Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over emissievrij openbaar vervoer in de steden
Verslag
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, minister, enkel nog emissievrij openbaar vervoer in de steden tegen 2025, dat was het doel dat de Vlaamse overheid had gesteld. Vanuit verschillende hoeken zijn er al twijfels geuit over de haalbaarheid van die doelstelling en daar komt nog een belangrijke stem bij. Op 13 maart herhaalde directeur-generaal van De Lijn Ann Schoubs in Gazet van Antwerpen heel expliciet dat dit niet zal lukken. 70 procent van de vloot zou daarvoor immers moeten worden vervangen tegen 2025. Er is echter geen enkele constructeur die zo’n hoeveelheid bussen zou kunnen leveren op de termijn die ons nog rest. Daarnaast is de laadpaalinfrastructuur, onder andere op de stelplaatsen, daar nog niet op voorzien. Tegen eind 2025 zouden 1247 van de circa 2500 bussen van De Lijn emmissievrij rijden, en 608 van de circa 1500 bussen bij onderaannemers. Dat is wat nodig is om dat te bereiken, maar ook daar geeft Schoubs aan dat dit een heel krappe deadline is.
Vanaf 2026 kan de emissie-uitstoot van de bussen van De Lijn voor een probleem zorgen in de steden Gent en Antwerpen, omdat er daar lage-emissiezones (LEZ’s) zijn. Euro 6- bussen mogen die lage-emissiezones niet meer in, tenzij, zo geeft de directeur-generaal aan, De Lijn telkens een boete zou betalen. De Lijn had zelf een berekening gemaakt van de kostprijs. Die zou kunnen oplopen tot ruwweg 30 miljoen euro per jaar. In antwoord op een schriftelijke vraag die ik u in het verleden stelde, had u reeds aangegeven dat die boetes worden betaald uit de exploitatiemiddelen van De Lijn. 30 miljoen euro potentiële boetes op het exploitatiebudget van De Lijn, ik denk dat het voor iedereen hier duidelijk is dat dat niet wenselijk is – en dan druk ik mij nog zacht uit.
Lage-emissiezones kunnen een belangrijk middel zijn in de verduurzaming van een stad, daar ben ik echt van overtuigd. De inspanningen van Vlaanderen en De Lijn voor emissievrije bussen zijn daarin ook heel belangrijk, ook daarvan ben ik heel sterk overtuigd. Het lijkt er echter op dat De Lijn met haar vloot niet volledig aan de hoge vereisten van de Antwerpse en Gentse lage-emissiezones zal kunnen voldoen.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de doelstelling van de regering om tegen 2025 bussen emissievrij te laten rijden in onze steden? Zullen de bijgestelde ambities, waar mevrouw Schoubs naar verwijst, worden gehaald tegen eind 2025?
Minister, hoe kijkt u naar de uitdagingen voor De Lijn rond de lage-emissiezones in Gent en Antwerpen?
Wat is uw principiële houding ten aanzien van eventuele boetes tot 30 miljoen euro, te betalen aan Gent en Antwerpen?
30 miljoen euro is een ruwe schatting. Hebt u berekeningen van wat de kostprijs zou zijn indien De Lijn bij elke overtreding in de lage-emissiezone een boete zou moeten betalen aan de steden Gent en Antwerpen volgens de prognoses van emissievrije bussen die De Lijn zou kunnen inzetten tegen 2026?
Ten slotte, minister, welke alternatieven voor boetes ziet u nog? Plant u nog overleg? Ik heb mijn vraag een maand geleden ingediend. Heeft er al overleg plaatsgevonden tussen u en het stadsbestuur van Gent en Antwerpen om hier een aangepaste oplossing voor te zoeken? Ik ben heel benieuwd naar uw antwoorden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, zoals u misschien ziet, is mijn vraag ook gesteld aan minister Demir, maar wordt ze hier behandeld. Het is misschien gek dat twee collega’s uit dezelfde partij rond hetzelfde onderwerp een vraag stellen, maar ik wilde toch ook dat aspect van het huidige LEZ-kader erbij halen. Minister, ik hoop dat u daarop kunt antwoorden en dat u daarover hebt overlegd met uw collega Demir.
Ik geef niet mijn hele inleiding, want collega Van de Wauwer heeft ook al heel wat verteld.
