Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Recente berichten wijzen erop dat crematies fors duurder dreigen te worden. Crematoria zouden hun prijzen voor crematies al met 8 tot 10 procent verhoogd hebben en volgens de sectorfederatie Funebra is een prijsstijging in de volledige sector onvermijdelijk. Oorzaken daarvan zijn, naar verluidt, onder meer de sterk gestegen energiekosten en de toegenomen loonkosten. Veel crematoria cremeren immers op gas, en het is geen geheim dat de kosten van gas de voorbije periode enorm gestegen zijn. Die gestegen kosten worden natuurlijk ook doorgerekend en de families van mensen die overleden zijn, zullen dat op de uitvaartfactuur natuurlijk ook merken.
We weten, minister, dat er een evolutie is naar alsmaar meer crematies. Ik vraag die cijfers elk jaar op, dat weet u. Vorig jaar is voor de eerste keer de 75 procent overschreden, dus meer dan driekwart van de overledenen wordt vandaag gecremeerd in Vlaanderen.
Dat ondernemingen kostenstijgingen doorrekenen in hun prijzen, is op zich natuurlijk vrij logisch en helemaal niet vreemd, maar afscheid nemen van een dierbare is toch altijd een heel emotionele en geladen gebeurtenis, en nabestaanden stellen alles in het werk om dat op een waardige manier te kunnen doen. Vanuit het beleid is dat natuurlijk ook een stuk de drijfveer achter alle beleidsmaatregelen die worden genomen: zorgen dat dat gebeurt op een waardige manier en met respect voor de wil van de overledene.
De betaalbaarheid van een afscheid speelt dan ook een belangrijke rol en het is nodig dat die betaalbaarheid ook gegarandeerd kan blijven. In die zin werd bijvoorbeeld ook al geopperd om in de crematoria van het gebruik van gas om te schakelen naar het gebruik van elektriciteit.
Aangaande de aanpassing van de wijzen van begraving en lijkbezorging werd de voorbije periode al heel wat werk verzet. Minister, ik verwijs graag naar de conceptnota die de Vlaamse Regering op uw voorstel heeft goedgekeurd op 17 december van vorig jaar, met betrekking tot de krijtlijnen en de timing van wijzigingsvoorstellen voor de regelgeving inzake begraafplaatsen en lijkbezorging. Die conceptnota bevat verschillende voorstellen, denk maar aan het gebruik van nieuwe technieken, maar ook andere natuurlijk. De bedoeling is dat de maatregelen opgenomen in die conceptnota midden 2023 zouden resulteren in een eerste voorontwerp van decreet.
Ik heb de volgende vragen, minister.
Welke specifieke maatregelen ziet u mogelijk om de betaalbaarheid van een waardig afscheid van een dierbare te garanderen? Op welke manieren kan daar volgens u op worden ingezet?
Hoe benadert u de mogelijke omschakeling van crematoria van gas naar elektriciteit of naar andere energiebronnen? Motiveert u de crematoria om zo mogelijk die stap te zetten en welke initiatieven neemt u ter zake?
Kunt u aangeven wat de huidige stand van zaken is van de uitvoering van de conceptnota met betrekking tot de begraafplaatsen en de lijkbezorging? Welke actoren worden er betrokken bij die verdere uitvoering?
Minister Somers heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mevrouw Schryvers. Wat betreft de cijfers die u aanhaalt, wil ik wijzen op het feit dat er inderdaad enkele crematoria zijn die hun prijzen hebben verhoogd als gevolg van onder andere de stijgende gasprijzen en loonindexeringen. Uit cijfers van het Verenigd Netwerk van Openbare Crematoria (VNOC) blijkt, voor alle duidelijkheid, dat er ook crematoria zijn die hun prijzen nog niet of niet hebben verhoogd. De gemiddelde prijsverhoging zou op dit moment 3,23 procent bedragen.
Het behoort tot de bevoegdheid van onze gemeenten en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden om crematoria op te richten en te beheren. Het behoort dus ook tot hun bevoegdheid om te beslissen over een tariefverhoging. Doorgaans hebben de intercommunales daarover afspraken gemaakt met de gemeenten die lid zijn van het samenwerkingsverband. De gemeenteraden van de betreffende gemeenten bepalen mee de tarieven van crematies. Ik benadruk dat het hier om volledig publieke entiteiten gaat. Crematoria hanteren daarnaast sociale tarieven voor overledenen die moeten rekenen op de steun van het OCMW. Op die manier houden de crematoria rekening met personen die zich in een kwetsbare situatie bevinden.
