Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Een week na de 25e verjaardag en nauwelijks 3 jaar na een ingrijpende renovatie liet het Antwerpse provinciebestuur weten dat het zijn handen aftrekt van de verdere exploitatie van het Kalmthoutse Suske en Wiske Museum. Zonder overnemer is het in januari 2025 einde verhaal voor deze, in meerdere opzichten, unieke museale instelling.
Dit interactieve doemuseum op de site van de legendarische Studio Vandersteen lokt al jarenlang scholen van over heel Vlaanderen. Volgens waarnemend directeur Lieve Crauwels gaat het op jaarbasis om tienduizend leerlingen en vijfduizend particuliere bezoekers.
Eerste gedeputeerde Luk Lemmens liet namens de provincie in de krant weten dat dit puur technisch gezien een zaak voor Vlaanderen is geworden. De provincie heeft al zelf een eerste stap gezet door contact op te nemen met de gemeente Kalmthout. Maar die liet weten dat zij de overname niet zien zitten, omdat Kalmthout dat financieel niet zou aankunnen. Dus stelt Luk Lemmens in de krant voor om een andere overnemer te zoeken, want ook hij vindt het een waardevol museum. Als dat niet lukt, dan is, zo meent hij, Vlaanderen aan zet.
Minister-president, ik heb twee eenvoudige vragen.
Deelt u mijn analyse dat de sluiting van dit museum zal leiden tot een verarming van het museale landschap in Vlaanderen?
Deelt u de mening van de heer Lemmens dat Vlaanderen de geijkte overnemer voor dit museum zou zijn? De heer Lemmens liet trouwens via zijn woordvoerder aan de VRT verstaan dat er al gesprekken met potentiële overnemers werden gevoerd. Werd er al gesproken met de Vlaamse overheid? Zo ja met welk resultaat? Zo neen, voelt u zich geroepen om ter zake toch nog initiatief te nemen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, ik ken het museum zeer goed. Het ligt bij wijze van spreken in mijn achtertuin.
Ik betreur zeker de sluiting van het museum. Of dat een verarming van het museale landschap van Vlaanderen betekent, kan ik moeilijk inschatten. Het Suske en Wiske Museum is niet erkend als museum en heeft daarvoor nooit een erkenning gevraagd bij Vlaanderen.
Ik wil natuurlijk geen afbreuk doen aan de waarde van het museum. Die is er zeker. Maar het museale beleid van Vlaanderen richt zich enkel op erkende musea die minstens een bovenlokale werking hebben. Die bovenlokale werking heeft het Suske en Wiske Museum zeker, maar het is dus geen erkend museum.
Dan is er de vraag over wat mijn goede vriend Luk Lemmens daarover heeft gezegd en of er al gesprekken zijn gevoerd. Ik deel zijn mening niet. Als dat museum een zaak voor Vlaanderen is, had het bij de afslanking van de provincies, met de bijhorende financiering, overgedragen moeten zijn naar Vlaanderen. Dat is toen niet gebeurd. Op zich is dat ook geen probleem. De provincies blijven bevoegd voor andere domeinen en op basis daarvan kunnen zij ook bepaalde initiatieven voortzetten. Voor het Suske en Wiske Museum is dat gebeurd vanuit de bevoegdheid Onderwijs en Educatie. De middelen voor de exploitatie van het museum – het ging toen over ongeveer 375.000 euro – zijn daarom niet overgedragen naar Vlaanderen in het kader van de afslanking van de provincies. Men had dat toen kunnen doen.
Het kan een valabele keuze zijn van de provincie om de werking van het Suske en Wiske Museum niet voort te zetten als de gewenste meerwaarde niet behaald is. Maar als men die beslissing neemt, moet men uiteraard niet gemakkelijkheidshalve doorverwijzen naar Vlaanderen.
Er zijn nog geen gesprekken gevoerd met de provincie over een mogelijke overname door Vlaanderen. Ik geef ook mee dat er vanuit Vlaanderen op dit moment geen interesse is om dat museum over te nemen als eigen instelling van de Vlaamse Gemeenschap. We gaan ook geen initiatief nemen om dat over te nemen als eigen instelling. Als er in gesprekken met een overnemer ergens een rol voor Vlaanderen zou zijn weggelegd, om die overname mee mogelijk te maken, sta ik daar wel voor open. Maar men had dit eigenlijk beter gedaan op het moment van de afslanking van de provincies.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik begrijp zeker wat u zegt, en de motivatie daarachter. Maar het zou jammer zijn dat het museum zelf, maar vooral de vele scholieren die hier jaarlijks komen, en andere particuliere bezoekers, het slachtoffer zouden zijn van een beslissing die al dan niet is genomen door de provincies. Ik kan dus alleen maar hopen dat er door de provincie een andere overnemer wordt gevonden, en dat Vlaanderen, als het aan hen gevraagd wordt, eventueel ergens een handje kan toesteken.
