Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Voorzitter, minister, aan het begin van de Week van het Bos, die liep van 10 tot 17 oktober 2021, raakte bekend dat u samen met uw collega Demir 2 miljoen euro vrijmaakt voor extra groen en bomen in de Vlaamse Rand. Het gaat om een oppervlakte van 35 hectare en 22.000 bomen verdeeld over negen verschillende groene projecten in de Vlaamse Rand. De focus van deze verschillende projecten ligt op toegankelijk groen waar inwoners en bezoekers van de Vlaamse Rand effectief gebruik van kunnen maken.
Het is niet de eerste keer deze legislatuur dat er fors wordt geïnvesteerd in toegankelijk groen in de Vlaamse Rand. Zo werd eerder dit jaar nog door de gemeente Asse, het Vlaamse Randfonds en de Vlaamse Milieumaatschappij 40 hectare van het Kravaalbos in en rond Asse aangekocht en toegankelijk gemaakt en was de focus op groen van bij de start een van de speerpunten van uw Vlaamse Randbeleid. Dat is meer dan terecht: de Vlaamse Rand staat onder druk van de toenemende urbanisering en zet de groene ruimte onder druk en de inwoners verwachten ook inspanningen om het groene karakter te beschermen.
Minister, op welke manier wordt verzekerd dat nieuw groen toegankelijk is voor inwoners en bezoekers van de Vlaamse Rand?
Op welke manier zal gezorgd worden dat deze nieuwe gebieden bekend worden bij het brede publiek? Zal hiervoor worden samengewerkt met de betrokken lokale besturen?
Minister Weyts heeft het woord. (Minister Ben Weyts begint aan zijn antwoord op de vraag om uitleg, maar na enkele minuten treedt er een internetprobleem op. De voorzitter schorst daarop de vergadering gedurende vijftien minuten.)
Collega's, het internetprobleem is intussen opgelost.
Minister, mijn verontschuldigingen, maar zou u opnieuw kunnen starten met uw antwoord op de vraag om uitleg?
Ja, we zullen nog eens proberen.
De twee essentiële doelstellingen van ons Vlaamse Randbeleid zijn enerzijds het Vlaamse karakter bewaren en versterken en anderzijds ook het groene karakter van de Rand in de verf zetten en een duwtje in de rug geven. Wat het groene aspect betreft, heb ik vooral de ambitie om ervoor te zorgen dat we een beetje afstappen van de vroegere, veeleer defensieve positie, waarbij het initieel altijd de doelstelling was om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk van ons groene karakter konden behouden. Nu wil ik een sprong vooruit maken, waarbij het onze ambitie moet zijn om niet zomaar te bewaren wat we hebben, maar om te zorgen voor meer groen in de Vlaamse Rand. We stappen dus af van een defensieve houding en schakelen over naar een meer offensieve, assertieve houding. We willen onze Vlaamse Rand nog groener maken dan hij vandaag al is.
Daarvoor hebben we gelukkig het Randfonds tot onze beschikking, dat we ook voor deze doelstellingen hebben aangeboord. We krijgen dus op regelmatige basis extra financiële middelen die we specifiek kunnen inzetten voor de Vlaamse Rand en zelfs bij uitbreiding ook voor Halle-Vilvoorde. In dezen hebben we bijna 2 miljoen euro vrijgemaakt voor negen vergroeningsprojecten in de Vlaamse Rand en even daarbuiten. We proberen er ook voor te zorgen dat voor elke euro die wij erin steken, andere partners er ook nog een euro bij doen. Dat zijn dus private partners en publieke partners, maar evengoed ook mijn collega van Leefmilieu, minister Demir, die ook een duit in het zakje heeft gedaan. De helft is dus gedragen door het Randfonds, de andere helft door het Agentschap voor Natuur en Bos.
We hebben gewerkt met een projectoproep Groene Rand. Het is de tweede keer dat we dat doen. Bij de vorige projectoproep hebben we 3,5 miljoen euro geïnvesteerd in 24 projecten. Nu gaat het om 9 projecten. Van die 9 projecten liggen er 7 in de Vlaamse Rand en 2 in de rest van Halle-Vilvoorde. Heel concreet gaat het in de Vlaamse Rand om Drogenbos, Dilbeek, Beersel, Vilvoorde, Hoeilaart en 2 projecten in Zaventem. En buiten de klassieke Vlaamse Rand is er een investering in vergroening in Affligem en in Halle.
