Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Gelukkig dat er nog iemand vragen stelt over Brussel en BRUZZ, want anders zouden we in die commissie misschien de boeken toe mogen doen. Ik vind dat dus bijzonder jammer, maar ik stel vast dat mijn fractie de meeste vragen stelt.
Ze zijn inderdaad zeer kritisch, en ik ga zeker niet door de bocht, maar ik ga wel scherp zijn. Dat is onze taak als volksvertegenwoordiger. 8,1 miljoen euro, ook in moeilijke omstandigheden, dan moeten wij daar kritisch over durven zijn.
Bij de werkzaamheden van BRUZZ dienen objectiviteit, pluriformiteit en betrouwbaarheid ook kernwoorden te zijn in de werking en de berichtgeving. Dat zit vervat in de samenwerkingsovereenkomst, en ook in de resolutie van ons parlement. In dit verband werd een neutraliteitsmonitoring vooropgesteld om de doelstellingen van objectiviteit en pluriformiteit te toetsen, en te controleren. Ik heb u hier in het verleden reeds vragen over gesteld. Ik was de mening toegedaan dat aan de VUB een opdracht werd toevertrouwd om de objectiviteitsmeting uit te voeren, maar uit het antwoord op mijn meest recente schriftelijke vraag blijkt echter dat het de opzet van die studie was om na te gaan welke wetenschappelijke onderzoeken er al zijn gebeurd naar de journalistieke kwaliteit van regionale media. Dat is volgens mij toch wel een iets andere invulling.
BRUZZ heeft daarin besloten in zee te gaan met Smartocto, een digitaal meetsysteem dat door steeds meer media wordt gebruikt en dat net gericht is op het meten en het verhogen van de impact, en er is ook een intern kwaliteitscharter opgesteld. Beide acties lijken mij goede initiatieven om de kwaliteit te verhogen, dat wil ik benadrukken, maar hebben in essentie weinig te maken met de duidelijke doelstellingen inzake pluriformiteit in de berichtgeving, of onpartijdigheid die vooropgesteld zijn, zowel in de samenwerkingsovereenkomst als in onze resolutie. Impactvolle journalistiek wil bijvoorbeeld niet zeggen dat de berichtgeving niet partijdig kan zijn. Streven naar meer impact staat dus ook niet per definitie gelijk aan betere kwaliteit of een evenwichtige berichtgeving.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag zegt u dat een neutraliteitsmonitoring werd ingevoerd om de doelstellingen van neutraliteit en pluriformiteit te toetsen en te controleren, maar voor de rest geeft u geen bijkomende details over wat die monitoring nu inhoudt. U deelt ook de resultaten van die monitoring niet mee. Het is me ook duidelijk dat er dus geen externe meting heeft plaatsgevonden om de berichtgeving van BRUZZ te toetsen. Ik herinner u er graag aan dat dit vaste prik is bij de VRT. BRUZZ mag dan strikt genomen geen openbare omroep zijn, toch zijn er duidelijke afspraken genomen in de samenwerkingsovereenkomst, en het zou ook getuigen van een open en ook constructieve houding om de objectiviteit en pluriformiteit door externen te laten onderzoeken.
Daarom wil ik u graag volgende vragen stellen: op welke manier verloopt vandaag de neutraliteitsmonitoring bij BRUZZ? Op welke manier wordt dit gecontroleerd? Hoe wordt vandaag concreet aan objectiviteitsmeting gedaan binnen de werkzaamheden van BRUZZ?
Wat was de kostprijs van de andere studie van de VUB? Op welke manier hebben de resultaten bijgedragen aan een concrete invulling van de objectiviteitsmeting?
Waarom werd er tot op heden niet samengewerkt met een externe partner om de pluriformiteit van de berichtgeving te controleren? Zult u deze piste naar voren schuiven om gestand te doen aan de bepalingen uit de resolutie en de samenwerkingsovereenkomst?
De minister heeft het woord.
Misschien even de terminologie verduidelijken die we hanteren wanneer we het hebben over zogenoemde neutraliteit. Dat hebben we in het kader van de discussies over de beheersovereenkomst met de VRT als volgt gedefinieerd: onpartijdigheid, onafhankelijkheid en autonomie van de redactie. Dat is ook de reden waarom ik liever gebruikmaak van de term ‘onpartijdigheid’. In het kwaliteitscharter van BRUZZ wordt verduidelijkt dat onpartijdigheid een inherent onderdeel is van kwaliteit. Er wordt ook gezegd hoe ze die onpartijdigheid nastreven en garanderen.
BRUZZ baseert zich onder meer op zijn redactiestatuut dat de opdracht van inhoudelijke medewerkers bepaalt, met als eerste element onpartijdigheid. Maar ook de tien richtlijnen voor onpartijdigheid van de VRT zijn als bijlage opgenomen in het charter.
BRUZZ identificeert zelf zes sporen om het charter in de dagelijkse praktijk te hanteren en dus de toepassing van het charter te garanderen.
