Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat we elkaar in deze commissie nog kunnen terugzien. We doen dat ook in de commissie Welzijn, maar de visserij ligt ons allebei na aan het hart, en wat ons vermoedelijk ook allebei na aan het hart ligt, is de vervuiling van de zeeën en de oceanen. Collega’s, volgens de jongste cijfers komt er wereldwijd jaarlijks 11 miljoen ton plasticafval in de zee terecht. Dat is natuurlijk gigantisch. Dan denk ik dat we het er allemaal over eens zijn dat alles wat we daar opnieuw uit kunnen halen, los van het feit dat we misschien moeten vermijden dat het erin komt, een meerwaarde is.
Onze Vlaamse vissersschepen brachten vorig jaar 65 ton afval aan land. Dat is een record. Vijf jaar geleden was dat nog amper 2 ton. We zien dus toch wel een grote vooruitgang op dat vlak. Alles heeft te maken met het versterkte engagement van onze vissers binnen het project ‘Fishing for Litter’, waarbij opgevist afval niet langer weer overboord wordt gegooid, maar wordt gestockeerd in bigbags, om eens aan land naar het recyclagepark te worden vervoerd. Ondertussen participeren al 37 van onze schepen vrijwillig aan het project. De Rederscentrale ondersteunt de vissers ook logistiek en introduceerde een app waardoor het ophalen van het afval in de havens vlot kan verlopen. Toch blijkt nu wel dat er in een aantal havens wat problemen opduiken, want niet in iedere haven is men even happig om het afval te ontvangen.
Een gezond marien milieu is voor de vissers en de visserijsector uiteraard van levensbelang. Het opruimen van zwerfvuil op zee kan dus worden gezien als een vorm van eigenbelang, maar toch is ook het maatschappelijk belang enorm groot. In die zin is vrijwilligheid misschien soms nog te vrijblijvend. De vissers maken kosten door het aan land brengen van het afval. Daar mag een economische return tegenover staan. Laten we misschien de vergelijking maken met de landbouwsector, waar we zien dat er vaak ook een vergoeding staat tegenover niet-productieve activiteiten. Misschien moeten we hetzelfde overwegen voor de visserijsector als het gaat over plasticafval, zeker als we vinden dat het teruggooien van opgevist afval eigenlijk niet meer van deze tijd is en dat het aan land brengen ervan eigenlijk de logica zelve zou moeten zijn.
Minister, in de kern zullen onze vissers natuurlijk altijd vissers van vis blijven, en niet vissers van afval, maar een bescheiden vergoeding voor het aan land brengen van afval lijkt ons geen gek idee. Elke extra ondersteuning van de sector, die al jaren in zwaar weer zit, is welgekomen. De sector heeft het vaak al niet gemakkelijk gehad. Dit soort zaken kunnen dus misschien een extra element zijn, zeker als dit zowel maatschappelijk, ecologisch als economisch winst zou kunnen opleveren.
Vandaar een aantal vragen vanuit onze fractie. Hoe kijkt u zelf naar de huidige resultaten van het project Fishing for Litter? Hoe wilt u nog meer vissers overtuigen dan de 37 van vandaag om in het project te stappen? Kreeg u al signalen van bepaalde vissers dat zij problemen ervaren bij het aan land brengen van afval in bepaalde havens, ook buitenlandse? Vindt u het nog van deze tijd dat er überhaupt nog opgevist afval wordt teruggegooid in zee? Hoe kijkt u naar een vorm van aanlandingsplicht voor afval? Welke vergoedingsmechanismes zijn mogelijk voor een tegemoetkoming voor de vissers op dit gebied? Hoe wordt deze problematiek op Europees niveau bekeken? Bent u bereid om dit hoger op de Europese agenda te zetten?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik ben ook heel blij dat ik naar deze commissie Visserij mag komen. Het is mij een genoegen om sommigen nog eens terug te zien, en ik stel ook wel vast dat ik collega Vaneeckhout nu overal tegenkom. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Dat is voorlopig nog positief. (Gelach)
Collega, ik heb uw naam al juist uitgesproken. Dat is ook al iets. Dat is al vooruitgang tegenover vorige week.
