Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dit is eigenlijk een vraag van collega Annabel Tavernier, die ik graag overneem.
In maart 2023 werd het activiteitenverslag voor 2021-2022 gepubliceerd. Dat werkjaar liep van september 2021 tot augustus 2022, eigenlijk volop in de coronaperiode. Uit dat verslag blijkt dat het Steunpunt Taalwetwijzer tijdens het afgelopen jaar 378 vragen ontving, en vorig werkjaar waren dat er 430. Ondanks die daling, spreekt het jaarverslag toch van een hoog aantal vragen die ook toe te schrijven zijn aan de informatiecampagne die de Taalwetwijzer in 2020 en 2021 voerde. Het jaarverslag bundelt daarnaast ook gegevens over de territoriale verspreiding van de vragen. Het blijkt dat ongeveer 65 procent van de vragen zich in het Nederlands taalgebied situeren. Het aantal vragen uit Brussel bedraagt ongeveer 14 procent. Dat is toch wel een opmerkelijk laag cijfer, rekening houdend met de problematiek van de taalwetgeving in Brussel. Meer nog, de aanhoudende taalproblematiek van de gebrekkige tweetaligheid vormde een van de redenen om de Taalwetwijzer op te richten. Die informatiecampagne was vooral gericht op een Brussels doelpubliek. Het blijkt dan ook – dat is onze interpretatie – dat het soms onvoldoende bekend is.
Ik kan daar ook persoonlijk van getuigen, want minstens een tot twee keer per week krijg ik wel een e-mail van Nederlandstaligen in Brussel die mij de weg vragen en zeggen dat ze met een taalprobleem zitten bij de politie, brandweer, ziekenhuizen en dergelijke meer. Die personen vragen mij waar ze terechtkunnen. Ik wijs hen meestal door naar de Vlaamse Commissie voor Taaltoezicht (VCT), de vicegouverneur, de Taalwetwijzer en dergelijke meer.
Ten slotte valt ook de verdere stijging van het aantal medische vragen op. In totaal werden achttien vragen over taalgebruik in een medische context gesteld, wat nogmaals aantoont dat dienstverlening en medische zorgverlening in eigen taal een reële bezorgdheid is. Tenzij we ervoor zouden opteren dat iedere Vlaming die in Brussel medische zorg nodig heeft maar weg moet gaan uit Brussel, of naar het UZ van de VUB, dan wel naar Halle of Leuven moet gaan, en dat ze opnieuw behandeld zullen worden als tweederangsburgers in hun hoofdstad en 20, 30 of 40 kilometer verder moeten gaan voor hun medische zorg.
Het Steunpunt Taalwetwijzer is een belangrijk instrument dat de kennis over en de aandacht voor de correcte toepassing van de taalwetgeving kan vergroten. Dat bevestigt het jaarverslag. Het beperkte aantal vragen uit Brussel blijft opvallend. Wie dit ziet als een signaal dat het plots beter zou gaan met de naleving van de taalwet, dwaalt. Het tegendeel is waar, zo blijkt uit de rapporten, persoonlijke ervaringen en ook uit de vele debatten hier in de commissie. We vermoeden dat er sprake is van een ‘dark number’, een grote groep mensen die niet weten waar ze met hun klachten of vragen terechtkunnen, of niet de moeite doen om een klacht neer te leggen. Sommigen trekken bijvoorbeeld ook gewoon uit Brussel weg, zoals ik daarnet al aanhaalde. Dat laatste haalt de beperkte slagkracht van de Taalwetwijzer aan, die ik desondanks ten zeerste steun. Het is maar een middel in de strijd voor een correcte toepassing van de taalwet.
Echte verandering is er pas wanneer alle Brusselse overheden actief werk maken van de wettelijke tweetaligheid. Er is nog veel verbetering mogelijk, en de huidige inspanningen zijn onvoldoende. Ik blijf twijfelen aan de goede en oprechte wil van bepaalde Brusselse overheden om tot tweetaligheid te komen. Ik verwijs naar mijn eigen gemeente waar ik daar dagelijks mee geconfronteerd word. Tegelijkertijd zie ik in de stad Brussel echte verbeteringen, dat erken ik, maar er zijn negentien gemeenten, en daarvan er zijn er zoveel waar het probleem van die tweetaligheid fundamenteel ernstig is. Het is dan ook goed dat de Vlaamse Regering de kaart van tweetaligheid blijft trekken en de kennis van het Nederlands blijft benadrukken.
