Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over gsm-gebruik in de auto en op de fiets
Vraag om uitleg over het gebruik van de gsm door hardleerse automobilisten en door fietsers die nog hardleerser zijn
Vraag om uitleg over de nieuwe sensibiliseringscampagnes 'Focus op de weg, niet op je gsm' en 'Stuur met je fiets, niet met je gsm'
Verslag
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Afleiding is, naast snelheid en alcohol, een van de drie grootste killers in het verkeer. Het probleem werd hier in deze commissie al meermaals aangehaald. We zien dat de cijfers dalen, maar toch gebruikt zo’n 17 procent van de Vlaamse autobestuurders – een vijfde dus – tussen 18 en 54 jaar nog steeds hun gsm achter het stuur. Je gsm gebruiken achter het stuur is verboden voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers.
In februari voerde de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) de campagne ‘Focus op de weg’, die zich voornamelijk richtte op 18- tot 54-jarige autobestuurders. Het probleem gaat echter verder dan gsm-gebruik bij autobestuurders. Ook fietsers, steppers en voetgangers maken zich vaak schuldig aan gsm-gebruik in het verkeer. Hierdoor zijn ze minder aandachtig en is er een grotere kans op ongevallen. Dit haalde ik eerder ook al aan in deze commissie. Uit een internationaal onderzoek dat gecoördineerd werd door Vias Institute blijkt ook dat Belgische fietsers vaker hun gsm gebruiken tijdens het fietsen dan het Europees gemiddelde. Het Belgisch gemiddelde is 22,5 procent en het Europees gemiddelde ligt op 19 procent. Fietsers die elke rit hun gsm of andere elektronische apparatuur gebruiken, hebben 40 procent meer kans op een ongeval dan fietsers die dat nooit doen.
De VSV heeft nu een nieuwe campagne uitgerold die ook specifiek gericht is op fietsers. Dat is zeker een goede zaak omdat heel veel fietsers niet eens weten dat de gsm niet gebruikt mag worden om te bellen, te sms’en of zelfs te filmen. Die acties zijn dus zeker noodzakelijk, maar ook handhaving is cruciaal. Daarom organiseerde de federale politie samen met tal van lokale politiezones op 24 en 25 mei opnieuw grootscheepse controleacties op het gsm-gebruik achter het stuur. Natuurlijk vinden ook buiten deze periode nog andere acties plaats.
Er werd tijdens deze actie een stijgend aantal overtredingen vastgesteld. In mei 2023 werden er 3020 bestuurders betrapt, vorig jaar in mei waren dat er 2445. Er werden wel minder rijbewijzen onmiddellijk ingetrokken.
Dat brengt mij tot de volgende vragen, minister.
Volgens de VSV had de afgelopen campagne ‘Focus op de weg’ een goed effect. Uit een bevraging bleek dat er een daling vastgesteld kon worden van het gsm-gebruik achter het stuur. Toch werden er nu bij de controleactie in mei meer overtredingen vastgesteld dan in mei 2022. Kunt u dit verklaren?
Ik heb ook nog een vraag over de actie in mei. Hebt u er zicht op of de politie ook gecontroleerd heeft op het gsm-gebruik op de fiets? Indien ja, hoeveel boetes werden er uitgeschreven?
Hoe is men voor deze campagne te werk gegaan? Merkt u een verschil met andere sensibiliseringscampagnes om gsm-gebruik achter het stuur tegen te gaan? Via welke kanalen zal de nieuwe campagne verspreid worden? Hoeveel mensen wil men met deze nieuwe campagne bereiken?
Ik vraag me dan nog af of u weet wat de precieze oorzaak is van het gsm-gebruik achter het stuur? We hebben het er al een paar keer over gehad. Waarom gebruiken mensen hun gsm achter het stuur? Is dat omdat ze een bericht krijgen? Is dat misschien uit verveling, omdat ze lange afstanden moeten afleggen? Hebt u daar zicht op?
