Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de resultaten van het bloedonderzoek in Zwijndrecht
Verslag
Minister, net als collega Daniëls heb ik de eer om in de PFOS-onderzoekscommissie te zetelen. Ook daar worden we eigenlijk continu geconfronteerd met merkwaardige berichtgeving met betrekking tot de hele problematiek. Ook deze vraag is al een tijdje geleden ingediend, dus sommige cijfers zullen wellicht niet meer accuraat zijn, maar een tijd geleden was er toch een onafhankelijk onderzoek van tien bloedstalen waaruit bleek dat alle bloedstalen de norm vastgelegd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overschreden, tot wel honderden keren. Ik ben het eens met u en met uw collega Demir, die toen zei dat er eigenlijk wel een grootschaliger onderzoek nodig was om conclusies te trekken, dat tien bloedstalen eigenlijk niet representatief zijn. U wou dus ook bloedstalen laten afnemen bij achthonderd omwonenden binnen een straal van 3 kilometer van de site. Op het moment van het indienen van mijn vraag liet u weten dat er nog tweehonderd plaatsen vrij waren. De gemeente Zwijndrecht vroeg de steekproef uit te breiden naar alle inwoners van Zwijndrecht.
U liet toen weten dat u enkel kennis had genomen van het onderzoek van Jacob de Boer en dat u daar geen uitspraken over wenste te doen, maar dat de voorzorgsmaatregelen zoals die bekend zijn, van kracht blijven in de omgeving van de 3M-site. Daarover heb ik volgende vragen.
Ik had graag toch nog een reactie op de conclusies van toxicoloog Jacob de Boer en het onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van de actiegroep Grondrecht.
Wat is de stand van het bloedonderzoek dat de Vlaamse overheid liet uitvoeren? Hoeveel mensen werden reeds getest? Zijn de resultaten reeds bekend? Indien ja, graag toelichting. Indien neen, wanneer dan wel?
Het antwoord op de volgende vraag zal pertinent ja zijn, namelijk: blijven de voorzorgsmaatregelen van kracht?
Hoe reageert u op de vraag van de gemeente Zwijndrecht om de hele gemeente te testen? Waarom beperkt men zich tot achthonderd omwonenden, waarvan ik me denk te herinneren dat ze dan ook nog niet van dezelfde familie mochten zijn?
De heer Daniëls heeft het woord.
Het klopt, minister en collega’s, dat ik een van de enthousiaste volgers ben van de PFAS-PFOS-commissie. Ik ben enthousiast, omdat het mij als Waaslander nauw aan het hart ligt, maar ook veel ruimer. Die bekommernis wordt ook in de Vlaamse Regering gedeeld, en ook in de PFAS-PFOS-commissie waar we allemaal, samen met elke minister vanuit zijn bevoegdheid naar kijken, is dat zo, over meerderheid en oppositie heen.
Er blijven toch nog wat onduidelijkheden over de impact van de vervuiling op de gezondheid van de mensen in de omgeving, maar ook bij de werknemers van 3M. Wat heeft 3M uitgestoten? Waar is het terechtgekomen? Wat met de opname van die producten uit de PFAS-groep in het lichaam van de mensen? Een van de vragen die we ons uiteraard stellen is hoelang het bedrijf 3M dit onder de radar heeft kunnen houden. Daarvoor hebben we ook die onderzoekscommissie.
Ondertussen, minister en collega’s, zijn er vanuit Vlaanderen ook initiatieven opgestart om de aanwezigheid van PFOS-PFAS in de grond, in het water – zowel oppervlaktewater als grondwater – in landbouwproducten, in tuingewassen, maar ook in het bloed van de inwoners van Zwijndrecht te onderzoeken. Recent vernamen we – en daar heeft de collega ook al naar verwezen – dat de burgerbeweging zelf een aantal bloedstalen had afgenomen bij tien inwoners. We hebben dat rapport zelf niet gekregen, wel een soort beschrijving ervan. We hebben wel gevraagd naar de echte bloedstaalafnames en analyses, maar die hebben we niet gekregen. Ook de achtergrondkenmerken van de inwoners – waar ze wonen, welk beroep ze hadden – hebben we van die burgerbeweging niet mogen ontvangen. Het is in elk geval wel zo dat de waarden die in het persartikel naar voor werden geschoven zeer hoog waren. In de onderzoekscommissie hoorden we ook de bedrijfsarts over bloedafnames in het verleden bij werknemers. En telkens opnieuw is het discussiepunt de waarde die gebruikt wordt om te concluderen of de waarde PFOS-PFAS in het bloed al dan niet te hoog is, gevaarlijk is, niet gevaarlijk is, potentieel gezondheidsrisico inhoudt of niet.
