Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, vorige maand kondigde u naar aanleiding van mijn vraag in de commissie aan dat het geplande Antwerpse tramnet voorlopig on hold werd gezet in afwachting van extra tramtoestellen. Dat was volgens ons ook de enige juiste beslissing. Maar u gaf ook aan dat de wijzigingen in het busnet naar aanleiding van het vervoersplan 2021 wel gewoon doorgaan.
Ik heb u op dat moment gezegd dat dat een beetje een vreemde redenering is. En zo denken ook TreinTramBus en een aantal mobiliteitsexperten van verschillende universiteiten. Op 7 april publiceerden zij een open brief met daarin een aantal bedenkingen bij de recente ontwikkelingen met betrekking tot het vervoersplan 2021. Wat de twee snelheden betreft, citeer ik hen: "In een goed vervoersplan vormen zowel het tram- als het busnet een naadloos geheel. Dat is vooral belangrijk als heel wat busreizigers tussen beide moeten overstappen. Eerst moet het nieuwe tramnet op orde gezet worden. Pas dan kan ook het busnet aangepast worden."
Maar in de open brief verwijzen ze ook naar het belang van investeringen en vooral in doorstroming. Op dat vlak staan we bijvoorbeeld twintig jaar achter op Frankrijk en veertig jaar op Duitsland. Om een voorbeeld te geven: op de pas vernieuwde Rooseveltplaats in Antwerpen ontbreekt niet enkel het fietspad, er is ook vergeten prioriteit te geven aan trams en bussen in de verkeerslichtenregeling. Er zijn studies die uitwijzen dat er een efficiëntiewinst van 25 procent te halen is in de Antwerpse vervoerregio door in te zetten op doorstroming. Dat is gigantisch. Door ons openbaar vervoer vlotter te laten doorstromen, kan De Lijn met dezelfde middelen meer kilometers en ritten aanbieden, betrouwbare overstappen waarborgen en uiteindelijk meer tevreden passagiers vervoeren. Het kan alvast interessant zijn om een proefproject met betrekking tot doorstroming uit te rollen over een volledige tramlijn.
Een tweede aanleiding voor mijn tussenkomst hier is de vraag van de burgerbewegingen Ringland, stRaten-generaal en Ademloos, die meewerken aan de realisatie van het Toekomstverbond. Zij vragen aan de Vlaamse overheid extra investeringen tijdens de huidige legislatuur om een mobiliteitsinfarct bij de start van de Oosterweelwerken in 2024 te vermijden en werk te maken van de geplande modal shift van 50/50 tegen 2030. De burgerbewegingen doen hun voorstel in drie investeringsscenario's. Er is een minimaal scenario van 49 miljoen euro voor onder meer de optimalisatie van verkeerslichten voor openbaar vervoer, de uitbouw van vervoersknooppunten en de bouw van extra park-and-rides, een prioritair scenario van daarbovenop nog eens 54 miljoen euro voor het gebruiksklaar maken van een bestaande premetrokoker en voorziene extra premetrostations in Borgerhout, en een optimaal scenario met nog eens 164 miljoen euro extra voor sneltramstellen en stel- en onderhoudsplaatsen.
Minister, hebt u kennisgenomen van de vraag van TreinTramBus en andere belangenorganisaties en experten? Wat is uw appreciatie daarvan?
Zult u voortgaan met de plannen om enkel het tramnet on hold te zetten in Antwerpen en alle andere onderdelen van het vervoersplan voor de vervoerregio Antwerpen van start laten gaan op 1 januari 2022?
Hoe ziet u het openbaarvervoersnetwerk, dat gebaseerd is op een overstaplogica, optimaal functioneren vanaf 2022 wanneer de trams nog volgens het oude routeplan rijden en de bussen het nieuwe routeplan volgen?
Hoe zal dit overstapmodel gemonitord worden?
Hebt u kennisgenomen van de vraag van de burgerbewegingen? Zult u tegemoetkomen aan hun vragen voor extra investeringen deze legislatuur?
Welke werken en investeringen zijn er tijdens deze legislatuur gepland met betrekking tot doorstroming in de vervoerregio Antwerpen?
Hoe staat u tegenover het voorstel om een proefproject met betrekking tot doorstroming uit te rollen over de lengte van een volledige tramlijn?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Annouri, dank u wel voor uw vraag. Ik verwijs nog even naar wat we hier vorige week in de commissie besproken hebben wat betreft de procedure wegens uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) die aangespannen is inzake de gunning van de Mobiliteitscentrale en waardoor dus die timing van 1 januari 2022 niet wordt gehaald. De juiste timing is op dit ogenblik nog niet bekend.