Het is duidelijk dat wij de doelstelling van koolstofarme mobiliteit omarmen. Dat De Lijn daar wat ons betreft aan moet meewerken, is ook duidelijk. Maar realistisch gezien zijn er wel twijfels of het zal lukken om de doelstelling van het regeerakkoord te halen om tegen 2025 die stedelijke kernen emissievrij te kunnen bedienen.
De Lijn heeft op een gegeven moment dan een eigen doelstelling naar voren geschoven: tegen 2035 emissievrij rijden in heel Vlaanderen. We stellen ons echter de vraag of dat allemaal wel zal lukken.
Momenteel rijden er in Vlaanderen ongeveer 4000 bussen rond: 2500 van De Lijn en 1500 in onderaanneming. Van die vloot moet minstens nog 70 procent worden vervangen tegen 2025 om te rijmen met de doelstelling van het regeerakkoord, zo zei althans de directeur-generaal in dat bewuste interview in Gazet van Antwerpen. Het is dus een zeer krappe timing, ook omdat er toch wel wat problematieken zijn met de constructeurs. Het is niet zo gemakkelijk om die bussen op de markt te krijgen, dat lukt niet van de ene dag op de andere.
En dan is er inderdaad de problematiek van de LEZ’s. Vanaf 2026 zal De Lijn niet langer in Gent en Antwerpen kunnen rijden met die bussen met Euro 6-norm. Hoewel die norm toch hoog is en het gaat om een motor die veel minder uitstoot geeft, mogen zelfs die bussen daar niet meer rijden. De noodzaak om nog sneller met nieuwe e-bussen te komen, wordt steeds groter.
Minister, ik herhaal de vraag van collega Van de Wauwer: kunt u garanderen dat De Lijn die doelstelling van het regeerakkoord zal kunnen nakomen?
Volgens de cijfers die we hebben gezien, ziet het er moeilijk, zo niet onmogelijk uit dat De Lijn die timing zal halen. Kunt u garanderen dat daardoor, als die maatregel er in 2026 nog bijkomt, die vervuilende bussen niet zullen worden verschoven naar lijnen buiten de steden?
Wellicht is de volgende vraag al eerder gesteld, maar ik wilde het toch even checken. Ziet u het eventueel zitten om dieselbussen te retrofitten naar elektrische voertuigen, zodat de vergroening een versnelling hoger kan schakelen, samen met de aankoop van nieuwe elektrische bussen?
Hoe zullen de ministers van Mobiliteit en van Leefmilieu – het is immers niet alleen úw bevoegdheid – vermijden dat alle bestelde elektrische bussen in Gent en Antwerpen zullen moeten worden ingezet ten nadele van alle andere steden en het platteland in Vlaanderen om die heel hoge boetes te vermijden? Dat vind ik toch een probleem. Welke oplossingen ziet u hiervoor?
Hebt u met uw collega van Leefmilieu bekeken of het mogelijk is om dat huidige LEZ-kader desnoods aan te passen? Kan dat? Moeten het decreet of het besluit van de Vlaamse Regering worden gewijzigd? Zo ja, in welke zin? Want die bevatten wel uitzonderingen, zoals ambulances, dat vindt iedereen evident. Voor openbaar vervoer zal dat allicht een moeilijkere zaak zijn. Ik luister heel graag naar uw antwoord, vooral over dat meer juridische aspect van de zaak.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor jullie vragen. Jullie verwijzen inderdaad naar het regeerakkoord van 2019 dat sowieso onze leidraad is en waarin staat dat onze stedelijke kernen tegen 2025 emissievrij zijn. Je kunt discussiëren wat stedelijke kernen zijn, alleszins weten we dat een busroute niet stopt aan een stadsrand, dat is al meermaals gezegd in deze commissie. De bussen rijden door de stedelijke kernen, maar rijden ook verder, dus je kunt dat niet verengen tot die stadsrand.
