Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, zoals u weet raakte een tweetal weken geleden bekend dat de Franse Gemeenschapsregering, de Wallon-Bruxregering, een nogal complexe financieringsconstructie op poten heeft gezet om onder meer onze regio, eigenlijk heel Vlaanderen maar vooral de Vlaamse Rand, heel actief te gaan verfransen. Zo blijkt uit onderzoek van onder meer de RTBF dat Wallon-Brux jaarlijks een kleine 800.000 euro stort op de rekening van de Assemblée Parlementaire de la Francophonie (APF), die eigenlijk als enige doel heeft de Franstalige taal en cultuur in de wereld te promoten. Dat geld wordt vervolgens doorgestort naar de Belgische afdeling van de APF, waarna die op zijn beurt een klein half miljoen euro doorstort naar een Franstalige vzw met de naam Point Culture, die het dan op zijn beurt doorsluist naar een aantal zeer rabiate, francofone, socio-culturele organisaties in de Rand die zeer duidelijk als doelstelling hebben de Franse taal en cultuur actief te verspreiden in onze Vlaamse regio, in het Vlaamse Gewest.
Zo zien we bijvoorbeeld dat er op jaarbasis – ik som er een aantal op – 83.000 euro gaat naar de Bibliothèque Charles Bertin de Rhode-Saint-Genèse, 29.000 euro naar de Association Culturelle et Artistique de Linkebeek, 20.000 euro naar de Association Culturelle de Leeuw-Saint-Pierre – Sint-Pieters-Leeuw, dus –, 12.000 naar de vzw Culture Alsemberg/Beersel – u uiteraard niet onbekend – enzovoort. Het gaat in totaal om een dertigtal Franstalige verenigingen die in Vlaanderen actief zijn, maar wel degelijk in eigen taal opereren.
Zoals u weet gaat de Vlaamse Gemeenschapsregering hiermee frontaal in tegen de Grondwet, die duidelijk stelt dat Vlaanderen exclusief bevoegd is voor culturele aangelegenheden. Dat blijkt ook uit de arresten van het Grondwettelijk Hof die in 1996 en in 2000 dergelijke decreten en begrotingsprogramma’s hebben vernietigd. Ze financierden ‘krak’ dezelfde verenigingen als diegene waar het vandaag over gaat, maar dan zonder de omweg via Parijs. Ook constitutionalisten zoals Lucien Rigaud van de Université Libre de Bruxelles (ULB) zijn formeel dat dit wel degelijk een ongrondwettelijke constructie is. Maar nog frappanter, en anderzijds niet helemaal verbazingwekkend, is eigenlijk dat men langs Franstalige kant, langs politieke zijde, zeer goed beseft dat dit een illegale constructie is. Meer zelfs, men geeft het schaamteloos toe. Jean Paul Wahl, MR-parlementslid, die al lang in het vak zit, stelde in een reactie op dit dossier dat er na de uitspraken van het Grondwettelijk Hof nieuwe financieringsmechanismen moesten worden bedacht om de francofonie in Vlaanderen te verdedigen.
Kortom, men legt zich niet neer bij een grondwettelijk arrest. Men neemt gewoon akte van dat arrest om het vervolgens te gaan ontwijken. Zijn collega, de voorzitter van het parlement van de Franse Gemeenschap Philippe Courard, ging nog een stap verder. Hij zei in een interview dat het een praktijk is die al vele jaren bestaat. Hij zei dat hij ze zelf jaren heeft toegepast en dat hij er trots op is de Franstaligen te verdedigen die in België wonen. "Zij hebben het recht om hun cultuur te ontwikkelen via hun taal, bibliotheken en culturele centra. Het is een politieke keuze. Als je je met politiek bezighoudt, moet je je verantwoordelijkheid nemen. Ik heb er geen moeite mee om Franstaligen in ons land te promoten, ook niet in Vlaanderen. Aucune.” We kunnen hier wel degelijk stellen dat we hier met een majeur juridisch en politiek probleem zitten waarbij de Grondwet, zoals we dat van Franstaligen gewoon zijn, zeer à la carte wordt toegepast en waarbij de territoriale integriteit van Vlaanderen wordt aangevallen. Daarom heb ik de volgende vragen voor de minister.
Ik zou graag van u weten, minister, hoe u deze ongrondwettelijke financieringsconstructies evalueert.
Beschikt u over informatie welke specifieke projecten met deze middelen zijn gefinancierd? We weten over welke vzw’s het gaat, maar welke projecten hebben de vzw’s met deze middelen gefinancierd? Ik neem aan dat u die informatie niet hebt, maar de vraag stellen kan uiteraard.
Welke politieke en/of juridische initiatieven neemt u om de territoriale integriteit van de Vlaamse Rand, en bij uitbreiding van heel Vlaanderen, te waarborgen?