Wat betreft de vraag van TreinTramBus, wil ik al duidelijk stellen dat ik geen rechtstreeks schrijven ontvangen heb van TreinTramBus. Ik heb wel via de pers kennisgenomen van hun standpunten. Die omvatten geen concrete elementen rond het vervoersplan op grond waarvan we de ontwerplijnvoering uit het vervoersplan voor de vervoerregio Antwerpen opnieuw in vraag zouden moeten stellen. TreinTramBus blijft eerder continu vragen stellen rond het decreet Basisbereikbaarheid, maar ik denk dat we, wat dat betreft, niet terug naar af moeten gaan en dat we dus niet moeten ingaan op hun voorstellen, want dat zou betekenen dat alles definitief, voor jaren in de diepvriezer gaat belanden. Dat willen we uiteraard niet.
De voorzitter van de vervoerregioraad heeft trouwens zelf ook al aangegeven dat er al anderhalf jaar dialoog werd gevoerd, voordat het OV-plan is ontstaan. Daar zijn, naast de steden en de gemeenten, ook alle andere mobiliteitspartners bij betrokken binnen de vervoerregio. Alles is dus al op tafel gekomen. Het is binnen de gegeven contouren dat er nu verder werk van moet worden gemaakt.
Het spreekt voor zich dat idealiter een tramnet en een busnet op elkaar worden afgestemd. Dat is de logica zelf. Ik heb eerder al laten weten, in deze commissie, maar ook aan de betrokken partners, dat gezien het gebrek aan draagvlak voor onder meer de schrapping van een aantal tramlijnen in de vervoerregio Antwerpen, en gezien het feit dat deze regering tegelijk nog heel wat investeringen gepland heeft inzake extra tramtoestellen en de revisie van bestaande tramtoestellen, hetgeen de capaciteit in de Antwerpse regio alleen maar ten goede kan komen, we hebben beslist om de uitrol van het tramverhaal ‘on hold’ te zetten, in afwachting van een draagvlak enerzijds en de bijkomende investeringen anderzijds.
Betekent dat dat ook de hervorming van het busnet helemaal ‘on hold’ moet worden gezet? Neen, dat hebben we ook al meerdere keren gezegd. De verbetervoorstellen die in het buslijnverhaal werden uitgetekend voor de vervoerregio Antwerpen, willen we uiteraard graag meenemen en honoreren, gelet op het feit dat ook daar al heel wat betrokkenen zich over hebben uitgesproken. Natuurlijk moet het wel perfect aangepast worden aan het tramnet. De Lijn en de administratie hebben al verzekerd dat dat perfect kan. Misschien moeten hier en daar een aantal kleinere aanpassingen gebeuren, maar alleszins kan het buslijnverhaal straks wel uitgerold worden. Maar zoals ik al zei, zal dat niet specifiek op 1 januari zijn.
Wat betreft de inspanningen die nog zullen worden geleverd, is in deze commissie ook al meermaals gezegd dat nog een zestigtal nieuwe tramtoestellen besteld zijn. Die zullen vanaf het derde kwartaal van 2022 geleverd worden. Tegelijkertijd gaan we de oudere PCC-trams aan revisie onderwerpen, zodat zij ook een langere levensduur hebben en voor nog extra capaciteit zullen zorgen.
Dan was er uw vraag over de monitoring van het overstapmodel. We hebben binnen het departement MOW een vierde generatie van vervoersmodellen, waarbij ook volop gefocust wordt op multimodaliteit. Wat dat betreft, kan men dus al het een en ander monitoren. Maar natuurlijk wordt ook alles gemonitord van iedereen die tickets boekt en dan via de registratie ook effectief overgaat tot het gebruiken van dat traject. Dat kan een tramtraject of een bustraject zijn, het kan een deelauto zijn, het kan een deelfiets zijn en dergelijke meer. Ieder moment dat men scant, heeft men ook een registratie. Al die elementen en al die data kunnen uiteraard mee opgenomen worden, zodat alles continu verder wordt gemonitord.