Ons regeerakkoord is onze leidraad, vandaar dat we altijd aan De Lijn opdracht hebben gegeven om dat maximaal in te vullen. Inderdaad, tegen 2035 willen we heel Vlaanderen emissievrij. Zoals mevrouw Brouwers terecht zei, willen we niet dat er alleen maar in bepaalde steden emissievrij wordt gereden, en andere gebieden worden vergeten. Ik denk dat dit duidelijk blijkt uit enerzijds het openbare dienstencontract (ODC) dat werd afgesloten met De Lijn, maar anderzijds ook uit het hele verhaal dat hier al een paar keer gebracht is rond de vergroening van de vloot en zoals ook door mevrouw Schoubs hier is gezegd.
Dankzij de inzet van enerzijds e-hybrides, in totaal ruim 324 bussen, en anderzijds de aankoop van e-bussen in regie door De Lijn maar ook door exploitanten, blijft de opdracht aan De Lijn om ervoor te zorgen dat de stedelijke gebieden – en dat is iets ruimer dan een stadskern – tegen 2025 optimaal emissievrij zullen worden bediend. Dat moet de ambitie blijven, maar ik wil de randbemerking maken – zonder aan die ambitie afbreuk te willen doen – dat het regeerakkoord dateert van 2019. We wisten toen niet dat er een covidpandemie zou uitbreken, dat er een inflatie zou zijn van jewelste, en dat er een heel probleem zou zijn in de economische keten, in de supply chain. Jullie weten dat er wat vertraging zit op de levering van de e-bussen. Kortom, dat zijn elementen die in ons nadeel spelen, maar dat neemt niet weg dat we te allen tijde ambitieus blijven, dat is onze plicht.
Wat betreft de lage-emissiezones en de aanpassing van het LEZ-kader, kan ik stellen dat zowel de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), De Lijn, alsook de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers (FBAA) in meerdere brieven en communiqués duidelijk hebben aangegeven dat het besluit inzake LEZ zoals het nu op tafel ligt, niet haalbaar is en een enorme financiële impact met zich zou meebrengen.
Luchtkwaliteit vinden we allemaal heel belangrijk, maar het moet allemaal haalbaar zijn en wat dat betreft lopen de gesprekken met collega Demir om te kijken wat operationeel haalbaar is, weliswaar gelet op de elementen waar ik al eerder naar verwees: de problemen in de supply chain, de inflatie en dergelijke.
Alleszins denken we dat het vergroeningsplan van De Lijn en ons openbaar dienstencontract zo is opgezet dat we in eerste instantie volop willen vergroenen daar waar de meeste mensen wonen, omdat daar de luchtkwaliteit vaak het minst goed is.
Ten tweede kennen zowel de exploitanten als De Lijn wat vertragingen bij het leveren van de e-bussen. Dat heeft heel vaak te maken met de batterijen die vanuit het Verre Oosten worden aangeleverd. Dat speelt mee, maar alleszins is De Lijn wegens het belang van een goede luchtkwaliteit wel volop bezig met de uitrol van de Euro 3- en Euro 4-bussen. Dat blijft uiteraard een topprioriteit om deze tegen 2025 uitgefaseerd te hebben.
Zonder een aanpassing van de LEZ-regel, zoals de initiële plannen waren, zou dat inderdaad betekenen dat vanaf 2026 heel wat LEZ-boetes zouden moeten worden betaald. Indien we dan spreken over 30 miljoen euro, dan denk ik dat we die 30 miljoen euro liever investeren in e-bussen of andere vergroeningsoperaties dan boetes voor het binnenrijden van een LEZ-zone. De e-hybrides helpen daarin mee, maar we blijven in overleg met de collega's van het kabinet Demir om daarop volop in te zetten.
Dan wat de vraag van de e-bussen betreft. Er zijn problemen in de leveringen, maar ook in de productie. U weet ook dat er intussen raamcontracten en dergelijke door de raad van bestuur van De Lijn zijn goedgekeurd, dat we sowieso de eerste levering van die grotere bestelling – die zestig e-bussen in regie – gaan zien. Maar daarnaast zijn de pachters ook volop bezig met e-bussen. Dat loopt dus volop, maar die vertraging is ook iets buiten de wil van De Lijn.