Is het proefproject van de federale overheid met slimme camera’s om gsm-gebruik achter het stuur te signaleren, reeds gestart? Zo neen, mogen we dit nog verwachten en wanneer mogen we dit verwachten?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, bijna een vijfde – zo’n 17 procent – van de Vlaamse automobilisten zegt de gsm te zullen blijven gebruiken achter het stuur, ondanks alle campagnes die reeds eerder werden gelanceerd, en ondanks het verbod. De laatste campagne liep pas enkele maanden geleden. Toch zouden dergelijke campagnes wel degelijk effect hebben. Zo blijkt de ‘Focus op de weg’-campagne, die in februari liep, volgens cijfers van de VSV zijn vruchten af te werpen. Van de Vlaamse autobestuurders tussen 18 en 54 jaar verbindt 45 procent elke rit de gsm met de auto. Dat moet blijken uit een bevraging bij 454 bestuurders tussen 18 en 54 jaar, die de Vlaamse Stichting Verkeerskunde in maart liet uitvoeren. Voor de campagne was dat 38 procent. Ook geeft 35 procent aan spraaktechnologie te gebruiken om berichten te laten voorlezen, voor de campagne was dat nog 26 procent.
Maar, collega’s, het gaat niet alleen om autobestuurders. Ook 22,5 procent van de Belgische fietsers leest wel eens berichten tijdens het rijden. Er zijn dan wel geen aparte cijfers voor fietsers in Vlaanderen, maar uit internationaal onderzoek gecoördineerd door Vias Institute, blijkt dit een cijfer te zijn dat hoger ligt dan het Europees gemiddelde van 19 procent. De collega heeft er reeds naar verwezen. Fietsers die elke rit elektronische apparatuur bedienen, zouden 40 procent meer kans hebben op een ongeval dan fietsers die dat nooit doen. Daarom wordt de campagne ‘Focus op de weg’ nu ook uitgerold voor fietsers, nu als ’Focus op de weg, niet op je gsm’.
Op 24 en 25 mei vonden er andermaal grootscheepse controleacties plaats op gsm-gebruik achter het stuur en op de fiets. Want de telefoon gebruiken tijdens het rijden mag enkel als het toestel in een geschikte houder zit. Die regel geldt voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers.
Ik heb twee vragen voor u, minister.
Hoe reageert u op de cijfers dat een op de vijf automobilisten de gsm wil blijven gebruiken achter het stuur?
Ondanks controleacties en zware straffen zoals boetes tot 4000 euro, een mogelijk verval op het recht tot sturen en voor beginnende bestuurders de mogelijkheid dat ze minstens het theorie- of praktijkexamen opnieuw dienen af te leggen, blijven een aantal bestuurders volharden in hun gevaarlijk gedrag. Ziet u nog andere bijkomende acties die gsm-gebruik moeten ontraden?
De heer Keulen heeft het woord.
Goede collega’s, de goede collega Sterckx vroeg zich af wat er aan de hand is. De gsm is inderdaad het infuus, een levenselixir, een soort van navelstreng waarmee de bezitter onlosmakelijk is verbonden. We weten dat, maar het is een bijna onuitroeibare verslaving aan het worden. Sowieso versterkt dat al de reputatie die Belgen en Vlamingen hebben. Belgen en Vlamingen en verkeersveiligheid, ook verkeersregels: we blijven daar nog altijd laks mee omspringen.
Het is uiteraard altijd ook een aanleiding tot heel zware ongevallen. Ik blijf het aanhalen: toen er op de E313 ter hoogte van Geel grote werken bezig waren, werden deze al kilometers op voorhand aangekondigd omdat de mensen afgeleid waren door het infuus, door de gsm – en toch bleef men gewoon inrijden op de staart van de file, met zelfs dodelijke ongevallen tot gevolg. Bij de fietsers komt daar nog bij – en dat kennen we allemaal – dat ze heel vaak nog eens een koptelefoon op hebben. Die zijn dus helemaal los van de wereld. Die hebben een infuus aan de ene kant en een koptelefoon aan de andere kant. Die mensen zitten mentaal in een andere wereld, misschien zelfs op een andere planeet.
