Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
“Zoals het er nu aan toegaat, zal het nog een eeuw duren voor er totale gelijkheid is in de sport tussen mannen en vrouwen. Ik heb geen zin om zolang te wachten,” aldus Charline Van Snick, één van onze beste judoka’s.
Samen met een dertigtal andere topsporters roept ze ons, politici, in een open brief op om kordater op te treden tegen de bestaande discriminatie in de sport. Aan de hand van een reeks concrete cijfers toont ze aan hoe die discriminatie zich eigenlijk uit.
De media wijden slechts 9 procent van de berichtgeving aan vrouwelijke sporters. In Frankrijk is dit percentage tot 20 procent opgetrokken. De lonen van vrouwelijke sporters liggen gemiddeld 40 procent lager. In de aanloop naar de Olympische Spelen van 2020, die nu in de zomer van 2021 plaatsvinden, heeft Thomas Bach trots verklaard dat met 48,8 procent vrouwen onder de deelnemende atleten een genderevenwicht is bereikt. De briefschrijvers stellen terecht dat dit een goede vooruitgang is, maar vragen zich ook af of het in de praktijk om gelijkheid en rechtvaardigheid gaat. Wat is het percentage vrouwelijke coaches, scheidsrechters, officials, administrateurs, artsen, fysiotherapeuten, commentatoren, journalisten en sportschrijvers in de delegaties?
Tot slot stellen de briefschrijvers het ernstige gendergerelateerde geweld in de sport aan de kaak, alsook de omerta met betrekking tot het psychologisch en fysiek misbruik waar veel vrouwelijke en mannelijke sporters het slachtoffer zijn.
Minister, hebt u kennis genomen van de open brief van de topsporters? Zult u met de sportsector een gesprek aangaan over een gelijkwaardige verloning voor mannen en vrouwen? Hoe staat u tegenover een opleiding over discriminerend en seksistisch gedrag voor coaches en omkaderend personeel? Zult u met de minister van Media overleggen over een manier om het aandeel van de vrouwensporten in de media te verhogen?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de brief natuurlijk gelezen. Ik heb de briefschrijvers al een antwoord bezorgd. De Vlaamse overheid zet al sterk in op een aantal aangehaalde aspecten. Enkele bezorgdheden en aspecten vallen natuurlijk buiten mijn bevoegdheid.
Met het project ‘ALL IN: Towards gender balance in sport’ zetten we in op meer gendergelijkheid in de sport. Dit Europees project heeft al geresulteerd in een online databank met interessante praktijkvoorbeelden in verband met leiderschap, coaching, participatie, media en communicatie, maar even goed ook in verband met gendergerelateerd geweld. Er is een toolkit met informatie, concrete tips en strategieën om gendergelijkheid in de praktijk te brengen en met praktische antwoorden op de vragen hoe genderongelijkheid in de sport kan worden aangepakt en hoe, onder meer met betrekking tot integriteit, een actieplan kan worden opgesteld.
Mevrouw Lambrechts, ik denk dat ik u er niet van moet overtuigen dat we al heel wat initiatieven hebben genomen. Ik verwijs naar het Vlaams Sporttribunaal, naar de verplichte maatregelen voor de gesubsidieerde federaties, naar de ondersteuning van het Centrum Ethiek in de Sport en naar ons recent initiatief met betrekking tot de gymnastiek.
Ik ben uw bondgenoot om meer vrouwen in de bestuursorganen van de sportorganisaties en -federaties te krijgen. Dankzij de code van goed bestuur van minister Muyters stimuleren en belonen we de gesubsidieerde sportfederaties momenteel al indien ze op basis van de principes voor goed bestuur werken. Daarin zijn principes opgenomen met betrekking tot een evenwichtige genderparticipatie in de bestuursorganen.
De verloningsproblematiek is complexer. In eerste instantie is er natuurlijk de marktwerking, maar het gaat ook om de voorbeeldfunctie. Met Sport Vlaanderen vegen we voor eigen deur. We zorgen ervoor dat we de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen maximaal in daden omzetten. Dit betekent dat we bij de toekenning van de ondersteuning voor ontwikkelings- en prestatieprogramma’s in de topsport of van een contract als topsporter geen onderscheid tussen mannen en vrouwen maken. Dat zijn gelijke barema’s.