Alleszins kennen jullie de vergroeningsstrategie van De Lijn zelf, en dat is volop gebaseerd op die drie pijlers: de gefaseerde aankoop van de e-bussen, de laadinfrastructuur en de aanpassing van de ICT enerzijds, dan het versneld uitrollen van de Euro 3- en de Euro 4-bussen anderzijds, en een ondersteuning van de exploitanten bij hun vergroeningsoperaties. Dat gebeurt enerzijds door extra vergoedingen via de contracten die met hen lopen en anderzijds ook door de subsidie bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Dan bijkomend ook nog het verhaal van de laadinfrastructuur, daar gaan we ook mee in faciliteren.
Dus kortom, we blijven daar verder op inzetten, en natuurlijk hoe sneller heel die vergroeningsoperatie uitgerold kan worden – ik denk dat we daar allemaal vragende partij voor zijn –, hoe beter. Dat is de reden waarom we daar ook extra middelen voor uitgetrokken hebben.
Als we kijken naar het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) – het investeringsplan voor de periode 2020-2023 – dan weten jullie dat daar een ruim bedrag van meer dan 300 miljoen euro aan investeringen voor De Lijn zijn ingeschreven. Dus dat is er allemaal zeker ook om die vergroeningsoperatie ook mee mogelijk te maken.
Dan wat de retrofitting betreft. De Lijn heeft daaromtrent een onderzoek gedaan, maar is finaal niet weerhouden. Enerzijds wegens het verhaal van het kostenplaatje en wegens het feit dat dat alleen maar op recente hybride bussen kon worden toegepast – bussen die maximum zes jaar oud zijn – is men tot de conclusie gekomen dat dat eigenlijk weinig meerwaarde heeft, en daarom ziet men daarvan af.
Dus kortom, we zijn volop in overleg met het kabinet Demir. Er is natuurlijk ook van daaruit overleg met de respectievelijke steden die een lage-emissiezone hebben ingevoerd. Maar alleszins denk ik dat iedereen het erover eens moet zijn dat enorm veel geld besteden aan boetes nefast is. We kunnen het beter investeren, die middelen gebruiken voor investeringen en zodoende de vlucht vooruit nemen om zo snel mogelijk die vergroeningsoperatie te faciliteren.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Ik denk niet dat ik op elke vraag van mij een antwoord heb gekregen. Ik ga er dadelijk nog wat dieper op in. Ik had me enkel gefocust in mijn vraagstelling op de contacten naar de steden toe en de prognoses over die hoogte van de boetes. Collega Brouwers ging nog veel breder op de hele problematiek in.
Het klopt uiteraard dat die emissievrije bussen niet enkel in de stad cirkeltjes zitten te rijden, maar ook de rand en het hele stedelijke gebied aandoen, en dat heel dat stedelijke gebied en de rand daarrond die voordelen heeft van die emissievrije bussen, en dat is helemaal terecht.
Maar natuurlijk, binnen de steden is dat nog extra belangrijk gezien de street canyons daar en de impact van de uitstoot op de luchtkwaliteit. Dat is natuurlijk ook de reden waarom die lage-emissiezones daar zijn. Maar het kan helemaal niet zijn, zoals collega Brouwers stelt, dat we om die boetes te vermijden plots alle emissievrije of de meest emissievrije bussen daar laten rijden.
U zegt dat er zonder aanpassing van die lage-emissiezoneregel heel veel boetes zullen moeten worden betaald, en dat u liever die 30 miljoen euro elders wilt investeren, dat die 30 miljoen euro uit de exploitatiemiddelen van De Lijn zullen worden gehaald, en uiteraard hebben we dat ook in onze vraagstelling geponeerd.
Bevestigt u daarmee dat dat bedrag – die 30 miljoen euro die mevrouw Schoubs vooropstelt – klopt? Want op de vraag over wat uw raming was, heb ik geen antwoord gekregen. Volgens mij is het niet onmogelijk om dat te berekenen gezien welke bussen wel of niet vervangen moeten worden en hoeveel lijnen en ritten daar nu zijn. Ik heb al cijfers van het huidige aantal overtredingen, maar het gaat natuurlijk naar de situatie vandaag ‘as is’. Maar ik denk dat die prognose voor de toekomst ook mogelijk is. Hebt u die gedaan en bevestigt u daaruit dat die 30 miljoen euro klopt, of kunt u dat niet verder specifiëren?
