Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, de Week tegen Pesten liep dit jaar van 10 tot en met 18 februari. Heel terecht wordt veel aandacht besteed aan pesten bij jongeren op school of in hun vrije tijd. Jammer genoeg gebeurt pesten niet alleen bij jongeren, maar ook op de werkvloer. Dan denken we vooral aan sociale uitsluiting, roddelen en zelfs het dwarsbomen van iemands taken of carrièrekansen. Als er niet wordt ingegrepen, dan kunnen pesterijen leiden tot depressie, burn-out, een verziekte sfeer, afwezigheden, daling in productiviteit, verloop enzovoort. Net zoals dat voor gepeste jongeren geldt, zijn de gevolgen voor slachtoffers van pesten op het werk dus vaak desastreus.
Uit een enquête die IDEWE hield bij meer dan 24.000 werknemers in ruim honderd organisaties bleek dat 5,9 procent van de respondenten de afgelopen zes maanden wekelijks pestgedrag op de werkvloer heeft ervaren.
Professor arbeidsgeneeskunde Godderis schreef samen met ervaringsdeskundige Rita Gielen ook een boek over pesten op het werk. Een van de elementen die men aanhaalt, is de stelling dat managers en directeurs beter zouden kunnen worden begeleid in hun rol als leidinggevende. Daarnaast zou er ook meer aandacht besteed moeten worden aan welzijn op het werk. Dat is nu niet altijd het geval, zo wordt gesteld. Nochtans zijn er vanuit economisch oogpunt ook vaak belangrijke argumenten om hier wel aandacht voor te hebben. “In organisaties waar welzijn niet hoog op de agenda staat, zie je een enorm personeelsverloop.” zegt professor Godderis in Trends.
Als antwoord op een schriftelijke vraag van collega De Rudder wees uw voorgangster, mevrouw Crevits, op het actieplan werkbaar werk. Dit actieplan bevat echter geen concrete en specifieke acties inzake de preventie van pesten, maar werkbaarheidscheques kunnen bijvoorbeeld benut worden voor verbeteracties in de vorm van advies, begeleiding en opleiding, waarbij aandacht is voor het psychosociaal beleid van de medewerkers.
U bezorgde ons recent ook nog bijkomende informatie over het gebruik van de kmo-portefeuille. Opleidingen voor leidinggevenden die betrekking hebben op het uitwerken van een welzijnsbeleid vallen onder personeelsbeleid. In totaal ging in 2022 6,9 procent van alle dossiers binnen de kmo-portefeuille over personeelsbeleid. Die dossiers representeren 8,5 procent van het totale steunbedrag dat via deze maatregel uitgekeerd werd.
Daarom heb ik deze vragen, minister.
Welke bijkomende acties voorziet u vanuit uw beleidsdomein om te sensibiliseren rond pesten op het werk en het probleem ook daadwerkelijk aan te pakken?
Hebt u er zicht op hoe vaak de werkbaarheidscheques in het verleden al werden ingezet in het kader van de aanpak van pesten en grensoverschrijdend gedrag?
Welke acties zult u ondernemen om de mogelijkheid tot begeleiding voor het uitwerken van een welzijnsbeleid via de kmo-portefeuille nog meer in de kijker te zetten?
Welk acties zult u ondernemen om het professionaliseringsaanbod voor vertrouwenspersonen en/of preventieadviseurs in ondernemingen op te krikken en meer bekend te maken?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Vandromme.
Ik wil eerst en vooral het belang van deze thematiek nogmaals benadrukken. U haalde het terecht aan: pesten gebeurt niet alleen op de speelplaats maar jammer genoeg ook op de werkvloer. We zien dit in de cijfers van IDEWE, maar ook in het boek van Lode Godderis – waar u naar verwees – en mevrouw Gielen, dat ik wel kan aanraden. En ik weet dat u iemand bent die veel leest. Het is lezenswaardig.
