Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ten behoeve van de collega's, want aan u moet ik het waarschijnlijk niet uitleggen, zal ik toch even schetsen wat aquathermie is.
Aquathermie is een techniek waarbij men warmte uit het oppervlaktewater onttrekt en probeert daarmee netten te voeden die gebouwen, bijvoorbeeld serres, kunnen verwarmen via een warmtepomp. Het is een techniek die toelaat om op een vlotte, efficiënte, milieuvriendelijke en zeer betaalbare manier gebouwen en bijvoorbeeld serres te verwarmen zonder aardgas of stookolie te gebruiken. In Vlaams-Brabant, mijn provincie, is onder meer een aquathermisch optimalisatiemodel ontwikkeld om na te gaan op welke plaatsen het mogelijk is om aquathermie te gebruiken. Niet alleen in Vlaams-Brabant in steden zoals Leuven, maar ook in Antwerpen heeft men aangekondigd dat men aquathermie wil gebruiken om warmtenetten in de verschillende steden te voeden en te kunnen gebruiken.
Er is alleen een belangrijke en vrij absurde rem op de rentabiliteit van die projecten. Dat is namelijk de heffing op de captatie van water uit bevaarbare waterlopen. Dat is een heffing die op zich zeer verdedigbaar en logisch is, met name om watergebruikers die aan de oppervlakte water onttrekken, te laten bijdragen aan de kosten. Die dienen om in dat geval het waterpeil op peil te houden. Maar bij aquathermie speelt dat eigenlijk in bijzonder kleine mate een rol, omdat het water integraal terug in de waterloop wordt geloosd. Eenmaal het systeem draait, is er dus geen enkel effect op het waterpeil. Bovendien is er geen enkel ander effect op het waterpeil. Het is niet zo dat dit zoals koelwater zeer heet opnieuw geloosd wordt, dat er grote chemische veranderingen aan het water zijn. Het wordt onveranderd, hoogstens wat kouder dan het oorspronkelijk was, opnieuw geloosd, wat eigenlijk zelfs positief is voor die waterloop.
Bovendien is de heffing eigenaardig in die zin dat ze alleen maar geldt op bevaarbare waterlopen, en aquathermieprojecten op onbevaarbare waterlopen – waar die heffing niet van toepassing is – in een ander businessmodel zitten. Aquathermie kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden via grondwater waaraan men warmte onttrekt. Daar is in ieder geval in het Waterwetboek een vrijstelling op de grondwaterheffing voorzien, specifiek voor aquathermie, om precies dezelfde reden die ik net heb beschreven voor het oppervlaktewater.
Nu die techniek betaalbaar, toegankelijk en sterk gepromoot wordt, lijkt het me toch stilaan het moment om de vraag te stellen wat het nut en de wenselijkheid is van die captatieheffing op de bevaarbare waterlopen. Die is eigenlijk een rem op de ontwikkeling van nieuwe technologie.
Ik heb dus de volgende eenvoudige vragen.
Bent u het met me eens dat het niet heel logisch is dat er een heffing is voor watercaptatie, wanneer er eigenlijk geen enkel effect is op het waterpeil of de samenstelling van het water?
Voor warmteonttrekking uit grondwater is er een vrijstellingsbepaling op de grondwaterheffing. Zou u in analogie daarmee die waterheffing voor watervang- en aquathermieprojecten waarbij men het water terug inbrengt in dezelfde waterloop, gewoon afschaffen? Ziet u de nood om daar snel initiatief toe te nemen, bij voorkeur nog in deze legislatuur?
Minister Peeters heeft het woord.
Op mijn beurt, dank u wel voor uw vraag. Over aquathermie hebben we het, denk ik, nog niet gehad in deze commissie, dus dat is zeker wel heel interessant. Voor alle duidelijkheid: ik ben ook voor aquathermie. We moeten zeker alle technologische vernieuwingen omarmen en zeker als die een klimatologische impact hebben, dat voor alle duidelijkheid.