We hebben uiteraard kennis van heel wat vragen van de burgerbewegingen. Ook daar wordt geregeld mee aan tafel gezeten. U weet ook dat de investeringen voor Antwerpen al enorm zijn opgedreven. We geven daar echt alle aandacht aan, om ervoor te zorgen dat men op alle mogelijke wijzen verplaatsingen kan uitvoeren. We weten dat de werf rond Oosterweel een enorme impact zal hebben, vandaar al die bijkomende investeringen. Er worden heel wat extra fietspaden aangelegd. Er komt heel wat extra's aan deelmobiliteit. De park-and-rides worden volop uitgerold. We hebben in totaal 105 miljoen euro voor heel Vlaanderen inzake de Hoppinpunten. En uiteraard worden ook in het Antwerpse heel wat Hoppinpunten gerealiseerd. Ik heb al verwezen naar de zestig nieuwe trams en de revisie van de PCC-trams. Daarnaast wordt ook volop geïnvesteerd in doorstromingsaspecten en verkeerslichtenbeïnvloeding, om ook daar een impact te hebben op de files.
U vroeg ook nog specifiek naar de doorstroming in de vervoerregio Antwerpen. De Vlaamse Regering is wat dat betreft gestart met het KAR-project, wat staat voor korteafstandsradio. Dat is een project waarbij de tram via een korteafstandsradio de verkeerslichten kan beïnvloeden. TreinTramBus geeft zelf aan dat een goede beïnvloeding van de verkeerslichten essentieel is om de doorstroming van de trams te garanderen en te verbeteren. Daarnaast zijn er natuurlijk nog andere facetten. Als er auto's geparkeerd staan op de tramsporen of als auto's voorsorteren op de tramsporen, is het aspect handhaving natuurlijk een belangrijk verhaal. Daarvoor kijken we naar de lokale politie en andere instanties die daar mee op de kar moeten springen.
Ik weet dat een aantal instanties een pleidooi houden om te kiezen voor een meer vernieuwend of technologisch vernuftiger aspect dan het KAR-project. Alleszins is het KAR-project wel een zeer stabiel project, dat performant werkt. Het heeft in het verleden al bewezen dat het heel wat goede elementen kan bijbrengen aan de doorstroming, vandaar dat daar ook op wordt ingezet. In Gent is de gunning van het KAR-project een tijdje geleden al goedgekeurd. Daar werkt men aan de uitrol. En men kan daar toch al heel wat positieve aspecten van waarnemen inzake de doorstroming van onze trams.
Ik hoop dat ik daarmee al uw vragen beantwoord heb. Als er nog zijn, hoor ik het graag.
De heer Annouri heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden, minister. Ik noteer, zoals u zelf hebt aangehaald, dat 1 januari 2022 niet zal worden gehaald. Maar u maakt zich sterk dat mits kleine aanpassingen de hervormde buslijnen blijkbaar kunnen worden afgestemd op het huidige tramaanbod dat er is. Ik ben daar benieuwd naar. Ik zal eens kijken hoe dat juist in zijn werk zou gaan. Ik weet niet of daar al documenten van beschikbaar zijn. Als die er zijn, ga ik ervan uit dat die gemakkelijk raadpleegbaar zullen zijn.
Een groot deel van de wenslijst van de burgerbewegingen is eigenlijk gewoon gepland beleid, een beleid dat nodig is om de modalshiftdoelstelling te realiseren. Maar toch zien we dat de budgetten daarvoor voor een groot stuk niet gereserveerd zijn. Sommige opgebouwde investeringsbudgetten, zoals die voor de tramverlengingen naar Kontich en Wilrijk, zijn eigenlijk zelfs gewoon verdwenen. Hoe is het dan mogelijk dat de burgerbewegingen daarvoor aan de alarmbel moeten trekken, terwijl dat eigenlijk gewoon gepland beleid zou moeten zijn?
De Oosterweelwerf gaat een enorme impact hebben op de mobiliteit en de leefbaarheid van de buurtbewoners. Het openbaar vervoer is daar een essentiële schakel in, om ervoor te zorgen dat de straten niet dichtslibben. De plannen die we vandaag zien, geven geen hoop dat het openbaar vervoer die rol nu al zal kunnen waarmaken. Ik pleit er dus echt voor om in deze legislatuur de nodige engagementen op te nemen en daarvoor extra budgetten opzij te zetten.
