Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, op 19 december 2022 bereikte de internationale gemeenschap op de VN-biodiversiteitsconferentie in Montreal een, volgens de delegatie, historisch akkoord om het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen en om te buigen in herstel. In 2030 moet de neergaande lijn zijn gestopt en 30 procent van het aardoppervlak een beschermde status hebben. De wereldwijde doelstelling 30x30 – 30 procent in 2030 – wordt gezien als het equivalent van de 1,5 graad in het Klimaatakkoord van Parijs.
Volgens de federale minister van Klimaat en Milieu, Zakia Khattabi, voldoet dit akkoord aan al haar verwachtingen en gaat zij ervan uit dat België deze 30x30-doelstelling vlot en daadwerkelijk zal halen. Zij verliest echter schijnbaar uit het oog dat de haalbaarheid van deze door België mede onderschreven doelstelling, grotendeels zal afhangen van de inspanningen die hieromtrent door de gewestregeringen in dit land, waaronder dus de Vlaamse Regering, geleverd dienen te worden.
Kunt u duidelijkheid geven welke insteken voorafgaand vanuit de Vlaamse Regering aan de Federale Regering werden aangereikt in de voorbereiding van deze biodiversiteitsconferentie, alsook in welke mate de Federale Regering deze insteken meenam in het debat op deze conferentie?
Kunt u verduidelijken in welke mate deze biodiversiteitsconferentie rekening heeft gehouden met de onder de eerste vraag vermelde insteken vanuit de Vlaamse Regering?
Wat is uw reactie op de belangrijkste onderdelen van dit biodiversiteitsakkoord?
Wat is de impact van dit biodiversiteitsakkoord op het huidige Vlaamse biodiversiteitsbeleid?
Welke inspanningen en initiatieven zijn er vanuit de Vlaamse Regering vereist om de door deze biodiversiteitsconferentie vooropgestelde doelstellingen tijdig te behalen?
Welk tijdschema stelt u voorop om deze inspanningen en initiatieven concreet te leveren?
Wat is de financiële impact van de vooropgestelde realisatie van deze nieuwe biodiversiteitsdoelstellingen op de Vlaamse begroting en hoe zal dit gefinancierd worden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Pieters, ik ben bijzonder blij dat u ook geïnteresseerd bent in het biodiversiteitsbeleid. Want als ik het standpunt van uw collega Sintobin over stikstof lees, dan denk ik dat u de biodiversiteit wilt laten stikken. Maar ik ben dus heel blij dat u een andere blik heeft.
Het is niet zo dat de Vlaamse Regering voor deze en andere Conferenties van de Partijen (COP’s) insteek geeft aan de Federale Regering voor een Belgische en Europese standpuntbepaling. Vlaanderen vormt samen met de andere gewesten en het federale niveau één Belgische delegatie, zowel wat betreft de voorbereiding in de aanloop van de COP’s als tijdens de COP’s. De ambtelijke voorbereidingen en terugkoppeling verliep voor de COP15 zoals steeds via het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM), met participatie van de betrokken domeinen van de Vlaamse overheid.
Op de COP Biodiversiteit nemen de EU-lidstaten, behalve voor het werkingsbudget, geen eigen posities in. Voor de EU en haar 27 lidstaten gebeuren de interventies door het Europees voorzitterschap. De lidstaten en de Europese Commissie verdelen hierbij het werk via een interne taakverdeling of ‘burden sharing’. Elke ochtend worden EU-posities besproken en bepaald.
De EU-posities en het mandaat van de Europese delegaties bij aanvang van de COP15 lagen vast bij beslissing van de Raad van de Europese Unie van oktober 2022. België onderschreef loyaal deze posities op de Raad.
Tussen de gewesten en het federale niveau was er een grote eensgezindheid over de prioriteiten en posities voor de COP15. De voor Vlaanderen belangrijke onderwerpen ‘Access and Benefit Sharing’, digitale sequentie-informatie, en hoge duidelijke en haalbare ambities voor biodiversiteit, spoorden gelijk binnen het Belgische verband. Ook binnen de Europese Unie was er een grote eensgezindheid rond de te behalen doelen voor een globaal biodiversiteitskader post 2020.