De oproep stond open voor publieke en private partners, dus zowel voor lokale besturen, OCMW’s en intercommunales als voor private partners, zoals verenigingen als Natuurpunt. Vroeger was er een minimumvoorwaarde voor de aankoop van gronden. Aanvankelijk keken we in eerste instantie naar de grotere projecten. Maar we hebben natuurlijk niet de luxe om in de Vlaamse Rand onze scope te beperken tot bijvoorbeeld projecten die enkele hectaren groot zijn. Neen, we willen ook het kleine koesteren. Ook kleine stukken grond bebossen kan interessant zijn voor de Rand, vandaar dat we die minimumvoorwaarde hebben aangepast.
Wat wel essentieel is, is dat de nieuwe groene zones toegankelijk zijn voor burgers. Er is een toegankelijkheidsregeling. Dat is een absolute voorwaarde om ondersteund te worden. We gaan er natuurlijk ook voor zorgen dat die zones bekendgemaakt worden. We hebben nu wel al wat media-aandacht gegenereerd, maar ik denk dat het belangrijkste is om op het moment van de opening ervoor te zorgen dat het publiek zich bewust wordt van de nieuwe vergroeningsprojecten.
We willen met dit project 22.000 bomen realiseren, als toegankelijk groen in de Vlaamse Rand. Dat is natuurlijk een raming. Dat is de grootteorde.
Ik maak een totaalsom. De eerste projectoproep Groene Rand van 2020 leverde 45.896 bomen op in de Vlaamse Rand. Ook in 2020 kwamen er 7874 bomen bij naar aanleiding van De Gordel. We hebben voor elke geregistreerde deelnemer een boom geplant. Het project dat ik net toegelicht heb, omvat 22.000 bomen. Bij de laatste Gordel hebben we hetzelfde principe gehuldigd, wat 15.000 bomen opleverde. Tot slot hebben we nog een specifiek educatief boomplantproject samen met de scholen. De ambitie is om 5000 bomen te planten. Dat is iets bescheidener, we scheppen kleine groene ruimtes. We komen dus tot meer dan 95.000 bomen die we al geplant hebben of zullen planten in de Vlaamse Rand of even daarbuiten, in Halle-Vilvoorde. Dankzij het Randfonds gaan we over van een defensieve naar een assertieve vergroeningspolitiek.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Meer dan 95.000 bomen sinds het begin van deze legislatuur, dat is niet min. Ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor uw inspanningen. We hebben het hier al vaker gezegd, onze regio snakt naar meer toegankelijk groen. We hebben te kampen met verstedelijking, veel aaneengesloten gebieden en dergelijke. Die extra groene ruimtes en extra bomen worden gesmaakt. Ik merk ook het enthousiasme bij de lokale besturen om mee te doen. Dat is een goede zaak. Vorig jaar waren er voor 3,5 miljoen euro groenprojecten, dit jaar voor 2 miljoen euro. Dat is iets minder maar nog altijd een mooi bedrag en mooie projecten.
Het is ook goed dat u de aandacht legt op de toegankelijkheid van die groene ruimtes. Daar snakken de inwoners dus naar: dat ze er effectief van kunnen genieten. Het wordt echt gesmaakt, het enthousiasme is hoog. De brede bevolking juicht dit soort projecten toe. Net daarvoor hebben we dat Randfonds. U zei het net, door het Randfonds kunnen we daar een multiplicator op zetten. Dat was in de vorige legislatuur niet het geval, groen en Vlaams vormden altijd de lijn in uw beleid, maar met het Randfonds kunnen we die extra zaken doen of die multiplicator zetten op het beleid in de Rand.
De oppositie probeert dikwijls allerlei thema’s in dit Randfonds te duwen om mee aan te pakken, zelfs federale thema’s, zoals we in de vorige commissie vaststelden. U weet gelukkig beter dan dat, u doet met die middelen exact daar een inspanning waar de nood het hoogst is, en dat is in dat groen en Vlaams karakter.