In het subsidiereglement voor topsportevenementen is sinds enige tijd het ‘comply or explain’-principe opgenomen. De organisatoren moeten expliciet vermelden welke aandacht ze geven aan de gelijke behandeling van vrouwen en mannen inzake prijzengeld, startpremies en andere verloningen.
Ze moeten altijd verduidelijken waarom ze al dan niet een gelijke behandeling hanteren. Indien ze geen gelijke behandeling kunnen garanderen, moeten ze uitleggen welke intenties ze hebben om toch stappen in de goede richting te zetten.
Wat de verloning van topsporters en toptrainers betreft, is het principe van de vrije markt het tweede element. Er is daar absoluut een verstoring. We proberen de triggers in die markt te bewerken. Ik bedoel daarmee vooral de aandacht en de visibiliteit die aan de grondslag van de ongelijke verloning liggen. We nemen initiatieven, onder meer in het wielrennen, om voor veel meer echte visibiliteit te zorgen.
We zien daar op vrij korte termijn al resultaten van. Het is niet optimaal, maar sinds afgelopen jaar en dit jaar is er plots een vrij brede aandacht voor vrouwelijke wielrensters. De mensen beginnen de namen te kennen. Dat is een doorbraak die we hebben kunnen realiseren. We moeten op dit vlak doorgaan. Dit gebeurt natuurlijk in samenwerking met de organisatoren. De Ronde van Vlaanderen voor vrouwen heeft voor ‘media coverage’ gezorgd. De aankomst was op een moment en een plaats waar veel volk aanwezig was. Dat is niet langer zo maar een side show. Het is effectief een volwaardige koers die op zich de nodige media-aandacht krijgt. We proberen daar maximaal aan te werken.
Met het project ‘Vrouwen aan de (wieler)top!’ van Cycling Vlaanderen proberen we meer meisjes en vrouwen aan te trekken. We willen focussen op een gelijkaardig aanbod en een volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er beweegt wel wat, maar we moeten nog wat blijven duwen.
We werken momenteel met Sport Vlaanderen aan een actieplan om de aanwezigheid van meisjes en vrouwen te verhogen in de actieve sportbeoefening, maar ook in de omkadering. We willen hier samen met de Vlaamse sportfederaties en enkele Vlaamse topsporters op inzetten. Ik weet niet of COVID-19 nog roet in het eten zal gooien, maar ik wil nog dit najaar met actie uitpakken.
Wat de opleidingen van coaches en omkaderend personeel inzake discriminerend en seksistisch gedrag betreft, hebben we het vlaggensysteem ‘Sport met grenzen’. Dit instrument draagt bij tot een betere bewustwording met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag en biedt een houvast om op een begripvolle, rationele manier op ongepast gedrag te reageren. Dit vlaggensysteem wordt tijdens het didactisch gedeelte van elke initiatorcursus van de Vlaamse Trainersschool (VTS) en dus voor elke sporttak toegelicht. Daarnaast biedt het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport de brochure ‘Sport met grenzen’ en een raamwerk inzake lichamelijke en seksuele integriteit aan. Die onderwerpen komen ook altijd aan bod in het bijscholingsaanbod van de VTS, maar ook op de Dag van de Trainer en tijdens de recente VTS Plus Marathon.
We werken momenteel aan een reeks webinars. Verschillende experts zullen hun inzichten op een aantrekkelijke en toegankelijke manier met de sportsector delen. Een voorbeeld is Nellie Konijnendijk, een voorvechtster van een gelijkwaardige behandeling van vrouwen en mannen in het werkveld. We verwachten haar webinar over vooroordelen en vooringenomenheid volgende maand.
Wat de media betreft, heeft minister Dalle in zijn beleidsnota gesteld dat hij de openbare omroep zal aanmoedigen om in de sportverslaggeving meer aandacht voor de damescompetities te hebben. Dit blijkt ook uit de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT, waarin de aandacht voor de damescompetities expliciet is opgenomen. De VRT treedt hierover trouwens rechtstreeks in overleg met ons, met de sportsector en met Sport Vlaanderen.
Vanuit het sportbeleid pleiten wij tijdens ons jaarlijks overleg met de VRT al jaren voor meer aandacht voor de kleinere sporten en damessporten. Je ziet wel dat dat enig effect heeft. Sporza en Flanders Classics geven sinds een aantal jaren geleidelijk aan de dameskoersen ook een prominentere plaats in de programmering. Ik verwijs naar de aankomst van de voorbije Ronde van Vlaanderen. Dit jaar werd de aankomst van de Ronde van Vlaanderen voor dames geprogrammeerd kort na de aankomst voor de heren. Dat dit kon in primetime, had een duidelijke impact op de kijkcijfers, op de bekendheid en de aantrekkelijkheid van de sport.