Ik vraag graag naar uw evaluatie van dat jaarverslag. Meent u dat dit verslag aantoont dat het Steunpunt Taalwetwijzer de vooropgestelde doelen en het doelpubliek bereikt?
De laatste informatiecampagne dateert van 2020-2021. Moet er in het licht van deze cijfers werk worden gemaakt van een nieuwe campagne om de kenbaarheid van het Steunpunt Taalwetwijzer te vergroten met bijvoorbeeld een promotiecampagne die heel specifiek gericht is op Brussel?
Minister, kunt u toelichten hoe u – in het kader van uw brugfunctie – ten aanzien van andere Brusselse overheden het Steunpunt tracht te promoten?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Vanlouwe, voor de vraag.
Ik ben echt tevreden over het jaarverslag. Het biedt een mooi overzicht van de werking van het Steunpunt Taalwetwijzer in het werkjaar 2021-2022. Het verschaft een inzicht in de belangrijkste thema’s waar het Steunpunt Taalwetwijzer effectief voor wordt aangesproken en bevraagd. Niet alleen de effectief gestelde vragen dienen trouwens mee in rekening te worden gebracht, ik stel vast dat de vernieuwde informatieve website steeds meer bezoekers aantrekt. Gemiddeld telden we tijdens het werkjaar 2021-2022 maandelijks 5179 unieke bezoekers. Het gemiddelde aantal unieke bezoekers per maand is dus meer dan verdubbeld, van gemiddeld 1828 unieke bezoekers in de periode van 1 januari 2021 tot 31 augustus 2021 naar 5179 unieke bezoekers in het werkjaar 2021-2022. Het is niet mogelijk om te achterhalen wie deze bezoekers zijn, maar het is wel duidelijk dat de website tegemoetkomt aan de nood om informatie.
De eerste fase van de communicatiecampagne van het Steunpunt Taalwetwijzer situeerde zich in het werkjaar 2020-2021. Die campagne had tot doel de bekendheid en zichtbaarheid van het Steunpunt Taalwetwijzer te vergroten. Op 14 februari 2022 heeft het Steunpunt de tweede fase van de communicatiecampagne uitgerold. Het Steunpunt organiseerde een informatiesessie ‘Taalwetwijs in Brussel’ over de federale taalwetgeving die van toepassing is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Het aandeel van de vragen over Brussel bedraagt in het werkjaar 2021-2022, zoals in het vorige werkjaar 2021, 14 procent. Maar ik herhaal dat het gemiddelde aantal unieke bezoekers van de website per maand meer dan verdubbeld is tot 5179. Een bijkomende bekendmakingscampagne is niet gepland.
Ik deel uw mening dat er nog heel wat te doen valt om een effectieve tweetalige dienstverlening bij de Brusselse overheden te realiseren. Daar waar de kans zich aanbiedt, promoot ik het Steunpunt en verwijs ik onder meer door naar de vernieuwde website. Ik reken ook op de medewerking van onze Nederlandstalige mandatarissen in Brussel. De bedoeling van de communicatiecampagne was net dat ook zij kennis zouden maken met de werking van het Steunpunt, en dat ook zij mee aan de kar kunnen trekken.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad een belangrijk sensibiliserend instrument in het kader van taalpromotie en de naleving van de taalwet. Er is inderdaad een verdubbeling van het aantal bezoekers tot 5179 unieke bezoekers. Dat is uiteraard positief. De campagne heeft deugd gedaan, dat is een goede zaak geweest, en als het goed is, dan zal ik het ook heel uitdrukkelijk zeggen.
Collega Bex noemde het zelfs een tijdje geleden, bij een vraag van collega Tavernier, een politieke overwinning voor haar. Nochtans citeer ik collega Bex niet vaak, en ik probeer dat ook tot een minimum te beperken, maar in dit geval zei hij dus zeer zinnige dingen. Misschien is dat voor de eerste keer. (Gelach)
Een grapje mag toch ook, hé?
