Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Collega’s, sinds een dikke week geleden is het voltijds contactonderwijs in ons secundair onderwijs weer volledig mogelijk voor de tweede en derde graad, wat uiteraard geweldig goed nieuws is. Het beste onderwijs wordt natuurlijk nog altijd in de klas gegeven, zeker in een technische- of beroepsrichting. Leer maar eens lassen via de computer. Dat is natuurlijk heel erg moeilijk.
Het volwassenenonderwijs biedt echter juist dezelfde beroepsopleidingen als het secundair onderwijs aan, bijvoorbeeld zorgkundige, lasser of kapper. Maar in de centra voor volwassenenonderwijs geldt momenteel code rood en mogen de lessen niet fysiek doorgaan, terwijl deze in het secundair onderwijs wel volledig fysiek kunnen plaatsvinden.
De Kempense verstrekker van volwassenenonderwijs HIK slaakte dan ook een noodkreet vanwege de aanhoudende beperkingen. Volgens hen wordt het volwassenenonderwijs doodgezwegen. Maandag gingen weliswaar enkele kleine versoepelingen in, bijvoorbeeld voor lesplaatsen waar op weekbasis maar één module wordt gegeven, maar deze zijn volgens HIK totaal ontoereikend en de naam versoepelingen bijna onwaardig. In Herentals vond daarom op maandag 10 mei bij wijze van protest een les in openlucht plaats.
Men wijst er ook op dat het volwassenenonderwijs volgens het Vlaamse decreet moet inzetten op cursisten die hun diploma secundair onderwijs willen behalen via tweedekansonderwijs. Ook deze cursisten krijgen het mentaal zeer moeilijk door de lange sluiting.
Het volwassenenonderwijs vraagt ook aandacht voor de financiële kant van de zaak en spreekt over miljoenen euro’s verlies ten opzichte van de vorige jaren. Er is een decreet goedgekeurd, maar jammer genoeg zal de financiële compensatie voor de centra voor volwassenenonderwijs voor volgend academiejaar in veel richtingen onvoldoende zijn omdat het verlies aan inschrijvingen per cluster maar voor 66 procent zal worden gecompenseerd. Ook valt nog af te wachten wat de inschrijvingen volgend academiejaar zullen geven, maar de prognoses zijn dat deze niet zo positief zullen zijn en op een erg laag peil zullen stranden.
De CVO’s hebben dringend nood aan perspectief, liefst dit academiejaar nog, al is het maar om wat meer mensen te overtuigen om ingeschreven te blijven of om nieuwkomers toch te overhalen om in te schrijven.
Minister, hoe evalueert u deze verzuchtingen vanuit het volwassenenonderwijs met onder andere de aangehaalde gepercipieerde discriminatie jegens hun tweedekansonderwijsleerlingen? Zult u perspectief bieden aan de centra voor volwassenenonderwijs en nog voor het einde van het academiejaar terug meer fysieke lessen mogelijk maken?
Minister Weyts heeft het woord.
Het volwassenenonderwijs zit inderdaad nog steeds in code rood, maar u stelt abusievelijk dat de beroepsopleidingen in het volwassenenonderwijs niet mogen doorgaan. Dat is niet waar. Voor alle opleidingen in het volwassenenonderwijs geldt op dit moment een capaciteitsbeperking voor het contactonderwijs. In de CVO’s kan 25 procent van de lessen doorgaan in contactonderwijs en in de basiseducatie is dat 50 procent. De centra hebben de autonomie om zelf te beslissen hoe ze dit toepassen. Zij bepalen voor welke cursussen zij, geheel of gedeeltelijk, overschakelen naar afstandsonderwijs en voor welke cursussen zij de cursisten nog voor 100 procent contactonderwijs naar het centrum laten komen. De centra kunnen daarbij prioriteit geven aan beroepsopleidingen zoals zorgkundige, lasser of kapper.
De maatregelen in het volwassenenonderwijs zijn inderdaad nog steeds strenger dan in het leerplichtonderwijs. Dit geldt ook voor het deeltijds kunstonderwijs en het hoger onderwijs. Dat heeft te maken met de grotere bezorgdheid in hoofde van de experten. In deze onderwijsvormen gaat het in vele gevallen om volwassenen, onder wie het virus zich sneller verspreidt en voor wie de gevolgen nefaster kunnen zijn in vergelijking met het leerplichtonderwijs. Daarnaast worden er bubbels doorbroken.