Ik denk dat we met campagnes aan de ene kant en met de pakkans vergroten en met boetes en repressief durven optreden aan de andere kant de mensen kunnen duidelijk maken dat het gros van de ongevallen te wijten is aan de chauffeur zelf. Dit is dus ook een manier om uzelf en andere weggebruikers veel leed te besparen.
Voorzitter, ik ga meteen over naar de vragen.
Het gaat over een niet zo grote groep die werd onderzocht: 454. Is er een reden waarom we de bevraagde groep niet zodanig zouden verhogen dat diegenen die hardleers zijn zelf een voldoende grote groep vormen om een correcte statistische bevraging te kunnen houden?
Aan hen zou dan specifiek kunnen worden gevraagd wat hun redenen zijn, wat hun wel zou weerhouden van gsm-gebruik. Dat kan dan weer aanleiding geven tot beleidsaanpassing, wat mogelijk een gunstig effect heeft op de verkeersveiligheid en het gebruik van de gsm tijdens het verkeer.
De VSV liet een onderzoek doen bij automobilisten maar niet bij de andere weggebruikers. Wat is de reden hiervan, zeker gezien het feit dat blijkt uit internationaal onderzoek dat het bij de fietsers met die gsm-verslaving nog erger gesteld is?
Zijn er al cijfers bekend van de actie van de politie die er was op 24 en 25 mei en welke conclusies trekt u hier als minister uit?
Mevrouw Moors heeft het woord.
U lanceerde samen met de VSV opnieuw de sensibiliseringscampagne ‘Focus op de weg’, die autobestuurders en deze keer ook fietsers helpt focussen op de weg.
Uit internationaal onderzoek is gebleken dat 22,5 procent van de fietsers wel eens berichten checkt tijdens het rijden, een cijfer dat hoger ligt dan het Europese gemiddelde, dat 19 procent bedraagt. Ook blijkt dat fietsers die elke rit elektronische apparatuur bedienen 40 procent meer kans hebben op een ongeval dan fietsers die dat niet doen. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat in 3 tot 4 procent van de fietsongevallen telefoongebruik mogelijk een rol heeft gespeeld. Uit een ander onderzoek blijkt dat zelfs een op de twee fietsers af en toe de gsm zou gebruiken tijdens het fietsen, hoewel dat verboden is.
Allemaal cijfers en onderzoeken die bevestigen wat we al lang weten: afleiding vormt een van de grootste killers in het verkeer. Gsm-gebruik achter het stuur van een wagen, maar ook achter het stuur van een fiets. Eenieder die zich in het verkeer bevindt, moet alert zijn.
Tot eind juni zullen er in heel Vlaanderen wegaffiches hangen met de slogan ‘Focus op de weg, niet op je gsm’. Specifiek voor fietsers wordt er gewerkt met een digitale campagne. Voor fietsers is er een YouTubevideo met influencer Gerben Tuerlinckx, en een reeks online advertenties met boodschappen als “Stuur met je fiets, niet met je gsm” en “Check onderweg het verkeer, niet je meldingen”.
Minister, kunt u meer uitleg geven bij het digitale aspect van deze nieuwe sensibiliseringscampagne? Is de digitale campagne enkel beperkt tot de fietsers?
Uit cijfers blijkt dat de eerste looptijd van de campagne vrij succesvol was. Uit een bevraging van de VSV blijkt bijvoorbeeld dat 45 procent van de Vlaamse autobestuurders tussen 18 en 54 jaar elke rit de gsm met de auto verbindt, waar dat voor de campagne nog 38 procent was. Is er onderzoek gedaan naar welk type chauffeurs deze campagne wist te overtuigen? En welke niet? Om welke reden zou een herhaling van de campagne nu de niet-overtuigden wel weten te overtuigen?
Minister Peeters heeft het woord.
