Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Ik maak me zorgen, collega’s en minister-president, over de kwetsbare positie van jonge en opkomende artiesten. Hoewel de cultuurzalen volop draaien en er een goede festivalzomer wordt verwacht, blijkt anderzijds uit de jaarcijfers van de Belgische Vereniging van Auteurs, Componisten en Uitgevers (SABAM) dat het aantal culturele evenementen vorig jaar een derde lager lag dan voor de coronacrisis en de energiecrisis. In 2022 waren er ten opzichte van 2019 bijna 1700 minder professionele theatervoorstellingen, minder liveconcerten – min 6.684 – en minder feesten en fuiven – meer dan zesduizend minder. Er waren vooral duidelijk minder events voor kleine en lokale artiesten. De daling is onder andere te wijten aan het feit dat pas eind maart 2022 de live-events konden worden opgestart. Maar ook in de andere kwartalen van 2022 waren er tot 30 procent minder evenementen. In 2023 wordt het niveau van het aantal events uit 2019 nog niet behaald. De corona- en energiecrisis hebben blijkbaar een enorme impact gehad op de eventsector en de artiesten, waar ze duidelijk nog niet volledig van hersteld zijn.
Daarbij merkt de sector zelf dat vooral de kleinere, lokale artiesten – dus jong en opkomend talent – moeten inboeten, terwijl grotere artiesten meer marge hebben en dit kunnen opvangen. Het risico is daarom dat er een bepaalde laag van muzikanten zal verdwijnen, omdat ze gewoonweg niet uit de kosten komen. Ook merken we dat verschillende kleinere festivals aan het verdwijnen zijn, wat ervoor zorgt dat er minder mogelijkheden zijn om op te treden. Ook moet het overaanbod aan acts, opgebouwd door de achterstand die ontstond door corona, nog weggewerkt worden en nemen organisatoren vaak minder risico op het vlak van hun programmatie. Het publiek heeft voor een stuk zijn belangstelling verlegd, maar moet door de energiecrisis ook keuzes maken. Opnieuw zijn hier de kleinere artiesten de pineut.
Hebt u recent overleg gehad met de eventsector omtrent de kwetsbare positie waar jonge, kleinere en/of opkomende artiesten zich vandaag in Vlaanderen in bevinden?
Op welke manier wilt u deze artiesten, maar ook verdwijnende festivals, een vangnet bieden om deze periode door te komen?
Het overaanbod aan acts mag niet leiden tot een 'race to the bottom’ van lage tarieven waar artiesten aan moeten werken. Op welke manier zult u hen daartegen beschermen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u voor de vraag, mijnheer De Loor. Mijn kabinet heeft veel contacten met verschillende organisaties en koepelorganisaties binnen de culturele en evenementiële sector. Zoals u weet, staan de principes van ‘fair pay’, ook voor jonge artiesten, al enkele jaren hoog op mijn agenda. Ik zal het thema nog verder opnemen met de evenementensector.
Wat betreft het vangnet, kan ik antwoorden dat er geen bijkomende specifieke acties naar deze doelgroepen zijn, maar binnen de bestaande subsidiestromen zijn er zeker mogelijkheden, die ook daadwerkelijk worden gebruikt. Zo loopt sinds 2021 het tijdelijke subsidiereglement Talentontwikkeling Amateurkunsten, en dit tot eind dit jaar. Binnen dit reglement zijn er heel wat aanvragen van kleine, jonge bands die hun vaardigheden willen aanscherpen en zich op velerlei manieren professionaliseren. Dat gebeurt vaak aan de hand van een opname van een ep of een ‘full album’, door toe te werken naar een concertenreeks, of het volgen van coachingsessies, workshops of opleidingen. In de aanvraagdossiers vermelden verschillende bands ook dat hun activiteit, netwerk of naam door corona instortte en ze nu opnieuw moeten beginnen. Het reglement vervult hier dus effectief een nood van jonge artiesten.
Binnen het Kunstendecreet zijn de projectsubsidies de aangewezen subsidievorm. Daaruit blijkt dat het aantal subsidieaanvragen van jonge professionele of semiprofessionele muzikanten en bands de afgelopen indienrondes aanzienlijk gestegen is. Vaak gaat het om opnameprojecten, tournees of beide.
Bij de subsidielijn Bovenlokale Cultuurprojecten ligt de focus op nieuwe en vernieuwende initiatieven. Daarbinnen werden al heel wat initiatieven gesubsidieerd die kansen boden aan jonge artiesten. Het gaat daarbij wel vaak om andere kunstdisciplines, zoals beeldende kunst, dans, theater, graffiti, maar ook diverse subdisciplines binnen muziek komen daar aan bod.
VI.BE, het steunpunt voor artiest en muzieksector, biedt kansen aan jonge, semiprofessionele muzikanten en bands, onder meer met een platform dat artiesten en speelplekken bij elkaar brengt. VI.BE ondersteunt jonge artiesten ook met advies op allerhande praktische, juridische of financiële vragen.
