Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, zoals altijd is het voor mij weer een voorrecht om bij dit selecte gezelschap te mogen aansluiten. Er staan heel wat vragen op de agenda en ik zal mijn vraag dus kort houden.
Iedereen weet dat binnen Europa strenge regels gelden omtrent staatssteun. Bedrijven moeten aangeven hoeveel staatssteun ze krijgen. Dat is ook logisch. Europa wil marktverstoring tegengaan. We leven in een vrije economie. Concreet kunnen bedrijven vrijgesteld worden van aangifteverplichting in het kader van de De-minimisverordening, voor een bedrag van maximum 200.000 euro gespreid over drie belastingjaren. Als bedrijven over dat bedrag gaan, hebben ze een probleem. Alle steunmaatregelen die wij in het kader van corona en in het kader van de Brexit hebben uitgewerkt, vallen onder die De-minimisverordening. We hebben ook vernomen dat, als het gaat over bedrijven die tot een groep behoren, die groep als geheel wordt beschouwd en die 200.000 euro dus niet per bedrijf geldt. Dat leidt in de praktijk toch tot een aantal aandachtspunten.
Op welke manier worden de ondernemingen proactief verwittigd om rekening te houden met de drempels van de De-minimisverordening? Kunnen ze bijvoorbeeld in een databank een overzicht bewaren? Hoe wordt dat gecontroleerd?
Bent u op de hoogte van situaties waarbij de grenzen werden overschreden en er dus geen ondersteuning meer kan worden aangevraagd? In welke mate is dat echt problematisch voor ondernemingen die voor corona gezond waren, maar fors geïmpacteerd zijn door corona?
Hoe kan Vlaanderen ervoor zorgen dat steunmaatregelen niet onder de De-minimisverordening vallen? Zijn daarvoor mogelijkheden of is dat zeer streng geregeld?
Hoe staan andere Europese lidstaten tegenover dat verhaal? Minister, ik vermoed dat u al wel gesproken hebt met uw collega’s, waarbij deze thematiek mogelijk ook aan bod kwam.
Verschillende coronasteunmaatregelen zijn niet gebaseerd op de De-minimisverordening, maar op de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak. Vermoedelijk vallen die steunmaatregelen niet onder de De-minimisverordening. Waarom werden de andere coronasteunmaatregelen daar niet in ondergebracht? Welke beperkingen zijn er in het kader van deze tijdelijke kaderregeling? Wat die tijdelijke kaderregeling betreft, vermoed ik dat het gaat over het globalisatiemechanisme, de strategische transformatiesteun, het voorschot voor evenementen en alle varianten op het Vlaams beschermingsmechanisme.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Ronse, voor deze vraag. De onderneming wordt altijd vooraf op de hoogte gebracht van het feit of de steun al dan niet als de-minimissteun moet worden beschouwd. Dat staat duidelijk vermeld op de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), bij elke aanvraag.
De onderneming moet ook altijd een verklaring op eer ondertekenen waarin ze aangeeft dat het maximale de-minimisplafond van 200.000 euro per drie jaar nog niet overschreden is.
Er bestaat op dit moment echter geen centraal register van alle de-minimissteun. Dat komt door onze staatsstructuur waarbij elke overheidsinstantie binnen zijn eigen bevoegdheid staatssteun kan geven, op voorwaarde dat de Europese staatssteunregels worden nageleefd. Dat betekent bijvoorbeeld dat een onderneming in België de-minimissteun kan krijgen van de federale overheid, van het Vlaamse Gewest of van de Vlaamse Gemeenschap, via de diverse bevoegde ministers, departementen en agentschappen, maar ook van provinciale of lokale overheden. Daardoor heeft enkel de onderneming zelf het volledige overzicht op de steun die ze zelf heeft aangevraagd bij de diverse overheidsinstanties en daardoor kan er ook enkel gewerkt worden met een verklaring op eer.
Voor zowat alle ondernemingen zijn de de-minimismarges ruim genoeg. De gemiddelde coronasteun per unieke onderneming over heel 2020 bedroeg 9868 euro. De top 5 van de steunontvangers ontving gemiddeld 38.166 euro.
In het kader van de coronasteun in 2020 was er welgeteld één grote onderneming met meerdere vestigingen die 214.200 euro steun heeft gecumuleerd. Dat geval wordt nu nader onderzocht door VLAIO en het teveel zal teruggevorderd moeten worden.
Om deze situaties te voorkomen, zijn vanaf 2021 de nieuwe COVID-steunmaatregelen niet langer onder de de-minimisregeling geplaatst maar wel onder de tijdelijke kaderregeling voor COVID-19-steun aangemeld bij de Europese Commissie.