Het is goed dat u in overleg bent met minister Demir. Dat is de vraagstelling van collega Brouwers, ik ga daar zelf niet verder op in, maar op één aspect wel. U zegt dat van daaruit het overleg met de steden gebeurt, met minister Demir. Bent u daar dan zelf niet bij betrokken? Dat wilde ik nog bijkomend weten, wat uw rol daar dan specifiek gaat zijn ten aanzien van de steden. Er moet toch een oplossing gevonden worden, ook indien het kader niet aangepast kan worden, zodat die boetes niet moeten worden betaald aan de steden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik wil u bedanken voor het antwoord, hoewel het voor mij nog niet helemaal duidelijk is of er nu al dan niet een oplossing in zicht is. U bent eraan aan het werken, denk ik, samen met collega Demir, maar ik denk dat ik de vraag toch ook eens heel specifiek aan haar zal moeten stellen. U wilt nu voor een stuk inzetten op hybrides, die dan elektrisch zouden rijden in de steden en dan op diesel of iets anders buiten de steden. Maar zoals ik het begrepen had, mochten die ook niet meer binnen in 2026.
Ik hoor u zeggen dat de gesprekken met minister Demir over het operationeel en haalbaar maken enzovoort lopen, maar ik heb de indruk dat het nog niet is opgelost. Ik kan alle ministers in de regering die erbij betrokken zijn, alleen maar aanmoedigen om dat op te lossen. Het is niet omdat we hier in 2026 misschien met een andere regering zitten, in een andere legislatuur en met andere parlementsleden, dat wij niet vooruit moeten denken en dat nu moeten oplossen. U mag dat echt niet laten liggen. Ik hoop dat daar binnen afzienbare tijd, nog tijdens deze legislatuur, een oplossing voor komt en dat we dat niet zomaar laten liggen voor de volgende. Ik vind dat geen manier van beleid voeren. Ik hoop dat u het daarmee eens bent. Het kan niet dat Antwerpen en Gent enorme sommen gaan binnenkrijgen van boetes en dat de andere steden en gemeenten de vervuilende bussen krijgen. Zo simpel is het.
Ik heb niet echt bijkomende vragen. Ik hoop dat het wordt opgelost binnen afzienbare tijd.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de eensgezinde vragen vanuit dezelfde fractie.
Ik heb in het verleden ook al wel wat vragen gesteld over de boetes die De Lijn moet betalen in de lage-emissiezones, niet alleen in Antwerpen en Gent, collega Van de Wauwer, maar ook in Brussel. De minister heeft steeds voorgehouden dat ze aan een tijdspad werkt om aan die regelgeving tegemoet te kunnen komen en de boetes binnen de perken te houden.
Collega Brouwers zegt dat we vooruit moeten kijken. Ja, dat was nu juist de bedoeling van die wetgeving rond de lage-emissiezones: geef aan particulieren en de overheid een duidelijk kader van waar we willen staan op welk moment. En we doen dat niet voor over twee of drie jaar. We doen dat, in 2016, voor 2026. De Vlaamse Regering is niet klaar. De Lijn is niet klaar. Er dreigen dus inderdaad hoge boetes.
Hoe cynisch is het nu tegenover elke burger die al vanwege die lage-emissieregelgeving investeringen heeft gedaan of zich zorgen maakt of hij nog wel met zijn auto de stad in zou kunnen gaan, en die misschien al geld heeft uitgegeven om een nieuwe auto te kopen, als je nu als overheid gaat zeggen dat je er in tien jaar niet in geslaagd bent om te doen wat je van die burger hebt geëist? Ik hoor hier voorlopig alleen nog maar de vraag om een uitzondering te geven voor de bussen van De Lijn.
Ik ben absoluut voorstander van die lage-emissiezones. U hebt nog geluk dat alleen Gent en Antwerpen aan de slag zijn gegaan met de regelgeving die u zelf gemaakt hebt, en dat niet alle Vlaamse steden daar gebruik van hebben gemaakt, want dat had ook gekund. Als deze Vlaamse Regering begint te praten over uitstel voor de lage-emissiezone voor zichzelf, doe dat dan ook voor de burgers. Heb dan de eerlijkheid en de ‘culot’ om te zeggen dat het maar om te lachen was. En betaal misschien ook ineens een schadevergoeding aan alle mensen die al stappen hebben gezet om zich in regel te stellen.
