Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Het is goed dat er hier toch iemand vragen stelt over Brussel. Volgende week komt ook collega Tavernier terug.
Deze vraag heeft betrekking op BeTalky.brussels van de ‘Brusselse Regering’. (Uitgesproken met Engelse tongval).
Onlangs keurde de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een projectoproep BeTalky.brussels 2023-2024 goed. Dit initiatief, dat uitgaat van de Brusselse minister van Meertaligheid, wil financiële ondersteuning geven aan cultuurprojecten die erop gericht zijn de meertaligheid in de cultuur te bevorderen en te versterken. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is van mening dat zulke meertalige cultuurprojecten de samenhang tussen gemeenschappen en de sociale cohesie bevorderen. Dat zijn allemaal mooie woorden die haaks staan op het beleid van echte tweetaligheid en een echte samenhang tussen de Vlaamse en de Franstalige gemeenschap in Brussel. Volgens de digitale webstek van het project wordt er voor de oproep 200.000 euro – 200.000 euro, mijnheer Bex – voor het begrotingsjaar 2023 uitgetrokken. Zowel organisaties als individuele artiesten kunnen een aanvraag indienen.
Deze projectoproep van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering doet toch wel heel wat wenkbrauwen fronsen. Meertaligheid is een troef. Dat wordt door niemand betwist. Maar meertaligheid begint met tweetaligheid, zeker in Brussel. Een goede kennis van het Nederlands en het Frans is in de Vlaamse hoofdstad noodzakelijk. Jammer genoeg vormt de projectoproep BeTalky.brussels een zoveelste voorbeeld van het beleid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, die schijnbaar alle talen van de wereld wenst te ondersteunen, behalve het Nederlands. Collega Tavernier heeft van bij de start grote vragen gesteld bij de wijze waarop de agenda van minister Gatz wordt doorgevoerd. Het is een aanfluiting van de gemeenschapsbevoegdheden van Vlaanderen in onze hoofdstad.
De ontvankelijkheidscriteria van BeTalky.brussels bepalen dat in het projectvoorstel minstens twee talen aan bod moeten komen waarvan ten minste één ofwel het Nederlands, ofwel het Frans of het Engels is. Dit betekent dus in de praktijk dat projecten die niet eens een van de officiële landstalen bevatten ook financiering kunnen krijgen. Een combinatie Italiaans-Engels of Pools-Engels of Engels-Bulgaars maakt dus kans op financiering. In de hoofdstad van dit land zou toch mogen worden verwacht dat meertaligheid in de eerste plaats tweetaligheid betekent en dat elk gefinancierd project zowel het Nederlands als het Frans promoot. Meer nog, uit de werkzaamheden van deze commissie blijkt met de regelmaat van een klok dat net het Nederlands het zwaar te verduren krijgt in de hoofdstad.
De meertaligheidsagenda en dit soort projectoproepen van 200.000 euro gaan lijnrecht in tegen de Vlaamse beleidsprioriteiten van de Vlaamse Regering inzake de versterking van het Nederlands en zijn tegelijkertijd een usurpatie van de Vlaamse gemeenschapsbevoegdheden inzake Cultuur en Onderwijs. Ik verwacht dan ook van u een duidelijke reactie.
Hoe evalueert u de projectoproep BeTalky.brussels 2023-2024 in het licht van de Vlaamse beleidsprioriteiten en het versterken van uw beleid van het Nederlands in Brussel?
Was er over dit project overleg binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)? Indien niet, zult u dit agenderen op een eerstvolgende vergadering van de VGC?
Bent u van mening dat deze projectoproep lijnrecht ingaat tegen de geest van het Vlaams regeerakkoord dat wil komen tot een correcte en doorleefde tweetaligheid in deze stad?
Meent u dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met deze cultuursubsidie van 200.000 euro de bevoegdheidsverdeling overschrijdt? Zult u bezwaar aantekenen tegen deze projectoproep?
Minister Dalle heeft het woord.
De projectoproep waarnaar u verwijst is een initiatief van de Brusselse minister bevoegd voor de promotie van meertaligheid en werd goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 17 maart 2023. Het is de derde keer dat een dergelijke oproep wordt georganiseerd.
Ik lees in de nieuwe projectoproep dat het initiatief uitgaat van het gegeven dat cultuur een essentiële tool is om over de taalgrenzen heen te communiceren, ontmoetingen te stimuleren en de sociale cohesie te bevorderen. De bevoegde Brusselse minister richt zich met deze projectoproep tot organisaties die via een cultureel project inspelen op het Brusselse beleid rond meertaligheid, dat als doel heeft en ik citeer “een positieve en versterkende impact te hebben op de sociale cohesie van de Brusselse gemeenschap”.
Uw tweede vraag kan ik als volgt beantwoorden. De oproep is niet besproken in de vergaderingen van het college van de VGC die ik met raadgevende stem bijwoon. Het is ook niet aan dit college om een projectoproep van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest te bespreken.
Ik kom dan bij uw derde en vierde vraag. Ik heb in het verleden in deze commissie al meermaals aangegeven dat ik alle initiatieven ondersteun die de plaats van het Nederlands in onze hoofdstad kunnen versterken, met respect voor de unieke positie van het Nederlands, zowel institutioneel als qua verbindende factor. Ik heb over het belang van meertaligheid mijn standpunt ook al verscheidene keren verduidelijkt. De boodschap die ik uitdraag namens de Vlaamse Regering is niet gewijzigd sindsdien.
