Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
“In de Vlaamse mediasector wordt gewerkt aan een betalend niet-lineair aanbod met focus op Vlaamse content. Aangezien de VRT de grootste catalogus heeft inzake Vlaamse kwaliteitsvolle fictieproducties vragen we aan de VRT om vanuit een rendabel businessplan in dit project mee te stappen. Er wordt een maximale inspanning gedaan om alle landelijke mediaspelers te betrekken bij dit project.”
Minister, deze belangrijke paragraaf met betrekking tot de marktversterkende rol die de publieke omroep moet opnemen in het Vlaamse medialandschap, staat integraal te lezen in ons Vlaams regeerakkoord en in de beleidsnota Media.
Die paragraaf staat daar uiteraard niet zomaar. In 2018 werd immers door de vorige Vlaamse mediaminister een studie besteld naar de leefbaarheid van de Vlaamse audiovisuele sector. Het rapport bevatte de resultaten van een onderzoek naar het kijkgedrag van de Vlamingen en gaf enkele belangrijke aanbevelingen voor het Vlaamse beleid. Een van de beleidsaanbevelingen uit deze studie, die in de deze commissie ook werd besproken, was dat er werk moest worden gemaakt van een Vlaams SVOD-initiatief (subscription video on demand) met een focus op Vlaamse content. SVOD is de afgelopen jaren immers een echte groeimarkt gebleken waar tal van internationale spelers actief zijn. Netflix, YouTube, Disney zijn allemaal dingen die ik bij mij thuis regelmatig op televisie zie passeren. Zelfs wie niet is geabonneerd, zal niet verbaasd opkijken bij het horen van deze namen. Ten tijde van de studie ontbrak het aan een concreet project rond Vlaamse content. Om te vermijden dat de investeringen in Vlaamse content in het gedrang zouden komen, vooral als gevolg van het massaal doorspoelen van reclame bij vooral fictie, zou SVOD voor een nieuwe inkomstenbron kunnen zorgen. Om leefbaar te zijn in een kleine afzetmarkt in Vlaanderen, gedomineerd door internationale streamingplatformen die hun content internationaal uitrollen, was het de nadrukkelijke aanbeveling dat de Vlaamse omroepen hiervoor dienden samen te werken.
Ondertussen werd in het najaar van 2020 het Vlaamse videostreamingplatform Streamz gelanceerd, dat in de vorm van een abonnementsformule Vlaamse reeksen aanbiedt. Maar, in tegenstelling tot wat in het regeerakkoord werd gesuggereerd, is Streamz een platform waar de VRT geen deel van uitmaakte. Het platform werd opgericht door Telenet en DPG Media, terwijl de VRT klaarblijkelijk niet wou instappen in dat Vlaamse streamingproject.
Niettemin hebben we in de beheersovereenkomst 2021-2025 opnieuw een aantal belangrijke bepalingen opgenomen over de rol van de publieke omroep ten aanzien van dergelijke streamingdienst, zoals de volgende.
De VRT exploreert samenwerkingen op het vlak van de valorisatie van audio en audiovisuele content. Het aanbod van de VRT kan geëxploiteerd worden op platformen van derden. De VRT zal vanuit een rendabel businessplan in betalende niet-lineaire diensten met focus op Vlaamse content meestappen en samenwerken op het vlak van fictie. De VRT werkt prioritair en op een marktconforme manier samen met initiatieven die Vlaams, lokaal aanbod een prominente plaats in hun aanbod geven, om samen met deze partners ten volle in te zetten op de valorisatie van fictie.
Minister, gelet op deze belangrijke opdracht die we in de beheersovereenkomst hebben opgenomen, stel ik u graag een aantal vragen.
Op welke wijze werkt de VRT vandaag marktversterkend samen met Streamz teneinde de Vlaamse audiovisuele sector mee te ondersteunen in de concurrentiestrijd met de internationale platformen?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de gevraagde samenwerking vanuit een rendabel businessplan in betalende niet-lineaire diensten met focus op Vlaamse content? Wat heeft de VRT hieromtrent gerealiseerd sinds de start van de beheersovereenkomst? Welke plannen heeft ze hieromtrent nog ?
Op welke wijze werkt de VRT prioritair en marktconform samen met initiatieven die Vlaams lokaal aanbod een prominente plaats in hun aanbod geven?
