. Had men volgens u niet moeten ontdekken dat mijnheer Vandersanden achter die vennootschap zat? Het zou goed zijn als u daar vandaag verduidelijking bij kunt geven en eventueel lessen trekt uit wat hier vandaag gebeurd is.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Bex, voor uw vraag, en zeker ook al dank voor de nuance die u zelf brengt. Als iedereen die een lidkaart van een politieke partij heeft, aan geen enkele call meer mag meedoen – ik denk dan aan de premies rond hernieuwbare energie –, dan zouden we in een moeilijke situatie terechtkomen. Als u kijkt naar het artikel van Apache, dan heb ik heel duidelijk laten optekenen dat er in dat dossier absoluut geen sprake is van enige inmenging van mij persoonlijk noch van mijn kabinet. Dat wil ik bij dezen duidelijk stellen.
De procedure en de voorwaarde van de projectoproep zijn in het ministerieel besluit (MB) van 20 juni 2022 vastgelegd. Dat ministerieel besluit vindt dan ook nog zijn basis in een besluit van de Vlaamse Regering (BVR) dat op 7 mei 2021 binnen de Vlaamse Regering werd goedgekeurd. Die regelgeving, zowel dat besluit als de call zelf, is geënt op de Europese regelgeving rond het toekennen van subsidies.
De selectie gebeurt op objectieve wijze door onze administratie. De selectiecriteria zijn allemaal opgenomen in het besluit. De selectiecriteria zijn onder andere minstens tien uur per dag publiek toegankelijk: ad-hocoplaadmogelijkheden, interoperabiliteit, voorzien van groene stroom, het delen van statische en dynamische info over de oplaadpunten, en het voldoen aan het DNSH-principe (do no significant harm), zodat er dus geen significante schade kan worden veroorzaakt. Daarnaast werd er – en dat is ook opgenomen in het ministerieel besluit – voorrang gegeven aan bepaalde projecten. Meer bepaald aan projecten die geen fiscale aftrek hebben, en aan projecten die 24 op 24 en 7 op 7 publiek toegankelijk zijn. De projecten werden ook op nog een aantal andere criteria beoordeeld, met name de bijdrage aan de doelstellingen uit het beleidskader, de geografische spreiding, en de schaalgrootte. We willen uiteraard een zo ruim mogelijke spreiding, zodat we de zero-emissie en onze laadpalenvisie maximaal kunnen uitrollen.
De jurering gebeurt door de administratie. Daar zitten vier leden in de jury. Zij kijken naar alle mogelijke vragen. Zij gaan eerst de ontvankelijkheid van de vragen na. Vervolgens beoordelen zij de criteria om de ene of de andere voorrang te geven.
Ik moet u wel meegeven dat er initieel veel meer vragen waren dan er budget voorhanden was. Op een gegeven moment hebben wij beslist om de aanvragen die specifiek betrekking hadden op vrachtvervoer, busvervoer en stedelijke logistiek – het zwaardere vervoer dus – eruit te halen, om toch maximaal de zero-emissiepersonenwagens te kunnen faciliteren. Tegelijkertijd hebben we onmiddellijk aangekondigd dat er een nieuwe projectoproep zou komen, specifiek voor zwaarder vervoer, dus voor vrachtvervoer, busvervoer en stedelijke logistiek. Die oproep is inmiddels ook rond.
Er zijn in totaal 253 projecten in aanmerking genomen, goed voor een subsidie van 9.966.107 euro, en 10.915 charge point equivalents (CPE’s) of laadpaalequivalenten. De projecten waarvan sprake, voldeden uiteraard allemaal aan alle voorwaarden. Na uitvoering zullen zij zorgen voor een grote hoeveelheid aan bijkomende laadequivalenten, die ons zodoende op weg zetten richting emissievrij vervoer. Vermits alles correct verlopen is, denk ik niet dat we er lessen uit moeten leren. Ik denk dat alles perfect is verlopen zoals het moet.
U vraagt of de ogen niet zijn opengegaan bij de administratie als één firma met een kwart van het budget aan de haal gaat. In totaal ging het om 253 projecten, verspreid over heel Vlaanderen. De firma waar u naar verwijst, en waar ook Apache naar verwijst, is een firma die in totaal vijftig projecten had ingediend die ook verspreid waren over meerdere locaties. Dit gaat dus niet over één project dat het totale budget opneemt, maar het gaat over meerdere. Zo zijn er meerdere. Sommige aanvragen hebben betrekking op één individuele handelszaak die twee laadpunten bij wil laten zetten. Maar bij sommige projecten gaat het over firma’s met overkoepelende structuren, zoals een winkelketen die zegt dat ze bij al haar filialen laadinfrastructuur wil installeren. Die heeft dan bijvoorbeeld tien, vijftien tot twintig projecten. Zo zijn er dus verschillende soorten. Dat is zeker niet iets wat plots heel veel vragen doet rijzen. De firma waarnaar verwezen wordt, voldoet aan alle voorwaarden. Die is door de administratie en door de jury als correct bevonden, en voldoet aan alle voorwaarden die in het BVR en in de call zelf waren opgenomen. In die zin kan ik u verzekeren dat er absoluut geen sprake is van inmenging.
