Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Ik dring nogmaals aan op bondigheid. Mevrouw Almaci, ik wil ook vragen dat u zich zou beperken tot Dierenwelzijn. Er is ook wel een link met de landbouw, maar het onderdeel Landbouw komt, dacht ik, volgende week aan bod in de commissie Landbouw.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
De vragen die ik heb ingediend, zijn allemaal vragen over dierenwelzijn. Ik heb weinig tijd om alles te zeggen. Eigenlijk is dat jammer, want ieder van ons heeft wellicht de Panoreportage over de vleeskippen gezien. Die gaf helaas een beeld waarvan we hoopten dat het stilaan minder zou worden, maar met het feit dat meer mensen kip eten, zien we dat de gezondheidsomstandigheden van die kippen, door hun slechte behandeling en de manieren waarop ze worden gekweekt, ertoe leiden dat we vandaag in onze supermarkten in België ondanks onze vooruitgang blijkbaar nog verwerkte producten van kippen met salmonella erin kunnen hebben. Dat heeft dus ook een impact op onze gezondheid. Dat heeft natuurlijk te maken met de problematiek van geïmporteerd vlees en de voedselveiligheid.
Het is duidelijk dat er een bewustwording is, bij de consument, maar ook bij supermarkten. Zo is er het Better Chicken Commitment (BCC) gekomen, maar dat gaat dus niet over verwerkt vlees. We weten dat diverse supermarkten vanaf 2026 hun Belgische kwekerijen criteria zullen opleggen die het dierenwelzijn in die kwekerijen zullen verbeteren: rassen die minder snel groeien, 40 procent meer ruimte in stallen, criteria omtrent zitstokken en piksubstraten et cetera. In heel Europa hebben al een tweehonderdtal bedrijven zich geëngageerd om zich achter het BCC te scharen. Half 2021 – het zal u wel zijn opgevallen – heeft ook GAIA actie gevoerd, onder de noemer ‘kiplekker’, om de leefomstandigheden van vleeskippen aan te klagen.
Minister, ik heb een aantal vragen specifiek naar aanleiding van het BCC en de reportage van Pano. Ik ga ervan uit dat u het BCC kent, maar wat is uw positie met betrekking tot de mazen die er toch wel blijken te zijn in dat commitment? Ik ga ervan uit dat u de omslag tegen 2026 steunt, maar zou toch willen horen of u dat steunt op de manier zoals het nu is of naar een verdere verfijning wilt gaan. Zo ja, op welke manier?
Zijn er initiatieven vanuit Dierenwelzijn om het welzijn van vleeskippen in kipkwekerijen verder te verbeteren? Bijvoorbeeld Nederland gaat verder dan het BCC. Verwerkt kippenvlees valt niet onder de BCC-regels. Wil u ter zake zelf op een of andere manier ambitieuzer zijn en er mee voor zorgen dat ook verwerkt vlees op eenzelfde manier zal worden gekweekt? Dat is dan niet alleen een aspect van dierenwelzijn, dat kan ook een impact op onze gezondheid hebben. Bijvoorbeeld het risico op salmonella vermindert.
Er is natuurlijk een sterke link met een andere dierenwelzijnsproblematiek die de jongste jaren zeer sterk de kop opsteekt, namelijk die inzake de kalkoenkwekerijen. Normaal gezien had er vorig jaar een advies van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn moeten zijn gekomen rond de normen voor kalkoenkwekerijen. Dat is uitgesteld naar dit jaar. Kunt u een zicht geven op de timing daarvan? Ook wat dat betreft, komen er immers steeds meer heel veel schrijnende verhalen naar boven.
Ten slotte heb ik nog een belangrijke vraag. Wij hebben een voorstel van resolutie gemaakt met een voorzet voor de codex dierenwelzijn, waarbij we vertrekken van het uitgangspunt van het natuurlijk gedrag van dieren. Specifiek met betrekking tot kippenkwekerijen is dat een zeer grote problematiek. Bent u bereid om dat als uitgangspunt te nemen in de benadering van de pluimveehouderij voor de rest van dit land? Waarom wel of niet?
Minister Weyts heeft het woord.