Minister, de Taalwetwijzer is niet de enige instantie waar burgers terechtkunnen voor taalvragen en klachten. Zo is er het Vlaams Meldpunt Taalklachten, waar burgers terechtkunnen met klachten over de gebrekkige Nederlandstalige dienstverlening van Brusselse ziekenhuizen of de noodcentrales. De meldingen worden vervolgens doorgegeven aan de Taalwetwijzer die de burger verder informeert. Ikzelf en collega Tavernier pleiten voor een inkanteling in één punt. We hebben nog nooit een goede reden gehoord waarom deze vorm van verkokering moet blijven bestaan. Er is samenwerking, maar de vraag is dan ook of dit niet tot één loket zou kunnen komen. Ik verwijs graag – het staat er een beetje los van – naar de Vaste Commissie Taaltoezicht en de vicegouverneur, die eigenlijk ook een bevoegdheid hebben omtrent taalklachten.
Ten slotte kent de Taalwetwijzer steeds meer succes, maar we mogen niet op onze lauweren rusten. Minister, ik zou u ertoe willen aanzetten om opnieuw een soort promotiecampagne op poten te zetten. Ik apprecieer het dat u die informatiesessie hebt georganiseerd, en dat u een brochure aan alle lokale besturen hebt gestuurd.
Gaat u een nieuwe promotiecampagne organiseren?
Is er een mogelijkheid tot een inkanteling van de verschillende diensten tot één loket?
De heer Bex heeft het woord.
Ik zou mij niet laten uitdagen, mijnheer Bex.
Als ik een compliment krijg, voorzitter, dan geef ik graag een compliment terug.
U weet dat we vorige week de discussie hebben gehad over de wandelapp waarbij minister Weyts 75.000 euro van zijn budget voor de Vlaamse Rand heeft toegekend aan een vereniging uit zijn gemeente Beersel, die met een bedrijf uit zijn gemeente een app heeft ontwikkeld die anderstaligen, maar ook Nederlandstalige Vlamingen, de mogelijkheid geeft om zowat overal hier te lande te gaan wandelen en daarin zich in verschillende talen wegwijs te laten maken.
Collega Vanlouwe heeft toen gezegd dat hij daar zeer enthousiast over was. Ik heb hem toen ook gecomplimenteerd met zijn positivisme, dat voor één keer in deze commissie aan bod kon komen. Ik wil deze gelegenheid niet voorbij laten gaan om hem daar opnieuw voor te feliciteren, en toch ook een beetje de hoop uit te drukken dat het iets minder zuur zou kunnen wanneer het over Brussel gaat, net zoals wanneer hij het over de rest van Vlaanderen heeft.
Minister Dalle heeft het woord.
Er is duidelijk hoop.
Wat de eerste vraag betreft, is er geen bijkomende promotiecampagne gepland.
Wat de inkanteling betreft, daar hebben we het in het verleden ook al uitgebreid over gehad. Er zijn geen plannen om die inkanteling te realiseren.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik zou graag positief willen blijven, maar met het antwoord op deze twee bijkomende vragen kan ik dat natuurlijk niet. Ik denk dat dat positieve suggesties zijn die het eenvoudiger en beter zouden maken voor mensen die geconfronteerd worden met die discriminerende toestanden. Wanneer men het probleem wenst aan te pakken, dan denk ik dat het absoluut noodzakelijk is om een nieuwe campagne te organiseren. Anders gaan de burgers niet geïnformeerd worden over het feit dat zij met hun taalklachten ergens terechtkunnen.
Ik hoop dat u dat standpunt nog zult herzien. Het is in het belang van een gezamenlijke strijd die wij voeren, een strijd in het belang van een echte, doorleefde, correcte tweetaligheid. Maar we moeten ons daar blijvend voor inzetten. Een nieuw bestuur kan een totaal andere attitude meebrengen, en daar zijn onze inwoners in Brussel absoluut niet mee gediend.
De vraag om uitleg is afgehandeld.