Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brouns heeft het woord.
Insectenkweek is om diverse redenen een erg actueel thema, collega’s. Als ik kijk naar de dure grondstofprijzen voor diervoeder en de transitie die gemaakt wordt en nodig is in de landbouw, dan denk ik dat de insectenkweek daar een plaats in heeft.
Het is in de zoektocht naar duurzame diervoedergrondstoffen dat insecten de laatste tijd steeds meer in het vizier komen van diervoederbedrijven en onderzoekers. Ook kunnen insecten een bijdrage leveren om het tekort aan productie van eiwitten in de EU, de zogenaamde ‘protein gap’, te verkleinen door lokale productie van hoogwaardige eiwitten. Insecten zijn een veelbelovende bron van eiwitten, in het bijzonder door hun eigenschap om laagwaardige nutriënten efficiënt om te zetten in hoogwaardige grondstoffen.
Toch zijn er nog heel wat vragen en onduidelijkheden op het terrein als het om insectenkweek gaat. In dat opzicht werd een strategisch platform rond insectenkweek opgericht, waar ook de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) aan deelneemt. Bij de verwerking van frass, de dierlijke bijproducten die overblijven na het slachten van insecten – als men het al ‘slachten’ kan noemen –, kan men ervoor opteren om dit te gebruiken als bodemverbeteraar. Dit gaat gepaard met enkele procedures, waaronder het verkrijgen van een grondstoffenverklaring door de OVAM, wat vandaag de dag al mogelijk is. Tot nu toe maakt het Departement Omgeving geen deel uit van dit strategisch platform.
Lijkt het u zinvol om het Departement Omgeving mee te laten participeren in dit strategisch platform?
Hoe kunt u vanuit het beleidsdomein Omgeving insectenkwekers verder ondersteunen om hun een volwaardige plek te geven binnen de landbouwsector?
Welke mogelijkheden ziet de OVAM om de circulaire keten nog meer te sluiten bij insectenkweek?
Zijn er plannen vanuit het departement om de insectenkweek sectorale milieuvoorwaarden op te leggen?
Minister Demir heeft het woord.
Gelet op de risico’s voor zowel de volksgezondheid als de biodiversiteit meen ik dat het departement het best mee kan participeren in het strategisch platform, om de link te leggen naar bijvoorbeeld ook het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) voor aspecten van invasiviteit.
Ik meen niet dat het beleidsdomein Omgeving insectenkwekers moet steunen. Ik meen ook dat de Vlaamse Regering geen insectenkweek moet steunen voor een volledige inschatting is gemaakt van de risico’s voor de mens en de omgeving. Dat is het belangrijkste: we moeten weten wat de risico’s zijn voor we zulke projecten gaan ondersteunen. Dat lijkt me logisch.
Insectenkwekers produceren frass, een mengeling van mest, resten van voeder en resten van insecten. Deze fractie wordt in België momenteel beschouwd als een afvalstof. Er is echter recent een Europese wetgeving voor opgesteld. De OVAM doet momenteel onderzoek naar de aanwezigheid en afdoding van micro-organismen om na te gaan op welke manier deze stroom als bodemverbeteraar gebruikt zou kunnen worden in lijn met de nieuwe definitie. Duidelijke richtlijnen rond het veilig valoriseren van frass creëren een nieuwe afzetmarkt voor de insectenkwekers en een mogelijk economische meerwaarde. Waardevolle nutriënten blijven behouden in de materialenkringloop.
Insecten kunnen op zeer efficiënte wijze voedermiddelen verwerken die voor andere dieren niet mogelijk zijn, zoals verpakte stromen, mest, slecht gesorteerd groente-, fruit en tuinafval (gft) en zo verder. Insecten worden echter beschouwd als veedieren. Voor veevoeder zijn strikte voorwaarden opgelegd, die echter afgestemd zijn op klassiek vee, niet op deze nieuwe soorten. Mest of resten van verpakking zijn verboden ingrediënten. Ook keukenafval en etensresten mogen niet aan vee worden gevoederd, vanwege het risico op dierziekten. De wetgeving rond veevoeders is bovendien een federale bevoegdheid.
Het wettelijke en controlekader voor insectenkweek moet dringend verder worden uitgetekend, dus ook voor het opleggen van milieuvoorwaarden. Gelet op het open verkeer van goederen en de verspreiding van invasieve exoten moet het kader voor deze voorwaarden Europees geharmoniseerd zijn.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het potentieel van insectenkweek niet mogen onderschatten, zeker voor Vlaanderen, als we zien hoeveel soja er vandaag de dag wordt geïmporteerd. We hebben een Vlaamse eiwitstrategie en dit is een onderdeel dat daar perfect in past. We spreken hier nog niet over menselijke consumptie – daar zijn we nog niet –, maar die eiwitten die uit die larven gehaald kunnen worden, als bron voor diervoeding aanwenden, dat is volgens mij een stap die we moeten durven te zetten binnen de landbouw. Het is een heel mooi project om die nodige transitie te kunnen waarmaken. Wij voelen daar ook wel heel veel steun voor, dus ik ga ervan uit dat het draagvlak daarvoor in de toekomst kan groeien.
Het is ook belangrijk te vermelden dat dit een belangrijke schakel is in de circulaire economie, in dit geval binnen de landbouwsector. Er zijn heel wat reststromen te verwerken en insecten, bijvoorbeeld zwarte vliegen, kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Vandaag is het inderdaad zo dat we een duidelijk antwoord krijgen – maar ik denk dat het in de positieve zin aan het evolueren is – over het gebruik van keukenafval: wanneer je keukenafval als voeder gebruikt, dan mag je de eiwitten die daaruit voortkomen, niet gebruiken als diervoeding. Daarover gaat een vraag die ik aan u nog wil voorleggen: weet u of dat nu definitief is aangepast in de Europese regelgeving? Ik denk dat het daar op dat vlak in de goede richting evolueert.
Minister Demir heeft het woord.
Zoals ik eerder al zei – ik denk dat u het daar wel mee eens bent –, moeten we een inschatting maken van de risico’s voor de mens en zijn omgeving, voor we steun gaan geven. Dat lijkt me logisch. Zolang die inschatting niet gemaakt is, is het onmogelijk te zeggen dat we insectenkweek onze volledige steun geven. Dat zal eerst nog bekeken moeten worden.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik kan bevestigen dat de Vlaamse Regering ondertussen financiële steun heeft gegeven aan een concreet project. Dat is dus al positief. De steun is er dus.
Dat er nog heel wat onderzoek nodig is, spreekt voor zich, maar als je de voordelen opsomt die de insectenkweek binnen de circulaire landbouw, de landbouw van de toekomst, kan innemen, dan denk ik dat we dat echt moeten omarmen, durven te onderzoeken, ondersteunen en het kader daarvoor moeten opstellen en faciliteren. Heel wat concrete bedrijven hebben in de klassieke landbouw geen toekomst meer en zijn op zoek naar differentiatie, er is de grote CO2-voetafdruk van de import van soja, er zijn de actuele grondstofprijzen. Ik zie daar alleen maar voordelen, uiteraard als de juiste context en ondersteuning er op dat vlak zijn. Dat blijft dus onze uitdrukkelijke vraag: geef die keten een volwaardige plaats in Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.