Ik vind het project Fishing for Litter een heel goed project, dat volle ondersteuning verdient. We hebben hiervoor enkele jaren geleden de Vlaamse Visserij Coöperatie (VVC) financieel ondersteund om te investeren in uitrusting, met een containerpark en faciliteiten voor de ontvangst, sortering en opslag van het zwerfvuil dat door onze vissers uit de zee wordt opgevist. Ook andere overheidsinstanties, waaronder de provincie West-Vlaanderen, de FOD Leefmilieu en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zetten de schouders onder dit project, zeker als het gaat over de ondersteuning van de verzameling en de uiteindelijke verwerking van het ingezamelde afval. Ik ben daar eigenlijk wel tevreden over. Dat is een goede zaak. Ik ben ook bijzonder verheugd dat de Rederscentrale, die zoals u weet de erkende producentenorganisatie voor de zeevisserij is, Fishing for Litter zeer actief promoot. Ik zal straks wat cijfers geven.
De Rederscentrale zelf speelt een heel grote rol, zoals ik al zei, op het vlak van communicatie en sensibilisering, onder meer via hun tijdschrift. In samenwerking met de provincie West-Vlaanderen organiseren ze een netwerkevent voor de visserijsector waarbij de actie Fishing for Litter in de kijker gezet wordt en waarbij de meest actieve vissers die deelnemen aan Fishing for Litter in de bloemetjes gezet worden. Er is een gebruiksvriendelijke smartphoneapplicatie ontwikkeld die de vissers aan boord al toelaat om op een efficiënte manier door te geven welk soort afval ze hebben opgevist, in welk gebied het werd opgevist en in welke haven ze hun afval hebben afgezet. Dat zit dus heel goed in mekaar en ze worden echt wel gestimuleerd om eraan mee te werken.
Een andere belangrijke motivatie is de opname van deelname aan Fishing for Litter als een van de indicatoren voor de Visserij Verduurzaamt-erkenning. Vissers – u hebt dat ook zelf al kunnen vaststellen – zijn zeer trots op hun rol als hoeders van de zee. Het feit dat Fishing for Litter een van de indicatoren is om die erkenning inzake duurzaamheid te krijgen, is een stimulans om eraan mee te werken.
Ik wil zulke initiatieven ook in de toekomst zeker intens ondersteunen vanuit het nieuwe Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) en het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquacultuursector (FIVA). Het passief verzamelen van afval uit zee wordt dus opgenomen in het nieuwe Belgische programma waarvoor de goedkeuringsprocedure op dit ogenblik loopt. Het antwoord op uw vraag of ik dit verder ga stimuleren is dus: ja.
Wat betreft de signalen die we krijgen: de Vlaamse vissersvaartuigen vissen in een groot geografisch gebied, dat zich uitstrekt tot ver buiten het Belgische deel van de Noordzee, waardoor het vaak voorkomt dat zij met hun vis in andere Europese havens binnenvaren. Volgens een Europese richtlijn zouden zij ook daar hun passief uit zee opgeviste afval moeten kunnen aanbieden. Toch bieden nog niet alle buitenlandse havens hiervoor de nodige faciliteiten. Dit is een probleem dat tot op vandaag nog niet opgelost is. De bevoegde diensten van de FOD Leefmilieu zijn deze problemen aan het uitklaren. Wij zijn ook bilaterale contacten aan het leggen waar dat nodig is.
Wat de vraag rond het teruggooien betreft, ligt op dit ogenblik de focus voor mij op het sensibiliseren van vissers en reders om zo veel mogelijk passief opgevist afval niet terug in zee te gooien maar actief te verzamelen en aan land te brengen waar ze het ook gratis kunnen afleveren op daartoe ingerichte verzamelpunten. Ik ben ervan overtuigd dat die bewustwording een heel sterk draagvlak creëert waardoor we op langere termijn een beter effect kunnen bereiken dan een wettelijk vastgelegde aanlandplicht. Dat is ook de aanpak die op Europees niveau toegepast wordt. Ik kom daar straks nog even op terug.
Welke vergoedingsmechanismes zijn er? Er zijn er twee, zoals ik al zei. Fishing for Litter heb ik vanuit mijn bevoegdheden ondersteund door de machines en uitrusting van het recyclagepark voor het opgeviste zwerfvuil te financieren. Er zijn daar twee financieringskanalen voor en we doen dat zeer enthousiast. Daarnaast zijn we ook de Rederscentrale aan het steunen voor het sensibiliseren en motiveren van onze reders en vissers. Zoals ik al zei, geven ook de provincie West-Vlaanderen en de FOD Volksgezondheid substantiële financiële bijdragen voor het welslagen van Fishing for Litter. Zij investeren in de bigbags voor het verzamelen van afval aan boord, in de verdere verwerking of recyclage van het opgeviste afval en in de financiering van het event dat ik net uitgelegd heb.
