Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord
Minister, om de Europese natuurinstandhoudingsdoelstellingen te bereiken en onze bodemintegriteit te beschermen zullen we ook in het Belgische deel van de Noordzee zones moeten aanduiden waar visserijbeperkende maatregelen zullen gelden. Er zal dus de facto een verbod op bodemberoerende visserijactiviteiten gelden. In het huidige Marien Ruimtelijk Plan zijn er reeds drie zoekzones aangeduid waarbinnen er concrete deelgebieden zullen moeten worden gekozen.
De dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu – het federale niveau dus – houdt de pen vast en stemt hierover uiteraard af met het Vlaamse Gewest.
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) heeft daarover op 29 oktober een advies gegeven en een aantal bezorgdheden geuit. In de drie zoekzones die nu aangeduid zijn in het Marien Ruimtelijk Plan en het voorkeurscenario dat daarin vervat is, zullen er in een stuk van de driemijlszone visserijbeperkende maatregelen worden uitgevaardigd, waardoor er de facto een verbod op bodemberoerende visserijactiviteiten zal gelden. Dat zal een impact hebben op de Vlaamse kustvisserij en die zelfs in het gedrang brengen.
De SALV dringt erop aan om drie dingen te doen en hoopt op een bijsturing. Indien de afbakening van de gebieden tot bescherming van de bodemintegriteit de verplaatsing van andere activiteiten vergt los van de visserij zoals energiewinning op zee en maricultuur, worden die activiteiten bij voorkeur dan niet ingepland binnen de driemijlszone. De SALV vraagt in de eerste plaats om de driemijlszones maximaal te vrijwaren voor de Vlaamse kustvisserij. Ten slotte vraagt de SALV om ervoor te zorgen dat de vissersvaartuigen de zones met visserijmaatregelen mogen blijven doorkruisen en dus niet te zorgen voor omleidingen van vaarroutes.
Minister, wat is de rol van het Vlaamse Gewest in deze procedure? Is de inbreng vanuit Vlaanderen veeleer adviserend dan wel mede beslissend? Welke standpunten heeft het Vlaamse Gewest op heden in deze procedure ingenomen? Hoe kijkt u naar het advies van de SALV? Deelt u de bezorgdheden en de vragen van de SALV om de Vlaamse kustvisserij te behoeden? In welke mate kunt u met die bezorgdheden aan de slag en kunt u ze meenemen in een verdere afstemming met de federale overheid? Hebt u al de mogelijkheid gehad om dit aan te kaarten en zo ja, wat was de reactie van de federale overheid daarop?
Minister, in dit kader worden er beperkende maatregelen voorbereid voor andere sectoren... (onverstaanbaar)
Ik ben dan ook geïnteresseerd in sectoren zoals aquacultuur. Zijn er daar gevolgen en zullen we daar in de toekomst verder rekening mee moeten houden?
Mevrouw Coudyser, op het einde van uw vraag om uitleg viel u even weg. Ik neem aan dat het te maken heeft met uw richting ten aanzien van de microfoon. Misschien kunt u daar straks even aandacht aan besteden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Coudyser, de Vlaamse overheid neemt op dit ogenblik een adviserende en een faciliterende rol op om de bezorgdheden en de belangen van de verschillende Vlaamse stakeholders op te lijsten en kenbaar te maken bij onze federale vrienden. Binnen de taskforce van het convenant werd vorige vrijdag 26 november een overleg georganiseerd.
De federale overheid heeft hier een bijgewerkt voorstel gelanceerd aan de verschillende leden van de taskforce. Ze hebben dat voorstel dan aangevuld met een vertegenwoordiger van stad Nieuwpoort en de Vlaamse Visveiling. Dat was al het derde overlegmoment met de federale overheid en de stakeholders, waarbij wij als Vlaamse overheid faciliterend optreden.
Het vastleggen van visserijbeperkende maatregelen in bepaalde zones moet uiteindelijk ook voorgelegd worden aan de Europese Commissie. Dat voorstel wordt besproken binnen de Scheveningen Groep. Binnen die groep gaan verschillende lidstaten een beslissende stem hebben. Voor België valt deze bevoegdheid onder mijn administratie, het Departement Landbouw en Visserij.
Dat departement heeft op 21 september een schrijven gericht aan de dienst Marien Milieu van de FOD Leefmilieu waarin ze onder meer volgende elementen aanhalen: ten eerste, de vraag tot het verminderen van de impact op de kustvisserij en de garnaalvisserij. Ten tweede is er de vaststelling dat de totale oppervlakte waar visserij wordt uitgesloten veel groter is dan 285 vierkante kilometer. Dat komt door de zones die omwille van andere doeleinden al uitgesloten zijn voor visserij. Ten derde is er ook nood aan flankerende maatregelen en een vraag tot graduele invoering.
Die vragen en standpunten zijn herhaald en toegelicht in het overleg van afgelopen vrijdag. Daar is nogmaals gepleit voor een doorgedreven overleg met de betrokken kustvissers en hun vertegenwoordigers om oplossingen te zoeken voor een aantal knelpunten.
De specifieke zones voor aquacultuur en energieproductie liggen vast in het Marien Ruimtelijk Plan 2020-2026. Die sectoren ondervinden geen nadeel van visserijbeperkende maatregelen in de vastgelegde zoekzones. Hierdoor zijn er eigenlijk voor die sectoren momenteel geen acties nodig.