Welke eisen formuleert u ten aanzien van de Waalse collega’s in het kader van de federale loyauteit? We hebben opnieuw gezien dat die van één kant komt.
U hebt dit geagendeerd op het Overlegcomité. Dat is uiteraard zeer positief. Ik had graag vernomen welk concreet standpunt we daar gaan innemen en welke consequenties we daaraan gaan verbinden. Want ik vrees dat een vriendelijk verzoekje niet zal volstaan. Het is twee weken geleden aan bod gekomen in de Kamer in een vraag aan Vincent van Quickenborne. Hij heeft gezegd dat hij er niets mee zou doen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat de reportage van de RTBF, waarvoor dan toch dank, maar zeker ook de getuigenissen van de voormalige voorzitter van het parlement van de Franse Gemeenschap en van een Waals parlementslid weinig aan de verbeelding overlaten: de Franse Gemeenschap subsidieert nog steeds Franstalige organisaties in Vlaanderen. Het enige verschil met vroeger is dat ze er een omweg aan heeft toegevoegd, namelijk via francofone organisaties in het buitenland, meer bepaald in Parijs. Via die weg belandt dat ten slotte toch bij Franstalige organisaties in Vlaanderen. In de reportage verbergt men ook niet dat men de arresten van het Grondwettelijk Hof doelbewust omzeilt.
Hoe ik dit evalueer? Dit is verwerpelijk. Aan de overkant van de taalgrens zwaait men enerzijds regelmatig met de Belgische vlag en benadrukt men de Belgische eenheid, maar tracht men anderzijds heimelijk het beleid van de Vlaamse Gemeenschap te ondergraven. Ik begrijp dat niet. Eigenlijk omzeilt men gewoon de totaliteit van de eigen regels. De verwantschap met Franstaligen in Vlaanderen prevaleert dus blijkbaar boven de gehechtheid aan de Vlaamse Gemeenschap en dus aan België. Dat is de duidelijke conclusie die je daaruit kunt trekken.
We hebben het dan over een overheid, de Franse Gemeenschap, die de begrotingstekorten opstapelt en zelfs niet meer de ambitie heeft om nog te streven naar een begrotingsevenwicht, maar blijkbaar dan toch nog geld genoeg vindt om illegaal subsidies te gaan uitstrooien, alsof ze het comfort, de luxe van een overschot aan middelen heeft. Men meent nog wel wat over te hebben om de Franstalige vrienden in Vlaanderen te onderhouden. Een ander aspect dat ik daar nog aan wil toevoegen, is dat diverse organisaties die genieten van dat illegale subsidiegeld, ook nauw verwant zijn met lokale politieke partijen. De vraag is ook in welke mate die middelen worden gebruikt om verkiezingen onrechtstreeks te beïnvloeden en in welke mate er dus ook sprake is van onrechtmatige partijfinanciering.
Ik heb dat namens de Vlaamse Regering geagendeerd bij het Overlegcomité, vanzelfsprekend met de bedoeling om openheid ter zake te kunnen krijgen en met een heel ferm pleidooi voor de stopzetting van die financiering. Ik ga ervan uit dat ik daarin word gesteund door de andere overheden van dit land. Wat mij immers ook verbaast, is dat er daaromtrent aan Franstalige politieke kant weinig deining is. Terwijl er zo’n nood aan financiële middelen is, vindt men toch nog een overschot om via een manifest illegale weg subsidiegeld over Franstalige organisaties in Vlaanderen te gaan uitstrooien. Ik zou ook niet weten in welke mate bijvoorbeeld partijen als de PS of Ecolo zich verwant voelen met die organisaties in Vlaanderen. We zullen dit dus bepleiten in het Overlegcomité. We vragen een stand van zaken, openheid, duidelijkheid, eerlijkheid, als het even kan, maar vooral ook een stopzetting van illegale praktijken.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ondanks de ochtend ontwaar ik toch enige vechtlust bij u, minister, wat uiteraard positief is. U zegt dat u op het Overlegcomité een pleidooi gaat houden voor de stopzetting. Mijn vrees is dat dat vriendelijke verzoekje wel eens gemakkelijk afgewimpeld zou kunnen worden. En aangezien we weten dat de Franstaligen alleen de taal van de macht verstaan, is het misschien opportuun om dezelfde instrumenten te gebruiken die zij gebruiken en gewoon in zekere zin te gaan chanteren en dus zolang hun financieringsconstructies in werking blijven, de acht Franstalige faciliteitenscholen niet meer te financieren. We hebben de afgelopen twintig jaar bijna 200 miljoen euro gestoken in de verfransing van onze eigen regio door de faciliteitenscholen te financieren. We weten dat dat in omgekeerde zin niet gebeurt. En dan krijgen we eigenlijk een welgemeende … – ik zal het woord niet uitspreken. Het lijkt me dus opportuun dat u inderdaad de taal van de macht hanteert. Het is de enige taal die de Franstaligen verstaan.