Ja, ik ken natuurlijk wel het Better Chicken Commitment. Dat is een document, opgesteld door een aantal Europese dierenwelzijnsorganisaties met een reeks van voorwaarden om vleeskippen een beter leven te geven. Retailers en bedrijven uit de voedingsindustrie kunnen dat document onderschrijven, waarbij ze zich ook engageren om hun producenten of hun productie om te schakelen tegen 2026. Het is een vreugde om vast te stellen dat een groot aantal bedrijven, ook Vlaamse, zich daarbij hebben aangesloten. Het belangrijkste element van dit Commitment is de verlaagde bezettingsgraad. Dat wordt uitgedrukt in aantal kilogram per vierkante meter ten opzichte van wat nu gangbaar is. Het gaat dan om een maximum van 30 kilogram per vierkante meter ten opzichte van het huidige wettelijke maximum, dat wordt bepaald op 42 kilogram per vierkante meter. Dat zal natuurlijk ook een impact hebben op het inkomen van de vleeskippenhouders, want zij zullen dan in hun stallen veel minder kippen kunnen vetmesten.
Dit Commitment kan een beduidende stap voorwaarts betekenen voor het welzijn van vleeskippen. Ik juich deze ontwikkeling ten zeerste toe. Het is een Europees initiatief, voor alle duidelijkheid, en dat maakt dat ik in het kader van de herziening van de Europese Vleeskippenrichtlijn, die dateert van 2007, ook aandring op een verscherping van de huidige normen. En daar kan het BCC natuurlijk richtinggevend zijn.
Ondertussen neem ik het Europees initiatief voor een verbetering van de dierenwelzijnsomstandigheden in de veehouderij. Samen met de collega’s van Nederland, Duitsland, Zweden en Denemarken hebben wij de zogenaamde Vughtgroep opgericht. Daarbij hebben wij ook de Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, mevrouw Kyriakides, een non-paper gezonden met onze verwachtingen voor nieuwe welzijnsregels voor landbouwdieren, waaronder ook kippen, en dan zowel vlees- als legkippen en kalkoenen, en gezelschapsdieren. We hebben van haar ook al een antwoord ontvangen, waarin ze laat weten niet na te laten daarmee rekening te houden bij de komende revisie van de dierenwelzijnswetgeving. Dus dat is al een positief elementje.
Ondertussen blijven wij zelf initiatieven nemen. Ik heb ook ondertussen een nog lopende studie laten uitvoeren over het vangen van kippen, om te zien wat verbeteringen op het vlak van dierenwelzijn daar kunnen betekenen. Ook zijn we bezig met de creatie van een Vlaams dierenwelzijnslabel, dat natuurlijk ruimer is opgevat dan enkel het welzijn van kippen. Wat betreft de kalkoenen, dat is een ‘work in progress’. De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn is nog bezig met het advies.
En wat betreft de codex, daar hoop ik snel naar de Vlaamse Regering te kunnen gaan met een voorontwerp. Ik heb mij daarin laten begeleiden door extern advies en ik hoop medio dit jaar naar jullie te kunnen komen – en hopelijk dan ook in de schoot van de Vlaamse Regering – met een concreet en goed voorontwerp.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord.
Ik weet dat er binnenkort een herziening gaat komen in Europa over de verstrenging van de normen. Het BCC zelf komt bij ons in 2026. Maar mijn vraag ging natuurlijk over de problematiek die in Pano heel erg belicht is, namelijk dat ondertussen, terwijl supermarkten zeggen dat zij zich achter het BCC scharen en geen vlees zullen verkopen van kippen dat niet onder die normen valt, het verwerkte vlees daar niet onder valt. En in Nederland heeft men dat al erkend en gaat men dus verder dan het BCC-systeem.
Ik denk dat het belangrijk is dat we de vooruitgang blijvend stimuleren. Maar natuurlijk moeten ondertussen ook wel de mazen gesloten worden. En mijn vraag aan u was of u gaat ijveren om dat te doen in dit BCC-systeem, vanaf nu tot 2026. De consumenten die die beelden hebben gezien zullen het, zoals mijn zoon van 14, een heel choquerende reportage hebben gevonden. We weten dat de levenscyclus van een kip in zo’n intensieve veehouderij niet evident is. Het begint al bij het seksen van de kuikens, waarbij de haantjes worden vernietigd door ze te shredden. Het gaat dan om die snelle update, waarbij dieren door hun poten zakken, wegens veel te snel en veel te dik. De term plofkip zegt het ook: kreupele dieren. En dan tenslotte de badwatermethode van de slacht waarvan heel duidelijk is, zoals de dieren spartelen, dat ze heel vaak nauwelijks gedood zijn, of veel te slecht gedood zijn, et cetera, dat er alternatieven mogelijk zijn.