In welke mate wordt het aanbod van de VRT effectief geëxploiteerd op platformen van derden? Kan dit worden toegelicht? Over welke platformen gaat het hier concreet?
Welke en hoeveel marktversterkende projecten werden met Streamz gerealiseerd vanaf de start van de beheersovereenkomst? Hoeveel daarvan gingen over exclusieve previews van Vlaamse fictie? Hoe verhoudt zich dat tot de internationale streamingdiensten? Hoe verhoudt zich dat ten opzichte van VRT NU? In welke mate is dit verschillend tegenover de periode 2019-2020?
Hoe evalueert u, minister, de marktversterkende rol van de VRT inzake de ondersteuning van een Vlaams SVOD-platform?
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt, collega Tommelein, voor de vraag rond Streamz. U weet dat ik het initiatief om over een Vlaamse Streamz met Vlaamse participatie te beschikken, steun en dat we de VRT, als publieke omroep, hebben gevraagd om ermee samen te werken, wat de VRT ook van harte heeft gedaan. Ik zal proberen u een stand van zaken te geven en een mogelijke blik op de toekomst.
Ten eerste is er bij de start in 2020 een afspraak gemaakt tussen de VRT en Streamz om bij de lancering van Streamz VRT-programma’s aan te bieden. Na het afsluiten van deze overeenkomst hebben er ook verschillende gesprekken plaatsgevonden rond nieuwe mogelijke samenwerkingen. Uiteindelijk is men niet tot een structurele samenwerking gekomen.
De VRT en Streamz hebben wel een nieuwe catalogusdeal gesloten en er werd ook een licentie met betrekking tot een nieuwe Studio 100/Ketnet-catalogus afgesloten. Dat betekent concreet dat er op Streamz zowel een aantal premium- als archieftitels worden aangeboden. Voorbeelden van programma’s die ooit op VRT-zenders zijn uitgezonden en in de archiefcatalogus van Streamz worden aangeboden, zijn FC De Kampioenen, Witse, Over Water, Geub, Het Eiland, Basta, Ghost Rockers, Mega Mindy, en ga zo maar door. Want het aanbod is veel groter. Cheyenne & Lola, Black-out en Albatros werden in preview ook op Streamz aangeboden.
Wat de high-end fictiereeksen betreft waarvan de VRT sinds 2019 tot vandaag coproducent is, kan ik de volgende cijfers meegeven. Het gaat in totaal over vijftien titels. In 2019 werden twee van de vier reeksen in eerste window aangeboden bij Telenet en een reeks in eerste window op VRT NU. In 2020 werden drie van de zes reeksen in eerste window aangeboden op Streamz en geen in eerste window op VRT NU. In 2021 werd een van de drie reeksen in eerste window op VRT NU aangeboden. In 2022 werd een van de twee reeksen in eerste window op VRT NU aangeboden.
Op basis van haar distributiestrategie beschouwt de VRT de lokale platformen als bevoorrechte partners. Het spreekt voor zich dat dat ook voor ons heel erg belangrijk is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de VRT ook samenwerkingen aangaat met internationale spelers. Zo zijn de VRT en betrokken producenten coproductiesamenwerkingen met Netflix aangegaan voor Twee Zomers, Undercover, Diamonds en Ferry. Daarnaast zijn er ook licentieafspraken gemaakt over een aantal individuele titels zoals Beau Séjour, Tabula Rasa, De Twaalf enzovoort. De VRT is voor al deze reeksen de bestellende omroep en de meerderheidscoproducent en behoudt steeds het eerste window in Vlaanderen. Dit geldt niet voor Diamonds en Ferry, waar de VRT een minderheidspartner is en dus geen aanspraak maakt op het eerste window. Met Amazon is er een samenwerking rond De Club. Ook hier is de VRT de bestellende omroep en meerderheidscoproducent en behoudt ze dus het eerste window in Vlaanderen.
Aangezien het de basisfilosofie van mijn beleid is om de samenwerking tussen de verschillende mediaspelers te stimuleren en waar mogelijk te faciliteren, vind ik het cruciaal dat er op het vlak van contentuitwisseling een wederzijds overtuigende samenwerking komt tussen de VRT en Streamz. Ik ben mij er ook van bewust dat het niet evident is om een goed evenwicht te vinden tussen de verschillende belangen, al ben ik ervan overtuigd dat het in het belang is van de beide bedrijven.