Maar uw antwoord was duidelijk. Ik weet niet of iedereen daar even tevreden mee zal zijn, maar zo gaat dat in het leven. Ik heb geen verdere vragen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Het geliefde provinciedossier, collega’s: ik heb er de vorige legislatuur echt grijze haren van gekregen, echt waar. Ik ben het dus niet helemaal zo met u eens dat dat toen had moeten worden overgenomen door Vlaanderen. Dat is toen bekeken, en met alle respect voor het Suske en Wiske Museum, maar dat is geen museum op Vlaamse schaal. Ik vind ook dat een Vlaamse overheid zich moet concentreren op haar kerntaken. En een museum uitbaten is geen kerntaak van een Vlaamse overheid. Op een bepaald moment is het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) opgenomen door de Vlaamse administratie, en we hebben dat in de vorige legislatuur net apart gemaakt, en daar een aparte vzw van gemaakt, wat in mijn ogen het juiste model moet zijn. De overheid moet geen musea uitbaten. We moeten ze wel ondersteunen, uiteraard.
En nogmaals, ik herhaal het: het Suske en Wiske Museum, men vergelijkt dat met het KMSKA, maar dat is een andere schaal, met alle respect daarvoor. Vergelijk het met het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.) of met het Museum voor Schone Kunsten (MSK): het is gewoon een andere schaal.
Natuurlijk begrijp ik dat de overnemers lokaal niet staan te springen. En hier kom ik naar een ander debat. We hebben bijvoorbeeld hetzelfde meegemaakt met het Roger Raveel Museum in Zulte, of Cultuurhuis de Warande in Turnhout. Lokaal kan men dat niet aan, en ik kan dat begrijpen. En dus wil ik hier eens een lans breken voor fusies. Want het heeft alles te maken met de bestuurskracht van gemeenten, waarbij men soms zegt dat ze met moeite één iemand op hun cultuurdienst hebben. Zij kunnen geen museum overnemen waar er misschien vier werknemers zijn. Dat gaat gewoon niet, en dat is ook niet in schaal. Dus laat ons dat alstublieft ook met die bril bekijken, met een interne Vlaamse staatshervorming, wat een mogelijkheid kan zijn, omdat die gemeente dat zelf niet kan opnemen.
We hebben nu bijna, gebiedsdekkend, die intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Ik hoor van alle kanten dat dat goed draait, dat dat iets nieuws is dat naar aanleiding van de provinciediscussie is ontstaan. Is het geen mogelijkheid om met het intergemeentelijk samenwerkingsverband dat daar leeft, in Kalmthout, te kijken of er daar geen mogelijkheid is tot overname of beheer van het museum? Maar om dat Vlaams over te nemen? Eigenlijk zou de gemeente dat moeten doen. Maar hier heb je gewoon te maken met een gebrek aan bestuurskracht, wat ik natuurlijk begrijp.
De vraag rond het Suske en Wiske Museum is eigenlijk een klein verhaal in een grotere thematiek die we ook zien terugkomen bij sport et cetera. In dit geval, bij de overdracht van persoonsgebonden bevoegdheden in de provincie Antwerpen, is er geen oplossing gevonden, noch voor Suske en Wiske, noch voor de Warande. En dan kunnen we daar een debat over beginnen te voeren, over het moment waarop we het echt problematisch beginnen te vinden. Daar zit natuurlijk een verschil in oordeel tussen de verschillende fracties wat dat betreft.
Er is destijds gezegd dat we nog één legislatuur verder doen en dat we het dan zullen bekijken. Dus dat was dan tot 2025. En het provinciebestuur moet nu besparen. Men heeft gezegd om alle cultuur af te stoten. De vraag is, als iedereen die houding aanneemt, waar je dan eindigt. Je kunt met heel veel groten overblijven, en iedereen heeft zijn eigen redenering, inderdaad, van een lokaal bestuur, een provinciebestuur tot een Vlaamse Regering. Maar ergens onderweg raken er misschien dingen verloren, en Suske en Wiske doet bij iedereen, in heel Vlaanderen wel een belletje rinkelen. Dat raakt wel iets.
Het is wel een probleem dat in een groter geheel past, en waarbij ik toch ook een beetje naar die Vlaamse Regering en die Vlaamse overheid kijk om dat vast te nemen en te coördineren. De debatten kennen overal een gelijkaardig verloop: iedereen zegt namelijk dat we gaan besparen, en dat dit geen kerntaak is, en dat we dit niet meer doen. We kunnen dat doen. En ik zeg ook niet dat het gemakkelijk is. De woorden zijn gemakkelijk uitgesproken, maar de oplossing is niet gemakkelijk gevonden. Maar dit is wel iets dat een gevolg is van een overheveling, waarbij men zegt dat we dat niet meer doen. En daar zul je dan misschien grote discrepanties krijgen, ook tussen provincies et cetera, en ook tussen legislaturen. Dat bevordert ook geen stabiel beleid. Die bezorgdheid wil ik wel meegeven, opnieuw met alle respect voor zowel de rol van de lokale besturen als het provinciebestuur en ieders overwegingen. Het zijn geen evidente tijden. Maar er is toch een bezorgdheid onderliggend voor iets immaterieels, en een tendens. Dank u wel.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb goed geluisterd naar de verschillende bedenkingen. Er zijn geen bijkomende vragen gesteld, dus ik neem die bedenkingen mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.