Naast die bloedwaarden is natuurlijk ook nog de koppeling aan de gezondheidstoestand belangrijk, namelijk of iemand al bepaalde bloedwaarden heeft opgelopen gedurende zijn leven en of die daardoor ook gezondheidsklachten ontwikkelt die gelinkt kunnen worden aan PFOS-PFAS in het bloed. Dat is natuurlijk minstens even belangrijk.
U liet, minister, tijdens het reces ook weten dat er geen verhoging was van het aantal kankers in Zwijndrecht en omgeving, die in verband kunnen worden gebracht met de PFAS-blootstelling. Op zich zijn dat, wat mij betreft, geruststellende signalen, in die zin dat inderdaad bij die analyse geen verhoogd aantal kankers is vastgesteld. Maar u zult me niet kwalijk nemen dat we toch nog een aantal vragen hebben bij onder andere die verschillende waarden.
Minister, hoe reageert u op de resultaten die bekend werden gemaakt van de tien bloedstalen van inwoners en het feit dat deze afname blijkbaar heel snel kon gebeuren door de burgerbeweging, maar dat de monitoring van de overheid wel enkele maanden in beslag neemt? Het zijn er weliswaar meer, maar was het niet zinvol geweest om al een eerste steekproef te doen? Dat is mijn eerste vraag.
Dit vind ik echt een belangrijke vraag: wat is nu de waarde die naar voren wordt geschoven? Als iemand zoveel PFOS-PFAS in zijn bloed heeft, wanneer is dat dan te veel?
Bent u het eens met de analyse van de bedrijfsarts dat de bloedwaarden van de werknemers van 3M in het onderzoek van het jaar 2000 als veilig kunnen worden beschouwd? Een aantal collega’s hebben die vraag herhaald. Die arts bleef erbij dat dat veilig was. De EFSA geeft nu andere waarden. Hoe interpreteert u dat?
Zult u de resultaten van de bloedtesten koppelen aan de incidentie van het voorkomen van kankers in Zwijndrecht? Kunnen we met andere woorden gezondheidsrisico’s koppelen aan de bloedwaarden?
Zult u bij de inwoners die door kankers getroffen zijn die gerelateerd zijn aan PFAS-blootstelling en die reeds lange tijd in Zwijndrecht wonen, ook bloed laten afnemen om te onderzoeken of er een verband is met de PFAS-waarden in het bloed? Ik verklaar mij nader. Er zijn geen verhoogde indicaties of geen verhoogde waarnemingen van kankers verbonden met PFAS in Zwijndrecht, maar het lijkt mij wel interessant om van de personen die toch die kankers ontwikkelen, bloedafnamen te laten doen. Als die én die kanker verbonden met PFAS hebben én ook hoge bloedwaarden hebben rond PFOS-PFAS, kan dat misschien wel een indicatie zijn van enig verband. Dus vandaar mijn suggestie of dat stuk van het onderzoek wordt meegenomen.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb akte genomen van de resultaten van het onderzoek van de actiegroep Grondrecht. In het bloedonderzoek dat in opdracht van het agentschap Zorg en Gezondheid gebeurt, worden ongeveer achthonderd bloedstalen afgenomen en geanalyseerd. Dat is wetenschappelijk gezien een significante statistische steekproef, die representatief is. De resultaten van deze achthonderd stalen zullen wetenschappelijk kunnen aantonen of de uitslag van de zeer kleine steekproef van de actiegroep Grondrecht breder bevestigd wordt. In afwachting van het onderzoek in opdracht van Zorg en Gezondheid blijven de maatregelen die momenteel genomen zijn, uiteraard nog van kracht.
PFAS-analyses in bloed zijn geen routineonderzoek, zoals de meting van bijvoorbeeld het cholesterolgehalte of de suikerspiegel. Een PFAS-analyse vraagt de nodige voorbereiding en een nauwgezette werkwijze om de kwaliteit te kunnen garanderen.