Tijdens de COP15 werd ik door de gedelegeerde experten van het domein Omgeving op de hoogte gehouden van de voornaamste wijzigingen en van voorstellen van posities, via een Vlaamse mandaatfiche. Deze posities werden dan meegenomen in respectievelijk de Belgische en de EU-posities.
Het gaat niet goed met de internationale biodiversiteit, dat weet u, en het is goed dat in de COP15 nogmaals onderschreven werd wat de lopende Europese processen zijn in uitvoering van de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030.
Er is ambitie met betrekking tot natuurherstel, dat is positief. Maar het is ook belangrijk dat al deze processen op elkaar worden afgestemd, zodat er duidelijke beleidskaders en doelen zijn. Dit zal zich de komende maanden ook nog verder uitwijzen. Daarnaast zal ik er vanuit Vlaanderen op blijven hameren dat er billijke financiële ondersteuning moet zijn voor de geleverde inspanningen.
Ik heb de opdracht gegeven om na te gaan hoe Vlaanderen kan bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de COP15. Belangrijk hierbij is dat het om mondiale doelstellingen gaat en niet om doelstellingen per lidstaat. Tevens wacht ik de beslissing van Europa af inzake de ontwerp-Natuurherstelwet en de verhouding tot de Habitatrichtlijn. De Europese Unie zal zich als collectief moeten inzetten om aan de hand van de uitvoering van de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030 deze mondiale doelstelling waar te maken.
Aangaande uw vijfde vraag kan ik antwoorden dat concrete inspanningen momenteel worden uitgewerkt door mijn administratie. Maar alle maatregelen binnen de Blue Deal, bosbeleid, de extra groenbestemmingen die we realiseren via gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUPs), het natuurherstelbeleid en het reguliere natuurbeleid, dragen hier volop aan bij.
Voor de doelstelling ‘30 procent beschermd areaal’ werd door de Europese Commissie reeds een traject in gang gezet om voorstellen van de lidstaten te verkrijgen. De resultaten van dit traject worden in de loop van 2023 en 2024 gescreend en onderzocht. De conclusies zullen in de loop van 2024 worden gepresenteerd. Er dient wel een onderscheid gemaakt te worden tussen het Montrealakkoord en de Europese regels. Europese regels kunnen dwingend zijn voor ons als lidstaat, het Montrealakkoord omvat globale doelstellingen.
De doelstellingen inzake natuurherstel van de COP15 zijn ambitieuzer dan die van de Europese Natuurherstelwet die momenteel in opmaak is. Het onderhandelingstraject van de Natuurherstelwet zou volgens het Zweedse voorzitterschap moeten landen op de Raad van juni 2023.
Zoals reeds gemeld is mijn administratie aan de slag om inschattingen te maken. Vanuit de Europese Unie verwacht ik eveneens een consistente houding en verwacht ik ook dat voldoende financiering zal worden vrijgemaakt om de Biodiversiteitsstrategie 2030 van de Europese Unie te realiseren. In overeenstemming met de Europese Green Deal hebben de Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie immers een akkoord afgesloten met betrekking tot financiering. Daarin staat dat biodiversiteit in de EU-programma's moet worden geïntegreerd om te komen tot een niveau van 7,5 procent in 2024 en 10 procent in 2026 en in 2027 van de jaarlijkse uitgaven in het meerjarig financieel kader (MFK) voor biodiversiteitsdoelstellingen, rekening houdend met de bestaande overlappingen tussen de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u, minister, voor dat antwoord. Uiteraard zeggen we niet dat de biodiversiteit nergens op slaat. We hebben daar allemaal plezier van en ik denk dat dat ook nodig is. Alleen moeten we kijken dat de doelstellingen binnen de termijnen en de oppervlaktes waartoe we ons verbinden, haalbaar zijn. Dat is natuurlijk een ander probleem. Ook de timing: we zitten in Vlaanderen natuurlijk in een heel ander scenario dan vergelijkbare landen met een vergelijkbaar aantal inwoners. We hebben een veel kleinere oppervlakte en mogelijk zitten we daar met een probleem. Als we ons tegen 2030 gaan vastpinnen op bepaalde normen die Europa ons gaat opleggen, dan moeten we goed kijken dat dit ook haalbaar is. We moeten haalbare doelen hebben, anders wordt het een catastrofe. In onze visie liggen de natuurdoelen, zoals ze voordien zijn vastgelegd, moeilijk. We trekken de haalbaarheid daarvan in twijfel omdat we toch ook onze industrie en onze financiële zaken op orde moeten hebben en dat voor iedereen in orde moet zijn.