De VRT moet haar digitale ambities uiteraard kunnen realiseren. Daarin heeft VRT NU een belangrijke rol. U weet dat we in de beheersovereenkomst aan de VRT hebben gevraagd om 85 procent van de Vlamingen te bereiken en 75 procent van de jongeren, op een moment dat meer en meer jongeren aangeven dat ze zelfs geen televisieabonnement meer nemen, maar bijvoorbeeld enkel een vast of zelfs enkel een mobiel internetabonnement. Dan weet je dat je op het vlak van digitale strategie heel sterke ambities moet hebben, ook via VRT NU. Maar het spreekt voor zich dat VRT NU niet de grootste concurrent van Streamz mag zijn. De ene is een AVOD-speler (advertising video on demand), de andere een SVOD-speler. Ze moeten allebei een goede plaats krijgen in ons medialandschap.
Binnenkort staat er een nieuw gesprek gepland tussen de VRT en Streamz. Weet dat Streamz sinds april een nieuwe CEO heeft. Ik heb hem ook al ontmoet. Dat is, denk ik, veelbelovend. Ook de VRT geeft aan nog steeds open te staan om verder met Streamz samen te werken. Ik hoop dat de nieuwe gesprekken tot een mooie en structurele samenwerking kunnen leiden. Alleen zo kunnen we de Vlaamse content verder valoriseren, maar tegelijkertijd ook ons ecosysteem versterken ten opzichte van de internationale spelers.
Dan kom ik bij uw laatste vraag. We moeten een onderscheid maken tussen de distributie van het basisaanbod van de VRT, die past binnen de uitvoering van de publieke opdracht om iedereen in Vlaanderen te bereiken, en de distributie van een SVOD-aanbod. Voor de distributie van het basisaanbod op derde platformen werkt de VRT samen met Telenet en Proximus. Ook VRT NU wordt tegenwoordig als smart-tv-app aangeboden door derden als Telenet, Proximus, Android TV en Apple TV.
Daarnaast biedt de VRT ook individuele programma’s aan op video on demand, zowel in binnen- als buitenland. Ik heb het er daarnet ook over gehad. Zo werken de VRT en lokale producenten samen met lokale spelers, zoals Streamz, Proximus en Telenet, maar worden programma’s van de VRT ook aangeboden door andere publieke en commerciële omroepen. De VRT werkt ook – zoals toegelicht – samen met onder meer Netflix en Amazon.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dank, minister, voor uw antwoord. Ik blijf, eerlijk gezegd, toch wel een beetje op mijn honger zitten. Het is duidelijk dat van een sterke prioritaire samenwerking van de VRT met Streamz vandaag vooralsnog geen sprake is. Nochtans staat dat in de beheersovereenkomst als een belangrijke opdracht voorop. Die bepaling staat daar niet enkel om parlementsleden tevreden te stellen. Die opdracht staat er omdat die marktversterking broodnodig is in het disruptieve medialandschap. Niemand hier zal ontkennen dat cruciale budgetten naar buitenlandse bedrijven vloeien. Het gaat niet alleen om reclamebudgetten, maar evenzeer over middelen die de Vlaamse mediaconsument bereid is te betalen voor een kwaliteitsvolle en voldoende diverse catalogus van fictie. Die bereidheid is er ongetwijfeld. De VRT verwijst er zelf naar op de website van de Vlaamse Audiovisuele Regie (Var), waar ze maar al te graag de eigen videostreamingdienst aanprijst aan de adverteerder. De Var lijst er de tien meest gebruikte streamingdiensten in Vlaanderen op volgens wekelijks gebruik. Nu komt het. Het zijn: YouTube, 50 procent – het is zoals de uitslagen van Eurosong van vanavond –; Netflix: 38 procent; VRT NU: 17 procent; VTM Go: 14 procent; Disney: 8 procent; Telenet Yelo: 8 procent; en ten slotte Streamz: 7 procent. Dat betekent dat Streamz niet naar de finale gaat die de volgende dagen zal plaatsvinden.
