Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Uit cijfers uit mijn schriftelijke vraag nummer 332 van 8 februari 2023 blijkt dat het aantal Nederlandse leerkrachten in Vlaanderen is toegenomen. Tijdens het schooljaar 2017-2018 waren er in Vlaanderen 770 Nederlandse leerkrachten aan de slag, vorig jaar steeg hun aantal naar 955. In een krantartikel werden een aantal Nederlandse leerkrachten bevraagd naar de reden waarom ze de grens oversteken om hier te komen lesgeven. Een goed salaris dat meegroeit met de inflatie, respect voor de leerkracht, vrijheid om lessen zelf in te vullen en brave leerlingen waren de voornaamste onderwijsredenen die werden aangegeven. Ook de lage ziektekosten en lagere kosten voor kinderopvang spelen een rol in de keuze.
Op 5 juni 2001 sloten België en Nederland een dubbelbelastingverdrag af. Het uitgangspunt daarbij is dat er belastingen betaald worden in het land waar er gewerkt wordt. Zoals de Nederlandse overheid het verwoordt, voorkomt het verdrag dat men dubbele belastingen betaalt, maar ook dat men in beide landen geen belastingen betaalt. Men betaalt dus oftewel in België, oftewel in Nederland belastingen voor het inkomen. De hoofdregel is dat men belastingen betaalt in het land waar men werkt, dat is het werkland. Er zijn echter meerdere uitzonderingen, onder andere voor het onderwijs. Nederlanders die in Nederland wonen, maar in België komen werken of Belgen die in België wonen, maar in Nederland gaan werken, betalen belastingen in het woonland voor een periode van maximaal twee jaar vanaf de dag dat men daar begint te werken.
Dit dubbelbelastingverdrag ligt momenteel ter bespreking op tafel om gewijzigd te worden. Minister, ik heb hier enkele vragen bij.
Wat is uw reactie op de stijging van het aantal Nederlandse leerkrachten in Vlaanderen?
Zult u de campagne ‘Lesgeven is alles geven’ ook actief promoten in Nederland?
Op welke manier bent u betrokken bij de besprekingen van de wijzigingen van het dubbelbelastingverdrag, dat blijkbaar gevolgen heeft voor leerkrachten? Hebt u zicht op de timing van dit nieuwe verdrag, en welke gevolgen dit kan hebben op leerkrachten in Vlaanderen en Nederland?
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 8 februari, gaf u aan dat er nog geen nieuwe datum voor een nieuwe Nederlands-Vlaamse onderwijstop was gepland. Is dit ondertussen wel gebeurd, en zal deze kwestie daar ook besproken worden?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is natuurlijk positief dat steeds meer Nederlandse leerkrachten voor het Vlaamse onderwijs kiezen. Ik moet erkennen dat we geen bevraging hebben georganiseerd naar wat de redenen daartoe zijn. Ik lees dan wel de reacties waarbij men zegt dat er hier wel wat meer aandacht is voor discipline. Men heeft het ook over de onderwijskwaliteit. Daarnaast is het statuut mogelijk wat aantrekkelijker. Het zijn geen stellingen van mijnentwege, maar ik geef maar mee wat wij vernemen indien men daar individueel over wordt bevraagd.
Het is wel belangrijk om aan te stippen dat dit over cijfers gaat op grond van de nationaliteit, en niet op grond van de woonplaats. Er zijn natuurlijk heel veel Nederlanders die zich al geruime tijd permanent in Vlaanderen gevestigd hebben. Ongetwijfeld zijn er daar ook velen van die in het kader van een andere job, of op grond van een andere beweegreden, naar Vlaanderen zijn gekomen. Maar ongetwijfeld zijn er ook wel sommigen die mogelijk die stap hebben gezet door de aandacht rond het lerarentekort, en de campagnes die we ter zake hebben. Dat speelt dus zeker mee. We hebben ook mensen wier kinderen hier schoollopen, dus ik sluit niet uit dat men, binnen de lokale Nederlandse gemeenschap die op ons grondgebied vertoeft, steeds meer heeft gekozen voor een job in het onderwijs.