Anderzijds moeten we wel duidelijk meegeven dat er een verschil is tussen het water in onze bevaarbare waterlopen en het grondwater of oppervlaktewater. Vandaar dat er toch niet zonder meer valt te zeggen dat het hier om een volledig gelijklopend model moet gaan. Alleszins weten we heel duidelijk dat, afhankelijk van welk systeem men gaat gebruiken, er al dan niet een koudepluim of een warmtepluim veroorzaakt kan worden door het opwekken van die thermische energie uit het water, het oppervlaktewater of het grondwater. Opnieuw, dat is anders dan het water van bevaarbare waterlopen.
Door het feit dat je oftewel een warmtepluim of koudepluim krijgt, kan dat sowieso ook wel een impact hebben op het ecologische systeem van onze waterlopen. Ik denk onder andere aan de temperatuurverschillen en dergelijke, dus dat heeft sowieso wel een impact daarop. Daarom moeten we ook altijd duidelijk kijken wat de mogelijke gevolgen daarvan zijn, zeker om ook onze ecologische doelstellingen daar voor ogen te houden.
Vandaar is het ook specifiek aan de waterloopbeheerders om de randvoorwaarden te bepalen over wat kan en wat niet kan. U hebt zelf al heel duidelijk aangegeven, mijnheer Tobback, dat dat inzake de heffingen voor het oppervlaktewater en het grondwater inderdaad is geregeld vanuit een ander beleidskader, vanuit het Waterwetboek. Terwijl wat de captatieheffingen voor onze bevaarbare waterlopen betreft, moeten we specifiek kijken naar het Scheepvaartdecreet. Op onze bevaarbare waterlopen is de hoofdopdracht uiteraard nog altijd het zorgen voor het bevaarbaar blijven van onze waterlopen.
Dus de waterloopbeheerders, en in dezen dus De Vlaamse Waterweg, bepalen sowieso de randvoorwaarden. Wat dat betreft, kan ik u zeggen dat er in het Scheepvaartdecreet een andere tariefzetting zal worden gemaakt. Dus ik denk dat dat op zich al sowieso van belang is. Er wordt op dit ogenblik gesleuteld aan de tariferingsstructuur voor het onttrekken van water. De blauwdruk daaromtrent is klaar en alleszins zal dat sowieso ook toelaten dat er aquathermie gebruikt kan worden. Maar we moeten daar natuurlijk opnieuw ook de gelijkschakeling laten met andere instanties die water capteren. Er zijn er een aantal die water capteren, maar het ook volledig terugsturen. Ook daar moet men er rekening mee houden dat die heffingen toch wel gelijklopend zijn.
Alleszins, voor de captaties van het water dat onttrokken wordt en integraal wordt teruggestuurd – wat dus ook in het geval van aquathermie is – is de tariferingsstructuur alleszins zeer beperkt, dus ik denk zeker niet dat dat een belemmering zal zijn. Maar opnieuw, de ecologische verhoudingen moeten we ook altijd voor ogen houden. Als uw temperatuur een paar graden verschilt, kan dat onmiddellijk een enorme impact hebben op onder andere de vissen, de fauna en de flora in uw waterlopen. Daar moeten we uiteraard ook alle aandacht voor hebben.
De heer Tobback heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik hoor toch een paar openingen. Aan de andere kant denk ik eerlijk gezegd niet dat er veel aquathermieprojecten zijn waarbij men vissen bevriest of kookt aan de uitgang van het water dat terug wordt ingebracht.
Maar zelfs dan lijkt me dat dan eerder een discussie die moet worden opgelost in het kader van een milieuvergunning en een beoordeling – al dan niet afhankelijk van hoe groot het project is – een milieueffectenrapport of een beoordeling van de impact daarvan. Dat staat op zich los van de vraag of we dan ook nog eens een heffing moeten betalen op het capteren van water dat je onmiddellijk zo goed als ongewijzigd terugbrengt in de waterloop.