U krijgt ook dikwijls de kritiek dat die middelen naar de Rand gaan, terwijl Halle-Vilvoorde dezelfde problemen heeft. Ook hier toont u weer aan dat u breder gaat, dat u bereid bent om breder te gaan. Er worden twee projecten goedgekeurd buiten de negentien gemeenten. Lokale besturen of private organisaties hebben zelf een project ingediend en dat werd aanvaard. Dat is positief, we mogen dat benadrukken. Ze moeten een dossier indienen en dat wordt uiteraard beloond.
Ik heb geen bijkomende vragen, minister, ik wil u gewoon vragen om de ingeslagen weg zeker te blijven volgen.
De heer Laeremans heeft het woord.
We kunnen natuurlijk nog lang doorbomen over de vele duizenden bomen die zijn gezet. Dat is op zich niet slecht. We zijn daar zeker niet tegen, laat dat duidelijk zijn, maar we vinden het geen prioriteit. We vinden dat er in eerste instantie middelen moeten gaan naar het versterken van het Vlaams karakter. Ik baseer me op het laatste artikel uit de Randkrant waar de voorzitter, Jo Van Vaerenbergh, algemeen directeur van de vzw de Rand, zijn beklag doet over het beperkt aantal middelen dat voorhanden is voor de gemeenten rond Brussel.
Hij zegt daarin, en we zullen daar nog op terugkomen tijdens de begrotingsbesprekingen, dat al die Vlaamse gemeenten rond Brussel onder het oude systeem dat vroeger gold voor de subsidiëring vanuit Vlaanderen meer middelen zouden krijgen. Nu is dat niet het geval. Meer zelfs, vijf van de tien gemeenten krijgen helemaal geen middelen. Ook de meeste andere gemeenten uit de Vlaamse Rand, zoals Meise en Overijse, geven aan absolute prioriteit te willen geven aan onthaal en integratie maar ook zij krijgen daarvoor geen extra middelen. Het wordt dringend tijd dat we daar op Vlaams niveau een oplossing voor vinden.
Ik denk dat hij duwt op de plek waar het toch een beetje pijn doet, en wij sluiten ons daar zeker bij aan dat dit nu prioritair moet zijn. Inburgeringstrajecten zijn soms maar een jaar geldig en lopen het jaar nadien dan weer af. Dat moet continu blijven doorgaan en daarvoor moeten genoeg middelen voorhanden zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de vergroening van de Vlaamse Rand betreft, wil ik echt dat we boven de honderdduizend extra bomen gaan. Dat is de doelstelling en ik maak me sterk dat we die effectief zullen halen. Het ene sluit echter het andere niet uit, mijnheer Laeremans. Het is niet omdat we van die vergroening ook een punt maken dat we geen punt zouden maken van het Vlaams karakter. Gelukkig telt het Vlaamse Randfonds heel wat financiële middelen, miljoenen, waarmee we investeren in een vergroening maar ook in projecten waarin we focussen op de taal. We hebben dat tijdens vorige zittingen al uitvoerig besproken. Dat blijven de twee prioriteiten en daar stap ik niet van af.
Mevrouw De Coninck heeft het woord
Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord en ik dank ook de heer Laeremans om zich aan te sluiten.
Minister, ik deel uw ambitie om meer dan honderdduizend bomen te kunnen aanplanten. Dank u wel voor die ambitie.
Mijnheer Laeremans, het is precies ook dat thema waar veel aandacht naartoe gaat. De minister heeft het net gehad over Vlaams en groen. Dat zijn telkens de twee rode lijnen geweest in het Randbeleid, ook tijdens de vorige legislatuur. Deze legislatuur kunnen we daar met het Vlaamse Randfonds effectief stappen vooruit zetten en dat multiplicatoreffect bereiken. Ik denk dat dit zeker aan bod kan komen in andere vragen, maar deze vraag ging toch wel over het mooie resultaat van extra groen in onze Vlaamse Rand, een bezorgdheid die ook leeft bij onze inwoners.
De vraag om uitleg is afgehandeld.