De preventie van grensoverschrijdend gedrag op het werk, wat de verzamelnaam is voor pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag, is een specifiek onderdeel van het preventiebeleid inzake psychosociale belasting, wat tot de bevoegdheid van federaal collega Dermagne behoort. Dat neemt niet weg dat ik vanuit Vlaanderen maximaal inzet op flankerende en versterkende acties. We hadden het hier al vaker over in deze commissie, maar ik som toch graag kort nog even enkele zaken op.
Er is het actieplan werkbaar werk. Dat plan bevat geen specifieke acties inzake de preventie van pesten of ander grensoverschrijdend gedrag op het werk, maar de algehele aandacht voor werkbaar werk.
Daarnaast bevat de website werkbaarwerk.be van de Stichting Innovatie & Arbeid (StIA) info, tools en praktijken die inzicht en inspiratie bieden om aan de slag te gaan met werkbaar werk. Ook over respect op het werk en grensoverschrijdend gedrag kan er info teruggevonden worden.
Verder stimuleren en ondersteunen we sectoren, in het kader van de sectorconvenantenwerking, in hun werkzaamheden met betrekking tot werkbaar werk, het bestrijden van discriminatie en het uitdragen van non-discriminatie en inclusie.
Tot slot werken we momenteel in het kader van de innovatieve stuurgroep werkbaar werk – in uitvoering van het meest recente werkgelegenheidsakkoord – ook aan een proefproject rond psychologische veiligheid op de werkvloer. Over dit project werd positief geadviseerd door de leden van de stuurgroep en het wordt verder uitgewerkt om nog voor de paasvakantie in de markt te zetten.
U ziet, in onze acties richten we ons op het informeren en sensibiliseren van zowel werkgevers als werknemers, maar ook op het ontwikkelen van innovatieve praktijken en projecten.
Collega Vandromme, zoals u opmerkt is de werkbaarheidscheque inderdaad een belangrijk instrument om pesten en grensoverschrijdend gedrag mee te voorkomen en te bestrijden. Met deze cheque kunnen organisaties immers advies, begeleiding en opleiding aankopen waarbij telkens aandacht moet zijn voor het psychosociaal welbevinden van de medewerkers, en dit voor: aanpassingen aan de werkpost en de arbeidsorganisatie, die ten goede komen aan de werkbaarheid en de veiligheid van de werknemers; competentieversterking noodzakelijk om werkbaar te kunnen werken; aanpak van een beleid rond het psychisch welbevinden en/of de mentale veerkracht en energie van werknemers maar ook van werkgevers.
Volgend op de beleidskeuze om het instrument zo laagdrempelig mogelijk te houden, moet een bedrijf bij de aanvraag niet specifiek aanduiden voor welke deelthema’s binnen werkbaar werk er zal worden ingezet. Ik beschik op dit ogenblik dan ook niet over afzonderlijke cijfers over het gebruik van de werkbaarheidscheque bij de preventie van pesten en grensoverschrijdend gedrag op het werk. Wel zijn er cijfers beschikbaar met betrekking tot het aandacht hebben voor het psychisch welbevinden van werknemers en werkgevers, waar pesten en grensoverschrijdend gedrag een onderdeel van kunnen zijn.
Voor de periode mei 2020 tot en met december 2021 vormde voor 347 van de 831 in deze periode uitgevoerde projecten psychisch welbevinden de focus. Voor de periode januari 2022 tot en met vandaag vormde voor 278 van de 565 uitgevoerde projecten psychisch welbevinden de focus. Ook voor 39 van de 70 momenteel nog in beslissing zijnde projecten is dat de focus.