De bloedafnames zelf zijn half juli gestart en liepen tot eind augustus. Het analyseren in het labo van de bloedstalen neemt daarna een aantal weken tijd in beslag. Het betreffende labo zet daarvoor zijn volledige capaciteit in. De interpretatie van de resultaten zelf kan pas gebeuren na de analyse van het laatste bloedstaal.
Op dit moment worden de gegevens van de vragenlijsten in een database verwerkt en tegelijkertijd wordt het statistisch plan opgemaakt. Dit statistisch plan wordt ook beoordeeld door drie experten, namelijk de toxicologen Greet Schoeters van de Universiteit Antwerpen, Jan Tytgat van de KU Leuven en Jacob de Boer van de Universiteit Amsterdam, en bijgestuurd op basis van hun bevindingen. Nadien start de statistische verwerking van alle resultaten, waarna de interpretatie kan starten. Ook voor de interpretatie van de resultaten op groepsniveau wordt de expertise ingezet van diezelfde toxicologen.
Deelnemers krijgen uiteraard ook hun individuele resultaat, maar het is voor de mensen interessanter om dat resultaat meteen naast de groepsresultaten te kunnen leggen. Het is daarom van groot belang om de volledige analyse en resultaten samen te rapporteren. De volledige resultaten worden eind volgende maand verwacht.
In de recentste meetcampagne van 2016-2020 van het Vlaamse humanebiomonitoringprogramma van het Steunpunt Milieu en Gezondheid werden als richtwaarden voor PFOS en PFOA in bloedplasma de HBM I-waarden (human biomonitoring) gebruikt die in 2018 werden afgeleid door de Duitse Humane Biomonitoring Commissie. Voor het lopende bloedonderzoek zullen de resultaten worden afgetoetst aan deze waarden van de Duitse Humane Biomonitoring Commissie en ook aan de EFSA 2020-waarden. Ook aan de nieuwe HBM II-waarden van de Duitse Humane Biomonitoring Commissie zal worden getoetst. Voor gehalten die lager zijn dan deze HBM I-waarden, wordt volgens de huidige kennis geen nadeel voor de gezondheid verwacht.
Ik kan me niet uitspreken over de beoordeling van de bedrijfsarts waaraan u in uw vraag refereert, of de bloedwaarden als veilig kunnen worden beschouwd. Bedrijfsartsen beoordelen bloedwaarden van werknemers aan de hand van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling. Die staan in de codex over het welzijn op het werk. Het is de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) die instaat voor de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake het welzijn op het werk.
In het huidige bloedonderzoek werden geen gezondheidseffecten bevraagd. De meetwaarden associëren aan gezondheidseffecten is dus niet direct mogelijk. Het doel van dit snel opgezette onderzoek is om bijkomende gegevens te hebben om de opgelegde voorzorgsmaatregelen te evalueren en tegelijkertijd is het een opstap en leerschool voor een meer diepgaand HBM-onderzoek fase 2 in het najaar. In dit laatste onderzoek zullen wel gezondheidseffecten bevraagd worden. Ook zullen er metingen gebeuren in onder andere de bodem, eigen geteelde voeding, drinkwater, huisstof, grondwater en andere mogelijke bronnen van PFAS-blootstelling.
In juni 2021 werden bij de Stichting Kankerregister wel de kankerincidentiecijfers voor Zwijndrecht opgevraagd. Er werd een rapport gemaakt dat kan worden teruggevonden op de PFAS-website van de Vlaamse overheid. U hebt dat al. Er is in dit onderzoek gekeken naar alle kankers samen en naar de kankers die mogelijk te linken zijn met blootstelling aan PFAS, namelijk nier-, testis-, prostaat- en blaaskanker. De conclusies luiden dat de kankers, in alle vormen of in vormen die mogelijk geassocieerd zouden kunnen zijn met PFAS, niet vaker voorkomen in Zwijndrecht dan gemiddeld in Vlaanderen.
Er wordt wel momenteel bekeken of de resultaten van het huidige bloedonderzoek gelinkt kunnen worden aan een database met gegevens van huisartsenpraktijken, met name het INTEGO-netwerk van het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de KU Leuven, waar het agentschap Zorg en Gezondheid een samenwerkingsverband mee heeft. Het doel hiervan is om een link te leggen tussen de bloedafnameresultaten en de gezondheidseindpunten uit die database. Het zal wat tijd vragen om uit te zoeken of dit technisch mogelijk is en of de database voldoende gegevens bevat. Indien ja, dan zal het zaak zijn om de nodige goedkeuringen van onder meer het ethisch comité te verkrijgen om de koppeling effectief uit te voeren.