En er is vooruitgang. Er is ook wil om vooruit te gaan. En bij onze kippenhouders zijn er ook normen die verder gaan dan wat er elders in Europa wordt gedaan. Maar natuurlijk is het dweilen met de kraan open als door de mazen in de wetgeving ondertussen verwerkt vlees, onder veel minder hygiënische omstandigheden gekweekt en in dit geval met veel minder dierenwelzijn, toch nog in de supermarkten is te verkrijgen. Terwijl de consument denkt dat we hier toch normen hebben en ziet dat dat een effect heeft op de prijs. Wij willen een betere prijs voor die dieren, voor diegenen die de dieren in betere omstandigheden opkweken. Ik ben al lang vragende partij voor het label. Dat staat ook in ons voorstel van resolutie. Daar wordt al jaren gewag van gemaakt. Dat is er helaas nog altijd niet. Ik hoop dat het er in ieder geval is voor 2026, want anders hebben we er drie legislaturen voor nodig.
Maar mijn specifieke vraag aan u is: hoe gaat u concreet met die mazen in het BCC omgaan? Gaat u daar actie rond ondernemen door met stakeholders aan tafel te zitten? Want het is zowel voor de gezondheid als voor het dierenwelzijn als voor de prijs die de kwekers hier krijgen een groot probleem. En je gaat, vanwege winststreven, een shift krijgen naar steeds meer verwerkt vlees, waarvan de consument niet meer weet in welke omstandigheden die kippen al dan niet zijn grootgebracht. Dat is dus nog een specifieke vraag die ik aan u wil stellen.
En ik had ook een vraag gesteld over de kalkoenkwekerijen, waarvan we weten dat er echt wel grote problematieken zijn, over het advies. Wanneer u denkt dat u dat naar hier kan brengen? Want eigenlijk was dat vorig jaar voorzien. Is dat in de komende weken, is dat in de komende maanden? Hoe ziet u de timing daarvan?
Dus, graag een beetje meer duidelijkheid over de verschillende tijdsschema’s in verband met dierenwelzijn en het advies over de kalkoenkwekerijen, maar ook over hoe u met die mazen in de BCC-wetgeving gaat omgaan, meer specifiek rond de kippenkwekerijen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik ga het heel kort houden, want ik heb begrepen dat u ergens anders naartoe moet.
Het waren inderdaad choquerende beelden. Maar ik ben zelf ook een positief ingesteld persoon, dus ik zou willen vragen, minister, om de good practices die toch ook aan bod kwamen in die Panoreportages, zeker ook te willen meenemen en verder te promoten. Dat zou ik specifiek echt willen vragen.
Verder, minister, ben ik tevreden met uw antwoord wat betreft de vervolgtrajecten. Wat betreft het salmonellaprobleem, dat is natuurlijk een voedselveiligheidprobleem, dat de nodige opvolging vraagt. Mijn collega’s zijn daar ondertussen ook mee bezig, om daar de nodige vragen aan de betrokkenen te stellen, om daar ook te remediëren. Maar ik denk inderdaad, minister, dat in deze regering toch de nodige aandacht moet worden besteed aan deze good practices. Het staat ook zo in het regeerakkoord, vandaar dat we daar extra aandacht voor vragen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord. Kan het ook bondig?
Ik ga het bondig proberen te doen, voorzitter, maar ik wil toch even tussenkomen, aangezien ik over dezelfde thematiek inderdaad ook een vraag heb gesteld aan beide ministers, zijnde minister Weyts en minister Crevits.