Wij hebben aan de heer Van Quickenborne gevraagd om zijn positief injunctierecht te gebruiken, omdat er wellicht sprake zou kunnen zijn van strafrechtelijke constructies. Ten eerste is dat inderdaad subsidiefraude en ten tweede worden ook de grondwettelijke regels met de voeten getreden. De heer Van Quickenborne heeft daar negatief op geantwoord. Hij zegt dat hij daar zeer selectief mee is en dat hij het niet gaat doen, punt. Anderzijds heeft natuurlijk ook mevrouw Demir positief injunctierecht en gebeurt dat altijd op verzoek van haarzelf of van een andere collega-minister. Mijn vraag in dezen is dus of u uw collega Demir zult verzoeken om het positief injunctierecht te gebruiken in het kader van dit dossier.
De heer Tiebout heeft het woord.
Minister, ik heb samen met u vastgesteld dat de Assemblée parlementaire de la Francophonie (APF) dezelfde vereniging is waarmee de bewuste Waalse griffier reisjes naar Dubai gefinancierd kreeg in het kader van Franstalige cultuur. Ook veel Waalse politici zijn er lid van.
Die APF krijgt een dotatie – dus niet eenmalig, maar op jaarlijkse basis – van 285.000 euro aan basissubsidie om subsidies uit te keren. Dat moet nogal een werk zijn, als je 285.000 euro nodig hebt om subsidies aan te nemen en te herverdelen. Daarbovenop krijgt ze nog eens 471.000 euro als subsidie voor Franstalige culturele organisaties, onder andere in de Rand, maar niet alleen in de Rand, ook in Gent, Knokke, Oostende, Dilbeek, Vilvoorde, Tervuren en noem maar op. Dat is wraakroepend, maar ik kan alleen maar vaststellen dat u alles doet en zult blijven doen om dit op de kaart te zetten en aan te kaarten op het federale niveau. Want in Vlaanderen is alleen de Vlaamse Regering bevoegd voor het uitrollen van een cultuur-, sport- of jeugdbeleid en worden de parameters daarvoor decretaal geregeld, en niet in Frankrijk.
Er is eigenlijk maar één oplossing wat onze partij betreft. Ofwel wordt er op het Overlegcomité gekeken naar een stopzetting van dat soort praktijken, ofwel moeten we kijken welke extra juridische stappen er nog mogelijk zijn om dit soort Waals imperialisme een halt toe te roepen, zij het dan naar een alternatieve manier kijken voor hoe we dit soort organisaties kunnen stoppen. Ik ben dan ook zeer tevreden dat u onmiddellijk stappen hebt gezet en dit agendeert op het Overlegcomité. En dus is ook mijn vraag: wat nadien?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat het Overlegcomité betreft, sta mij toe om niet met de fanfare op kop het bos in te trekken en bij voorbaat al aan te geven wat onze diverse pistes zouden zijn ten aanzien van diverse mogelijke antwoorden die zouden worden geformuleerd. Ik denk dat we in eerste instantie de druk moeten opvoeren, ook via het federale parlement en de Federale Regering. Ik kan me niet inbeelden dat de Federale Regering als hoeder van de federale loyauteit ter zake ook geen initiatief zou nemen als nogmaals wordt bevestigd dat deze illegale praktijken nog steeds in stand worden gehouden. Daar kijk ik dus naar uit, en naar de standpunten die zullen worden ingenomen in het Overlegcomité.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik begrijp uit het antwoord dat van het positief injunctierecht dus niet zal worden gebruikgemaakt, tot nader order, aangezien er geen antwoord op kwam. U zegt niet met de fanfare op kop het bos in te willen trekken ten aanzien van het Overlegcomité, maar eigenlijk zie je aan de andere kant, bij de Franstaligen wel die arrogantie. Ze geven openlijk toe de wet niet na te leven. Ze leggen die eigenlijk gewoon volledig naast zich neer. Ik vind dat als de federale loyauteit voor hen een vodje papier is, dat voor ons zeker zo moet zijn. Wie aan de territoriale integriteit van Vlaanderen raakt, moet beseffen dat hij in wezen een oorlogsverklaring afkondigt. Ik roep u dan ook op om hun dat te laten voelen. De wet biedt u daartoe alle instrumenten. Het enige wat wij u dan ook vragen, is dat u die instrumenten maximaal zou gebruiken. Of om het in het in de taal van Molière te zeggen, wat ze aan de andere kant van de taalgrens beter zullen begrijpen: “Combattons le mal par le mal.”
De vraag om uitleg is afgehandeld.