Hoe cynisch kan een overheid worden? Hoe erg gaat het worden met het vertrouwen van mensen in de politiek, als we aan gewone burgers zeggen dat zij de regels moeten volgen, maar wij zelf, zodra we er niet in slagen om het te doen, eens met minister Demir gaan praten om de boel uit te stellen? Dat kan toch niet? Dat is toch niet billijk? Dat is niet eerlijk. En dan zal ik het vandaag nog niet hebben – want de voorzitter zal beginnen te zeggen dat ik moet afronden, terecht – over de geweldige impact van die lage-emissiezone, de bewezen impact op de luchtkwaliteit in de steden, en niet alleen in de steden, maar ook ver daarbuiten, omdat het wagenpark vernieuwd wordt.
Stick to the plan. En als u boetes moet betalen, heb dan de eerlijkheid om die boetes te betalen en versnel uw beleid. Want al die argumenten, zoals covid, inflatie, bevoorrading: dat is het niet. We zijn gewoon te laat begonnen. En we hebben te weinig geïnvesteerd.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik zou zeggen: ik zou er eens goed mee lachen als het niet zo erg was. Onze fractie heeft de lage-emissiezones in de grote steden, zoals Antwerpen en Gent, steeds bestreden als een asociale maatregel die de modale, dikwijls oudere burger pest. Mensen die geen elektrische auto kunnen kopen, die niet de nodige middelen hebben om zich nieuwe modellen van auto’s aan te schaffen, worden verplicht om naar het openbaar vervoer over te stappen.
Het is cynisch dat tegen 2026 ook De Lijn die zware boetes zal moeten betalen, met belastinggeld van diezelfde burger, boetes die eigenlijk een vestzak-broekzakoperatie zijn wat betreft het aanwenden van belastinggeld. Geld van de Vlaamse overheid vloeit naar de steden in de vorm van boetes, mevrouw Schoubs zegt zelfs tot 30 miljoen euro per jaar.
Zou men dan niet beter de uitrol van die lage-emissiezones herbekijken, tot het realistisch is om het verder strenger in te voeren? Ik stel vast dat onze fractie eigenlijk gelijk krijgt. We stelden van in het begin dat die ambities rond de geplande elektrificatie van de vloot van De Lijn, en het emissievrij maken tegen 2025 van het openbaar vervoer in de steden, veel te rooskleurig is voorgesteld.
Ik vraag me dan af of men zo wereldvreemd was dat men niet doorhad dat 70 procent van de vloot niet op tijd vervangen kon worden, dat geen enkele constructeur in staat is om dat op korte termijn te doen. Eigenlijk wordt men nu geconfronteerd met het probleem waar de burger al een hele tijd mee wordt geconfronteerd: de prijs, de boetes, de infrastructuur en dergelijke meer.
De stelplaatsen moeten worden aangepast. Men is nu al niet zeker meer dat er voldoende laadpalen zullen zijn om die bussen te elektrificeren. Heel de elektrificatie zelf, de opleiding van technici, het is allemaal veel te rooskleurig voorgesteld. U was ambitieus, minister, maar wat heb je aan ambities als u op voorhand had moeten weten dat men ze niet kan halen.
Ten slotte denk ik dat er oplossingen zijn. Waarom overweegt men niet om in afwachting van de introductie van elektrische bussen – en u zult zeggen: hij is er weer – met synthetische brandstoffen te tanken? Tank synthetische brandstoffen en uw uitstoot is gevoelig – tot 94 procent – verminderd. Dat kan een oplossing zijn. Waarom zet u daar dan niet op in? Het kan een tussenoplossing zijn tot die elektrificatie rond is.
Het is een zeer interessant debat, collega’s. Supply chain-problemen, inflatie, gelden inderdaad – zoals collega Bex terecht aanhaalt – ook voor de gewone burger, die misschien al wel zwaar heeft moeten investeren om een auto aan te kopen die voldoet aan alle toekomstige vereisten om in een lage-emissiezone rond te rijden. Ik hoor nu de vraag en de mogelijkheid dat de minister met haar goede collega minister Demir zou onderhandelen om misschien een uitzondering te bekomen voor De Lijn. Dat zou ik inderdaad niet zo eerlijk vinden naar de burgers toe die wel die investering hebben gedaan. Het is misschien een beter idee om de regels in die lage-emissiezones op de lange baan te schuiven, of beter nog: helemaal af te schaffen.