En u haalt inderdaad aan vandaag enkel het thema dierenwelzijn te belichten, maar natuurlijk is de thematiek wel verweven. Beide komen heel nauw met elkaar in aanraking. Ik denk dat ook duidelijk naar boven is gekomen dat Vlaanderen in dezen toch ook wel fier mag zijn op heel wat praktijken. Ik hoop dat dat ook in beeld wordt gebracht en dat we daar de focus op houden, om zoals collega De Vroe ook stelt, vooruitgang te kunnen boeken. Maar als er effectief meer dierenwelzijnsregels worden onderzocht, en dat is altijd interessant, moeten we altijd nagaan op welke manier we dat kunnen bewerkstelligen. En dan is het belangrijk dat de dierhouder daar ook de nodige ondersteuning vindt en dat in een goede verstandhouding kan realiseren en waarmaken. En dan moet ik stellen dat ik het toch ook heel sterk betreur dat supermarkten enerzijds zeggen: ‘Wij gaan extra voorwaarden opleggen.’ Als dat wetenschappelijk onderbouwd is en goed voor het dier, dan is het interessant om die piste verder mee in te zetten. Maar omgekeerd zou ik sterk betreuren dat in de reclame met diezelfde producten, zijnde kip en andere voedingswaren, de prijzenoorlog wordt aangegaan en de landbouwer niet de ondersteuning krijgt om dit te realiseren. En ik denk dat we dan de verkeerde kant uitgaan. In die zin, minister, heb ik begrepen dat u een aantal onderzoeken heeft lopen, dat u ook een aantal voorstellen hebt gedaan op Europees niveau – en het interesseert mij te vernemen over welke voorstellen het gaat – maar mijn vraag is in welke mate u ook in dit hele traject in overleg gaat met de landbouwsector en de minister van Landbouw.
De andere vragen zal ik dan, hoop ik, volgende week kunnen stellen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Minister, ik had ook nog een korte vraag.
U hebt een hele reeks opsommingen gedaan van dingen die in de pijplijn zitten, studies die u aan het doen bent, maar wat gaat u daadwerkelijk doen, op korte termijn, om het dierenwelzijn in de kippenkwekerijen te verbeteren? Gaat u meer inzetten op controles? Want ik denk toch dat hoe meer we controleren en de kippenkwekerijen die zich niet houden aan de dierenwelzijnswetgeving daarop wijzen, hoe sneller we tot een beter dierenwelzijn kunnen komen in die kippenkwekerijen.
En dan, net als collega Almaci, zou ik graag weten wanneer het advies van de Raad voor Dierenwelzijn over de vormen van de kalkoenkwekerijen beschikbaar is, want ik heb begrepen dat dat op dit moment uitgesteld is.
Minister Weyts heeft het woord.
Er worden hier wat zaken met elkaar vermengd en door elkaar gehaald. De problematiek van BCC, Better Chicken Commitment, gaat over vleeskippen. Vervolgens wordt gevraagd: wat met de problematiek van haantjes? De problematiek van haantjes situeert zich natuurlijk niet bij vleeskippen, maar bij legkippen. Ook als het gaat om verwijzingen naar het regeerakkoord: het engagement dat in het regeerakkoord staat, als het over de kooisystemen gaat, gaat uitdrukkelijk over legkippen, niet over vleeskippen.
Vervolgens wordt ook gevraagd dat ik zou ingrijpen in de mazen in het net ten aanzien van het Better Chicken Commitment. Maar dit is geen overheidsinitiatief, het is een initiatief van ngo’s, van dierenwelzijnsorganisaties. Het is geen overheidsinitiatief, en dan kan ik daar ook niet op ingrijpen om mazen te gaan dichten. Mevrouw Almaci zei ook dat men in Nederland wel heeft ingegrepen, maar ook dat is niet waar. In Nederland hebben de supermarktketens aangekondigd om de standaardkip niet meer te verkopen, maar over te schakelen op labelkippen, die minder snel, minder explosief groeien, die meer ruimte krijgen en meer verrijking. Dat initiatief is niet door de overheid genomen, maar door de retail, samen met andere vertegenwoordigers van de keten.
Wat wij in Vlaanderen wel doen, van overheidswege, is proberen een dierenwelzijnslabel op poten te zetten. En dat heeft heel wat voeten in de aarde. De gesprekken en acties lopen daar nog. Daarbij willen we zelf van overheidswege initiatief nemen tot zo’n label, waarbij we de consument ook de keuze bieden om te kiezen voor vleeswaren die worden geproduceerd met meer en strengere normen over dierenwelzijn.