Europees staat dit hoog op de agenda. Het mag van mij nog hoger. Ik ga daar ook inspanningen voor doen. De Raad van de EU en het Europese Parlement hebben, op voorstel van de Europese Commissie, besloten om met Europese middelen compensatie te geven voor het promoten en uitvoeren van Fishing for Litter-acties. Ook de Europese richtlijn betreffende havenontvangsten – die ondertussen herzien is – bevat specifieke bepalingen voor Fishing for Litter-afval om meer schepen en meer havens aan te moedigen om deel te nemen.
Naast België zie ik dat ook veel andere lidstaten het initiatief echt wel omarmen. Vandaar dat ik u een zeer interessant cijfer wil geven. In 2008 zaten we op 3111 kilogram opgevist afval uit de zee. In 2020 zaten we aan 17.735 kilogram voor 23 schepen die deelnamen. Een jaar later, in 2021, doen er 37 schepen mee en zitten we aan 65.093 kilogram. Dat is een spectaculaire stijging. Ik denk niet dat je dat anders kunt benoemen. Er is natuurlijk heel veel sensibilisering; er is een wedstrijd, ze kunnen in de bloemetjes gezet worden. Het is een indicator. Maar je ziet dat je met sensibilisering heel veel kunt bereiken. We moeten deze trend echt verderzetten.
Wat de samenstelling van het afval betreft – omdat het mij ook wel interesseert –, zien we dat het vooral netten, touwen en koorden zijn die uit de zee opgevist worden, en op de tweede plaats plastics, wat een van de grote problemen is op zee, de aanwezigheid van plastics.
Dat is de stand van zaken. Ik denk dat de cijfers echt een stimulans zijn om op dat elan door te gaan, omdat uit de cijfers blijkt – ook met die 37 vaartuigen – dat we onze vissers echt totaal mee hebben in het concept.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Hoewel dat ook een heel boeiende kwestie is, denk ik dat we het vandaag niet moeten hebben over hoe dat afval in de zee komt. Er kunnen bijvoorbeeld ook nog stappen worden gezet als het gaat over netten en zo, dus over het terechtkomen van visserijgebonden afval in zee. Ik weet dat daar ook wel hard aan wordt gewerkt.
Wat die aanlandingsproblemen in bepaalde havens betreft, hebt u er zicht op welke havens dat specifiek zijn? Die bilaterale contacten, met welke overheden of welke landen is dat dan specifiek? Dat is misschien wel interessant om te weten, en ook in welke mate daar Europees over kan worden gesproken. Of gaat het vooral over de Britse havens, die minder op Europees niveau kunnen worden meegenomen?
Dan is er het meekrijgen van de vissers. Ik denk dat dat inderdaad echt leeft bij de vissers dat ze hoeders van de zee zijn. Op die manier moet dus worden ingezet op sensibilisering. Het appreciëren van de inspanningen die gebeuren, het ontzorgen, dat zijn al heel goede sporen waarop wordt ingezet. Ik begrijp ook dat u er op dit moment bewust niet voor kiest om naar een verplichting, naar een aanlandingsplicht te gaan. We moeten zien hoe dat op termijn evolueert.