Ten eerste wordt de verantwoordelijkheid van de eindredactie daarbij centraal gesteld, waarbij tijdens de dagelijkse en wekelijkse feedbackmomenten kwaliteit en onpartijdigheid twee belangrijke aandachtspunten zijn.
Ten tweede zijn er trimestriële info- en evaluatiesessies en het ‘onboardingproces’ met elke nieuwe medewerker. Ten derde is er het foutenregister, ten vierde de klachtenprocedure, ten vijfde een inhoudelijke matrix, en tot slot het Smartocto-meetsysteem.
De monitoring en versterking van deze zes sporen van het charter is opgenomen in het werkingsprogramma van BRUZZ. In uitvoering van het kwaliteitscharter organiseert de redactie vanaf 2023 elk kwartaal een kwaliteitssessie met de redactie, waarin de in dit charter vermelde regels worden verduidelijkt. Ook beginnende journalisten en stagiairs krijgen een uiteenzetting over de kwaliteitsnormen die gelden binnen BRUZZ. Dat alles past in het onboardingproces dat vanaf 2023 nog gedetailleerder dan in het verleden wordt uitgewerkt.
Er is ook de opmaak van een foutenregister. Via de feedbackknop onderaan elk artikel kunnen lezers fouten die door de eindredactie over het hoofd werden gezien, signaleren aan de redactie. Vanaf 2023 worden die reacties door de eindredacteur van BRUZZ.be verzameld in een register en op maandelijkse basis geanalyseerd en gebruikt voor de bijsturing en opleiding van de medewerkers.
De inhoudelijke matrix stroomlijnt de output van BRUZZ en bouwt een kwaliteitstoets in. Bij de uitbouw van een nieuw digitaal platform wordt aan elk artikel een aantal tags toegekend die gebaseerd zijn op die matrix.
Tot slot voorziet BRUZZ bijkomend in zijn werkingsprogramma de introductie van het Smartocto-meetsysteem. Dat interne systeem brengt gedetailleerd in kaart hoe de lezers gebruikmaken van de website en sociale media. Smartocto vervangt het digitale dashboard dat elke maand handmatig opgesteld wordt door een systeem dat in real time de gebruikersgegevens verzamelt. Het systeem geeft ook inzicht in de impact van de berichtgeving en helpt bij het verbeteren van de kwaliteit ervan. Het wordt op maat van elke redactie gefinetuned en zal voor BRUZZ aan de hand van de doelstellingen van de redactie en het redactionele kader verder worden uitgewerkt.
U peilde in uw tweede vraag ook meer in detail naar de studie van de VUB. Ik kan u meegeven dat deze studie 14.000 euro kostte, waarvan 10.000 euro werd betaald via Innoviris. Uit de studie blijkt dat er relevantere zaken zijn te meten dan onpartijdigheid an sich. De te meten indicatoren enten zich best op de missie van BRUZZ. Denk daarbij bijvoorbeeld aan kwaliteitsvolle journalistiek, onafhankelijkheid en verbinding. Impactmeting is relevanter binnen de huidige context, waarbij het de tendens is om zich te richten op maatschappelijke impact. Onpartijdigheid kan hier zeker deel van uitmaken.
Uit de studie blijkt wel dat de nieuwsdiensten van openbare omroepen doorgaans worden geëvalueerd op het vlak van journalistieke productie en op het vlak van de geproduceerde inhoud. De laatste jaren wordt er wel meer en meer aandacht besteed aan een derde factor die in het onderzoek aan bod komt, namelijk het publiek. Kortweg: de kwaliteit en onpartijdigheid nagaan van de nieuwsproductie is één ding, maar als die correcte evenwichtige informatie haar weg niet vindt naar de burgers of niet als dusdanig ervaren wordt, dan is de maatschappelijke impact ervan beperkt.
VUB-professor Ike Picone bracht in de studie ook een overzicht van onderzoeken naar kwaliteitsindicatoren en impactindicatoren voor regionale media naar voren. Het zijn die indicatoren die BRUZZ gaat vertalen naar een inhoudelijke matrix.
VUB-professor Ike Picone bracht in de studie ook een overzicht van onderzoeken naar kwaliteitsindicatoren en impactindicatoren voor regionale media naar voren. Het zijn die indicatoren die BRUZZ gaat vertalen naar een inhoudelijke matrix.