Ook in de campagne #blijfsporten, een samenwerking tussen Sport Vlaanderen en Sporza, was er bij de verschillende items een evenwichtige aandacht voor zowel vrouwelijke als mannelijke sporters. Ik wil resoluut op die goed ingeslagen weg doorgaan. Onrechtstreeks spelen wij op die manier ook in op de marktwerking.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Er gebeurt inderdaad veel, minister. Ik ga dat zeker niet tegenspreken. Ik zal dat niet allemaal herhalen. Maar de cijfers zijn wat ze zijn: 10 procent van de aandacht in de media en 40 procent minder verdienen. U haalt het fietsen aan als goed voorbeeld. Ik volg dat ook. Ik zie de dames ook zeer graag bezig en ook veel mannen doen dat. Maar de lonen volgen daar nog niet. We moeten niet pessimistisch zijn. Misschien volgen de lonen ooit wel. Zolang het wat loon en media betreft niet hetzelfde is, ga je blijven topsporters hebben zoals die dertig personen die het nodig vinden het beleid aan te schrijven en meer steun te vragen. Ik ben aangenaam verrast dat u de link maakt met uw collega van Media Dalle. Ik ging dat ook doen. Ik ga niet alles herhalen wat in de beheersovereenkomst staat. Het komt er duidelijk op neer dat de vrouwensport enthousiaste aandacht moet krijgen. Wat dat dan ook mag zijn.
Daarover gaat dan mijn volgende vraag. Meten is weten. Wij moeten weten waarover wij praten. Overweegt u om samen met collega Dalle een structurele monitoring van het aandeel vrouwensport op te zetten en daaraan dan doelen, streefcijfers en quota aan te verbinden? Als u niet weet hoeveel de aandacht in de media toeneemt, gaan wij er niet geraken. Gaat u meten?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik herken de problematiek. Collega Lambrecht heeft inderdaad een zeer belangrijk punt. Het antwoord van de minister bevat toch ook heel wat positieve elementen. Er is een onderscheid tussen de actieve sporter en de niet-actieve sporter. Bij de actieve sporters geven wij als overheid toch al een mooi voorbeeld, met de statuten bij Sport Vlaanderen die de mannen en de vrouwen op dezelfde voet behandelen. Spijtig genoeg hebben wij geen invloed op de verloning. Daar speelt de markt. Ik ontken niet dat er problemen zijn. Een dorpsgenote van mij heeft bij de Red Flames gevoetbald. Zij moesten zelf voor een stuk hun verplaatsingskosten betalen. Ik verneem wel dat het ondertussen beter is. Als je dat bekijkt ten opzichte van de Rode Duivels, spreekt dat feit boekdelen.
De toename van de media-aandacht is heel belangrijk. Want wat op tv komt, wat getoond wordt, wordt commercieel ook belangrijk. Zo zit onze vrije markt nu eenmaal in elkaar.
Ik ben een man, maar ik vind – en ik meen dat ook oprecht – dat vrouwensport of vrouwen die aan sport doen even waardevol zijn en dat het even boeiend is om naar de sporten te kijken. Bij sommige sporten – maar ik spreek me niet uit over welke – apprecieer ik damessport meer dan herensport.
Wat de omkadering betreft stel ik in ieder geval vast dat er een vooruitgang is. Ik zie, en dan geef ik het voorbeeld van voetbal, op verschillende banken al vrouwelijke kine’s zitten. Dan spreek ik niet alleen over topclubs, ik spreek ook over het amateurvoetbal. Aan de bestuurskamers kan nog gewerkt worden. Mevrouw Lambrecht, als u praat over quota, hoop ik dat u daar bedoelde als het gaat over televisie-uitzendingen en dergelijke. Want quota opleggen in bestuurskamers vind ik van de pot gerukt. Als dames in een bestuurskamer komen, moet dat zijn wegens hun competentie – en die hebben ze, laat dat heel duidelijk zijn – maar niet omdat het een vrouw is.