Bovendien hebben zowel natuurlijke personen als vzw’s en ondernemingen in de brede culturele en creatieve sectoren toegang tot cultuurkredieten. Culturele actoren die geen beroep kunnen doen op traditionele kredietverstrekkers kunnen aankloppen bij Hefboom voor een krediet. Dit krediet kan gebruikt worden om moeilijke periodes te overbruggen of bepaalde investeringen te doen.
Naar mijn aanvoelen zijn de bestaande mogelijkheden aanwezig en worden ze veel meer dan vroeger aangewend door de doelgroep die u aangeeft. Op zich werkt dat systeem dus wel.
Wat betreft het overaanbod aan acts, kan ik antwoorden dat aandacht voor fair pay in de cultuursector heel belangrijk is. U hebt gezien dat dit binnen de decreten die we gewijzigd hebben, telkens een prominente plek innam. Binnen het Kunstendecreet was dit een heel belangrijk aandachtspunt bij het bepalen van de subsidies voor de structurele spelers in de periode 2023-2027. Zo hebben de gesubsidieerde muziekclubs een charter ondertekend waarbij ze zich engageren om de principes van fair pay te respecteren. Ook binnen de projectsubsidies is er speciale aandacht voor een correcte verloning van kunstenaars.
Bij de beoordeling van de bovenlokale cultuurprojecten wordt eveneens steeds afgetoetst of de principes van fair pay aan artiesten worden gerespecteerd.
De heer De Loor heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord. U hebt verwezen naar een vrij groot aantal acties die lopen, maar ik blijf toch voor een stuk op mijn honger zitten. Ik vind het wel een alarmbel die afgaat, vanuit SABAM, vanuit de evenementensector, vanuit VI.BE en vanuit een aantal boekers. Ik stel vast dat er geen bijkomende acties worden ondernomen.
Wat me ook opvalt, minister-president, is dat een van de redenen die worden opgegeven, naast de corona- en energiecrisis, de politieke houding is ten aanzien van cultuur. Dat heb ik zo gelezen en vernomen. Ik maak me daar wel zorgen over, zowel naar de artiesten als naar de evenementen en festivals. De terugval van de voorbije jaren heeft wel degelijk gaten geschoten in de financiële zelfredzaamheid, zowel van culturele ondernemers als van artiesten. Ik vind dat zorgwekkend, zeker als opkomend talent daar letterlijk en figuurlijk de rekening voor betaalt.
Daarom heb ik nog een aantal bijkomende vragen, minister. Festivals verdwijnen. Dit jaar wordt aan het lange lijstje dat reeds bestond Linkerwoofer, JazzWood en Antwerpen Zingt toegevoegd. Hierdoor verdwijnen speelplekken. Wordt daarvoor een actie, een bevraging gehouden bij de sector om na te gaan wat de redenen zijn, waar het kalf geboden ligt? Wordt daar een nieuw beleid gecreëerd? Worden daar nieuwe beleidsinstrumenten rond gepland? Die steun voor veel jonge creatievelingen is ook een springplank naar een volgende stap in hun professionele carrière, zo zegt ook Jan Hautekiet, de voorzitter van SABAM. Als je kijkt naar de evolutie van de voorbije jaren, wordt daar dan extra beleid gevoerd? Wordt daar extra mee aan de slag gegaan?
Tot slot zou ik willen aandringen, minister, om misschien een rondetafel te organiseren met de ‘event confederations’, met SABAM, het vroegere Poppunt – VI.BE, boekers, om toch uit het slop te geraken.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Mijnheer De Loor, we zien u niet zo veel in deze commissie, maar als u dergelijke pertinente vragen stelt, dan zie ik u wel graag in deze commissie. Dank u wel daarvoor, dus. Ik breek zelf ook al lang een lans voor de individuele kunstenaars. Ze zijn in deze sector eigenlijk de kleine zelfstandigen, die in een moeilijke markt moeten overleven. We weten al langer, op basis van onderzoek, dat passie niet loont, en natuurlijk heeft de coronacrisis daar geen goed aan gedaan. Ik zie wel twee lichtpuntjes. Ten eerste is er het hervormde kunstenaarsstatuut, dat toch wel met heel veel begrip in de sector is ontvangen en waar er nu specifieke aandacht voor starters is. Ten tweede is er natuurlijk het Kunstendecreet, met de 12,5 procentnorm die de minister heeft ingeschreven.
Het werk is echter niet af, natuurlijk. We moeten blijven monitoren. Ik zie ook nog een aantal andere mogelijkheden. Zo is er in de kunstopleiding nu weinig ruimte voor ondernemerschap, voor de vraag hoe men als kunstenaar op de markt van zijn kunst kan leven nadat men is afgestudeerd. Een betere bewustwording omtrent de situatie van kunstenaars is ook belangrijk, denk ik. Is er misschien een rol weggelegd voor VDAB inzake arbeidsmarktbegeleiding, zoals dat gebeurt voor topsporters? Er is het aantrekkelijker maken van gedeelde ruimtes voor repetities enzovoort. Mijnheer De Loor, ik denk daarom dat uw idee om in een rondetafel te voorzien, heel interessant is. Voorzitter, ik verwijs ook naar het bezoek dat we met de commissie zullen brengen aan de eventsector. Dat zal voor ons toch ook wel een interessante eyeopener zijn.