Geografisch is het ook veel uitgestrekter dan het leerplichtonderwijs, zeker in vergelijking met het basisonderwijs. Zowel kinderen die naar de academie gaan als volwassenen die naar een cursus volwassenenonderwijs komen, ontmoeten daar andere mensen dan de mensen die ze zien op de werkvloer of in het gezin. Daardoor is er een verhoogd risico op verspreiding. Daarenboven is er in het voorjaar lang veel bezorgdheid geweest over de nieuwe varianten.
Wat betreft het tweede luik van uw vraagstelling, over de aandacht van de media: daar hebt u overschot van gelijk. Dat is nu eenmaal ons lot. Over het kleinste detail met betrekking tot het leerplichtonderwijs wordt heel ruim bericht in de media. Gaat het over het volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs of hoger onderwijs, dan geven de media dikwijls niet thuis, zelfs niet als we dat apart communiceren. Dan zie je maar artikels ter grootte van een postzegel, laat staan dat er enige aandacht is vanwege de beeldmedia. Maar daaruit concluderen dat we niets doen voor het volwassenenonderwijs… Er wordt op bijna wekelijkse basis samengezeten, ook met de koepels en vakbonden in het volwassenenonderwijs, om knelpunten te bespreken en oplossingen te zoeken.
Recent hebben we ook een set van bijsturingen aangebracht aan de huidige scenario’s om de meest dringende knelpunten weg te werken. Die bijsturingen zijn ingegaan op 10 mei. Zo kunnen bijvoorbeeld praktijkopleidingen voortaan doorgaan met meer dan tien cursisten in een klasgroep, op voorwaarde dat de les plaatsvindt in grote, goed geventileerde ateliers en met een norm van minstens 10 vierkante meter per cursist. Ten tweede hebben we de capaciteitsbeperking in kleine lesplaatsen opgeheven. Concreet maakt dat mogelijk dat een aanbod dat wordt georganiseerd in samenwerking met partners, zeker voor de meest kwetsbare cursisten in de basiseducatie, dicht bij de doelgroep, opnieuw in contactonderwijs kan worden georganiseerd. En tot slot kunnen cursisten voor wie het niet evident is om online in te schrijven, dat ook nog ter plaatse doen.
Dat zijn inderdaad misschien kleinere maatregelen. De echt grote versoepelingen worden ook voorbereid in samenspraak met de sector. Want ik wil ook het volwassenenonderwijs, maar evengoed het deeltijds kunstonderwijs, perspectief geven om nog zoveel als mogelijk cursisten de kans te geven hun module positief af te ronden of hun diploma secundair onderwijs te halen. Het is ook een positief signaal naar cursisten, net om hen te stimuleren in functie van volgend schooljaar om zich te gaan inschrijven.
In het licht van de algemene versoepelingen in de brede samenleving, die werden goedgekeurd op het Overlegcomité van 11 mei, en ook om de maatregelen in het volwassenenonderwijs af te stemmen op de maatregelen van andere opleidingsverstrekkers, zoals VDAB en SYNTRA, hebben we een voorstel voor versoepelingen uitgewerkt, opnieuw in samenspraak met de sociale partners.
Daarbij voorzien we vanaf maandag 24 mei de volgende versoepelingen. De groepsgrootte is gewoon op basis van de afstand van 1,5 meter tussen de cursisten. Dat is een vrij eenvoudig criterium. Lessen die integraal buiten kunnen doorgaan, kunnen ook doorgaan volgens de criteria van buitenactiviteiten in georganiseerd verband. Dat wil op dit moment zeggen: met een maximum van 25 cursisten. We laten de capaciteitsbeperking voor contactonderwijs van maximum 25 procent in de CVO’s en 50 procent in de centra voor basiseducatie (CBE’s) varen. Voor centra die grotere ateliers of lokalen hebben, is dan toch wel veel meer mogelijk. En het zomeraanbod kan doorgaan zonder beperking op contactonderwijs. Dat gaat dan trouwens ook om een kleine groep van cursisten, die ook echt nood hebben aan dat contactonderwijs.