‘Focus op de weg’ is de boodschap die we in februari wilden geven. Aangezien die een duidelijke impact heeft, dat blijkt uit de analyse van de VSV, hebben we de campagne herhaald en uitgebreid naar de fietser zoals de collega’s al geduid hebben. Het is misschien goed om mee te geven hoe men tot zo’n campagne komt. De VSV rolt dit uit samen met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken dat volop bezig is met verkeersveiligheid en met mijn kabinet. Men vertrekt van de doelstelling. Hier is dat heel duidelijk ‘afleiding in het verkeer uitschakelen’. Dat is nog altijd een van de killers, dus daar willen we op inzetten. We willen een verandering teweegbrengen.
De tweede stap is een gedragsanalyse en de strategiebepaling. Hoe kunnen we aan de hand van een gedragsanalyse meer sturend werken om het beoogde resultaat te halen?
De derde stap is de creatieve uitwerking. De vierde stap is de evaluatie. Wat is het effect? Hoe gaan we daar toekomstgericht mee om? De effectmeting hier was positief, reden waarom we ze zo snel hebben herhaald en uitgerold.
Het werd al gezegd, het gsm-gebruik is voor sommigen als het ware een reflex. Die gsm moet continu beschikbaar zijn, voor de ene uit verveling, voor de ander om toch maar niets te missen. Het kan dienen als gps of wat dan ook. Als je gefocust bent op je gsm ben je niet gefocust op het verkeer of de andere weggebruiker. Dat zorgt tout court voor gevaarlijke situaties, daarom willen we er blijven op inzetten en wijzen op het gevaar van afleiding. 90 procent van de ongevallen is te wijten aan het gedrag van de weggebruiker. Focussen op de weg en de andere weggebruiker is en blijft de boodschap.
In het kader van de nationale actiedag van 2 juni heeft men meer inbreuken vastgesteld en rijbewijzen ingetrokken. Daar zijn wellicht verschillende verklaringen voor. Ik vind zo’n gerichte actie door de politie in elk geval positief. De mensen worden eens te meer geconfronteerd met de boodschap dat het absoluut ‘not done’ is om de gsm achter het stuur te hanteren, of het nu is om een liedje te zoeken of om een berichtje te lezen, het is levensgevaarlijk. Je brengt jezelf in gevaar, maar erger nog, ook anderen. Het feit dat er meer inbreuken zijn vastgesteld, is waarschijnlijk doordat men veel meer lokale politieagenten heeft ingezet, namelijk 86. Men moet daaromtrent handhavingscampagnes opzetten. Als men zulke campagnes opzet, glippen er nog altijd heel veel mensen door de mazen van het net, zeker als we weten dat een op de vijf bestuurders of 17 procent de smartphone wil blijven gebruiken, op de fiets of in de auto. Die 17 procent toont eens te meer aan dat we onze inspanningen versterkt moeten verderzetten. Deze problematiek vergt inzetten op educatie, sensibilisering en handhaving.
De campagne is uitgebreid naar de fietsers. We hebben een onlinecampagne voor de fietser opgemaakt. De grote borden langs de gewestwegen ziet de fietser immers niet. Via influencers proberen we ook een jongere doelgroep te bereiken, denk aan Gerben Tuerlinckx. Voor de autobestuurders herhalen we de affiches langs de snel- en gewestwegen.
Naast de grootschalige campagnes hebben we ook aandacht voor deze problematiek in onze educatieve initiatieven en voeren we doelgroepgerichte acties. Ik verwijs naar de samenwerking met Boerenbond om ook op trage wegen te focussen op de weg en de andere weggebruiker. Vaak zijn daar conflicten tussen landbouwvoertuigen en fietsers. Het project Truckveilig is bedoeld voor truckers en vraagt hen om te focussen op de weg, met de boodschap: afleiding in het verkeer is een groot probleem.