De kmo-portefeuille werd dit jaar inhoudelijk bijgestuurd waardoor enkel ondernemerschapsbevorderende diensten die betrekking hebben op vooraf bepaalde thema’s gesteund kunnen worden. Competentieopbouw bij leidinggevenden inzake werkbaar werk of een welzijnsbeleid valt onder het thema personeelsmanagement. Adviezen en opleidingen voor leidinggevenden over werkbaar werk of het uitwerken van een welzijnsbeleid kunnen worden gesteund aangezien deze opleidingen betrekking hebben op arbeidsorganisatie, functioneringsbeleid en/of sociale wetgeving.
Er zijn op dit ogenblik geen concrete acties gepland om werkbaar werk via de kmo-portefeuille bijkomend in de kijker te zetten. Het aanhoudende succes van het instrument waarbij het budget elk jaar wordt uitgeput, maakt dat dit in feite ook niet nodig is. De website van de kmo-portefeuille wordt de volgende weken wel aangepast. Op die manier zal worden verduidelijkt dat aanpassingen aan de arbeidsorganisatie in het kader van werkbaar werk gesteund kunnen worden via de kmo-portefeuille.
Uw slotvraag had betrekking op vertrouwenspersonen en/of preventieadviseurs. Zoals aangegeven, zet ik via verschillende wegen vanuit de mogelijkheden binnen onze bevoegdheid flankerend in op de preventie en aanpak van pesten en grensoverschrijdend gedrag. Vertrouwenspersonen en preventieadviseurs zijn voor mij belangrijke stakeholders die we meer dan ooit moeten bereiken aangezien zij de toegangspoort tot de werkvloer zijn. Ze worden dus zeker meegenomen om maatregelen en instrumenten nog beter bekend te maken.
Mevrouw Vandromme heeft het woord
Minister, dank u wel voor het zeer uitgebreide antwoord. Naar aanleiding van de artikelen over grensoverschrijdend gedrag in een niet nader bepaald pretpark staat dit thema misschien nog veel hoger op de agenda. Uit een nieuw onderzoek van Tempo-Team bleek dat de drempel om naar een vertrouwenspersoon of preventieadviseur te stappen echt wel nog groot is. Een op de vijf werknemers vindt dat deze ook daadkrachtig reageert maar ook een op de vijf werknemers zoekt steun bij collega's en stapt nog minder naar een leidinggevende. Het taboe rond werken rond dat grensoverschrijdend gedrag en pesten is er in elk geval.
Er gebeuren heel veel inspanningen. U noemde er heel veel op. Ik wil toch nog een pleidooi houden om die werkbaarheidscheques, het begeleiden, het adviseren en opleiden van mensen tot het psychosociaal beleid ook structureel te verankeren en te verduurzamen. Ik ben ervan overtuigd dat u mijn mening deelt dat als we inspanningen willen doen om dat psychosociaal welzijn van onze mensen te versterken, dat niet kan via een ‘one shot’. Als je je leidinggevende wilt versterken of als je de cultuur op de werkvloer wilt veranderen, dan heb je duurzame acties nodig. Als ik het goed heb, dan was het ook onderdeel van het werkgelegenheidsakkoord om net die weerbaarheidscheques te verankeren en te verduurzamen. Minister, ik weet niet welke stappen daar nog kunnen worden gezet maar ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Brouns heeft het woord.
Collega, dank u wel voor uw bijkomende vraag. In het werkgelegenheidsakkoord is inderdaad de afspraak gemaakt dat het bij een gunstige evaluatie de bedoeling is om het instrument van de werkbaarheidscheque juridisch te verankeren. Op dit ogenblik heb ik nog niet iedereen in de schoot van de Vlaamse Regering daarvan kunnen overtuigen. Dat staat dus op het to-dolijstje. We hebben natuurlijk wel al verkregen dat we dat in 2023 en 2024 kunnen continueren. Dat is dus als het ware veiliggesteld, maar de definitieve juridische verankering, decretaal, is nog een ‘to-do’.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dan steun ik vanop deze banken alvast heel sterk het ook kunnen afvinken van deze to-do.
De vraag om uitleg is afgehandeld.