Het is duidelijk, minister, dat internationale aanbieders heel hoog scoren. Samen hebben ze 88 procent. Als ik Disney meetel, hebben ze meer dan 80 procent. Los van het feit dat de VRT haar eigen VRT NU zeer goed aanprijst op die derde plaats, gaat ze eigenlijk de rechtstreekse concurrentie aan met Streamz. Ik hoor – en ik zie ook – dat de VRT met sommige internationale spelers goed samenwerkt. Ik hoor dat de VRT heel goede deals aan het sluiten is met Netflix. Zo zijn er inderdaad op Netflix heel wat VRT-reeksen terug te vinden. Ik werd er zelf voor benaderd door ‘Onder vuur’, dat op zondagavond op VRT een prominente reeks is. Men kwam aan de burgemeester vertellen dat men op Netflix wilde geraken en dat de VRT daar aan het werken was. Ik denk toch dat we goed moeten beseffen dat de Vlaamse tv-kijker zich niet een onbeperkt aantal abonnementen aanschaft. Niet iedereen betaalt voor diverse videostreamingdiensten. Ik denk niet dat iedereen én Netflix én Disney én Streamz in zijn abonnementen heeft. De keuze zal dus wel in belangrijke mate afhangen van het aanbod. Als het aanbod van Streamz niet groot genoeg is, zal het nooit lukken. In dit aanbod speelt de aanwezigheid van Vlaamse content een belangrijke rol, dus ook de aanwezigheid van VRT-content in Streamz. Doorgedreven samenwerking met internationale spelers zal er nooit toe leiden dat het Vlaamse initiatief waar we in de beheersovereenkomst naar verwijzen, een sterke groei zal kennen. En dat heeft dan weer zeer grote gevolgen voor de investeringen in Vlaamse content zelf.
Ik zeg hier niet dat er enkel exclusieve samenwerking moet zijn met Streamz. Sowieso, dat weet u, ben ik een liberaal. Ik ben een zeer koele minnaar van exclusiviteitscontracten bij de VRT. Maar de focus moet wel juist zitten. Er zijn diverse valorisatiewindows waarover onderhandeld kan worden. Ik heb helaas de indruk, minister, dat dit vandaag niet, of toch zeker onvoldoende, het geval is. Ik wil dus absoluut vanuit mijn rol als Vlaams Parlementslid en lid van deze mediacommissie een oproep doen aan de VRT om hier werk van te maken en dit absoluut niet op de lange baan te schuiven. De internationale concurrentie is moordend. We moeten ze niet nog een beetje meer helpen om ons helemaal uit te moorden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dit vind ik nu eens echt een heel interessant debat, waar we fundamenteel van mening verschillen, beste collega. (Opmerkingen van Bart Tommelein)
Dat heeft daar niets mee te maken. Dat is omdat we weten dat een sterke openbare omroep, een sterke publieke omroep, eigenlijk de beste garantie is voor een sterke democratie.
We zeggen dat de VRT moet zijn waar de Vlaming is. Als de Vlaming meer en meer op digitale platformen zit en digitaal kijkt, dan moet de VRT daar zijn. Dus die derde plaats voor VRT NU: chapeau! Dat is exact wat wij vragen van de VRT. Anders zou u met vragen komen dat de VRT niet doet wat ze moet doen. De VRT doet wél wat ze moet doen.
Minister, toen Streamz werd opgestart, hebt u ook verschillende keren gezegd dat u via de beheersovereenkomst vraagt dat de VRT participeert in Streamz. De VRT doet dat ook en stelt een heel groot deel van haar catalogus ter beschikking op Streamz. U hebt er ook altijd bij gezegd dat dat marktversterkend werk wel in een rendabel businessmodel moet kunnen gebeuren voor Streamz en voor de VRT. Dat de VRT zegt dat hun eerste prioriteit VRT NU is en dat ze in Streamz participeren, ja, ten goede. Want wij hebben thuis een abonnement: het meest wordt dat bekeken voor het herbekijken van De Kampioenen en Alles Kan Beter en de hele oude catalogus van de VRT. Die wordt bij ons thuis via Streamz bekeken. Dankzij de VRT zit daar dus een schat aan een ‘back catalogue’ waar Streamz heel veel klanten mee lokt.
Bovendien, 7 procent: ik vind dat ook helemaal niet slecht. Bij de participatie van Woestijnvis in SBS zaten ze ook niet aan 10 procent. Vandaag heeft SBS dankzij De Mol enzovoort 20 procent. Je moet kansen geven om te laten groeien. Daar gaat in geïnvesteerd moeten worden.