Dat gaat over Vlaanderen. En mijn vraag is: De Lijn doet ook een deel bediening in Brussel. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft ook een lage-emissiezone, en het lijkt me iets moeilijker om daar met de minister te gaan onderhandelen. Wat is het plan voor de bussen van De Lijn die ook in Brussel rijden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en de bedenkingen. Misschien, ten eerste, wat betreft de hoogte van het bedrag, of het bedrag van 30 miljoen euro dat circuleert: dat is een ruwe inschatting die De Lijn heeft gemaakt op basis van het kader zoals het nu in een eerste principiële goedkeuring voorlag, en een ruwe inschatting op basis van het vergroeningsplan van De Lijn. Is dat het exacte bedrag dat in 2026 al dan niet betaald zal moeten worden? Dat is op dit ogenblik natuurlijk koffiedik kijken. Het is een ruwe inschatting op basis van het vergroeningsplan van De Lijn zoals het nu voorligt. Dat is één.
Twee, en dat heb ik daarstraks al gezegd: zowel De Lijn, de MORA als de FBAA zeggen dat de schrapping van de uitzonderingsregel het niet evident maakt. Jullie vragen of ik zelf ook met die lokale besturen die vandaag de lage-emissiezone hebben uitgerold, aan tafel zal zitten? De Vlaamse overheid heeft het lage-emissiekader gecreëerd, een aantal jaren geleden, en het was aan de lokale besturen zelf om te beslissen om een lage-emissiezone – en je mag die leuk vinden of niet – al dan niet uit te rollen. Ze is vandaag de dag in Brussel, Antwerpen en Gent uitgerold, maar ik blijf herhalen dat het niet de bedoeling kan zijn dat we straks die drie steden en masse boetes zullen laten innen, wat finaal nefast is voor de werking van De Lijn.
Ja, er is misschien een vertraging, en dat kan ik ook grif toegeven. Er is een vertraging in de uitrol van de vergroening van de vloot van De Lijn. Herinner u: in de vorige legislatuur werd aangekondigd dat er negenhonderd elektrische bussen besteld werden. Dat is een aankondiging die niet is waargemaakt. Herinner u ook de vorige voorzitter van de raad van bestuur van De Lijn die kwam aankondigen dat hij 3 miljard euro nodig had om de volledige vloot van De Lijn te kunnen vergroenen. Wel, we hebben op dit ogenblik geen 3 miljard euro om die vloot met één vingerknip te vergroenen. En trouwens, een vergroening met één vingerknip van heel de vloot – de vloot bij De Lijn telt ruim 2300 bussen – is volgens mij zelfs economisch gezien niet verantwoord.
Alleszins hebben we deze legislatuur die vergroeningsoperatie gefaciliteerd. We hebben problemen met de supply chain. We hebben problemen met de levering van de bussen. Ik ben continu aan De Lijn blijven vragen om te starten met die versnelling, en tegelijkertijd hebben we met het ODC meer ruimte gegeven aan de pachters, omdat we weten dat zij ook sneller inzetten op die vergroening. Ik blijf vasthouden aan dat verhaal, en tegelijkertijd, als we kijken naar het hele verhaal van de lage-emissiezones zelf, ben ik niet de functioneel bevoegde minister die dat lage-emissiezonekader heeft uitgerold. Ik kan er vandaag alleen maar van zien wat op tafel ligt, en dan vind ik dat geen goed voorstel. De heer Bex zegt dat het misschien geen goed voorstel is voor de ene, maar wel voor de andere. Ik denk dat u daar een wat foute voorstelling van de feiten geeft. Nu ligt voor om een aanpassing te doen, een aanpassing die vooral nefast is voor alles wat met openbaar en collectief vervoer te maken heeft. En daar zijn wij geen vragende partij voor, gelet alleen al op de gevolgen die daaromtrent mogelijk op tafel liggen.