Wat de inwoners betreft die door kankers getroffen zijn, heb ik al aangegeven dat op basis van de cijfers van de Stichting Kankerregister de link met PFAS niet kan worden gelegd. De meeste kankers hebben veelal verschillende oorzaken, denk maar aan genetische factoren, levensstijl, omgevingsfactoren. Het is daarom zeer moeilijk of zelfs onmogelijk om oorzakelijke verbanden vast te stellen. Het is niet mogelijk om de oorzaak van een kanker vast te stellen en toe te schrijven aan een bepaalde lokale milieuvervuiling.
Minister, ik heb nog twee puntjes naar aanleiding van uw antwoord.
Ik ben lid van de onderzoekscommissie. Wij zijn met de onderzoekscommissie op bezoek geweest op de 3M-site, maar we hebben ook contact gehad met enkele omwonenden en personen die rechtstreeks betrokken zijn op de hele problematiek. U moet begrijpen dat die mensen natuurlijk bijzonder ongerust zijn. Er zijn nogal wat gezinnen met jonge kinderen bij. U hebt het over resultaten: groepsresultaten en individuele resultaten. Die zouden er ergens eind oktober zijn. Dat is ongeveer vier maanden na de afnames. U zegt dat één lab op volle capaciteit daarmee bezig is. Is er dan, gezien de urgentie van de problematiek en de publieke aandacht ervoor, in ons land, of in Vlaanderen, niet meer dan één labo dat dergelijke onderzoeken kan uitvoeren? Dat onderzoek is blijkbaar heel gespecialiseerd en vraagt de nodige voorbereiding en ook nog enkele weken analyse. Had het niet sneller gekund indien ook andere labo’s werden ingeschakeld?
Mijn tweede vraag gaat over de uitbreiding van de doelgroep. We hebben het nu over achthonderd omwonenden in een straal van 3 kilometer rond de site. Stel dat de resultaten, die eind oktober worden bekendgemaakt, niet goed zijn of negatief zijn en slecht zijn, bent u dan van plan om eventueel verder onderzoek te doen en de grens van 3 kilometer verder te leggen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik heb een paar bijkomende vragen.
U had het over de EFSA, over die Duitse norm. Maar laat ons nu even concreet zijn. Is de drempelwaarde die gebruikt zal worden 6,9 microgram per liter serum, ja of neen? Dat is een belangrijke vraag waarover we nu eindelijk duidelijkheid moeten krijgen.
U verwijst naar de codex welzijn op het werk voor die grenswaarde omdat het om werknemers gaat. Dat is waar, maar het lijkt mij toch niet onbelangrijk om daar bij onderzoeken rekening mee te houden. Een aantal bewoners van Zwijndrecht bij wie bloedstalen zullen worden afgenomen, zijn werknemers van 3M.
Mijn derde vraag is de belangrijkste. Minister, ik ben al blij dat u ernaar verwijst, dat men zal proberen om de databank van de huisartsen te koppelen en dat er in het najaar ook gezondheidseffecten zullen worden opgenomen in het tweede deel van de humane biomonitoring. Dat is belangrijk. Maar ik wil toch nog eens een oproep doen. We zitten hier met een belangrijk vraagstuk over de potentiële schadelijkheid van PFOS-PFAS. U zei zelf dat de een-op-eenrelatie met kankers niet altijd duidelijk te maken is. Ik wil daar voor een deel in meegaan, maar ik wil ook vermijden dat 3M dat als enige argument kan gebruiken. De vraag is wel degelijk of PFAS, PFOA, PFOS al of niet schadelijk is. Minister, ik wil dus mijn suggestie herhalen om bij de mensen in Zwijndrecht die een kanker hebben die gerelateerd is met de groep van PFAS-stoffen, met toestemming van die mensen, ook bloed af te nemen. De oncologen in het AZ Nikolaas en het ZNA Middelheim kennen die mensen. Op die manier kunnen we minstens nagaan of er ja of neen een verband is. Ik pleit er dus heel duidelijk voor om op dat punt baanbrekend onderzoek te doen, om daar meer informatie over te verzamelen, en om op die manier – want daarover gaat het – de mensen die uit dat onderzoek van de achthonderd, waar zal blijken dat ze misschien een verhoogde waarde hebben, al of niet gerust te kunnen stellen. Daarover gaat het in onze regio. Moeten we nu ongerust zijn, zelfs als we een hoge PFAS-bloedwaarde hebben, ja of neen? Dan denk ik dat we effectief dat soort onderzoek moeten opzetten. Daar wil ik echt toe oproepen, om dat onderzoek met de universiteiten aan te knopen.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, het zal u niet verbazen dat ik die commissie van nogal dichtbij opvolg. Ik heb toch een aantal bijkomende vragen.
