Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering gaf op 21 april haar zegen aan het bijgestelde projectbudget voor de studie en de bouw van een nieuw Museum van Hedendaagse Kunst in Antwerpen. In totaal gaat het om een budget van 130 miljoen euro. De Vlaamse Gemeenschap is eigenaar van de infrastructuur en van het grootste deel van de collectie. Eerder beslisten de stad Antwerpen en de Vlaamse Regering om het Museum van Hedendaagse Kunst dicht bij de huidige locatie op het Zuid te houden. Het nieuwe museumgebouw komt dus op de plaats van het hof van beroep, ter hoogte van de Zuidersluis, een locatie die wordt omschreven als “een scharnierpunt op de as tussen de kaaien en het nieuwe Zuidpark”.
Op zich is dat een merkwaardige keuze, want door de beperkte oppervlakte van die site zal men hoe dan ook genoodzaakt zijn tot bijzonder creatieve architecturale oplossingen om het potentiële plaatsgebrek het hoofd te bieden.
Om de internationale ambities waar te maken, voorzag de Vlaamse Regering in het regeerakkoord in de studie en de bouw van een nieuw Museum van Hedendaagse Kunst. Om die ambitie te kunnen realiseren, wordt er dus 130 miljoen euro voorzien, waarvan de volgende regering het grootste resterende bedrag zal vrijmaken, als ik het goed begrijp. Nu is er nog maar 14,5 miljoen euro gereserveerd voor de nodige studiecontracten.
Dat is heugelijk nieuws voor cultuurminnaars zoals ik, maar ik kan het enorme belang van de keuzes die in de nabije toekomst moeten worden gemaakt, niet genoeg onderstrepen. Ik wil u er bijvoorbeeld op wijzen dat al bij de opstart in het midden van de jaren 80 er een grote cruciale fout werd gemaakt door de onbegrijpelijke keuze voor een oude silo als site voor het nog te bouwen Museum van Hedendaagse Kunst. Nochtans begon dat verhaal ooit, heel lang geleden, veelbelovend toen de Antwerpse toparchitect Léon Stynen op de proppen kwam met twee voorstellen voor een museum, geënt op een concept van niemand minder dan Le Corbusier: een op de Scheldekaaien en een ander in het Middelheimpark. Die voorstellen verdwenen echter in een diepe lade. Nadien volgde het ICC aan de Meir. De bezielende kracht achter dat ICC was Flor Bex, die in het paleis aan de Meir een tsunami van tentoonstellingen bracht om de diverse aspecten van de actuele kunststromingen een platform te geven. Het ICC werd een begrip, maar het eindigde in een schorsing van Bex en bijgevolg ook een sluiting van het ICC.
Dat er uiteindelijk toch een Museum van Hedendaagse Kunst kwam in de Scheldestad, is opmerkelijk te noemen, want in Gent was de toen al visionaire Jan Hoet al enkele jaren met kennis van zaken bezig aan de uitbouw van een collectie met internationale uitstraling. Antwerpen kon, als navel van de wereld, zoals ze zelf zeggen, natuurlijk niet achterblijven. Er werd zwaar gelobbyd om in de Scheldestad een museum te hebben, terwijl er absoluut nog geen sprake was van een collectie. Maar gelukkig was Antwerpen gezegend met de toenmalige minister van Cultuur, Karel Poma. Zonder wedstrijd en zonder een noemenswaardig cv, werd toch de opdracht voor het M HKA gegund aan de met de minister bevriende architect Michel Grandsard, die – o toeval der toevalligheden – ook nog eens een connectie had met de eigenaar van het pand in Antwerpen-Zuid, waar het museum moest verrijzen. Sterker nog, in de vakpers verschenen er artikels waarin werd gesuggereerd dat het museum in feite een compromis was tussen Poma en Bex, die in ruil voor het stopzetten van een juridische procedure alsnog zijn museum op Het Zuid zou krijgen.
Vervolgens werd in 1987 met trommels en bazuingeschal het museum geopend, met een retrospectieve over Gordon Matta-Clark, die was samengesteld door directeur Flor Bex. Dat het in feite een veeleer middelmatig voorbeeld was van een gevel die zelfs de moeite van het klasseren niet waard was, was een detail dat aan die gerenommeerde kunstcriticus ontsnapte.
Het duurde niet lang vooraleer het museum werd uitgebreid aan de kant van de Kaaien en er zich tegelijkertijd ook een grondige opfrisbeurt opdrong. Bij die uitbreidingswerken en renovatie bleek overduidelijk hoe fout de keuze voor die site was geweest. Er was sprake van ernstige structurele problemen. En dan zwijg ik nog over het gegeven dat het museum in feite was uitgegroeid tot een amalgaam van weinig tot niet voor museale aanwending geschikte ruimtes. De vraag naar een nieuwbouw drong zich steeds meer op en culmineerde dus uiteindelijk in het debacle van de eerste ontwerpprijs, nadat de gunningscommissie er na jaren van voorstudies en een peperdure wedstrijd niet in was geslaagd om tot een eensgezind besluit voor die nieuwe site te komen.