Ik denk dat we op de goede weg zijn en ik hoop dat we de stimulansen die we geven, kunnen bestendigen omdat damessport zeker zo boeiend en zeker zo competitief is als herensport.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wou eigenlijk net hetzelfde zeggen als collega Van Dijck, maar het misschien ook even kaderen. Wij hebben naar aanleiding van het regeerakkoord inderdaad afgesproken om vrouwencompetities meer te tonen op de VRT, waar we ook effectief iets aan te zeggen hebben. Dat is ondertussen ook opgenomen, zoals collega Lambrecht ook al zei, in de beheersovereenkomst die minister Dalle en de regering afsloten met de VRT. Het zal aan ons zijn om daar een stukje over te waken bij de jaarlijkse bespreking van het jaarverslag van de VRT, dat ook in deze commissie – die ook de commissie Media is – aan bod zal komen. Mij is het in elk geval al opgevallen dat, sinds wij dat in het regeerakkoord gezet hebben en zeker sinds de beheersovereenkomst, er effectief ook veel meer aandacht is voor die damessporten. Daar speelt wat collega Van Dijck zegt, ook mee: als er aandacht voor is, zal het ook commercieel interessanter worden en gaan commerciële zenders er ook meer op inzetten.
Ik denk dus dat we op de goede weg zijn. Het is in elk geval een interessante vraag, collega Lambrecht. Ik denk dat we net naar de media toe toch een nieuwe weg ingeslagen zijn en dat het daar enkel zal verbeteren. Laten we het tenminste hopen. We kunnen daar verder op ingaan als we in de commissie Media dan het jaarverslag bespreken.
Maar ik heb geen vragen, minister. Ik wou dat gewoon nog even duiden.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Brouwers gaf ook deels enkele antwoorden met betrekking tot het media-aspect. Ik heb jaarlijks specifiek rond sport een overleg met de VRT, waarin ook aandacht is voor kleinere sporten en waar dames in de sport ook aan bod komen. Er zijn in de beheersovereenkomst ook key performance indicators (KPI’s) opgenomen. “De VRT besteedt in haar sportaanbod aandacht aan damescompetities, G-sport en 32 sporten.” Dat is de zin zoals ze geformuleerd staat in de beheersovereenkomst. Er worden evenwichten in ogenschouw genomen. Er zijn KPI’s, maar dat is natuurlijk op geaggregeerd niveau. We gaan dat niet per minuut en seconde doen. En quota, daar ben ik echt geen voorstander van, want dan weten we dat we gaan eindigen in de daluren, waarbij je nog meer de perceptie zou bestendigen van ‘het is maar tweede klasse’.
We moeten zo veel mogelijk proberen een aanbod te formuleren waarin zowel de mannen als de vrouwen aan bod komen. Op het vlak van wielrennen zijn we goed bezig. Ik zie toch ook een doorbraak als het gaat over de Red Flames, maar daar moeten we proberen nog meer een trickle-downeffect aan te moedigen richting de clubs, richting de reguliere competities. Het begint vaak ook met de nationale ploeg, dat zie je bijvoorbeeld ook bij hockey. We moeten daar nog een beetje een stimulans geven richting de gewone competitie of de bekercompetitie vrouwenvoetbal.
Ik zie toch ook dat dat stilaan vruchten begint af te werpen en dat we ook op dat vlak vooruitgaan. Maar we blijven niet bij de pakken zitten, we gaan dat nog blijven ondersteunen en blijven een duwtje geven.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, uw laatste zin ga ik onthouden: we blijven niet bij de pakken zitten. Ik hoop dat. U zegt ook dat er jaarlijks overleg is met uw sportdomein en de VRT. Dat is goed. Ik ga ervan uit dat jullie daar duidelijk een tijdslijn afspreken hoe die 9 procent naar 49 plus 1 kan gaan, en niet in de daluren. Als wij het woord ‘quota’ gebruiken omdat het echt niet anders kan, zoals hier – 9 procent is echt te weinig –, dan huiveren jullie bij de N-VA altijd erg. Maar jullie huiveren niet als we het hebben over quota voor Nederlandstalige muziek op de VRT, dat vinden jullie dan wel nodig. Dus een beetje consequentie! Als dertig topsporters schrijven dat het nu niet oké is, denk ik dat er overwogen kan worden om via quota die 9 procent toch de lucht in te krijgen, zoals jullie ook de Nederlandstalige muziek op de VRT de lucht in willen krijgen. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.