Dat zijn versoepelingen die, denk ik, wel wat meer perspectief bieden. Dat neemt niet weg dat wat goed loopt in afstandsonderwijs, ook kan blijven doorgaan. Het is aan de centra zelf om in overleg met hun personeelsleden in te schatten welke versoepelingen wenselijk en haalbaar zijn voor de resterende weken. Centra kunnen ook prioriteit geven aan de praktijkgerichte modules. Ze kunnen eigen keuzes maken. Ze kunnen voorrang geven aan tweedekansonderwijs, (Nederlands tweede taal (NT2- of andere klasgroepen voor wie afstandsonderwijs moeilijk is. Deze richtlijnen vormen het kader voor de organisatie van het volwassenonderwijs tot 31 augustus.
Uiteraard gaat ondertussen de vaccinatiecampagne steeds verder. Ik hoop dan ook dat we in september in een quasi normaal regime kunnen opstarten.
Wat tot slot uw vraag over de financiële compensatie betreft: sinds 1 september 2019 is er voor het volwassenonderwijs een nieuw financieringssysteem in werking getreden. Om de overgang van de oude naar de nieuwe financiering vlot te laten verlopen, werd een compensatieregeling uitgewerkt. Die 66 procent komt daarvandaan. Dat heeft niets met corona te maken, maar met de overgang van het oude naar het nieuwe systeem. Bij wijze van overgangsmaatregel heeft men daar gesteld dat de centra voor het schooljaar 2020-2021 gecompenseerd worden tot 66 procent van het verlies ten opzichte van het schooljaar 2019-2020. Dat staat volledig los van corona.
Hierbovenop werd een educatief overbruggingskrediet uitgewerkt. Dit is goedgekeurd door het Vlaams Parlement eind april. Dat is wel een coronaregeling, in die zin dat ze als doel heeft de verliezen als gevolg van de coronapandemie te compenseren voor de CVO’s en CBE’s in functie van de omkadering voor het schooljaar 2021-2022. Daarbij hebben we rekening gehouden met de grootste maatschappelijke noden en er werd een overbruggingskrediet uitgewerkt per cluster studiegebieden. Voor de centra voor basiseducatie is er een compensatie van 100 procent voor de cluster van de leergebieden alfa NT2 en NT2 en van 70 procent voor de cluster van de overige leergebieden en gemengde maatwerken. Voor de centra voor volwassenenonderwijs is er een compensatie van 100 procent voor de cluster van de studiegebieden met een maatschappelijk belang –algemene vorming, aanvullende algemene vorming en NT2 –, 70 procent voor de cluster van de studiegebieden met een structureel knelpuntkarakter, ICT, ICT-technieken en de geletterdheidsmodules Nederlands en Leren leren, en 70 procent voor de werkingsmiddelen. Ik denk dat dat de centra wel voldoende zuurstof zal geven om zich in het kader van het relanceplan Edusprong volop als belangrijke partner in te kunnen blijven zetten voor de heropleving van de samenleving.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik begrijp de realiteit, maar als je kijkt naar de tweede en derde graad secundair onderwijs, dan zitten daar toch ook leerlingen van achttien jaar of ouder; het leeftijdsverschil met sommige cursisten in het volwassenenonderwijs zal toch niet dermate groot zijn dat er echt een groot verschil is. Bovendien is de viruscurve op dit moment – gelukkig – aan het dalen en is de vaccinatie ook wel in grote mate versneld. Binnenkort zouden alle risicopatiënten en 65+’ers ingeënt moeten zijn.
Het is wel goed dat er meer mogelijkheid zou zijn vanaf 24 mei, maar, minister, er moet mij toch iets van het hart. Op 9 juni mogen de cafés naar alle waarschijnlijkheid weer open. Ik gun het de cafés absoluut, maar het is dan toch een beetje wrang dat de cursisten in het volwassenenonderwijs met een mondmasker op moeten zitten, terwijl je in een café gewoon zonder mondmasker kunt zitten. Ik heb ook getuigenissen gehoord van mensen die bijvoorbeeld NT2 geven; een vreemde taal aanleren aan iemand, zonder diens mimiek te zien, is heel erg moeilijk. Nu, het is goed dat een deel van de lessen fysiek kunnen doorgaan, maar misschien kan toch ook bekeken worden of versoepelingen in het onderwijs de algemene versoepelingen in de samenleving kunnen volgen.
Nu, de coronacompensatieregeling, het is goed dat die er is, maar zoals u zelf aangeeft, is dat maar voor bepaalde richtingen. Stel nu dat ik via het volwassenenonderwijs een vreemde taal zou leren – Engels ofzo –, dan zou dat niet gecompenseerd worden. Ik kan mij voorstellen dat heel veel mensen door dit tweede coronajaar effectief gaan afhaken. Ik vrees dat er dan toch een sociaal bloedbad gaat volgen in die CVO’s.