Minister, ik ben toch wel wat geschrokken van uw antwoord, dat de resultaten pas eind volgende maand worden verwacht. Ik denk dat dit voor heel veel mensen slecht nieuws is, niet alleen voor onze werkzaamheden in de commissie, waar we er reikhalzend naar uitkijken, maar toch vooral voor al die mensen die daar in de buurt van Zwijndrecht wonen en die ervan uitgingen dat er tegen 15 oktober resultaten zouden zijn. Ik heb al veel reacties gehoord van mensen die hebben deelgenomen aan dat onderzoek en die zelfs 15 oktober al laat vonden. Ze hebben er begrip voor, omdat er inderdaad een aantal analyses moeten gebeuren. Maar als dat nu nog twee weken later is … Kunt u meer duiding geven waarom dat zo is? Want dat is toch wel slecht nieuws.
Voor de rest denk ik dat de twee collega’s al heel wat terechte vragen hebben gesteld. Ik heb nog een bijkomende vraag. Afhankelijk van de resultaten die er zullen zijn, bent u bereid om daar een structureel vervolg aan te geven, zodat de mensen die mee in de scope zitten de komende jaren kunnen opgevolgd worden?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Het is belangrijk om de actie die nu ondernomen is, op groepsniveau verder te kunnen gaan onderzoeken. Het was ook een aanbeveling van professor Vrancken om geen losse acties te doen, maar op groepsniveau de analyses te bekijken. Het gaat heel belangrijk zijn om die analyses goed te interpreteren en vooral duidelijk te kunnen maken naar de bevolking wat die analyses betekenen. Mensen gaan misschien een cijfer of een code krijgen. Maar wat daarachter zit, de omkadering, zal heel belangrijk zijn om mensen ook duidelijkheid te kunnen geven.
Minister, wellicht zullen niet alle inwoners in aanmerking komen om een bloedonderzoek te kunnen laten uitvoeren. Gaan we dan wel iedereen die het wil nog de kans geven om dat toch nog te laten doen? Wie gaat instaan voor de financiering van de bijkomende bloedonderzoeken?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik hou het heel kort. De collega’s volgen het natuurlijk ook op in de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS zelf. De snelheid van de resultaten is natuurlijk van heel groot belang. Ik ben inderdaad toch ook wel bezorgd om een groep die op dit moment niet onderzocht kan worden en het opzetten van dat structureel onderzoek. Dan denk ik ook – en dat specifieke element wil ik vandaag wel inbrengen – dat het belangrijk is om op heel wat andere plaatsen in Vlaanderen de opvolging te doen. Er is ook gebleken dat op heel wat andere plaatsen PFOS geloosd wordt in het grond- en het oppervlaktewater. Ik ben waarschijnlijk niet de enige die uit zijn eigen regio verschillende vragen gekregen heeft: wat is het gezondheidsrisico in onze regio als we op kaartjes zien dat dat bij ons ook het geval is?
Minister, wordt er nagedacht om dat structureel onderzoek te gaan verbreden, om te zorgen dat ook die opvolging over de impact op mens en milieu nauwer wordt opgevolgd?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik heb daarstraks uiteengezet dat die onderzoeken niet alleen gaan over het afnemen van bloed maar ook over op welke manier dit statistisch wordt verwerkt om tot juiste resultaten en interpretaties te komen. Dat gebeurt door een zeer vermaard labo: het labo van Jacob de Boer, bekend om zijn degelijkheid in deze materies. Zij hebben ons dit tijdsvenster zo aangegeven. Ik denk dat we dit ook als verwachtingspatroon naar voren moeten schuiven. Voor alle duidelijkheid: het gaat over interpretatieonderzoek, kijken wat de stand van zaken is. Dan kunnen daar ook individuele elementen aan gekoppeld worden.