U had het zelf kort over de extra fietsinfrastructuur. In Gazet van Antwerpen kondigde u aan dat 60 miljoen euro vanuit het Vlaamse relanceplan naar de versnelde uitrol van fietsprojecten in de Antwerpse regio zal gaan. Misschien heb ik het niet goed begrepen, maar gaat dat zuiver om fietsprojecten? Want in antwoorden op eerdere parlementaire vragen worden bedragen genoemd die lager liggen. In het artikel wordt bijvoorbeeld ook verwezen naar de park-and-rides. Is dat met een deel van die 60 miljoen euro? Zit dat daarin verwerkt?
Ik ben ook benieuwd naar de tramverlengingen naar Kontich en Wilrijk en de budgetten die daarvoor worden vrijgemaakt. Die zijn, denk ik, verdwenen. Waar zijn die dan naartoe gegaan? Wat is daarmee gebeurd?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw bijkomende vragen, mijnheer Annouri. Desgevallend zal ik uiteraard ook de mensen van de werkbanken graag te woord staan om alle investeringen die we gepland hebben, nog eens in detail uit de doeken te doen. Daar heb ik absoluut geen enkel probleem mee.
Wat betreft de fietsprojecten die naar voren zijn geschoven, komt er de komende jaren nog een bedrag van bijna 60 miljoen euro vrij, waarbij we echt investeren in fietsveiligheid, fietscomfort en alles wat met de fiets te maken heeft: fietsnetwerken, missing links, fietsbruggen en dergelijke.
Al die werken worden mee opgenomen door Lantis en worden telkens door hen mee opgenomen in de communicatie. Er zit dus al heel wat in. Naast de uitbreiding van het fietsnetwerk gebeuren natuurlijk ook tal van investeringen in de voornaamste park-and-rides. Ook daar komen extra fietsstallingen. Dat zit in de middelen van Lantis. Voor de fietsinfrastructuur en de missing links gaat het om die net geen 60 miljoen euro.
Ik geef eerlijk toe, ik heb het al gezegd, dat we een enorm extra budget aan relancemiddelen hebben. Daar zijn we zeer tevreden mee, maar de vragen zijn nog altijd veel groter: van lokale besturen, van diverse entiteiten, van Lantis enzovoort. We hebben ook heel wat extra middelen nodig, dat zal ik niet ontkennen. Niet alles is daarmee opgelost, we proberen alle middelen zo goed mogelijk in te zetten. Zeker al wat nu versneld kan worden uitgerold, krijgt aandacht. We gaan niet aankondigen dat dit of dat er binnen x aantal jaren aankomt. Daar hebben de mensen geen boodschap aan. Ze willen de dingen op het terrein gerealiseerd zien. Daarom kiezen we nu voor die projecten die klaar zijn om uitgerold te worden. Daar kunnen we middelen voor vastleggen en die vastlegging kunnen we realiseren. Dat is het opzet. Ik neem aan dat we hier nog regelmatig op terugkomen, via de vragen om uitleg en via gedachtewisselingen.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is gewoon zo dat de Oosterweelwerf voor veel hinder zal zorgen. Die vaststelling maken we allemaal, maar het hoeft geen probleem te zijn. We zitten op een opportuniteit: als we op de juiste manier investeren in flankerende maatregelen kan dat voor een duurzame omslag zorgen in het transport dat mensen kiezen in en rond Antwerpen. Ze zullen dan wel zien dat heel veel mogelijk is met de juiste investeringen.
Er is de ambitieuze doelstelling om tegen 2025 de helft van de modal shift te halen. Het goede is dat de opportuniteit er is en dat we weten wat er kan en moet gebeuren. Het gaat over ideeën als M-netwerk, sneltrams, doorstroming, ingebruikname van de premetrokoker in de Kerkstraat, aanbod snelbussen, studies, werkbanken, aankoop, onderhoud enzovoort. Er zijn heel veel ideeën. Het zou ontzettend jammer zijn, als niet de juiste keuzes worden gemaakt. U merkt dat ik niet de enige ben die zich zorgen maakt, verschillende mensen maken zich zorgen over de werf en een mogelijk mobiliteitsinfarct. Dat zou een kapitale gemiste kans zijn om met die werf van de eeuw zoals die genoemd wordt, niet te zorgen voor voldoende flankerende maatregelen zodat we ook met het mobiliteitsinfarct van de eeuw zitten, dat zou ... dat is echt vermijdbaar. Men moet nu de juiste keuzes maken. Ik ben er nog niet van overtuigd dat we nu vanuit Vlaanderen de juiste keuzes maken. Zoals u aangeeft, zullen we daar nog veel over debatteren. Daar kijk ik al naar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.