Fiscaliteit behoort vooralsnog niet tot mijn bevoegdheid. De belangrijkste elementen daarvan zitten trouwens ook bij de Federale Regering. Men had natuurlijk een indrukwekkend luik voor een staatshervorming in het regeerakkoord van Vivaldi voorzien, maar men is ook op dat vlak nog niet gekomen tot enige uitvoering. Dat laat nog een beetje op zich wachten, en zal ook niet voor de komende weken zijn. Ik moet u daar een beetje op uw honger laten zitten.
Wat de Vlaams-Nederlandse onderwijstop betreft: daar is nog geen nieuwe datum voor geprikt. Ik ga daar inderdaad nog eens op aandringen. Als je bedenkt wat we kunnen leren van de overkant, en wat we ook beter niet kunnen leren, is het wel zo dat de verhouding tussen administratie en minister daar ook anders is. Het is niet altijd zo dat een minister zijn woord of engagement voor wat dan ook kan toezeggen zonder dekking van de administratie. Dat stel ik in de praktijk vast. Men is daar misschien niet altijd even happig op zulke evenementen, maar ik denk dat de praxis en het evenement zelf dat wij hebben georganiseerd, toch inspirerend moeten werken. Hopelijk kan het ook aanzetten tot een herhaling van dat leuke evenement, laat staan dat het misschien ook een evenaring daarvan wordt.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister.
We zitten met een lerarentekort en daarom hebben we iedereen nodig. Daarvoor kijk ik ook wel naar die zijinstroom vanuit Nederland en het doet me dan ook wel plezier om te lezen wat ze allemaal schrijven over ons onderwijs. Het is hier absoluut nog niet zo slecht. We waren onlangs in Estland om te gaan kijken naar hun resultaten en daar hebben we ook de bedenking gemaakt dat we eigenlijk goed bezig zijn, als ik dat zo mag zeggen. (Opmerkingen. Gelach)
Ik wilde nog zeggen dat we intussen ook geleerd hebben dat ze in Nederland niet spreken van een lerarentekort maar van een lerarenstrategie. Ik heb nu ook geleerd dat ze ook spreken van een lerarenlek. Als dat lek zuidwaarts loopt, gaan we daarmee eigenlijk heel weinig problemen hebben. Niet dat ik hun leraren wil kapen, niet dat ik met luidsprekers door Bergeijk en Valkenswaard wil rijden, maar toch, ik heb de Nederlanders bijzonder graag, maar ik denk dat zij hetzelfde zouden doen.
Wat de dubbelbelasting betreft, ben ik inderdaad wat ongerust en vraag ik me af welke impact dat kan hebben. U bent hier inderdaad niet voor bevoegd. Maar er zit een lerarenartikel in waarvan ik heb gehoord dat zij vragende partij zijn om dat af te schaffen. Ik zou dat toch in het oog willen houden, dus ik ga mijn collega’s in het federale parlement er toch op wijzen dat ze de zaak in het oog moeten houden, om te garanderen dat we onszelf niet in de voet schieten.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat dubbelbelastingverdrag zou inderdaad helpen. Maar als het even kan – kwestie van prioriteiten –, vraag misschien ook aan de federale collega’s dat ze toch eerst extra de vraag stellen met betrekking tot de flexi-jobs die in de zorg zijn ingevoerd en die het mogelijk maken dat de gastleerkrachten die we introduceren, zonder fiscale lasten zouden kunnen worden tewerkgesteld, net zoals de gepensioneerden. Dat zou ons nog veel meer helpen dan een dubbelbelastingverdrag. Dat kan ook helpen, maar het andere misschien als eerste.
Dank u, minister, voor de suggestie. Ik ga die zeker meenemen naar mijn federale collega’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.