Eigenlijk is de grond van uw vraag mij een beetje onduidelijk, collega Tommelein.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit is ook weer een interessante vraag, collega Tommelein. U weet dat misschien niet – ik denk dat u op dat moment zelf minister was – maar in de vorige legislatuur, in de commissie Media, was ik eigenlijk een van de eersten om te pleiten voor iets als Streamz. Het heette toen zo nog niet, het bestond zelfs nog niet. Wij zijn dus zeker voorstander van een eigen platform binnen Vlaanderen waar wij ook onze eigen producties ter beschikking kunnen stellen op de wijze zoals die grote internationale platformen dat doen. Het is er dan uiteindelijk recent ook gekomen. Maar we stellen net als u toch wel vast dat het niet helemaal voldoet aan wat je ervan zou kunnen verwachten. We denken dat er ook voor een stuk een probleem is, niet alleen dat de marktversterkende rol van de VRT hier nog een beetje ondermaats blijft en dat er gerust nog een tandje bij mag worden gestoken. Maar ik heb begrepen dat dat ook in de pijplijn zit om daar verder rond te onderhandelen. Laat de verschillende spelers daar hun rol dus maar opnemen.
Ik heb ook verschillende abonnementen sinds ‘covid times’, omdat we toch vaker thuiszaten. Wat wij ook merken, is dat het gebruiksgemak van die grote, krachtige, internationale spelers – ik vernoem ze niet graag – toch iets makkelijker is. Je was naar iets aan het kijken, hup, dat komt onmiddellijk terug. Je moet niet weer de hele catalogus door om terug te vinden waar je naar aan het kijken was. Het gebruiksgemak van Streamz is dus nog niet wat het moet zijn. Misschien moeten ze daar ook eens naar kijken, om met de digitale mogelijkheden van vandaag er toch voor te zorgen dat ze op het niveau zitten van die internationale spelers: als je dat opzet, dat je ook onmiddellijk suggesties krijgt van ‘u kijkt vaak dit of dat’. Dat hele verhaal mis ik nog een beetje. Je zit precies zoals vroeger in de videotheek. Toen moest je ook al de rijtjes afgaan en gaan kijken of er ergens een video tussen zat die je interesseerde. Ik heb een beetje dat gevoel als ik Streamz gebruik. Voor de rest kan ik er niet over klagen, want er zitten echt al heel interessante zaken tussen.
Laten we hopen dat het verder zijn weg kan gaan. Het is echt wel nodig dat we een eigen Vlaams platform hebben. Daar heb ik van in het begin voor gepleit. Ik hoop dat het zeker niet ten onder moet gaan of zo. Verder heeft dat eigenlijk niet zo heel veel te maken, denk ik, met het feit dat collega Segers aanhaalt van ‘de VRT is heel belangrijk’. Ja, VRT NU moet er ook zijn, maar die kunnen toch perfect naast elkaar bestaan. Volgens ons heeft de VRT er ook geen belang bij dat Streamz zou mislukken. Dit moet echt verder uitgebouwd worden, maar op een goede manier, met dus liefst nog iets meer content vanuit de VRT, als dat onderhandeld kan worden, en verder een iets gemakkelijker gebruikscomfort voor de kijkers.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik ben groot voorstander van een sterke en een sterkere samenwerking tussen de VRT en Streamz. Voor mij betekent dat dat er op termijn het best ook een structurele samenwerking komt. Maar ik ben het er niet mee eens, collega Tommelein, dat dat vandaag totaal niet goed loopt. Er zijn wel degelijk afspraken gemaakt, er zijn contracten afgesloten, er is al heel wat beschikbaar. Maar wat mij betreft mag dat ook structureel gemaakt worden.
Voor de duidelijkheid: het is aan de VRT-directie om daarover te onderhandelen. Dat zijn commerciële onderhandelingen waarbij de twee partijen ook een welbegrepen eigenbelang hebben, en waarbij er hard wordt gediscussieerd over de prijszetting. Ik denk dat het ook de taak is van de directie om dat op een autonome manier te doen.
Telenet en DPG Media hebben ook de strategische keuze gemaakt om niet aan de VRT te vragen om mee in het kapitaal te treden. Het is met andere woorden een andere partner, het is een externe partner.
Wat het succes van VRT NU betreft: ik denk dat het een zeer goede zaak is dat de VRT nu succesvoller is en nog succesvoller wordt, zeker ook bij jongeren. De digitale strategie van de VRT concentreert zich, wat de internetplatformen betreft, op sporza.be voor sport, op VRT NWS voor het nieuwsaanbod, en VRT NU voor video en audio. Dat zijn de drie belangrijkste digitale platformen op het internet, naast de socialemediastrategie. Ik denk dat de VRT daar het best verder op werkt, en dat is ook zo beslist in hun beheersovereenkomst.