Er kwam een vraag over de nameting, ik dacht van de heer Keulen. Zoals ik daarnet al zei doet de VSV eigenlijk die nameting om te kijken of deze campagne effect heeft gehad of niet. Men kan natuurlijk nog veel meer aandacht geven aan die nameting en een nog veel ruimere groep gaan bevragen. Ik denk dat we vooral moeten kijken hoe we zo snel mogelijk meer en steeds betere campagnes kunnen uitrollen, dat vooral dat van belang is. Als ik dan zie dat er hier al zoveel aandacht is voor deze campagne ‘Focus op de weg’, dan denk ik dat die niemand ontgaan is, en dat dat op zich al een goede campagne is. Het is goed om daar blijvend aandacht voor te hebben. Maar we weten allemaal dat gedragsverandering een werk van lange adem is, en dus zullen we campagnes en educatieve maatregelen moeten blijven inzetten, en ook moeten inzetten op handhaving.
Wat ten slotte het federale proefproject met de ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition) betreft, waren er problemen met de privacyregelgeving. Daarom is het tot nu toe gebleven bij een proefproject. Toekomstgericht zal dat natuurlijk zeker interessant zijn dat iedereen weet dat men op een snelle en vlotte manier kan detecteren wanneer men bezig is met andere dingen dan effectief de auto, fiets of step besturen. Ik blijf erbij dat oogcontact met andere weggebruikers en de aandacht voor de infrastructuur, van essentieel belang blijven als we willen zorgen voor meer verkeersveiligheid. Opnieuw: 90 procent van de ongevallen is te wijten aan het gedrag. We mogen de infrastructuur nog zo veilig mogelijk maken, als men niet oplettend is kan het foutlopen, met ernstige gevolgen voor de bestuurder zelf en andere weggebruikers. Daarvoor moeten we zeker altijd alert blijven.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen. Zoals u zegt denk ik inderdaad dat sensibiliseren en handhaving hand in hand gaan. Het is heel goed dat de politie daar nu ook extra op ingezet heeft. Wat ik ook goed vind om te horen, is dat er voor het specifiek bereik van fietsers en jonge fietsers gekozen is voor influencers. Ik denk dat dat inderdaad de manier is om te proberen ze al op jonge leeftijd te bereiken, het besef te laten krijgen dat het echt niet veilig is.
Verder ben ik heel blij te horen dat u erop blijft inzetten, dat blijft herhalen. Het is jammer van het federale proefproject, dat het daarbij blijft. Ik heb daarover misschien toch nog een vraagje. Zijn ze nu ook nog aan het onderzoeken hoe die privacyregelgeving eventueel aangepast kan worden om dit project toch toe te laten, of ligt dit nu volledig stil?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik wilde het even hebben over handhaving. Die is zowel naar automobilisten als naar fietsers gericht. Als we naar de mogelijke sancties kijken, lijkt het er toch wel op dat automobilisten zwaardere gevolgen ondervinden wanneer ze betrapt worden op het gebruik van de gsm. Dat is ergens begrijpelijk gezien de grotere impact van een ongeval met de wagen. Tegelijkertijd moeten we toch ook bij die andere weggebruikers een aantal verantwoordelijkheden leggen. Fietsers die hun gsm gebruiken, lopen inderdaad heel wat meer veiligheidsrisico’s in het verkeer. Collega Keulen heeft het bij het rechte eind: ze hebben vaak ook nog eens een koptelefoon op en dergelijke meer. Men is afgeleid, ziet niet alles en heeft minder controle over het stuur, waardoor men ook meer kans heeft op een ongeval met andere fietsers en wagens. Fietsers vormen naar mijn mening, net als autobestuurders, een even groot gevaar voor de verkeersveiligheid wanneer ze met hun gsm bezig zijn.
Welke tools zijn er buiten campagnes en boetes om fietsers aan te sporen om de gsm in de zak te laten zitten tijdens het fietsen? Dat is denk ik een moeilijke vraag, waarop u ook niet direct een pasklaar antwoord kunt geven. Misschien moeten we fietsers die een rijbewijs hebben ook eventueel een verval tot sturen als sanctie opleggen wanneer ze betrapt worden met hun gsm? Fietsers die een rijbewijs hebben zullen die gsm evengoed in de wagen gebruiken. Ik weet dat het federale materie is, maar misschien moet die strafmaat toch eens bekeken worden.