Dus ik pleit er eigenlijk voor om die twee los van elkaar te koppelen, al dan niet tot aan een bepaalde schaal of een bepaald niveau. Ik kan er best in komen dat dat in een paar gevallen een negatieve impact kan hebben. Maar mij lijkt het logisch dat men dan die randvoorwaarden en die beschermende randvoorwaarden die allemaal terecht zijn, opneemt in een vergunning voor een aquathermieproject en dat men dat niet a priori ontmoedigt door een heffing die misschien per kubieke meter laag is, maar misschien wel een zeer grote impact kan hebben op een op zich zeer laag rendabel aquathermieproject met hoge volumes. Dus ik denk dat die heffing op zich weinig bijdraagt aan de hele milieubeoordeling, dus ik zou voorstellen dat u die daaruit haalt.
De heer De Veuster heeft het woord.
Net als de heer Tobback wou ik pleiten om dat los te koppelen. Er moeten extra middelen geïnvesteerd worden in onze distributienetten. Fluvius zal daar 4 miljard euro extra in investeren. Alles wat die netten kan ontlasten, is meegenomen. Ik wou voorstellen om de koude- en warmtepluimen waar u het over had – ik wil dat wel geloven, daar ken ik te weinig van –, te onderzoeken, maar koppel het ene dan aan het andere. De heer Tobback had het over een aparte milieuvergunning. Daar kan ik me perfect bij aansluiten.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende vragen. Voor alle duidelijk: zelf heb ik in mijn functie als burgemeester een aantal jaren geleden een soortgelijke vraag gekregen om in een bevaarbare waterloop in het kader van een industrieel proces water te capteren en terug te storten. Dat was een temperatuurverschil van 2 graden en dat bleek toch een enorme impact te hebben op de fauna en de flora in de kanalen. Ik moet anderzijds ook wel zeggen dat er een aantal succesvolle en rendabele aquathermie-installaties zijn op onze waterlopen. Daar is alleszins op dit ogenblik de tariefstructuur, die heffing met name, geen belemmering om het succesvol en rendabel te houden.
Tegelijkertijd moet ik aangeven dat wij onze tariefstructuur aan het herzien zijn in het kader van het Scheepvaartdecreet en dat we daar voor ogen hebben dat de watercaptatie in het kader van die aquathermie mogelijk moet zijn. Als het nu voor een aantal rendabele projecten al geen belemmering is, en we werken tegelijkertijd aan een voordeligere tariefstructuur, dan denk ik dat er in de toekomst helemaal geen belemmering meer zal zijn.
We zullen het zeker mee opvolgen, en ik denk dat jullie dat ook zullen doen.
De heer Tobback heeft het woord.
Dank, minister. Het tweede antwoord klonk al iets voluntaristischer dan het eerste. Nog eens, ik heb alle begrip, en ik zou ook zelf aandacht vragen voor de ecologische impact. Maar die ecologische impact is natuurlijk net hetzelfde op een onbevaarbare waterloop, waar geen heffing bestaat vandaag. Dat moet worden meegenomen in de beoordeling van een project en het al dan niet geven van een milieuvergunning en niet worden geregeld via een captatieheffing. Ik twijfel er ook niet aan, ik ken ze trouwens, dat er een aantal rendabele projecten zijn. Maar dit zijn projecten waar de rentabiliteit heel erg afhangt van de locatie waarop men het kan doen, van de schaal waarop men het kan doen, van bestaande infrastructuur die men kan gebruiken en waarbij dus effectief die heffing al dan niet een rol kan spelen. Maar het zou eigenlijk zonde zijn dat die heffing, die eigenlijk weinig effect heeft, daar een negatieve impact op zou hebben. Dus, voor dat soort van projecten draagt die heffing niets bij. Randvoorwaarden zijn oké, maar een heffing zou geen randvoorwaarde moeten zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.