Of er bijkomende onderzoeken moeten gebeuren? Ik sluit niets uit, maar ik ga daar vandaag niet op vooruitlopen. Ik wil eerst weten wat deze resultaten bijbrengen, om dan uiteindelijk en finaal ook te kijken en ook in de schoot van de regering te bespreken wat de bijkomende stappen zijn die we daaromtrent moeten zetten. Daar is ook een opdrachthouder. We zullen dat ook samen met de opdrachthouder bespreken en kijken wat er moet gebeuren.
Over de drempelwaarden werd een heel concrete vraag gesteld. De drempelwaarden zijn de HBM I-waarden. Voor PFOS is dat 5 microgram per liter, voor PFOA is dat 2 microgram per liter.
Wat de werknemers betreft: ik heb al aangegeven dat zij omwonende en ook werknemer kunnen zijn. Voor werknemers gelden natuurlijk een aantal andere parameters waar ook de bedrijfsgeneeskundige diensten een beroep op kunnen doen.
Wat de maatregelen in de onderzoeken betreft: de huidige no regret-maatregelen blijven van kracht. Op basis van de resultaten van de onderzoeken die we dan zullen kennen en krijgen, zullen we ook zien wat we met deze no regret-maatregelen moeten doen. Dat kan zijn: handhaven, inperken of uitbreiden. Ik ga daar vandaag niet op vooruitlopen. Dat is net de reden waarom we ook deze onderzoeken doen. Op basis van deze onderzoeken zullen we resultaten trekken en bijkomende beslissingen nemen als dat nodig is.
Ik wil nog even aangeven dat als een hoge bloedwaarde PFOS wordt vastgesteld, er niet zomaar een behandeling is die dat uit het bloed kan wegnemen. Dus, wat dan aangegeven kan worden op dat ogenblik, wanneer dat wordt vastgesteld, is of we op populatieniveau, op breder niveau, bijkomende maatregelen moeten nemen. Opnieuw: dat zal beslist worden op basis van de onderzoeken die er dan zijn.
Voorzitter, over alle andere vragen, de bijkomende onderzoeken, het structureel gevolg: ik begrijp deze vragen, maar ik wil daar nu niet op vooruitlopen. Ik wil eerst de resultaten van die onderzoeken kennen, bespreken, ook binnen de schoot van de regering en dan kijken wat de bijkomende stappen zijn die we desgevallend moeten zetten.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik begrijp dat dergelijke onderzoeken wel wat tijd kosten, dat dat niet zomaar een doktersbezoekje is om te zien hoe het met uw cholesterol en suiker staat. Toch hoop ik dat we eind oktober halen en dat we dan inderdaad op basis van de resultaten kunnen bekijken welke verdere stappen er nodig zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we op dit dossier ongetwijfeld niet alleen in de onderzoekscommissie, maar ook in deze commissie zullen terugkomen. Ik hoop in ieder geval dat we goed nieuws kunnen brengen. Op basis van het onderzoek van die tien bloedstalen bleek dit niet, maar we zullen de resultaten van een groter onderzoek moeten afwachten om te weten hoe het staat met de gezondheidsrisico’s bij de omwonenden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel alvast voor de duidelijkheid rond de waarden. Voor PFOS is het 5 microgram per liter, voor PFOA 2 microgram per liter. Er zijn de EFSA-waarden, waar ik zelf naar verwees, de som van FFOS, PFAS, PFOA en PFAA van 6,9 microgram per liter. Dat zijn de normen. Dat is ook duidelijk.
Maar ik wil mijn oproep toch nog eens herhalen: moet iemand die 1154 microgram per liter heeft, zich zorgen maken of niet? Daarom is er mijn oproep om de koppeling te maken tussen de kankergevallen die er zijn en de bloedwaarden die er zijn op PFOS en PFAS, om op die manier te kunnen aangeven of er al dan niet een correlatie is en of er desgevallend een causaliteit is. Dan kunnen we dat ten minste interpreteren. Minister, die oproep wil ik toch nog herhalen om in verdere onderzoeken mee te nemen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.