Ik heb in het verleden ook al aangegeven dat de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die meertaligheid moet ondersteunen vanuit haar gewestbevoegdheden. Het is inderdaad de vraag of dat hier het geval is. Maar wat ik daaraan zou kunnen verhelpen, is mij niet zo duidelijk. Ik zit niet in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en ik ben ook niet bevoegd voor Cultuur. Het lijkt me in eerste instantie een zaak te zijn van de bevoegde federale minister, mevrouw Lahbib, en de bevoegde gemeenschapsministers, onder wie minister-president Jambon, om hierover, desgevallend, een standpunt in te nemen. Ik ben niet diegene die de grondwettelijkheid nakijkt van alle beslissingen van de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en vervolgens desgevallend procedures instel. Dat is niet mijn taak als Vlaams minister voor Brussel.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, minister. Ik denk dat dit toch een opmerkelijk antwoord is. U zegt dat het niet besproken is op het college van de VGC omdat het niet tot haar bevoegdheid behoort, maar u stelt zich blijkbaar toch de vraag of de meertaligheid in het kader van cultuur onder de bevoegdheid van de Brusselse gewestminister valt. We zitten hier met de vraag of een gewestminister initiatieven kan nemen die eigenlijk een culturele bevoegdheid zijn.
Ik stel vast dat meertaligheid in Brussel soms eigenlijk gebruikt wordt als windowdressing om vooral niet de tweetaligheid te respecteren. Men probeert die tweetaligheid weg te moffelen onder meertaligheid en op het einde krijgen we alleen maar mensen in Brussel die enkele talen kunnen spreken maar uiteindelijk geen enkele taal op een respectabel niveau en ook geen enkele taal die die mensen toeleidt naar de arbeidsmarkt. Dat staat, volgens mij, lijnrecht tegenover het beleid van de Vlaamse Regering die steevast van de kennis van het Nederlands een belangrijke doelstelling maakt.
Wanneer u zegt dat het voor u niet duidelijk is en dat u er geen bevoegdheid over hebt, waarbij u verwijst naar de Federale Regering, stel ik vast dat er nog steeds het middel is om dit aanhangig te maken op het Overlegcomité, vooral omdat u twijfelt aan het feit of dit eigenlijk behoort tot de bevoegdheid van een gewestminister, die op het vlak van gemeenschaps- en culturele bevoegdheden het pad probeert te verkennen.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ik heb het daarnet al aangehaald. Het verbaast me toch heel sterk dat er bij collega Vanlouwe sprake is van cognitieve dissonantie. Vorige week heeft hij nog toegejuicht dat minister Weyts in het Vlaamse Gewest een eentalige app ondersteunt, die bijvoorbeeld in het Frans kan worden geraadpleegd om een wandeling te maken in de Zoo van Antwerpen. Hij vond dat een heel goed initiatief en wanneer hij nu naar de gewestregering van Brussel kijkt, dat een superdivers gewest is, vindt hij dat elk initiatief dat die gewestregering neemt op alle vlakken ten minste ook gericht moet zijn op de versterking van het Nederlands.
Ik vind het antwoord van minister Dalle zeer duidelijk en vond dat het voor weinig interpretatie vatbaar was. Volgens mij verwijst de minister collega Vanlouwe naar minister-president, en ook minister van Cultuur, Jambon om dit verder te bekijken.
Maar wat mij wel frappeerde in wat collega Vanlouwe zei, is dat het beleid er ook in Brussel alleen nog maar op gericht is om mensen op te leiden tot een slecht of onvoldoende taalniveau, op alle vlakken. Dat gaat op een ongelooflijke manier voorbij aan alle inspanningen die ook de Vlaamse Gemeenschap in Brussel levert. Ik zie dat de minister van Onderwijs achteraan in de commissiezaal zit. Komaan, dat kun je toch niet zeggen over een hele Brusselse gemeenschap? Soms heb ik echt de indruk dat u de voeling met de realiteit in die Brusselse samenleving compleet mist, collega Vanlouwe.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen voor mezelf gehoord.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
De vergelijking die collega Bex maakt, is totaal van de pot gerukt. Die vergelijking gaat helemaal niet op. Minister Weyts heeft vorige week voldoende geantwoord op de vragen over zijn initiatief.
We stellen vast dat men probeert appelen met citroenen te vergelijken. Het gaat er hier over dat een minister van Meertaligheid met een gewestbevoegdheid het raakvlak van Cultuur, van een gemeenschapsbevoegdheid aanraakt. U stelt er zelf vragen over of dit juridisch correct is. Wanneer u er vragen over stelt en er twijfel over hebt dat dit juridisch kan, kunt u natuurlijk wel maatregelen nemen. Ik heb de suggestie gedaan en gevraagd of u het misschien ook niet zou agenderen op het Overlegcomité.
U maakt toch deel uit van de ministerraad en kunt het misschien ter sprake brengen. We hebben daar ook een jaar voor gevraagd om dat te doen met betrekking tot uw deelname. Ik hoop dat dat probleem voor het einde van deze legislatuur is opgelost, want anders betekent dat dat u er ook deze legislatuur niet naartoe bent gegaan. Dat zijn maatregelen die u zou kunnen nemen.
Ten slotte zou u ook moeten nagaan of er juridische stappen kunnen worden genomen.
Minister, ik blijf erop hameren: op een of andere manier probeert men u te negeren en probeert men Brussel af te sluiten van Vlaanderen. Ik heb heel veel vertrouwen in u, maar we moeten er samen voor strijden om in Brussel aanwezig te zijn.
Vlaanderen investeert 1 miljard euro in Brussel. Wanneer dat wegvalt, zal Brussel daar het grootste slachtoffer van zijn. Dit voorbeeld van BeTalky.brussels is opnieuw iets waarbij men usurperende bevoegdheden en bevoegdheden van een Vlaamse minister probeert te ondermijnen. U staat erbij en kijkt ernaar. Ik verwacht van u een oplossing of toch minstens maatregelen. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.