Er zijn dus goede maatregelen genomen, maar laten we zeker niet blijven stilstaan, laten we ook in de toekomst zeker nog bekijken hoe we dat precariaat kunnen blijven verdedigen.
Met zijn vraag stelt de heer De Loor een belangrijk probleem op het terrein vast. Ik ben bezorgd daarover en wil me daarbij aansluiten. Er is een groot probleem op het terrein. Wat het overaanbod aan acts betreft: ik denk dat daarmee wordt bedoeld dat het aantal plaatsen waar men kan optreden eigenlijk is gedaald. Zo analyseer ik het toch. Daardoor krijg je een mismatch. Het is niet zozeer zo dat er plots een explosie is van het aantal mensen die graag willen optreden. Het heeft meer te maken met het feit dat de kansen die men kleinschalig zou kunnen hebben, eigenlijk zijn gedaald. Het kwalitatieve aanvoelen na corona is dat er echt wel een probleem is ontstaan met betrekking tot het aantal plekken waar men kan optreden, zoals culturele centra, kleinere festivals en kleinere clubs. Minister-president, dan is de vraag die ik wil stellen of het wegvallen van lokale subsidies en provinciale middelen daar iets mee te maken heeft. Hebt u daar misschien objectieve cijfers over? Is het alleen corona, of heeft het feit dat dit niet meer wordt toegewezen, een impact op het aanbod dat die kleinere spelers nog kunnen of willen doen? Kunt u ons daar enig inzicht in geven? In hoeverre hebben de keuzes die worden gemaakt met lokale subsidies en provinciale middelen, het gevolg dat kleinere clubs, kleinere festivals en culturele centra beslissen om minder van dat soort events te organiseren, met als gevolg dat er veel hongerigen zijn op het terrein?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor uw inbreng. Mijnheer De Loor, u deed de suggestie om een bevraging bij de sector te doen. We zullen die bevraging opzetten en op basis ervan bekijken of een rondetafel zich opdringt. Ik zou het in die sequentie willen aanpakken. Dat festivals verdwijnen, is op zich geen heel grote ramp, als er andere festivals bij komen.
Mevrouw D’Hose, de suggestie om in de kunstopleiding ook aandacht voor ondernemerschap te hebben, is zeker iets dat ik mee ga nemen.
Mevrouw Almaci, het wegvallen van lokale middelen? Ik merk dat wij tijdens corona enorm veel middelen aan de lokale besturen toegestoken hebben, net om Cultuur, Jeugd en Sport door de corona te helpen. Dat heeft ook gewerkt, denk ik. Ik heb geen cijfers, omdat ik ook niet denk dat er lokaal veel middelen zijn weggevallen. Nogmaals, dat blijft de autonomie van de lokale besturen. Maar we hebben daar inderdaad geen cijfers van, maar ook geen signalen dat er door lokale besturen nu substantieel op cultuurmiddelen in het algemeen en op ondersteuning van festivals specifiek een grote beweging naar beneden gemaakt zou worden, integendeel.
De heer De Loor heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord.
Misschien eerst dit, voorzitter: ik denk dat het wegvallen van bijvoorbeeld die provinciale subsidies waar u naar verwezen hebt, wel een rol speelt, vooral ook bij kleinere festivals, provinciale festivals, en dat dat ook zijn invloed heeft op de speelmogelijkheden.
Maar ik ben tevreden, minister-president, dat u aan de slag wilt gaan en een bevraging wilt organiseren over de redenen waarom die festivals en evenementen wegvallen of het moeilijker krijgen. Het gebrek aan vrijwilligers, de hogere kosten, noem maar op, zullen daar zeker wel naar boven komen. Het zou ook goed zijn mocht daar dan nieuw beleid rond worden gecreëerd, ook al zijn we in het laatste jaar van deze legislatuur aangekomen.
Ik maak mij echt wel zorgen, minister-president, enerzijds naar de artiesten toe, anderzijds naar de evenementen en de festivals toe. Het zou bijzonder jammer zijn als er nog meer zouden verdwijnen. U zegt dat er een zekere rotatie in moet zitten, maar ik stel vast dat nieuwe festivals het bijzonder, maar dan ook bijzonder moeilijk hebben om zich op de kaart te zetten. Het is goed dat die monitoring of die bevraging zal gebeuren. Vlaanderen is bekend als festivalland. Dat steunt ook vaak op vrijwilligers, op het verenigingsleven. We moeten dat koesteren. Die festivals zijn vaak ook bottom-up gegroeid. Ze bieden kansen, speelmogelijkheden, zeker ook voor die jonge en opkomende artiesten. Het is ook goed dat u overweegt om dan op basis van de bevraging een rondetafel te organiseren. Als we in de toekomst nog Vlaamse en Belgische bands willen zoals Oscar and the Wolf, Brutus, Channel Zero en ook Gustaph, die internationaal toch doorgebroken zijn, als we dat in de toekomst nog willen blijven garanderen, moeten we er ook voor zorgen dat we die nieuwe generatie internationaal sterk presterende artiesten niet verloren zien gaan. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.