Minister, u zet daarop in, maar u weet dat wij internationaal zeer slecht scoren op levenslang leren. U hebt maatregelen genomen, maar ik zou u dus toch willen vragen om goed te bekijken of die daadwerkelijk genoeg zullen zijn en om, als er een sociaal bloedbad dreigt in ons volwassenenonderwijs, alsnog in te grijpen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de toelichtingen. Bij de goedkeuring van het overbruggingskrediet in de plenaire vergadering had ik het ook al aangekaart: we moeten heel goed monitoren wat de gevolgen zijn van corona op het volwassenenonderwijs. We hebben het overbruggingskrediet, we hebben de compensatie voor de werkingsmiddelen, maar toch vraag ik u met aandrang om goed in de gaten te houden wat het effect dan daadwerkelijk is en of wat we hebben uitgewerkt, echt voldoende is om in het jaar van het levenslang leren iedereen die met ‘leergoesting’ een nieuwe cursus of opleiding wil aanvatten, daar ook de kans toe te geven.
U gaf aan dat er binnen het deeltijds kunstonderwijs ook aanpassingen zijn. Ik heb ter zake eigenlijk een vraag om uitleg ingediend, maar misschien is het goed om daar nu al op in te gaan. Ik hoor in het deeltijds kunstonderwijs dat het goed nieuws is voor de volwassenengroepen van de beeldende kunsten, maar dat er toch wel wat ontgoocheling is bij de afdelingen muziek, woord en dans omtrent de examens. Die moeten immers nog altijd zonder publiek plaatsvinden. Terwijl bijvoorbeeld in mijn stad een cultuuractiviteit met een volle zaal wél kan plaatsvinden, zou een examen niet kunnen doorgaan. Daar zijn toch wel vragen over. Ook een proclamatie zou niet kunnen. Wat zijn de richtlijnen daarover? Wat is de reden waarom dat binnen cultuur wel kan en binnen het deeltijds kunstonderwijs niet?
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag. Minister, dank u wel voor het antwoord.
U antwoordde op de opmerking van collega Beckers dat die compensatie van twee derde een gevolg is van het nieuwe Financieringsdecreet, dat dat niet met corona te maken heeft. Dat klopt helemaal, maar het is natuurlijk wel zo dat corona die effecten wel wat heeft versterkt. Als je als gevolg van corona veel minder inschrijvingen hebt of veel mensen afhaken, dan zal je natuurlijk sowieso minder rechten opbouwen qua financiering voor het jaar daarna, en dan zal die compensatie ook maar twee derde zijn. Dat treft dus toch wel dubbel zo hard. Ik neem aan dat die overbruggingsregeling deels is gemaakt om daaraan tegemoet te komen.
Ik wil de vragen van de collega’s Vandromme en Beckers ook voor een stukje versterken. Ze pleiten voor een sterke monitoring, en voor het bekijken of bepaalde centra niet onevenredig zwaar zijn getroffen. Ik kan begrijpen dat men probeert via een formule een generieke maatregel te nemen, niet op maat van het ene of het andere CVO, maar als nu blijkt dat bepaalde CVO’s zwaar getroffen zijn, of veel zwaarder dan de andere, wilt u dan opnieuw bekijken of er geen bijkomende bijsturing mogelijk is? In een crisissituatie moeten we immers toch constant de vinger aan de pols houden en bijsturen wanneer dat nodig is.
De heer Laeremans heeft het woord.
Nog een heel klein bijvraagje, als dat mag. Minister, was er ook in zelftesten voorzien voor het volwassenenonderwijs? Hoe staat het met de levering daarvan? Ik dacht immers dat die voor het onderwijs waren aangekondigd voor deze week, als ik me niet vergis. Misschien kunt u ons daar iets meer over vertellen.
Eerst en vooral wil ik zeggen dat ik uiteraard alle begrip heb voor die nood aan perspectief. Ik begrijp absoluut dat iedereen opnieuw op een normale manier les wil volgen en wil lesgeven. Ik denk dat we daar allemaal begrip voor hebben, maar ik denk dat we toch in het achterhoofd moeten houden dat volwassenen toch nog altijd een ander risicoprofiel hebben met betrekking tot COVID-19 dan kinderen en jongeren. Dat speelt natuurlijk mee in die risicoafweging. Mevrouw Beckers, u zegt dat die leeftijden toch heel kort bij elkaar liggen. Daar hebt u gelijk in, maar er moet natuurlijk wel ergens een grens worden getrokken.