Het zal u dan ook niet verwonderen dat ik na zo’n hele historie tot op het punt van vandaag toch nog met een aantal vragen zit, minister. In de oorspronkelijke plannen, waar de stekker in 2020 uit werd getrokken, was een bedrag van 60 miljoen euro voorzien. Kunt u mij verklaren hoe er nu plots sprake is van meer dan een verdubbeling van het oorspronkelijk geraamde budget? Ik weet wel dat indexsprongen, duurzaamheidsvereisten en fors gestegen materiaalkosten allemaal meespelen, maar als het bedrag meer dan verdubbeld is, zal er toch nog wel iets anders aan de grondslag liggen.
In hoeverre is het voorziene budget realistisch te noemen? Ik verwijs naar de jarenlang aanslepende renovatie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), die het oorspronkelijke budget, onder meer door een aantal onvoorziene omstandigheden en onaangename verrassingen, erg ruim overschreed. Welke garanties zijn er ditmaal dat de vooropgestelde budgettering wel al rekening heeft gehouden met situaties die zich mogelijk kunnen voordoen?
Hoe zit het concreet met de timing van het project? Wanneer verhuist het hof van beroep en wanneer kan de sloop starten? Wat is het aandeel van de stad Antwerpen in dit project? Welke afspraken werden er gemaakt met het stadsbestuur?
Is het al jaren aangekondigde beleidsplan van het museum intussen al gefinaliseerd? En hoe past dat in de plannen voor de nieuwbouw? En tot slot, wat is het kostenplaatje aan inmiddels uitgekeerde of gevorderde bedragen sinds het opstarten van dit dossier en het debacle van de eerste architectuurwedstrijd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Bedankt, mijnheer Brusselmans, om een 61e venster toe te voegen aan de Canon van Vlaanderen, namelijk over de wordingsgeschiedenis van een museum voor hedendaagse kunst in Antwerpen. Ik zal dat doorgeven aan de veel geroemde commissie, om bij een volgende herziening toch zeker te putten uit het rijke aanbod dat u hebt gegeven.
Ik zal nu met veel plezier uw vragen beantwoorden. Wat de budgettering betreft, is het belangrijk om hier een verschil te maken tussen enerzijds de totale projectkosten en de nettobouwkosten. Ik denk dat daar de spraakverwarring ligt. De totale projectkosten, dat is inclusief erelonen, marges voor indexeringen en onvoorziene kosten. In 2018 voorzag deze regering een totaal projectbudget van 100 miljoen euro. Door de gewijzigde economische situaties, met hoge indexeringen, maar ook de grote aandacht voor duurzaamheid, gaat dat budget nu van 100 naar 130 miljoen euro. De 65 miljoen euro waar u het over hebt, zijn de netto geraamde bouwkosten destijds, inclusief btw. Die 65 miljoen van de 100 miljoen euro stijgt naar 85 miljoen euro van de 130 miljoen euro.
Ten tweede vroeg u of het budget realistisch is. Anders dan bij de uitvoering van het Masterplan KMSKA, verdeeld in vele verschillende deeldossiers, verspreid over meerdere legislaturen, engageert deze regering zich meteen voor de totale projectkosten van dit bouwproject. Daardoor kan de uitvoering integraal aanbesteed worden, zonder te moeten opsplitsen in meerdere deeldossiers. De nodige marges zijn ingebouwd in de totale projectkosten.
Daarnaast zal ik voor dit uitzonderlijke project werken met een bouwteam. Dat is een projectgebonden samenwerkingsvorm die is samengesteld uit de aanbestedende overheid, het gekozen ontwerpteam en de gekozen aannemer voor de opdracht voor werken. Het ontwerpteam en de aannemer worden gekozen via afzonderlijke opdrachten, waardoor de procedure duidelijk verschilt van een design-and-buildformule. Elke bouwteamgenoot behoudt zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, en er gaat bijzondere aandacht naar de onafhankelijkheid van het ontwerpteam. De architect en de aannemer werken dus samen het uitvoeringsdossier uit, wat de uiteindelijke werf ten goede zal komen. In tegenstelling tot de traditionele aanpak, waar de architect eerst alleen de uitvoeringstechnieken beschrijft, streven de partijen samen naar realisme.
Het KMSKA was een grondige verbouwing, waar het programma nog uitgebreid is tegenover de eerste aanbesteding. Hier heb je een nieuwbouw. Ik heb in mijn leven al eens gebouwd en verbouwd, en ik kan u vanuit eigen ervaring meegeven dat bouwen beter te budgetteren is dan verbouwen.