Ziet u mogelijkheden om in de strafmaat op te nemen dat men bijvoorbeeld ook verplicht zal worden om met verkeersslachtoffers die door het gebruik van de gsm zwaar gehavend zijn, in gesprek te gaan en gewezen te worden op het gevaar dat er is? Ik verwijs naar de campagnes die er vroeger waren naar aanleiding van het gebruik van alcohol in het verkeer. Daarbij moesten mensen effectief verkeersslachtoffers gaan bezoeken als onderdeel van een werkstraf.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter en collega’s, we mogen ook hier niet in berusten. We moeten vooral ook wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. Ik vind het heel pijnlijk als liberaal om te zeggen dat je mensen soms tegen zichzelf moet beschermen. Maar beeld u in dat je iemand omver rijdt, invalide rijdt, zelfs dood rijdt, en dat vanwege een afleidingsmoment door een onnozel bericht op een gsm. Dat is toch ook een levenslange last die je meezeult en waar je dan toch ook maar mee in het reine moet zien te komen.
Dus ook daar moeten we wijzen op de eigen verantwoordelijkheid naast het verder blijven sensibiliseren en dan is er uiteraard ook, minister, het repressieve luik, de politie en al wat met het sanctioneren samenhangt. Dit hebben mensen zelf in de hand, hier kun je niet wijzen naar moordstrookjes, hier kun je niet wijzen naar infrastructuur. Vandaag zijn wagens meer dan ooit veilig uitgerust dankzij sensoren. Dat is dan de positieve toepassing van de technologie. Dit heeft gewoon te maken met dwangmatig gedrag en daar zijn we uitsluitend zelf voor verantwoordelijk.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank u, minister. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat er inderdaad campagnes nodig zijn om mensen bewust te maken of beter bewust te maken van de gevaren die het gsm-gebruik achter het stuur, zowel van een auto als van een fiets, met zich meebrengen. We moeten ons er allemaal bewust van zijn dat dat niet kan.
Ik zou ook willen aandringen om meer in te zetten op automatisch werkende toestellen, dus dat we dat automatisch kunnen traceren. Ik hoor u zeggen dat we botsen op de grenzen van de privacywetgeving. Ik zou willen aandringen om aan te dringen op het federaal niveau om daar werk van te maken, want ik ben ervan overtuigd dat daar een grote oplossing kan worden gevonden. Als men weet dat er een pakkans is, dan gaat men twee keer nadenken om een gsm te blijven hanteren.
De heer Bex heeft het woord.
Ik ga beginnen met een anekdote. Ik wandelde gisteren na onze zitting naar huis, collega’s, met een telefoon aan mijn oor. Ik stak de straat over, ik was in mijn recht op het zebrapad en een camionette kruiste mij. Die chauffeur was ook aan het bellen. Ik kan u zeggen dat als daar een ongeval was gebeurd – ik was op tijd gestopt – dan was u definitief van mij af, maar die bestuurder van die camionette zou vandaag nog vlotjes hebben rondgereden.
Ik geef dat maar mee om erop te wijzen dat er toch nog een groot onderscheid is tussen het gebruik van een telefoon door een zwakke weggebruiker en dat van een sterke. Wat niet wegneemt dat ik het volledig terecht vind dat we ook fietsers mobiliseren om hun telefoon niet te gebruiken. Maar ik vind het toch vooral belangrijk, minister, dat we met dat arsenaal aan camera’s waarin u investeert, ervoor zorgen dat die ook gebruikt kunnen worden om mensen die hun telefoon toch nog gebruiken terwijl ze eigenlijk handen aan het stuur zouden moeten hebben, effectief te sanctioneren en te betrappen.
In dat opzicht heb ik twee vragen. In welke mate zorgt u er nu voor dat camera’s die vandaag besteld worden, toch de technologie kunnen gebruiken om in de toekomst, wanneer dat mogelijk wordt, ook effectief dat gedrag – telefoongebruik achter het stuur – te kunnen registreren?
Kan Vlaanderen niet zelf initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat dat registreren van telefoongebruik achter het stuur conform de privacywetgeving zou kunnen gebeuren? Wat hebt u daar zelf eigenlijk al voor gedaan om dat te onderzoeken?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende opmerkingen en ook nog enkele vragen.
