Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Brouns heeft het woord.
Collega’s, vanaf 2026 moet de bedrijfswagen emissievrij zijn en vanaf 2029 kun je geen nieuwe diesel- of benzinewagen meer kopen. In Vlaanderen zullen er in 2030 naar schatting dan ook 900.000 tot zelfs 1,2 miljoen automobilisten moeten kunnen rekenen op een laadpaal. Dat blijft een heel grote uitdaging voor de vergroening van het wagenpark. Vlaanderen loopt voorop ten opzichte van Brussel en Wallonië, maar hinkt erg achterop in vergelijking met Nederland.
Volgens de sectorfederatie beweegt er in Vlaanderen nog te weinig op het vlak van openbare aanbestedingen en blijft een spreidingsplan voor residentiële buurten uit. De potentieelkaarten zouden ondertussen rond zijn: met enige vertraging zouden in mei de aanbestedingen starten. De sector is echter grotendeels verzadigd, met een groot tekort aan technisch geschoolde profielen en elektriciens, zo vernamen wij.
Ik heb daarom de volgende vragen, minister.
Welke timing voorziet u effectief voor de openbare aanbestedingen in uitvoering van de potentieelkaarten?
Is er volgens u voldoende capaciteit op de markt om van de openbare aanbestedingen een succes te maken?
Hebt u al contact gehad met uw collega, minister Crevits, over de krapte inzake correct geschoold personeel? Hoe willen jullie dit aanpakken?
Maakt u gebruik van buitenlandse expertise rond laadinfrastructuur, bijvoorbeeld uit Nederland? Kan de verzadiging op de Vlaamse markt verholpen worden door het aantrekken van buitenlandse expertise en bedrijven?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Brouns, voor uw vragen over onze potentieelkaarten. Wat de timing voor de openbare aanbesteding betreft, heeft de administratie mij meegedeeld dat de bestekken klaar zijn en zo snel mogelijk in de markt zullen worden gezet. Bij een vlot verloop van de procedure kan de plaatsing starten eind mei of begin juni.
Is er voldoende capaciteit op de markt om die openbare aanbestedingen tot een succes te maken? Er zijn alleszins vandaag de dag voldoende laadpaalexploitanten op de markt om de opdrachten effectief uit te voeren. We hebben ook gemerkt bij de call voor de semipublieke laadpalen dat er enorm veel interesse was, die alle verwachtingen oversteeg. We denken dus dat er wat dat betreft zeker voldoende capaciteit aanwezig is op de markt.
Ik denk dat de krapte op de arbeidsmarkt inzake technisch geschoold personeel in zijn algemeenheid geldt. Ik ben ervan overtuigd dat collega Crevits sowieso alles op alles zal zetten om daar een antwoord op te bieden. Ik zal ook te gepasten tijde met haar contact opnemen. Maar we hebben geen signalen ontvangen dat er specifiek voor de uitrol van de laadinfrastructuur, van de potentieelkaarten, een enorm probleem zou zijn. Mochten die signalen er komen, dan zullen we zeker onmiddellijk in overleg gaan met de collega’s.
Wat de buitenlandse expertise betreft: wij laten ons inzake die potentieelkaarten en de uitrol van ons CPT-plan (Clean Power for Transport) tout court begeleiden door ervaren consultants, zowel uit Vlaanderen als uit Nederland. Het bestek wordt in de markt gezet via een Europese aanbestedingsprocedure. Kortom, iedereen binnen Europa die voldoet aan de voorwaarden, kan daarop intekenen. Ik neem dus aan dat wij zeker op voldoende interesse zullen kunnen rekenen, zoals bij de andere procedures.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik denk inderdaad dat dit een heel belangrijk project is met een vrij grote omvang, dat we goed moeten voorbereiden om het op het terrein uitvoerbaar te maken. Ik heb geen bijkomende vragen.
De heer Meremans heeft het woord.
Dank aan de collega om even de volgorde te wijzigen. Ik heb een vraag: die potentieelkaarten, dat gaat over de centrumsteden. Daarover gaat het, niet?
Heel Vlaanderen.
Heel Vlaanderen? Want in de brief en in de ‘dinge’ was het enkel voor de centrumsteden, dacht ik?
De potentieelkaarten worden eerst uitgerold voor de dertien centrumsteden, en die zijn al klaar, maar we willen dat uitbreiden naar heel Vlaanderen. Er komen dus voor heel Vlaanderen potentieelkaarten.
Dat is toppie. Dat is fijn nieuws. Dat is belangrijk, want ik neem aan dat men met die potentieelkaarten gaat kijken welke potenties er zijn in een bepaalde stad of gemeente. En die uitrol, wanneer zouden we daar geraken, qua timing? Hebt u daar enig idee van?
Minister Peeters heeft het woord.
Voor die dertien centrumsteden zijn die potentieelkaarten klaar, maar men is die ook aan het uitrollen voor alle andere steden. Eigenlijk is dat een dynamische tool, moet ik zeggen. Men gaat dat bekijken: hoeveel elektrische voertuigen zijn er vandaag, en waar is er voldoende capaciteit om uit te bouwen? Dat zal ook telkens evolueren. Nu, ik dacht alleszins dat het de bedoeling was dat we nu, binnen een paar maanden tijd, die potentieelkaarten ook voor de andere steden klaar zouden hebben. Ik ga me niet vastpinnen op een datum, want dat is heel gevaarlijk, zeker als ik deadlines communiceer. Maar ik dacht wel dat het binnen korte tijd ook voor de andere steden rond zou zijn, en dat men daarvan dan gebruik kan maken om ook die bestekken of charge point operators (CPO’s) aan het werk te zetten.
Oké, dank u wel, daar ben ik blij mee.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik ben tevreden dat ik een collega blij heb gemaakt met een vraagstelling. Ik denk wel dat, wat die potentieelkaarten betreft: ‘centrumsteden’, ‘stedelijke context’, ‘het potentieel moet er zijn’, … maar het blijft toch ook heel belangrijk dat er een behoefte is in het buitengebied, dat we dat deel in Vlaanderen niet loslaten, en dat we dat meer landelijke gebied – u welbekend – ook laten meesurfen op die uitrol van de laadpalen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.