Wat verwacht u van die Europese doelen en in hoeverre bent u bereid daarin mee te gaan?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, mijn collega vraagt hier naar de 30 procentdoelstelling, maar naast die 30 procentdoelstelling is natuurlijk ook afgesproken dat er op 70 procent van de rest van het aardoppervlak geen activiteiten mogen plaatsvinden die de natuur kunnen schaden. Dat is bijvoorbeeld de regeling voor het pesticidegebruik, maar bijvoorbeeld ook over drainage. Want drainage is een grote bedreiging voor onze biodiversiteit, het is ook een probleem in Vlaanderen voor onze waterhuishouding.
Minister, u hebt al een paar keer aangekondigd dat u maatregelen zult nemen om de ongebreidelde drainage in het landbouwgebied aan te pakken. Welke concrete maatregelen staan er op stapel om ervoor te zorgen dat we dat ongebreideld draineren verhinderen? Zult u een vergunningsplicht invoeren voor het draineren van het landbouwgebied?
Ik had zelf graag nog even willen focussen op deze vraag, minister, want u weet dat ik, net als collega Schauvliege, aanwezig was in Montreal. De doelstellingen van de COP15 zijn inderdaad heel duidelijk, heel ambitieus. En het is ook belangrijk dat er in Vlaanderen een ambitieus biodiversiteitsbeleid wordt gevoerd, voor ons leefmilieu, maar vooral voor onze eigen gezondheid en de toekomst van de wereld.
En u hebt groot gelijk, u hebt er daarnet ook op gealludeerd: dat moet natuurlijk hand in hand gaan met een ambitieus klimaatbeleid. Daar is natuurlijk momenteel ook een aparte commissie hier in het Vlaams Parlement mee bezig. Ik kijk dus ook uit naar die resultaten, want biodiversiteit is uiteraard gelinkt aan het klimaatbeleid. Ik kijk uit naar die ambities, en uiteraard ook naar de financieringsstromen wat dat betreft vanop alle niveaus. We volgen dit dossier uiteraard, samen met u, heel hard op.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Pieters, afspraken tussen de lidstaten binnen de Europese context, die maken we. Daar wordt gesproken over de zogenaamde ‘fair share’, en uiteraard moet een land als Frankrijk meer doen dan Vlaanderen. De Europese doelen zullen, zoals het er nu naar uitziet, een dwingend karakter hebben. Wij volgen dat hier enorm goed op, zowel op Vlaams als op Belgisch niveau, ook de standpunten om enerzijds onze natuur goed te beschermen, maar ook ons geen extra lasten op de hals te halen.
Mevrouw Schauvliege, we hebben vlak voor de kerstvakantie voor de eerste keer een vergunningsplicht goedgekeurd voor drainages in en rond onze beschermde natuurgebieden. Wij winnen hierover nu de adviezen in bij de strategische adviesraden.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u, minister. Zoals ik al zei, moeten we goed opletten waar we aan starten. Want het is inderdaad vrij breed. Het gaat over heel veel thema’s en heel veel domeinen. We moeten er natuurlijk ook voor zorgen dat Vlaanderen niet verarmt door zaken die we daarin vastleggen en die we ook volgens termijnen moeten afhandelen. Het mag gerust vijf jaar langer duren. Als er een verbetering in kan zitten, is het natuurlijk mooi meegenomen. Wie zou er tegen een beter leefmilieu zijn?
Toch bedankt voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.