De eventuele omschakeling van gas naar elektriciteit of andere energiebronnen is eveneens een beleidsbeslissing die de intercommunales volledig autonoom nemen. Ik merk wel op dat de sector die alternatieven op een serieuze manier in overweging neemt en de ontwikkelingen daaromtrent op de voet volgt. Zo kon men mij bijvoorbeeld meegeven dat elektrische ovens momenteel even duur zijn als ovens op gas. In Nederland bijvoorbeeld werd in 2019 de eerste elektrische oven geïnstalleerd. Er is ook een tendens om dat ook bij andere, nieuwe crematoria te doen. Overigens geef ik graag mee dat die evolutie niet voortkomt vanuit de kostprijs, maar vanuit de ambitie om klimaatneutraliteit na te streven.
De Vlaamse Regering heeft op 17 december 2021 goedkeuring verleend aan de conceptnota met de krijtlijnen en de timing van wijzigingsvoorstellen voor de regelgeving inzake begraafplaatsen en lijkbezorging. De conceptnota werd op 27 januari 2022 toegelicht aan verschillende belanghebbenden, waaronder de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het Netwerk Begraafplaatsen Vlaanderen, de VNOC, Uitvaartunie Vlaanderen en Burgerzaken Vlaanderen. Mijn administratie bereidt nu de ontwerpteksten voor met het oog op een eerste goedkeuring van het voorontwerp van decreet door de Vlaamse Regering. Die is voorzien in juni 2023.
Inzake de alternatieve vormen van lijkbezorging, zoals resomatie, kan ik u meegeven dat ik de internationale ontwikkelingen daarrond op de voet volg. Zo zitten mijn kabinet, het kabinet van minister Demir en verschillende administraties op 23 juni samen met het Nederlandse kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken. Een wetsvoorstel dat resomatie op een vergelijkbare wijze regelt als crematie, is in Nederland immers in voorbereiding.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Zoals ik daarstraks al gezegd heb, moeten het respect voor de overledene, de vrije keuze en de waardigheid van de mensen die begraven of gecremeerd worden, of welke vorm van lijkbezorging dan ook, altijd vooropstaan. We moeten zorgen dat keuzes niet te sterk onder druk komen door de betaalbaarheid van de ene of de andere wijze. Dat moeten we toch wel in de gaten houden.
Natuurlijk weet ik ook wel dat het om intercommunale verbanden gaat, waarin de gemeenten zelf mee beslissingen nemen, maar we moeten toch zorgen dat ook mensen die financieel kwetsbaar zijn, een vrije keuze kunnen maken. Ik weet natuurlijk wel dat mensen die echt behoeftig zijn, in principe een beroep kunnen doen op de gemeenten, die dat dan allemaal via hun OCMW’s laten gebeuren, maar je hebt daar natuurlijk nog heel veel tussenin, tussen mensen die gewoon de volle kostprijs kunnen betalen en mensen die dat echt niet kunnen. Dat is toch iets om te bewaken.
Als ik goed ingelicht ben, minister, zijn er ondertussen toch ook al enkele adviezen gegeven met betrekking tot de conceptnota. U hebt aangegeven naar wie er terugkoppeling gebeurt. Op welke manier zal daar nog rekening mee worden gehouden? Hoe gaat u daarmee om? In aanloop naar de conceptnota is er natuurlijk heel wat overleg geweest. Daar waren heel wat organisaties bij betrokken. Dan is de conceptnota er gekomen. Nu komen daar reacties op. Ik neem aan dat die reacties voor een stuk dezelfde standpunten zijn als de standpunten die voordien in de werkgroep zijn ingenomen, maar hoe wordt daarmee omgegaan? Er zijn een aantal zaken die heel duidelijk zijn voor iedereen, maar bijvoorbeeld rond het tweede attest van een geneesheer voor crematie zijn er toch wel tegenstrijdige standpunten. Hoe zal daarmee worden omgegaan?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ook in onze regio hebben wij een, zelfs kersvers, crematorium. Aan de cijfers te zien, was dat meer dan nodig, want wij hadden een vrij hoge vraag naar crematie. Ik denk dat dat nog niet gedaan is.
De stijgende prijzen vormen inderdaad een uitdaging, dus ook voor de crematoria. Crematoria ontsnappen waarschijnlijk niet aan zaken waar ook andere organisaties en bedrijven mee worden geconfronteerd. Zoals u aanhaalt, is het aan elke gemeente of intercommunale om daar beslissingen in te nemen. Voorlopig zijn de prijzen bij ons nog niet gestegen, maar we moeten de evolutie goed monitoren. Ik heb ook niet de indruk dat de crematoria op dit moment verlieslatende instanties zijn. Ik denk dat we moeten beseffen dat ze een sociale taak hebben.