Dan kom ik bij de timing van het project. Volgens de laatste planning van de Regie der Gebouwen zal het hof van beroep in juli 2024 verhuizen. Ik ben daarover in gesprek met het federale niveau. De projectsite is momenteel nog eigendom van de stad Antwerpen. Ook over de afbraak van het gerechtsgebouw ben ik in gesprek met het lokale niveau. Met het federale niveau proberen we dat nog wat naar voren te krijgen. U weet dat het hof van beroep in het oude gerechtsbouw op de Leien zal komen te zitten. Dat is nu ongeveer klaar, maar nog niet klaar voor de inrichting. Het is dus een cascade.
De stad Antwerpen draagt financieel niet bij aan het bouwproject. Het M HKA is een eigen instelling van de Vlaamse Gemeenschap. Vlaanderen is ook eigenaar van de infrastructuur van het museum en een groot deel van de collectie.
De doelstellingen van de huidige werking zitten sowieso vervat in de beheersovereenkomst, die afgesloten werd met Vlaanderen voor de periode 2018-2023. Het M HKA stelde daarnaast inderdaad een routeplan en vervolgens een businessplan voor, dat toewerkt naar het nieuwe museum. De projectdefinitie voor de nieuwbouw bouwt verder op die plannen. Ik werk dat institutionele traject met het M HKA verder concreet uit.
Tot slot vroeg u naar het kostenplaatje van inmiddels uitgekeerde of gevorderde bedragen. Het project kent, zoals u al geschetst hebt, een lang voorbereidingstraject, dat zeker van pas komt in deze nieuwe procedure. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media spendeerde 417.924 euro aan de vorige architectuurwedstrijd. De voorstudies sinds 2016 kostten 131.051 euro.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Misschien heb ik het niet goed begrepen, maar wat is nu precies het financiële aandeel van de stad Antwerpen in dat project? (Opmerkingen van minister-president Jan Jambon)
Nul euro? Goed, dat is duidelijk.
Dan heb ik nog een kleine bijvraag. Hoe komt het dat er nog altijd geen beleidsplan is? Dat lijkt me toch stilaan lang te duren en een beetje vreemd te worden. Hebt u daar nog meer zicht op?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, collega Brusselmans. Het gebeurt niet vaak, maar ik vond het wel een heel terechte vraag die u hier stelt.
Minister-president, wij hebben in het verleden namens de cd&v-fractie ook altijd een aantal reserves geuit bij de grote kosten van dit nieuwe museum. Er is zeker een museum voor hedendaagse kunst nodig in Antwerpen, maar we hebben gewezen op een aantal opportuniteiten die er zouden kunnen zijn met het KMSKA, waar we vanuit de Vlaamse Gemeenschap enorm veel geld in hebben geïnvesteerd. Dat was een heel lang project, om voor meer dan 110 miljoen euro die verbouwing te doen. Dat heeft meerdere jaren en vijf ministers van Cultuur nodig gehad. Het klopt dat het hier om een nieuwbouw gaat en dat het mogelijk allemaal compacter te organiseren is.
Ik heb een heel concrete bijvraag, minister-president. U zegt dat dit niet over meerdere deeldossiers gaat, zoals dat bij het KMSKA wel het geval was, en dat u nu een engagement aangaat voor de volledige realisatie. Nu, dit bindt natuurlijk ook de volgende Vlaamse Regering. Dit overstijgt het einde van deze legislatuur. Ik vroeg mij af of het departement Begroting en de Inspectie van Financiën ook hun goedkeuring hebben gegeven voor de toewijzing van 130 miljoen euro voor de totale projectkosten. Kunt u daar meer toelichting bij geven? Wat was de mening van de Inspectie van Financiën?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Waarom is er nog geen beleidsplan? Wij hebben daar vanuit het kabinet ook al dikwijls op aangedrongen en we zullen daarop blijven aandringen. Natuurlijk, zolang het niet duidelijk was of het nieuwbouw of vernieuwbouw zou zijn, had dat wel een impact. Maar die zaken zijn nu duidelijk, dus ik verwacht nu toch wel binnen de kortste keren een beleidsplan van het museum.
Mijnheer Van de Wauwer, uw vraag is zeer terecht. Enkele weken geleden hebben we met de Vlaamse Regering beslist over de bedragen die nodig zijn om het project mogelijk te maken voor deze legislatuur. Dat wil zeggen: het lastenboek voorbereiden en de studies maken. De aanbesteding is nog niet beslist. Dus het lastenboek gaat buiten, er komen offertes binnen, en dan is er de aanbesteding. Die is nog niet beslist. Er is een totale projectkost geraamd, maar het budgettaire engagement dat we tot nu toe genomen hebben, dat zijn alleen de kosten die in deze legislatuur vallen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.