Ik blijf nog wel een klein beetje op mijn honger wat de vergoeding betreft. U zegt dat u een aantal dingen doet wat materiaal en het ondersteunen van de Rederscentrale betreft. Dat is er eigenlijk voor zorgen dat dit ten hoogste budgetneutraal is voor die vissers, terwijl onze expliciete vraag en idee is dat, als je dat soort inspanning vraagt van de vissers, je hun daarvoor ook een kleine economische return zou kunnen geven, zoals we dat eigenlijk ook doen voor andere inspanningen die andere sectoren soms leveren. Bent u bereid om de piste te onderzoeken dat vissers daar ook echt wel een vergoeding voor zouden kunnen krijgen, bijvoorbeeld een vaste vergoeding per hoeveelheid afval die ze binnenhalen? Dat zou ervoor zorgen dat dat zeker in economisch moeilijke tijden voor de visserijsector een soort nevenactiviteit kan worden, die ook basisinkomsten kan garanderen. Dat zou een win-winsituatie zijn, voor de sector en voor ons milieu.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, bedankt voor het stellen van deze vraag. Minister, ik ben natuurlijk heel blij met de goede resultaten van dit project waarmee wij ooit zijn gestart. Ik ben blij dat dit elk jaar groeit. Ik wou gewoon nog meegeven dat wij pioniers zijn met dat project. Wij hebben het project destijds zelfs mogen voorstellen op de biodiversiteitstop van de Verenigde Naties. Daar was men onder de indruk van de win-winsituatie die zo wordt gevonden met de visserijactiviteiten en het weghalen van afval uit de zee. Ik vind dat onze regio en ons land vaak bescheiden zijn, maar dat zijn toch zaken waarin wij pioniers zijn. Je ziet ook de resultaten daarvan. De uitdaging zal inderdaad zijn om ook andere havens en andere landen mee te krijgen in dat project.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Schauvliege, dank u wel. Het is zeer, zeer juist wat u zegt. Als we eens baanbrekend werk doen en pioniers zijn in iets, dan zijn we daar bescheiden over. Anderen zouden dat luid rondtoeteren, maar bij dezen toeteren we vandaag dus toch al een beetje. Dat lijkt me ook al een goede zaak.
Collega Vaneeckhout, om op die financiering terug te komen, het EFMZVA en het FIVA hebben een aantal heel concrete acties die nu mogelijk worden gemaakt, wellicht dankzij het pionierswerk van een tijd geleden. Dat is dus die uitrusting van het recyclagepark, maar ook de kosten voor de verzameling, de verwerking en de recyclage kunnen worden gefinancierd. Ik sluit dus niet uit dat we ook in een vergoeding kunnen voorzien voor het verzamelen van afval op de boot door de vissers. Ik kan dat nu nog niet beloven, maar dat is een piste die we ook mee kunnen exploreren. Als ik nu de cijfers zie, en het enthousiasme waarmee men daarop inspeelt, wil ik zeker bekijken op welke wijze ook het verzamelen van dat afval voor een stukje zou kunnen worden gefinancierd.
Wat die netten betreft, ik weet dat u daar niet op doorgaat, maar onze visserijcoöperatie verzamelt ook oude netten. Dat die netten ook mee uit het water worden gehaald, is op zich uiteraard dus ook een heel goede zaak.
Voor zover ik weet, hebben we bilaterale contacten met Frankrijk en Ierland, maar ook de Rederscentrale onderhandelt actief en legt contacten om ervoor te zorgen dat dat afval daar toch ergens een plaats kan vinden. Misschien zijn er nog, maar dat zijn de twee waarvan ik weet heb.
Zoals ik al zei, los van de puur economische vergoeding, zijn die bigbags gratis. Er is ook volledige ondersteuning om het te doen. Nogmaals, gelet op het feit dat het verzamelen ook wel kan worden vergoed, ben ik bereid te bekijken of ook daarvoor in enige financiering kan worden voorzien. Onrechtstreeks is er vandaag ook al enige financiering, via het krijgen van het label Visserij Verduurzaamt. Ik bekijk echter nog eens of het mogelijk is om hiervoor in een vergoeding te voorzien, binnen de fondsen die er zijn.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Er komt jaarlijks 11 miljoen ton plasticafval in zee. Als wij op zo’n korte tijd zo’n progressie kunnen maken in wat onze vissers zelf verzamelen, dan denk ik dat er nog heel veel potentieel is om, althans met het beperkte stuk dat we wereldwijd vertegenwoordigen, onze verantwoordelijkheid te nemen. Minister, alle steun voor de initiatieven die al zijn genomen. Ik ben ook heel blij dat u ten minste wilt onderzoeken wat er mogelijk is in nieuwe regelgeving om enige compensatie te geven voor de economische inspanningen die vissers op hun boten doen om dat afval te verzamelen. We zullen hier over een paar maanden waarschijnlijk op terugkomen, met de vraag hoever het daarmee staat. Ik denk echt dat onze vissers moeten worden beloond en gestimuleerd om dat te doen, en dat dat niet alleen met woorden, maar ook met centen moet zijn. Onze vissers verdienen dat, omdat dat goed is voor hen en voor ons milieu. Alvast dank voor de inspanningen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.