Iedereen moet waardig afscheid kunnen nemen. De sociale tarieven voor de kwetsbaren in de samenleving zijn een zeer goede zaak. Ik kijk ook naar de evolutie in de sector en de mogelijke omschakeling van gas naar elektriciteit – u weet dat energie mij ook af en toe bezighoudt – vind ik een positieve zaak. U haalt zelf aan dat dat nog in de kinderschoenen staat en nog maar pas in Nederland is gestart. Ik zou ook willen vragen dat er eens gekeken wordt naar warmte – misschien wat raar om te zeggen –, iets dat in het energiebeleid een verschrikkelijk belangrijke zaak is. De restwarmte van dergelijke crematoria zou een heel belangrijke rol kunnen spelen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Een snelle omschakeling op dit vlak lijkt me zeker niet mogelijk, maar ik denk dat we het allemaal goed moeten monitoren en effectief ingrijpen als we zien dat de prijzen te hoog zouden worden. De omschakeling weg van gas zou een zeer goede zaak zijn voor het milieu.
Minister Somers heeft het woord.
Eerst en vooral ben ik het volkomen eens met zowel collega Tommelein als mevrouw Schryvers. Mevrouw Schryvers, als men spreekt over de waardigheid van het afscheid van een overledene en de keuzemogelijkheden die men moet hebben om dat afscheid op zijn meest gewenste en persoonlijke manier te kunnen beleven, dan vinden we elkaar volkomen. Dat mag niet onder druk komen te staan door exuberante kostenstijgingen. Op dit moment zijn die er gemiddeld niet. 3 procent is natuurlijk niet niets. We minimaliseren dat niet. Maar als je kijkt in de totaliteit van wat we vandaag zien, valt het eigenlijk nog goed mee. Dat is een eerste zaak.
Wat betreft de adviezen: we hebben net adviezen rond het attest van de tweede geneesheer. Er is enkele weken geleden een brief vertrokken vanuit het Agentschap Binnenlands bestuur (ABB) naar de FOD Volksgezondheid om nog enkele pistes af te toetsen. We zijn ons bewust van de adviezen die hierrond reeds werden verleend, onder andere van het College van procureurs-generaal. We hebben nog een extra advies gevraagd. Daarnaast hebben we een advies gekregen van de VVSG. We gaan ook in gesprek met de VVSG. Als er nog adviezen komen, gaan we dat op dezelfde manier doen. We gaan die aandachtig lezen. Als er nood is aan nog een gesprek, gaan we dat gesprek voeren. Het is op basis van de adviezen die we krijgen dat we op een zeker moment naar de regering gaan. Dan komt het evident opnieuw in het parlement.
We zijn tot nu toe heel open geweest over adviezen, mevrouw Schryvers. Ik denk dat u daar het beste bewijs van bent, want u ligt mee aan de oorsprong en met veel van uw ideeën en opvattingen hebt u daarin een heel constructieve en belangrijke rol gespeeld. Dat erkent iedereen hier, denk ik. Wij willen dat verder blijven doen. Ik denk dat we zeker in dit soort regelgeving een zo breed mogelijk draagvlak moeten zoeken. Hier en daar zal een knoop moeten worden doorgehakt, want adviezen zijn soms tegenstrijdig en komen vanuit verschillende belangen. Dat is een keuze. Het is een stukje mijn verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van de regering om daar een eerste keuze in te maken, maar blijvend open te staan voor goede argumenten van links of van rechts, die het uiteindelijke besluit nog kunnen bijsturen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, met betrekking tot de betaalbaarheid hebben we dezelfde bekommernis. Het is goed de info te krijgen over de cijfers tot op heden. Krantenberichten lieten natuurlijk hogere prijsstijgingen zien. Als de cijfers die u noemt, de realiteit zijn, dan valt het gemiddeld nog mee. Maar goed, we moeten dat toch in de gaten blijven houden.
Misschien moet er ook eens worden gekeken, als dat een problematiek blijkt, naar wat de verschillen in kostprijs zijn tussen de verschillende manieren van lijkbezorging en of er dan eventueel voor bepaalde zaken nood is aan een sociaal tarief.
Wat de uitvoering van de andere maatregelen betreft en het ontwerp van decreet dat er volgend jaar aankomt, is het natuurlijk belangrijk dat die zo breed mogelijk worden gedragen. Daar zitten een aantal maatregelen in die in de praktijk al worden toegepast, daar zitten zaken in die relatief vernieuwend zijn, daar zitten zaken in waar iedereen het mee eens is en daar zitten een aantal knelpunten in, zoals dat zo vaak het geval is.
Het is van belang om te proberen dat samen uit te klaren en op een bepaald moment keuzes te maken die slechts door één ding worden bepaald, niet door politieke kleur of iets dergelijks, maar enkel door het respect voor de overledene, het nemen van een waardig afscheid en het respect voor de vrije keuze van de overledene en de zekerheid daarover. Het is de bedoeling daar zoveel mogelijk rekening mee te houden in de wilsbeschikking en dergelijke meer, alsook met de wensen van de familie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.