Ik leer ook dat de lessen absoluut mogen doorgaan, maar dat er een capaciteitsbeperking is voor contactonderwijs.
Minister, u laat absoluut het volwassenonderwijs niet in de steek. Ik denk dat u dat op twee manieren doet. Financieel met de overgangsmaatregelen waardoor eventuele verliezen voor 66 procent gecompenseerd worden. Ook is er het educatief overbruggingskrediet. Maar ook door te versoepelen zodra het mogelijk is. We waarderen absoluut uw inspanningen.
Ik ben niet zeker of mijn extra vraag al beantwoord is. In de commissie van 18 maart is er op een gegeven ogenblik een debatje geweest over dat inschrijvingsgeld en een eventuele regeling rond de terugbetaling. Hebt u hier al meer nieuws over?
Minister Weyts heeft het woord.
Dank ook om mij vanuit verschillende hoeken en gezindheden aan te moedigen in mijn pleidooi voor versoepelingen. In het verleden werd ik al wel eens genoemd als zijnde roekeloos als het gaat over het open houden van de scholen en het bepleiten van versoepelingen in leerplichtonderwijs, volwassenonderwijs en hoger onderwijs. Ik hoop ook dra een gelijkaardig enthousiasme en gelijkaardige steun te mogen ontwaren op het niveau van het Overlegcomité. Dat zou een fijne kentering zijn.
De compensatiemaatregelen, die ik daarstraks heb beschreven, zijn ter waarde van bijna 15 miljoen euro. Daarbovenop is er nog de Edusprong, daar hebben we het nog niet over gehad. Edusprong is een nog nooit geziene financiële injectie, echt vanuit de optie van relance, om ervoor te zorgen dat het aanbod van het volwassenonderwijs beter gepromoot en afgestemd wordt ook op de noden van de arbeidsmarkt en het vrijetijdsaanbod of de vrijetijdsvraag. Dat is nog eens 60 miljoen euro. Dat maakt in het totaal 75 miljoen euro. Ik vind dat toch geen te verwaarlozen bedrag voor deeltijds kunstonderwijs. Enkel in het kader van de compensatieregeling hebben we ook 6 miljoen euro voorzien.
Over wat er hier gezegd wordt over de cultuurvolle zalen – you wish. Dat is niet het geval. Maar voor deeltijds kunstonderwijs, net zoals voor volwassenonderwijs hebben we toch alles goed geregeld op basis van een goed overleg. Dinsdag 18 mei hebben we nog alle academies een update bezorgd met betrekking tot de nieuwe maatregelen. Ook proclamaties zijn wel degelijk geregeld. Ik zou toch willen verwijzen naar de website.
Wat de zelftesten betreft, de eerste zelftesten worden vanaf morgen – natuurlijk a rato van onze belevering – geleverd. Dat is ook niet dankzij de vlotte medewerking van alle bestuurlijke niveaus. Dat is ondanks die medewerking.
Tot slot gaan we de inschrijvingscijfers permanent monitoren. Ook wat betreft de omkadering voor CVO’s en CBE’s proberen we daar een nulmeting van dat nieuwe financieringsmechanisme aan te koppelen. We gaan dat ook evalueren. Finaal moeten we inderdaad zicht hebben op de inschrijvingscijfers. Ik ben daar niet zo pessimistisch over. Er is een echt reële kans dat de heropleving zich ook zal manifesteren, net in de inschrijvingscijfers. We zullen er alleszins alles aan doen, samen met dat Edusprongverhaal, om die ambitie te realiseren.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik probeer uw optimisme te delen. Ik vind het een goede zaak dat u stelt om de zaken te monitoren. Ik wil nog eens duidelijk stellen dat u in ons zeker en vast een medestander hebt. Ik bewonder uw strijd om het onderwijs – zowel het leerplichtonderwijs als het volwassen onderwijs en het kunstonderwijs – zo veel mogelijk open te houden. We weten ook dat u daar inderdaad vaak in tegengewerkt wordt en dat wij vinden dat u misschien soms zelfs tegen de federale overheid in moet gaan. Maar dat is een andere discussie.
Ik ben blij dat u de zaken opvolgt en ik hoop inderdaad dat het allemaal nog wel zal meevallen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.