Ik deel de bezorgdheden die in het advies van de SALV zijn opgenomen, in het bijzonder met betrekking tot het zoveel mogelijk vrijwaren van de driemijlszone van visserijbeperkende maatregelen en het behoud van een mogelijke doorvaart voor vissersvaartuigen in de zones met visserijbeperkende maatregelen.
Ten slotte, voor uw vijfde vraag: bij het bepalen van de zones voor bescherming van de bodemintegriteit, is er op dit ogenblik niets bekend rond beperkende maatregelen voor andere sectoren zoals de aquacultuur.
Collega’s, dit is een voorlopige stand van zaken, die dus nog verder aangevuld moet worden.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik begrijp dat in elk geval twee van de drie vragen van de SALV u nauw aan het hart liggen en dat we zo maximaal mogelijk de kustvisserij moeten vrijwaren, en dat we ook moeten zorgen dat er geen overschrijdingen zijn van de vaarroutes. Er wordt, op de verschillende plaatsen waar het nodig is, overleg over gepleegd. Het wordt aangegeven aan het federale niveau en er wordt ook gevraagd om zoveel mogelijk te overleggen met onder andere de kustvisserijsector. … (onverstaanbaar)… dat iedereen die daar aan tafel zit voldoende expertise en ervaring heeft om effectief een aantal zaken te kunnen bespreken en voor te leggen.
Ik heb nog twee vragen.
Tegen uiterlijk wanneer is het voorzien om die vereiste 'joint recommendation' afgerond te hebben? Is er een wettelijk voorgeschreven einddatum? Zo lang daar geen compromis of geen definitieve afspraken rond zijn, kan er verder onderhandeld worden.
Als ik het goed begrepen heb, wordt het besproken in de Scheveningen Groep, waarbij Vlaanderen de beslissende bevoegdheid heeft. Begrijp ik dat goed? Of kan ik vragen of die Scheveningen Groep dan ook al overleg gehad heeft met de Europese Commissie zelf? En hoe reageert de Europese Commissie dan op de aandachtspunten die we nu naar voren schuiven?
De heer Tommelein heeft het woord.
Goedemorgen allemaal, vanuit de stad aan zee waar vis uiteraard heel belangrijk is, net als in uw mooie gemeente, nietwaar mevrouw Coudyser?
Ik wil me aansluiten bij de tussenkomst van collega Coudyser, omdat het SALV-advies dat op 29 oktober werd uitgebracht inderdaad enkele interessante aandachtspunten bevat, die het verdienen om ingebracht te worden in besprekingen tussen enerzijds het Vlaamse Gewest en anderzijds de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, die hier de pen vasthoudt. Het advies stelt concreet voor om de driemijlszone maximaal te vrijwaren van visserijbeperkende maatregelen zonder de primaire focus op het bereiken van de doelstellingen voor bodemintegriteit en natuurherstel uit het oog te verliezen. Tevens wordt gepleit voor een permanente corridor voor de kust van Nieuwpoort, die kustvissersvaartuigen toelaat al vissend tussen de Oost- en Westkust te bewegen.
Een andere opvallende aanbeveling is die voor het behoud van de mogelijkheid tot doorvaart voor vissersvaartuigen binnen de zones met visserijmaatregelen. Ik zou hierop willen focussen, minister, omdat dit belangrijk is voor onze visserij. We weten dat de Noordzee ter hoogte van onze kust eigenlijk is zoals Vlaanderen zelf: klein, druk bevraagd vanuit verschillende hoeken en met een intens druk verkeer. Dat zorgt ervoor dat het marien plan een moeilijke evenwichtsoefening is. Ik wil dan ook pleiten voor een zeer goed overleg met de bevoegde federale overheid.
Bijzondere aandacht hier verdient ook de aquacultuur. We hebben in dit parlement, samen met collega Coudyser, collega Dochy en anderen, een resolutie goedgekeurd die in grote mate de ambitie uitsprak om die offshore aquacultuur – of marecultuur – kansen te geven. Ik vraag me dan ook af, minister, hoe de ambities inzake offshore aquacultuur of marecultuur zich verhouden tot dit SALV-advies. Hoe komt het in feite dat een advies over duurzame kustvisserij geen enkele, maar dan ook geen enkele, uitspraak doet over de ontwikkeling van deze toch wel belangrijke aquacultuursector?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vragen. Collega Coudyser, het overleg met de Schevingen Groep zal eerst informeel opgestart worden vooraleer met de formele procedure met Europa te starten.
Collega Tommelein, er zal door mijn diensten en de Rederscentrale sowieso met de kustvissers bekeken worden hoe breed een corridor minstens moet zijn om vissen zonder netten op te halen in die driemijlszone en een doortocht te hebben van de Westkust naar de Oostkust. Dat is een heel belangrijke opmerking. Dit zal ook besproken worden met de federale collega’s. Wat uw opmerking over aquacultuur betreft: men meldt mij dat het gaat om visserijbeperkende maatregelen die de voor aquacultuur voorbehouden zones niet treffen. Dat is de reden waarom men er niets over zegt. Maar ik neem dit mee en zal dit later bespreken.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal de kustvisserij en de vaarroutes willen vrijwaren. Het is dus goed dat we dit met zoveel mogelijk mensen onder de aandacht brengen, in eerste instantie op het federale niveau en later bij de Europese Commissie. Dit wordt in elk geval vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.