Wat de strafmaat betreft, ik wil me niet verschuilen, maar u weet dat dat federale materie is. Zonder meer de strafmaat uitbreiden voor de fietser is op zich dus moeilijk en niet voor mij weggelegd. Wat ik u alleszins wel kan meegeven, is dat elke weggebruiker sowieso in staat moet zijn om de nodige handelingen uit te voeren. Dat staat expliciet zo in de wegcode. Dat geldt zowel voor de autobestuurder als voor de fietser. Wil men daar een bijkomende strafmaat opleggen, dan zal dat federaal zijn.
De pakkans voor de fietser is hier al vaker aan bod gekomen. Je kunt niet op elk fietspad, op elk jaagpad, op elke fietssnelweg overal agenten gaan zetten om te handhaven. Ik volg volledig wat de heer Keulen heeft gezegd: ik denk dat iedereen die zich op de weg begeeft, een verpletterende verantwoordelijkheid heeft. Mijnheer Bex, ik hoop dat u niet aan het bellen was naar de man in de bestelwagen die u hebt gekruist, want dan hebt u hem ertoe aangezet om de telefoon op te nemen. Het kan alleszins zeker niet dat men aan het stuur zit en zich verplaatst zonder aandacht te hebben voor de andere weggebruikers of voor de weg. Opnieuw, we moeten volop inzetten op campagnes, op educatieve maatregelen, maar ook op handhaving. Bij de jongste campagne van de federale politie zijn er toch ruim 480 – ik weet het niet meer juist hoeveel – rijbewijzen ingetrokken. Ik hoop dat de boodschap voor die mensen alleszins duidelijk is en dat ze hun gsm niet meer zullen gebruiken achter het stuur. Hetzelfde geldt voor de drieduizend anderen die een boete hebben gekregen. Ik zeg altijd opnieuw, het gaat mij niet om het innen van de boetes, het gaat mij wel om de mentaliteitswijziging, en ik denk dat we daar nog een lange weg te gaan hebben, maar dat het voor ons als overheid toch telkens de opdracht moet zijn om ervoor te zorgen dat daar volop campagnes en educatieve maatregelen voor worden uitgerold.
Dan is er de handhavingsapparatuur. Mijnheer Bex, ik hoor u zeggen dat Vlaanderen het zelf maar moet doen als de federale overheid het niet kan. Wat toen door Vias was uitgerold op vraag van de federale overheid, is toen gebotst op de privacyregelgeving. De snelheid van een voertuig meten is iets anders dan bekijken wat de persoon in kwestie in dat voertuig doet. Ik denk dat we de technologie daar wel als bondgenoot hebben. Ik hoop dat er vroeg of laat een systeem bestaat waardoor, als je in de auto zit, je telefoon automatisch niet bruikbaar is op het moment dat die niet is aangesloten aan een houder. We zullen zien hoe de technologie op dat vlak evolueert, maar opnieuw, het begint allemaal bij onszelf, het begint allemaal bij de verpletterende verantwoordelijkheid die elke weggebruiker zelf heeft. Daar wil ik dan ook mee eindigen. Laten we allemaal naar onszelf kijken, sowieso het goede voorbeeld geven en ervoor zorgen dat de gsm niet wordt gebruikt op het moment dat we het stuur moeten vasthouden, of dat nu het fiets- of het autostuur is.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, wat de strafmaat betreft, dat is inderdaad federale materie. Daar kunt u niet veel aan doen. Ik herinner me nog de campagnes destijds van de befaamde dokter Beaucourt, die de boer op ging met een presentatie van wat de effecten waren van zware ongevallen, alcohol in het verkeer en dergelijke meer. Ik blijf erbij dat dergelijke campagnes ook wat gsm-gebruik betreft toch wel iets kunnen losmaken bij mensen. Dat heeft een impact. Misschien moet toch wel eens worden bekeken of dergelijke zaken niet kunnen. Ik vrees echter dat het onderwerp nog wel zal terugkomen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.