De Vlaamse Beschermingsmechanismen 4, 5 en 6 … (onverstaanbaar) … en ook de tijdelijke kaderregeling. De heropstartlening omvat een dubbele mogelijkheid, waarbij een begunstigde steun krijgt onder de De-minimisverordening als het plafond nog niet bereikt werd, of onder de tijdelijke kaderregeling als de de-minimissteun al opgebruikt zou zijn.
De Vlaamse Regering heeft voor de coronasteun maximaal gebruik gemaakt van de tijdelijke kaderregeling. De grotere reguliere steuninstrumenten van VLAIO zijn geënt op de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Dit is de basis voor onder andere de strategische transformatiesteun, de Ecologiepremie Plus en de strategische ecologiesteun, maar ook voor alle steun voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling.
Maar het soort steun via de AGVV, vaak verbonden aan nieuwe investeringen, was niet bruikbaar in een uitzonderlijke crisissituatie zoals in de COVID-19-pandemie. Hierbij ligt het accent op steun voor liquiditeit, solvabiliteit en het compenseren en overbruggen van tijdelijke omzetdalingen en -verliezen.
Alle lidstaten dienen dezelfde regels toe te passen. In alle lidstaten zien we combinaties van de-minimissteun en de tijdelijke kaderregeling. De Europese Commissie publiceert op haar website een overzicht van alle maatregelen die zijn goedgekeurd onder de tijdelijke kaderregeling.
Inzake de-minimis is een dergelijk overzicht er niet. Aangezien de-minimis net bedoeld is als een laagdrempelig systeem van niet-marktverstorende kleine bedragen aan steun, moeten deze ook niet worden gemeld aan de EU en worden ze dus ook niet op een website vermeld.
In maart 2020 heeft de Vlaamse Regering zeer snel gereageerd om de nodige steunmaatregelen zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. De besluiten corona-hinderpremie, corona-compensatiepremie en corona-ondersteuningspremie werden daarom gebaseerd op de De-minimisverordening, aangezien daarvoor geen enkele voorafgaandelijke toestemming of aanmeldingsprocedure bij de EU moest worden doorlopen. Ook de vervolgmaatregelen via het Vlaams beschermingsmechanisme zijn daarop geënt.
Ook inhoudelijk bood de De-minimisverordening grote voordelen, aangezien deze een laagdrempelige en brede soort van steun mogelijk maakt. Er kan zowel steun worden gegeven aan kmo’s als aan grote bedrijven, en er zijn weinig beperkingen inzake in aanmerking komende kosten. Vandaar dat de eerste de-minimisregimes de snelste en beste oplossing boden in die eerste maanden. We waren ook in de absolute overtuiging – dat zult u me vergeven – dat het maar voor een heel beperkte periode zou zijn, maar het werd langer en langer en langer.
De tijdelijke kaderregeling van de Europese Commissie was in die eerste weken ook nog niet definitief goedgekeurd en ook daarna waren nog diverse amendementen doorgevoerd om ze beter geschikt te maken voor de steun die nodig was om adequaat te reageren op de crisis.
De tijdelijke kaderregeling werd dus in Vlaanderen gebruikt voor nieuwe pistes met hogere maximale steunbedragen, zoals de specifieke investeringssteun voor COVID-19-relevante producten of de steun voor de eventsector.
De Vlaamse Regering heeft dus steeds bij het uitwerken van nieuwe of aangepaste steunmaatregelen het op dat moment beschikbare kader beoordeeld om zo snel mogelijk te kunnen ingrijpen. Dat verklaart de diversiteit die er vandaag bestaat.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, tenzij ik me vergis, hebt u gezegd dat er geen centraal register bestaat. Hoe kunnen ze dan de controle doen op de steun als dat er niet is? Mis ik daar iets?
Minister Crevits heeft het woord.
Het is een zeer eenvoudig systeem. Er wordt nadien altijd gecontroleerd. Het kader om de regeling vanuit Vlaanderen uit te werken zegt dat dit moet worden aangemeld. Dat is net heel gemakkelijk. VLAIO is nu bij één bedrijf aan het kijken hoe ze moeten terugvorderen. Je moet een verklaring op eer doen en de commissie kan altijd komen kijken of er niet te veel is. We hebben nu ook een situatie waarin we zien dat er te veel werd uitgekeerd.
De heer Ronse heeft het woord.
Dan is het helder voor mij. Er is dus geen overzicht of centraal register, maar er wordt gecontroleerd op basis van steekproeven. Op die manier wordt het gehandhaafd. Perfect. Dank u.
Minister, de verbinding is niet slecht, maar af en toe valt u enkele seconden weg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.