Wat uw laatste vraag betreft, ik wil BRUZZ in 2023 alle kansen geven om met zijn kwaliteitscharter, waarvan onpartijdigheid dus een inherent deel is, aan de slag te gaan. BRUZZ heeft via het externe VUB-onderzoek al heel wat informatie verzameld, voor een relatief beperkt budget. Een extern wetenschappelijk diepgaand onderzoek over onpartijdigheid is vandaag niet aan de orde. Ik denk dat iedereen zal erkennen dat de kwaliteit van de journalistiek, de kwaliteit van de berichtgeving voor alle nieuwsmedia vandaag een grote uitdaging is. Dat is zeker ook zo bij BRUZZ, waar heel veel jonge reporters aan de slag zijn en er soms heel wat nieuwe medewerkers worden aangeworven, die vervolgens doorstromen naar andere mediabedrijven. Daar wordt echter hard gewerkt om ook de kwaliteit te versterken en te garanderen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, dank u. Ik kan eigenlijk alleen maar vaststellen dat er dus geen echte objectiviteitsmonitoring is gebeurd, dat daarnaast wel een onderzoek wordt gevoerd, maar dat dus niet echt is gefocust op het monitoren van de objectiviteit. Ik blijf dus met de vraag zitten waarom er terughoudendheid is om die pluriformiteit extern te laten testen. Als men ervan overtuigd is dat men evenwichtig aan berichtgeving doet, dan moet men dat toch daadwerkelijk laten testen. Zo doet de VRT bijvoorbeeld jaarlijks een zogenaamde ENA-rapportering (Elektronisch Nieuwsarchief), een externe meting van die onafhankelijkheid: nog een ander gezagsargument in het kwaliteitscharter van BRUZZ zelf. Dan vraag ik mij af waarom ook BRUZZ dat systeem niet kan hanteren om dit op zijn minst extern te laten testen. Ik blijf ervoor pleiten om dat wel te doen, in het belang van de journalistieke kwaliteit van het medium, in het belang van een goede, correcte berichtgeving voor de Brusselaars. Ik vind het ook niet echt een sterk argument dat men een leerschool voor nieuwe, jonge reporters zegt te zijn. Ik begrijp dat uiteraard wel, maar vind dat dat geen impact mag hebben op de kwaliteit van de berichtgeving. Er zijn uiteraard heel wat jonge, bekwame journalisten, ook bij BRUZZ, maar BRUZZ is toch niet echt een leerschool of universiteit waar men het vak zou moeten leren.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik heb natuurlijk een overzicht gegeven van alle inspanningen die worden gedaan om de kwaliteit te garanderen. De meting van wat u de objectiviteit noemt via een extern bedrijf of een externe instelling wordt niet in het vooruitzicht gesteld. U verwijst naar wat we via de Vlaamse Regulator voor de Media doen en met de Universiteit Antwerpen wat de VRT betreft. Die vergelijking gaat om meerdere redenen niet op. Ten eerste, wat we daar doen, is een systeem van turven. Op academisch vlak zijn daar veel vragen bij te stellen: is dat de meest efficiënte manier? Maar goed, dat hebben we zo afgesproken. Dat is een systeem van turven waarmee we het VRT-journaal opvolgen en benchmarken ten aanzien van ‘VTM nieuws’. Dat hebben we ook uitgebreid naar de duidingsprogramma’s ‘Terzake’, ‘De afspraak’ en ‘De zevende dag’. Ik denk dat de vergelijking niet opgaat omdat je niet dezelfde mogelijkheid tot benchmarking hebt bij BRUZZ en dat dus niet op dezelfde manier als voor de VRT kan gebeuren. Dat is een eerste element.
Ten tweede zijn we het erover eens dat BRUZZ de middelen die het toebedeeld krijgt vanuit de Vlaamse Gemeenschap, op een zeer efficiëntie manier moet besteden om zijn kernopdrachten te kunnen realiseren. Als ik kijk naar wat we met de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) doen voor de VRT, heeft dat een kostprijs van 160.000 euro. Als wij dat ook zouden willen doen voor BRUZZ, dan zou er ook een zeer grote kostprijs mee gepaard gaan. Ik wil BRUZZ niet verplichten om die middelen daarvoor in te zetten. Ik vind dat geen doelmatige aanwending van de middelen van een regionaal mediabedrijf. Ik denk dat er betere manieren zijn om de kwaliteit van hun berichtgeving verder te versterken.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik denk dat het wel degelijk mogelijk moet zijn om een aangepaste rapportering te doen voor de objectiviteitsmeting. U zegt dat wat bij de VRT gebeurt, niet hetzelfde kan zijn voor BRUZZ, maar ik denk dat het wel degelijk mogelijk moet zijn om daar toch een systeem te vinden om die objectiviteitsmeting te doen. Ik denk trouwens ook dat de elementen uit het kwaliteitscharter van BRUZZ bijzonder algemeen zijn en eigenlijk niet meer dan een herhaling van wat een evidentie zou moeten zijn als het over journalistieke integriteit gaat.
Ik ben er zeker van dat enkele journalisten van BRUZZ dit aan het volgen zijn. Ik kijk uit naar de berichtgeving van BRUZZ over deze toch wel pertinente vragen over een medium dat 8,1 miljoen euro per jaar krijgt. (Opmerkingen van Stijn Bex)
Ik denk dat wij niet kunnen beslissen wat nieuws is en wat geen nieuws is. Dat zullen we aan de media overlaten. (Opmerkingen)
De vraag om uitleg is afgehandeld.