Wat de zorg betreft dat daar ook sterk wordt samengewerkt met een aantal buitenlandse spelers: daar moet ik effectief benadrukken dat de filosofie en ook de letter van de beheersovereenkomst is dat de VRT daar moet zijn, met kwalitatieve content, waar de kijkers, de luisteraars en de mediagebruikers aanwezig zijn.
Ik geef misschien een totaal ander voorbeeld: het socialemediaplatform TikTok – qua aandeelhouderschap en bedrijf nu niet meteen mijn favoriet – is heel populair bij veel kinderen en jongeren. De VRT heeft de keuze gemaakt, op basis van een bepaling in de beheersovereenkomst rond aanwezig zijn op platformen waar kinderen en jongeren aanwezig zijn, om daar ook met nieuws aanwezig te zijn via het kanaal van Karrewiet. Los van mijn persoonlijke appreciatie rond het socialemediakanaal TikTok en de aandeelhoudersstructuur daarachter, denk ik dat dat de juiste beslissing is.
Dat betekent ook dat er met andere buitenlandse partners kan worden samengewerkt, en dat er ook commerciële onderhandelingen mogelijk zijn om de verschillende windows te valoriseren. Dat hebben we hier ook altijd gezegd. Je hebt de universele dienstverlening van de VRT, wat betekent dat alle content van de VRT ook op een bepaald moment gratis beschikbaar moet zijn. Maar we hebben ook wel heel duidelijk aangegeven dat we, vanuit economisch perspectief, het een goede zaak vinden dat de VRT alle windows ook kan valoriseren, om op die manier ook extra inkomsten binnen te halen, aanvullend op de publieke dotatie die we vanuit de Vlaamse overheid, als aandeelhouder, ter beschikking stellen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik heb niet gezegd dat er niets gebeurd is. Ik heb gezegd dat die prioritaire samenwerking niet sterk genoeg is en sterker moet worden gemaakt. Daar bent u het dus mee eens. Dat dat ook structureler moet worden, daar bent u het ook mee eens. Dat betekent dus dat we daar echt een actieplan moeten hebben dat echt aan de ribben kleeft. Dit staat in de beheersovereenkomst als belangrijkste opdracht, en ik merk dat de sense of urgency nog altijd niet aanwezig is.
Als ik mevrouw Segers hoor, dan breekt mijn klomp. Opnieuw, mevrouw Segers: de concurrentie zit niet intern, die zit niet in Vlaanderen. Er moet samengewerkt worden tussen de Vlaamse mediaspelers in de strijd tegen de internationale spelers. En dat betekent dat we niet moeten zitten te stoefen dat VRT NU 17 procent haalt, als Streamz ondertussen helemaal onderaan bengelt. VRT NU zal Netflix er niet van weerhouden om groter te worden. Het zal enkel samen zijn, mevrouw Segers, dat we dat kunnen regelen.
En het gaat niet alleen om de contentcatalogus, het gaat over het aanmoedigen en het aansporen, het gaat over de previews die worden gegeven, waardoor Streamz effectief die strijd kan aangaan met de internationale spelers. En ik ben niet tegen die internationale spelers. Ik heb ook abonnementen op internationale kanalen. Ik merk alleen, mevrouw Segers, dat ik een abonnement op Streamz heb, en dat dat bij mij thuis bijzonder weinig wordt gebruikt. Dat spreekt boekdelen.
En als ik de cijfers helemaal overloop, dan is het duidelijk: het zijn de buitenlandse aanbieders die heel hoog scoren. En ofwel gaan we daarin berusten, en vinden we dat normaal, en kijken we naar hoe goed VRT NU het doet … Maar ik berust daar helemaal niet in, ik zeg u dat de sense of urgency dringend is, en ik roep de VRT op om daar effectief werk van te maken.
Het is niet zo, zoals gisteren in de plenaire vergadering werd gezegd, dat ik een tegenstander ben van de VRT. Men weet bij de VRT wel beter. Ik heb een bijzonder goede verstandhouding met heel veel mensen binnen de VRT, maar men moet daar echt werk van maken. Anders gaan we met Vlaanderen op dat vlak de dieperik in.
De vraag om uitleg is afgehandeld.