Opnieuw: ik hoop dat we daar allemaal on speaking terms kunnen blijven. Ik wil het zeker niet – zoals sommigen misschien suggereren – overlaten aan de volgende legislatuur. Neen, daarom praten we er nu juist over. Ik zal niet zeggen dat we wel zullen zien wat in 2026 uit de bus komt, en dat De Lijn dan maar de boetes moet betalen als er boetes komen. Neen, ik vind dat we alles op alles moeten zetten om juist te voorkomen dat er boetes betaald moeten worden, maar meer nog, en belangrijker: we moeten alles op alles zetten om te komen tot meer zuivere lucht. En dat kunnen we doen door volop in te zetten op zero-emissievervoer, en dat op alle vlakken: zero-emissievervoer inzake personenwagens, inzake collectief vervoer en inzake vrachtvervoer, en dat is waar wij op dit ogenblik, met onze Clean Power for Transport, volop op inzetten, en ik hoop dat we daar ook de versnelling, de vlucht vooruit, kunnen inzetten, en dat zal ik toekomstgericht ook blijven doen.
We zullen straks debatteren over heel ons Vlaams Energie- en Klimaatplan. Ook daar denk ik dat we inzake transport misschien nog een tandje kunnen bijsteken, maar dan moeten we dat ook nu doen, zonder nu al te gaan speculeren op boetes die we moeten betalen. Neem de vlucht vooruit, en dat betekent: volop de kaart trekken van zero emissie, in het belang van de luchtkwaliteit. Dat is mijn standpunt, maar dit neemt niet weg dat we over het verhaal van die lage-emissiezones – dat kader dat nu voorligt – blijven praten, en dat we daar blijven vragen aan de collega’s die daar op het ogenblik bevoegd voor zijn, om er rekening mee te houden dat het opzet niet mag zijn om meer boetes te betalen, om meer te laten innen door enkele steden. U kunt dan zeggen: straks zal elke gemeente of elke stad een lage-emissiezone uitrollen. Waar zitten we dan? Het kan niet de bedoeling zijn om zoveel mogelijk boetes te innen. Het moet wel de bedoeling zijn om zo snel mogelijk heel die vloot – zowel van De Lijn, maar ook van de pachters – massaal te vergroenen, en tout court bij alles wat betreft vervoer de kaart te trekken van vergroening.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega’s, voor alle duidelijkheid, ik geloof echt in de meerwaarde en het belang van lage-emissiezones. Ik geloof ook in het belang van het emissievrij vervoer. Collega Bex, ik geloof ook dat de overheid niet alleen dezelfde regels moet volgen en nakomen als de regels die ze aan haar burgers oplegt, maar dat ze zelfs de ambitie moet hebben om meer te doen, ‘leading by example’. Laat dat heel duidelijk zijn. Ik vraag ook geen uitzondering specifiek voor De Lijn, maar ik wil tegelijkertijd ook niet dat de meest milieuvriendelijke bussen alleen maar in de steden zouden kunnen rijden en niet meer op het platteland.
Waar ik wel voor waarschuw, is dat als we die 30 miljoen euro uit het exploitatiebudget van De Lijn alleen maar zouden kunnen gebruiken voor het innen van die boetes, het dan moeilijker zal zijn om al die andere doelstellingen rond milieuvriendelijk en emissievrij openbaar vervoer te bereiken, en alle investeringen die daarvoor nodig zijn. Dat kan natuurlijk helemaal niet de bedoeling zijn.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik heb daar eigenlijk niet veel aan toe te voegen, met dat verschil misschien dat lage-emissiezones in mijn ogen ook niet alleenzaligmakend zijn. In mijn eigen stad, Leuven, lag dat op een bepaald moment op tafel, maar hebben we ervoor geopteerd om dat niet te doen en om een streng mobiliteitsbeleid te voeren met circulatieplannen, voetgangerszones enzovoort. Ook onze luchtkwaliteit is daardoor verbeterd. Het is een bestaand kader, steden kunnen daar in volle autonomie op inspelen, maar boetes dan enkel naar die stadskassen laten gaan van steden die het dan doen … Als iedereen dat begint te doen, waar zijn we dan? Ik denk dat het toch herbekeken moet worden. Maar het is een bevoegdheid van minister Demir. Ik herhaal het. Misschien moeten we ook eens aan haar arm trekken om te bekijken hoe het opgelost kan worden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.