Daarbovenop – dat heb ik ook aan Apache laten weten – zijn het firma’s die de aanvragen indienen. Er staat nergens in het BVR of in het ministerieel besluit van de projectoproep dat men gaat kijken welke individuele personen achter welke firma zitten. Daar gaat het in dezen helemaal niet om. Het gaat erom dat we zoveel mogelijk laadpunten op het terrein gerealiseerd willen zien. Men heeft zich echt niet beziggehouden met het achterhalen welke persoon er achter die firma zit en van welke politieke partij die een lidkaart heeft.
De heer Bex heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik de minister bedanken voor het heldere antwoord. Ik had ook niet anders verwacht, laat dat duidelijk zijn.
Ik denk toch, minister, dat het nuttig zou zijn geweest, zeker om daar een les voor de toekomst uit te trekken, dat wanneer een firma een dusdanig groot aandeel van de subsidies binnenrijft, daar een extra check op gebeurt. U zegt dat het u eigenlijk niet interesseert welke mensen achter die firma zitten, als de firma maar laadpalen zet. Maar FPIM heeft wel uitdrukkelijk gezegd, zo begrijp ik toch uit het artikel, dat men niet wil dat die meneer Gorik Vandersanden op structurele wijze een rol blijft spelen in de structuur achter die firma, omdat er een probleem is met die persoon – of omdat er mogelijk een probleem is met die persoon, laat me mij voorzichtig uitdrukken. U zegt hier eigenlijk dat u niet vindt dat we dat moeten doen. Ik ben het daar niet mee eens. Ik vraag me af waarom uw inzicht daarin anders is dan dat van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.
Ten tweede is mijn partij voorstander van het bijhouden van een lobbyregister door kabinetten. Ik denk dat dit een voorbeeld is waarbij het nuttig zou zijn geweest om zoiets te hebben. Dan had u hier vandaag ook kunnen toevoegen, neem ik aan, dat uit het lobbyregister van uw kabinet bleek dat er op geen enkel moment over dit dossier contact was geweest met de betrokken personen. Ik wil u ook vandaag die vraag stellen en u de kans geven om te zeggen of er in de loop van heel die procedure, zowel van het opstellen van de ministeriële besluiten als in de loop van de toewijzingsprocedure, contact is geweest tussen de mensen achter die vennootschap en uw kabinet.
Minister Peeters heeft het woord.
U vraagt waarom FPIM wel een onderzoek doet en wij niet. Het gaat om een fundamenteel verschil. FPIM verleent een lening aan een welbepaald bedrijf, en moet die lening natuurlijk terugbetaald krijgen. Wat hebben wij gedaan? Wij hebben een projectoproep gedaan waarbij men een subsidie krijgt, meer bepaald 20 procent van de investering, met een afgetopt bedrag. Ik ken het niet helemaal uit het hoofd, maar u kunt het allemaal terugvinden in het besluit van de Vlaamse Regering. Die subsidie wordt maar betaald op het moment dat de laadpaal er ook effectief staat en opgeleverd is.
Ik denk dat dit de eerste call was. We hebben intussen drie calls gehad. Die tienduizend laadpaalequivalenten die zijn aangekondigd, staan er vandaag nog niet overal. We hebben ook al nagevraagd waarom er een aantal zo lang op zich laten wachten. Dat heeft heel veel met de ‘supply chain’ te maken, onder andere met de chips die ook nodig zijn in die laadpalen. Maar de subsidie wordt dus pas uitgekeerd op het moment dat de laadpaal effectief geplaatst is en alles correct bevonden is.
Dat is dus een grondig verschil tussen een converteerbare lening en wat wij hier doen. Ik denk dat dat duidelijk is. Kijk naar ons besluit van de Vlaamse Regering en de ministeriële call, waarin alle voorwaarden zijn opgenomen. Verantwoorden dat men voldoende solvabiliteit heeft en dergelijke, dat zit daar allemaal niet in. Voor ons gaat het gewoon sec over de voorwaarden: maximaal toegankelijk staan, realiseren binnen de twee jaar, en dan pas krijg je je subsidie. Dat is de grondvoorwaarde. Het staat allemaal in detail in de besluiten, die ook publiek zijn.
Ik heb alleszins geen contact gehad met Sparki. Ik moet zeggen dat toen die vragen van Apache plots kwamen, ik me afvroeg wat hier aan de hand was. We zijn dan natuurlijk wel gaan kijken hoe het komt dat zij een kwart van die 10 miljoen euro aan budget hebben. En de reden is dat zij heel verspreid, op verschillende locaties, laadinfrastructuur gaan zetten.
De heer Bex heeft het woord.
Het was misschien een vervelende vraag, maar ik vond dat de minister er een heel duidelijk antwoord op heeft gegeven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.