Verder is er dan, heel specifiek op Europees niveau, de Vleeskippenrichtlijn, waarbij we samen met de collega’s van de Vughtgroep, dus Nederland, Duitsland, Zweden en Denemarken, echt aan één zeel proberen te trekken om er inzake dierenwelzijn het maximaal mogelijke te kunnen uit halen. Ook op dat vlak zijn we een voortrekker in Europa.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik stel vast dat ik op twee vragen – één, wanneer we uitzicht krijgen op het label en twee, wanneer we uitzicht krijgen op het advies rond kalkoen – geen antwoord heb gekregen. Ik vind dat eigenlijk niet kunnen. Ik betreur dat.
Want, minister, als ik u vraag om de mazen in het net aan te pakken, kan het niet zijn dat dierenwelzijnsorganisaties de aanjager moeten zijn van het dierenwelzijnsbeleid. Als we vaststellen dat er vandaag een Better Chicken Commitment is, dankzij heel veel engagement van mensen in de sector en de dierenwelzijnsorganisaties om het leven van een kip in de intensieve veehouderij beter te maken, en er wordt vastgesteld dat dat niet sluitend is, dat dat een invloed heeft op de gezondheid van mensen en ook op de levensstandaard van boeren bij ons die wel hun best doen, dan zou ik toch wel mogen hopen dat de minister van Dierenwelzijn zich daar mee achter schaart en zegt: ‘Ik ga dat actief vastpakken, tot 2026.’ En ja, we kunnen naar boven kijken, we kunnen naar andere kanten kijken, we kunnen verwachten dat dierenwelzijnsorganisaties dat verder alleen doen. Ik vind dat na een reportage als die in Pano eigenlijk een bijzonder laconieke en zeer luie houding. Het spijt me om het zo te moeten zeggen.
Natuurlijk is het belangrijk om good practices naar voor te brengen. Ik blijf benadrukken dat ik hoop dat u als minister van dierenwelzijn in uw codex zult uitgaan van het belang van natuurlijk gedrag. In Nederland gaat men daar inderdaad spontaan met de supermarkten mee verder. Maar u hebt aangekondigd dat u werk ging maken van een dierenwelzijnslabel voor vlees. Daaronder ook, uiteraard, kippenvlees. Als dat ook verwerkt vlees zou bevatten en indien we nu zouden weten dat dat er dit jaar komt, dan heb je niet continu de producenten nodig, samen met dierenwelzijnsorganisaties, die zitten te zoeken naar de manier waarop ze de consument een handvat kunnen geven. Want heel veel consumenten willen niet in een situatie terechtkomen waarin ze bewust diervriendelijker gekweekt kippenvlees willen kopen maar niet zeker zijn of de worst die ze kopen ook op die manier gekweekt is. En het is eigenlijk niet correct om hen daar aan hun lot over te laten. Hetzelfde met het advies voor de kalkoenkwekerijen, waar de problematiek ook zeer groot is.
Wanneer het ging over de levenscyclus van kippen in de intensieve veehouderij, zijn er experten die, naar aanleiding van de Panoreportage, hebben aangegeven dat de kippenindustrie het grootste dierenwelzijnsprobleem ter wereld stelt, gewoon vanwege de aantallen. 300 miljoen vleeskippen per jaar bij ons, 800.000 per dag, 500 per minuut: dat zijn aantallen om van te duizelen. Dus ja, wij moeten aandacht hebben voor heel die cyclus.
En nu heb ik u specifiek gevraagd naar één element, vanwege die reportage, die niets aan de verbeelding overliet. Ik hoop dat er daar wat meer actie komt en dat ik toch nog een antwoord kan krijgen – ik vraag dat eigenlijk heel formeel – op twee fundamentele vragen die ik heb gesteld, in de vraag die ik schriftelijk heb ingediend: over het advies rond de kalkoenkwekerijen, waar de problematieken zeer groot zijn, en wanneer we dan op zijn minst dat label, dat nu al jaren wordt aangekondigd, kunnen verwachten. Want als dat er niet is, dan verwacht ik wel actie van u om de mazen in het net rond de spontane initiatieven actief mee te sluiten. Dat lijkt me maar logisch.
De vraag om uitleg is afgehandeld.